31977R1663

Verordening (EEG) nr. 1663/77 van de Raad van 18 juli 1977 betreffende de in de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije bedoelde vrijwaringsmaatregelen

Publicatieblad Nr. L 186 van 26/07/1977 blz. 0011 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0114
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 9 blz. 0063
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0114
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0241
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0241


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1663/77 VAN DE RAAD

van 18 juli 1977

betreffende de in de Samenwerkingsovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije bedoelde vrijwaringsmaatregelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat op 26 april 1976 een Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije , hierna genoemd " Samenwerkingsovereenkomst " , alsmede een Interimovereenkomst zijn gesloten ( 2 ) ;

Overwegende dat voor de tenuitvoerlegging van de in de artikelen 34 tot en met 36 en artikel 49 van de Samenwerkingsovereenkomst en in de artikelen 26 tot en met 28 en artikel 35 van de Interimovereenkomst bedoelde vrijwaringsclausules en conservatoire maatregelen de nadere regels moeten worden vastgesteld voor de toepassing van de communautaire voorschriften , met name van Verordening ( EEG ) nr . 1439/74 van de Raad van 4 juni 1974 inzake de gemeenschappelijke regeling voor de invoer ( 3 ) , alsmede van Verordening ( EEG ) nr . 459/68 van de Raad van 5 april 1968 betreffende beschermende maatregelen tegen de toepassing van dumping en de toekenning van premies of subsidies door landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2011/73 ( 5 ) ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In geval van praktijken waarbij de Gemeenschap blootgesteld kan worden aan vrijwaringsmaatregelen op grond van artikel 36 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 28 van de Interimovereenkomst , spreekt de Commissie , onverminderd het bepaalde in artikel 2 van deze verordening , na , eigener beweging of op verzoek van een Lid-Staat , de aangelegenheid te hebben onderzocht , zich erover uit of deze praktijken verenigbaar zijn met de Overeenkomst .

Artikel 2

In geval van dumping of overheidssteun op grond waarvan door de Gemeenschap de in artikel 34 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 26 van de Interimovereenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast , wordt volgens de in Verordening ( EEG ) nr . 459/68 vastgestelde procedure en regels besloten tot de instelling van antidumpingrechten of compenserende rechten .

Artikel 3

In geval van praktijken op grond waarvan door de Gemeenschap de in de artikelen 35 en 49 van de Samenwerkingsovereenkomst en in de artikelen 27 en 35 van de Interimovereenkomst bedoelde maatregelen kunnen worden toegepast , kan de Raad onder de in die artikelen vastgestelde voorwaarden passende vrijwaringsmaatregelen nemen volgens de in Verordening ( EEG ) nr . 1439/74 , met name in artikel 13 , leden 2 en 3 , vastgestelde procedure en regels .

In dringende gevallen en onder de in artikel 35 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 27 van de Interimovereenkomst vastgestelde voorwaarden :

- kan de Commissie volgens de in Verordening ( EEG ) nr . 1439/74 , met name in artikel 12 , leden 2 en 3 , vastgestelde procedure en regels , passende vrijwaringsmaatregelen nemen ;

- kan elk Lid-Staat bij wijze van conservatoire maatregel vrijwaringsmaatregelen nemen die in overeenstemming zijn met de in artikel 14 , leden 1 tot en met 4 , van Verorderning ( EEG ) nr . 1439/74 omschreven regeling .

Artikel 4

1 . Deze verordening laat onverlet de toepassing van de voorschriften houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en van de daaruit voortvloeiende communautaire of nationale administratieve bepalingen , alsmede van de bijzondere voorschriften vastgesteld krachtens artikel 235 van het Verdrag , die van toepassing zijn op de goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten . Deze verordening heeft een aanvullend karakter .

2 . Artikel 3 , tweede alinea , tweede streepje , is evenwel niet van toepassing op de onder vorenbedoelde voorschriften vallende produkten .

Artikel 5

De Commissie verricht de in artikel 36 van de Samenwerkingsovereenkomst en artikel 28 van de Interimovereenkomst voorgeschreven kennisgevingen van de Gemeenschap aan de Samenwerkingsraad en de Gemengde Commissie .

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 18 juli 1977 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . HUMBLET

( 1 ) Advies uitgebracht op 8 . 7 . 1977 ( nog niet verschenen in het PB ) .

( 2 ) PB nr . L 141 van 28 . 5 . 1976 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . L 159 van 15 . 6 . 1974 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 93 van 17 . 4 . 1968 , blz . 3 .

( 5 ) PB nr . L 206 van 27 . 7 . 1973 , blz . 3 .