31976L0895

Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit

Publicatieblad Nr. L 340 van 09/12/1976 blz. 0026 - 0031
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0206
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0179
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0206
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0084
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 11 blz. 0084


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 23 november 1976

betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit

( 76/895/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de opbrengst van land - en tuinbouw een zeer belangrijke plaats inneemt in de Europese Economische Gemeenschap ;

Overwegende dat deze produktie voortdurend in gevaar wordt gebracht door schadelijke organismen uit het planten - of dierenrijk alsmede door virussen ;

Overwegende dat een bescherming van de planten tegen deze schadelijke organismen beslist vereist is om een daling van het produktievermogen te verhinderen en bovendien de produktiviteit in de landbouw te doen toenemen ;

Overwegende dat een van de belangrijkste middelen om planten en plantaardige produkten tegen de inwerking van schadelijke organismen te beschermen , de chemische bestrijdingsmiddelen zijn ;

Overwegende dat deze bestrijdingsmiddelen echter met alleen een nuttig effect wat betreft de plantaardige produktie hebben , maar ook in de regel giftige stoffen of preparaten met gevaarlijke uitwerking zijn ;

Overwegende dat een groot aantal van deze bestrijdingsmiddelen of de metabolieten of afbraakprodukten daarvan schadelijke gevolgen voor de gebruikers van plantaardige produkten met zich kan brengen ;

Overwegende dat deze bestrijdingsmiddelen niet zouden mogen worden gebruikt op een wijze die gevaar kan opleveren voor de gezondheid van mens of dier ;

Overwegende dat er in bepaalde Lid-Staten uiteenlopende methoden bestaan om dit gevaar te vermijden en dat verscheidene van deze Staten verschillende niveaus hebben vastgesteld voor wat betreft de maximale hoeveelheid residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen op en in de behandelde planten of plantaardige produkten , die in acht dienen te worden genomen bij het verkeer in deze produkten ;

Overwegende dat de tussen de Lid-Staten bestaande verschillen aangaande de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen kunnen bijdragen tot het in het leven roepen van belemmeringen voor het handelsverkeer en derhalve het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap kunnen hinderen ; dat om deze reden bepaalde maximale hoeveelheden dienen te worden vastgesteld die door de Lid-Staten kunnen worden toegepast ;

Overwegende dat bij het vaststellen van deze maximale hoeveelheden een evenwicht gevonden moet worden tussen de behoeften van de plantaardige produktie en de eisen van de bescherming van de gezondheid van mens en dier ;

Overwegende dat het in eerste instantie vereist is deze maximale hoeveelheden vastste stellen voor de residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen op en in groenten en fruit , rekening houdend met het feit dat groenten en fruit in de regel voedingsmiddelen zijn , echter daarnaast incidenteel ook aan dieren gevoederd worden ; dat deze maximale hoeveelheden het laagst mogelijke niveau dienen te vormen ;

Overwegende dat het vrije verkeer in de gehele Gemeenschap in produkten met een hoeveelheid residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen lager dan of gelijk aan de in bijlage II vastgestelde maxima dient te worden verzekerd ; dat terzelfder tijd aan de Lid-Staten dient te worden toegestaan in gevallen waarin zij zulks gerechtvaardigd achten op niet-discriminatoire wijze het verkeer op hun grondgebied in produkten met een hoeveelheid residuen groter dan deze maxima toe te laten , waarbij zij ten opzichte van deze produkten al dan niet maxima vaststellen ;

Overwegende dat het niet noodzakelijk is het bepaalde in deze richtlijn toe te passen op groenten en fruit die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen ;

Overwegende dat plotseling kan blijken dat de in bijlage II vastgestelde hoeveelheden toch nog een gevaar vormen voor de gezondheid van mens of dier ; dat het dus noodzakelijk is de Lid-Staten in staat te stellen in dit geval deze hoeveelheden voorlopig te verlagen ;

Overwegende dat in dit geval een nauwe samenwerking is aan te bevelen tussen de Lid-Staten en de Commissie binnen het Permanent Planteziektenkundig Comité ;

Overwegende dat voor zover de Lid-Staten maximale hoeveelheden vaststellen voor de produkten die op hun grondgebied in het verkeer worden gebracht zij door ambtelijke controles die tenminste bij wijze van steekproef plaatsvinden , moeten nagaan of deze hoeveelheden in acht worden genomen ;

Overwegende dat in dit geval de ambtelijke controles moeten plaatsvinden volgens communautaire bemonstering - en analysemethoden ;

Overwegende dat het vaststellen van de bemonstering - en analysemethoden een uitvoeringsmaatregel is van technische en wetenschappelijke aard ; dat om de aanvaarding ervan te vergemakkelijken de voorschriften voor deze bemonsteringen en analyses dienen te worden vastgelegd volgens een procedure waarbij in het kader van het Permanent Planteziektenkundig Comité tussen de Lid-Staten en de Commissie een nauwe samenwerking wordt ingevoerd ;

Overwegende dat de wijzigingen van de bijlagen waarvan het karakter voornamelijk van technische aard is , moeten worden vergemakkelijkt door middel van een snelle procedure ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op de voor de voeding van mensen , of , incidenteel voor de voeding van dieren , bestemde produkten , die vallen onder de in bijlage I vermelde posten van het gemeenschappelijk douanetarief , voor zover op of in deze produkten residuen aanwezig zijn van de in bijlage II genoemde bestrijdingsmiddelen .

Artikel 2

1 . In de zin van deze richtlijn zijn residuen van bestrijdingsmiddelen de resten van de in bijlage II vermelde stoffen en eventueel aanwezige , giftige , metabolieten of afbraakprodukten daarvan , die op of in de artikel 1 bedoelde produkten voorkomen .

2 . In de zin van deze richtlijn verstaat men onder in het verkeer brengen iedere overdracht , al of niet tegen vergoeding , van de in artikel 1 bedoelde produkten nadat deze zijn geoogst .

Artikel 3

1 . De Lid-Staten mogen het in het verkeer brengen op hun grondgebied van de in artikel 1 bedoelde produkten wegens het aanwezig zijn van residuen van bestrijdingsmiddelen verbieden noch verhinderen , indien de hoeveelheid van deze residuen niet meer bedraagt dan de in bijlage II vastgestelde maximale hoeveelheden .

2 . De Lid-Staten kunnen , in de gevallen waarin zij zulks gerechtvaardigd achten , toestaan dat op hun grondgebied produkten als bedoeld in artikel 1 in het verkeer worden gebracht die residuen van bestrijdingsmiddelen bevatten in hoeveelheden die groter zijn dan in de bijlage II vastgestelde hoeveelheden .

3 . De Lid-Staten stellen de andere Lid-Staten en de Commissie in kennis van de aan de leden 1 en 2 gegeven toepassing .

Artikel 4

1 . Wanneer een Lid-Staat meent dat een in bijlage II vastgestelde maximale hoeveelheid een gevaar vormt voor de gezondheid van de mens of van dieren , andere dan schadelijke organismen , kan deze Lid-Staat deze hoeveelheid voor zijn grondgebied voorlopig verlagen . In dat geval stelt hij de andere Lid-Staten en de Commissie onverwijld in kennis van de genomen maatregelen en verstrekt daarbij een uiteenzetting van de motieven .

2 . Volgens de procedure van artikel 8 wordt besloten of de in bijlage II vastgestelde maximale hoeveelheden moeten worden gewijzigd . Zolang noch door de Raad noch door de Commissie volgens bovengenoemde procedure een besluit is genomen , kan de Lid-Staat de maatregelen die hij ten uitvoer heeft gelegd handhaven .

Artikel 5

Onverminderd artikel 4 stelt de Raad , op voorstel van de Commissie , de wijzigingen vast die aangebracht moeten worden in de bijlagen . Hierbij wordt met name rekening gehouden met de stand van de kennis van techniek en wetenschap , alsmede met de eisen van de volksgezondheid en de landbouw .

Artikel 6

1 . De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen opdat officieel wordt gecontroleerd , door middel van steekproeven , dat aan de volgens deze richtlijn vastgestelde maximale hoeveelheden de hand wordt gehouden .

2 . De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen opdat , wanneer de in artikel 1 bedoelde produkten volgens lid 1 worden gecontroleerd , de bemonstering en de kwalitatieve en kwantitatieve analyses van de residuen worden uitgevoerd op een wijze en volgens methodes die overeenkomstig de procedure van artikel 7 worden vastgesteld .

Artikel 7

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de Voorzitter van het bij Besluit 76/894/EEG ( 3 ) ingestelde Permanent Plantenziektekundig Comité , hierna het " Comité " genoemd , deze procedure , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van een Lid-Staat , onverwijld in bij het Comité .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de Voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen .

4 . De Commissie stelt de maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer , wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . Wanneer zij hiermede niet in overeenstemming zijn of wanneer het Comité geen advies heeft uitgebracht , legt de Commissie onverwijld een voorstel voor aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen . De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien de Raad binnen drie maanden na indiening van het voorstel geen maatregelen heeft vastgesteld , stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast en legt zij deze onmiddellijk ten uitvoer , behalve wanneer de Raad zich met volstrekte meerderheid van stemmen heeft uitgesproken tegen genoemde maatregelen .

Artikel 8

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de Voorzitter van het Comité deze procedure , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van een Lid-Staat , onverwijld in bij het Comité .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . De Vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn van twee dagen . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen .

4 . De Commissie stelt de maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer , wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . Wanneer zij hiermede niet in overeenstemming zijn of wanneer het Comité geen advies heeft uitgebracht , legt de Commissie onverwijld een voorstel voor aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen . De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien de Raad binnen vijftien dagen na indiening van het voorstel geen maatregelen heeft vastgesteld , stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast en legt zij deze onmiddellijk ten uitvoer , behalve wanneer de Raad zich met volstrekte meerderheid van stemmen heeft uitgesproken tegen genoemde maatregelen .

Artikel 9

Deze richtlijn geldt niet voor de in artikel 1 bedoelde produkten , indien ten minste door een passende aanduiding wordt aangetoond dat zij voor uitvoer naar derde landen zijn bestemd .

Artikel 10

Deze richtlijn geldt onverminderd de bepalingen van de Gemeenschap betreffende de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor groenten en fruit .

Artikel 11

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om binnen een termijn van twee jaar na de kennisgeving van deze richtlijn aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis .

Artikel 12

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 23 november 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . P . L . M . M . van der STEE

( 1 ) PB nr . C 97 van 28 . 7 . 1969 , blz . 35 .

( 2 ) PB nr . C 40 van 25 . 3 . 1969 , blz . 4 .

( 3 ) Zie blz . 25 van dit Publikatieblad .

BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 1 bedoelde produkten

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

07.01 B * Kool en spruitjes , vers of gekoeld *

07.01 C * Spinazie , vers of gekoeld *

07.01 D * Sla van alle soorten , alsmede andijvie en witloof ( witlof ) , vers of gekoeld *

07.01 E * Snijbiet en kardoen , vers of gekoeld *

07.01 F * Peulgroenten , ook indien gedopt , vers of gekoeld *

07.01 G * Wortelen , rapen , kroten , schorseneren , knolselderij , radijs en andere dergelijke eetbare wortelen en knollen , vers of gekoeld *

07.01 H * Uien , sjalotten en knoflook , vers of gekoeld *

07.01 IJ * Prei en andere looksoorten , vers of gekoeld *

07.01 K * Asperges , vers of gekoeld *

07.01 L * Artisjokken , vers of gekoeld *

07.01 M * Tomaten , vers of gekoeld *

07.01 N * Olijven , vers of gekoeld *

07.01 O * Kappers , vers of gekoeld *

07.01 P * Komkommers en augurken , vers of gekoeld *

07.01 Q * Paddestoelen en truffels , vers of gekoeld *

07.01 R * Venkel , vers of gekoeld *

07.01 S * niet scherp smakende pepers , vers of gekoeld *

07.01 T * andere groenten en moeskruiden , vers of gekoeld *

ex 07.02 * Groenten en moeskruiden , niet gekookt , bevroren *

ex 08.01 * Dadels , bananen , ananassen , manga's , advokaten , guaves en manggistans , kokosnoten , paranoten en cashewnoten , vers ( 1 ) , zonder dop , schil of schaal , of gepeld *

ex 08.02 * Citrusvruchten , vers ( 1 ) *

ex 08.03 * Vijgen , vers ( 1 ) *

ex 08.04 * Druiven , vers ( 1 ) *

ex 08.05 * Noten ( andere dan die bedoeld bij post 08.01 ) , amandelen , kastanjes en pingels , vers ( 1 ) , zonder dop of schaal , of gepeld *

08.06 * Appelen , peren en kweeperen , vers ( 1 ) *

08.07 * Steenfruit , vers ( 1 ) *

08.08 * Aardbeien en bessen , vers ( 1 ) *

08.09 * Ander vers fruit ( 1 ) *

ex 08.10 * Fruit , niet gekookt , bevroren , zonder toegevoegde suiker *

( 1 ) Gekoelde vruchten worden met verse vruchten gelijkgesteld .

BIJLAGE II

Lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen en de maximale hoeveelheden daarvan

Nr . E.E.G . ( 1 ) * residuen va bestrijdingsmiddelen * maximale hoeveelheid ( in mg/kg ( ppm ) ) *

* gebruikelijke benaming * chemische benaming * *

- * amitrol * 3-Amino-1,2,4-triazol * nul ( 2 ) *

- * aramite * 0-(2-(4-tert-butyl-phenoxy)-1-methyl-ethyl )- 0-(2-chloor-ethyl)sulfite * nul ( 2 ) *

- * atrazin * 2-Chloor-4-ethylamino-6-isopropylamino - 1,3,5-triazine * 1,0 *

15/60 * azinfos-ethyl * 0,0-Diethyl-S-(4-oxo-3H-1,2,3 - benzotriazin-3-yl)-methyl)-dithiofosfaat * afzonderlijk of gezamenlijk : nul ( 2 ) : wortelgroenten , met uitzondering van knolselderij *

* * * 0,4 : andere produkten *

15/42 * azinfos-methyl * 0,0-Dimethyl-S-(4-oxo-3H-1,2,3 - benzo-triazin-3-yl)-methyl)-dithiofosfaat * afzonderlijk of gezamenlijk : nul ( 2 ) : wortelgroenten , met uitzondering van knolselderij *

* * * 0,4 : andere produkten *

6/20 * barban * ( 4-Chloor-but-2-yn-yl)-N-(3-chloorfenyl )- carbamaat * 0,1 *

609/21 * binapacryl * ( 6-(1-Methylpropyl)-2,4 - dinitrofenyl)-3,3-dimethylacrylaat * nul ( 2 ) : wortelen *

* * * 0,3 : andere produkten *

- * captan * N-(trichloormethylthio)-1,2,3,6 - tetrahydroftaalimide * 15,0 *

6/11 * carbaryl * N-Methyl-1-naphtyl-carbamaat * 1,2 , met uitzondering van abrikozen , appelen , peren , perziken , druiven , pruimen , sla , kool : 2,5 *

620/6 * chloorbenzide * ( 4-Chloorbenzyl)-4-(chloor-fenyl )- sulfide * 1,5 *

620/4 * chloorfenson * ( 4-Chloorfenyl)-4-chloorbenzeen - sulfonaat * 1,5 *

- * chloorbenzilaat * Ethyl-2-hydroxy-2 , 2-bis(4-chloorfenyl)acetaat * 1,5 *

6/22 * chlorexuron * 3-(4-(4-Chloorfenoxy)fenyl)-1,1 - dimethylureum * 0,2 *

15/33 * demethon-S-methyl * 0,0-Dimethyl-S-(2-ethyl - thioethyl)-monothiofosfaat * afzonderlijk of gezamenlijk : 0,4 ( berekend in demeton-S-methyl sulfon ) met uitzondering van wortelen : nul ( 2 ) *

15/49 * oxydemeton-methyl * 0,0-Dimethyl-S-(2-ethyl - sulfinylethyl)-monothiofosfaat * afzonderlijk of gezamenlijk : 0,4 ( berekend in demeton-S-methyl sulfon ) met uitzondering van wortelen : nul ( 2 ) *

- * demeton-S-methyl sulfon * 0,0-Dimethyl-S-(2-ethyl - sulfonylethyl)-monothiofosfaat * afzonderlijk of gezamenlijk : 0,4 ( berekend in demeton-S-methyl sulfon ) met uitzondering van wortelen : nul ( 2 ) *

6/19 * diallaat * S-(2,3-Dichloorallyl)-N,N - diisopropylmonothiocarbamaat * 0,05 *

607/24 * dichloorprop * 2-(2,4 Dichloorfenoxy)-propionzuur ( dichloorprop ) * 0,05 *

15/55 * 0,0-dimethoaat * 0,0-Dimethyl-S-(N - methylcarbamoyl)-methyl-dithiofosfaat * 1,5 ( 3 ) *

- * omethoat * 0,0-Dimethyl-S-(N-methyl-carbamoyl )- methyl-monothiofosfaat * 0,4 *

609/23 * dinoseb * 6-(1-Methylpropyl)-2,4-dinitrofenol ) * 0,05 *

- * dodine * N-dodecylguanidine-acetaat * nul ( 2 ) ; met uitzondering van fruit : 1,0 *

602/33 * endosulfan * 6,7,8,9,10,10-Hexachloor - 1,5,5a,6,9,9a-hexahydro-6,9-methano-2,3,4-benzo(e )- dioxathiepin-3-oxide * 0,2 : wortelen *

* * * 0,5 : andere produkten *

Nr . E.E.G . ( 1 ) * residuen van bestrijdingsmiddelen * maximale hoeveelheid ( in mg/kg ( ppm ) ) *

* gebruikelijke benaming * chemische benaming * *

602/32 * endrin * 1,2,3,4,10,10-Hexachloor-6 , 7-expoxy-1,4,4a,5,6,7,8,8a-octa-hydro-1 , 4-endo-5 , 8-endo-dimethanonaftaleen * nul ( 2 ) *

15/56 * fenchlorfos * 0-(2,4,5-Trichloorfenyl)0,0 - dimethyl-monothiofosfaat ( fenchloorfos ) * 0,5 *

15/58 * fenitrothion * 0,0-Dimethyl-0-(3-methyl-4 nitrofenyl)-monothiofosfaat * 0,5 *

15/61 * formothion * 0,0-Dimethyl-S-(3-methyl-2,4-dioxo - 3-aza-butyl)-dithiofosfaat * 0,1 *

- * - * 1,1-Dichloor-2,2-bis ( 4-ethylfenyl)ethaan * 10,0 *

602/23 * lindaan * gamma-1,2,3,4,5,6-hexachloor - cyclohexaan * 2,0 : bladgroenten *

* * * 0,1 : wortelen *

* * * 1,5 : andere produkten *

15/44 * malathion met inbegrip van * S-(1,2 - bis(ethoxycarbonyl)-ethyl)-0,0-dimethyl-dithiofosfaat * 3,0 : groenten , met uitzondering van wortelgroenten *

* * * 0,5 : andere produkten *

- * malaoxon * S-(1,2-bis(ethoxycarbonyl)-ethyl)0,0 - dimethyl-monothiofosfaat * 3,0 : groenten , met uitzondering van wortelgroenten *

* * * 0,5 : andere produkten *

- * methoxychloor * 1,1,1-Trichloor-2,2-bis-(4 - methoxyfenyl)ethaan * 10,0 *

15/37 * parathion , met inbegrip van paraoxen * 0,0-diethyl-0-(4-nitrofenyl)-monothiofosfaat * 0,5 *

* * 0,0-diethyl-0-(4-nitrofenyl)-fosfaat * 0,5 *

15/36 * parathion-methyl * 0,0-Dimethyl-0-(4 - nitrofenyl)-monothiofosfaat * 0,15 *

* met inbegrip van paraoxon-methyl * 0,0-Dimethyl-0-(4 - nitrofenyl)-fosfaat * 0,15 *

15/22 * fosfamidon * ( 2-Chloor-3-diethylamino-1-methyl-3 - oxoprop-1-en-yl)-dimethylfosfaat * 0,15 *

607/21 * folpet * N-(Trichloormethylthio)ftaalimide * 15,0 *

- * propoxur * 2-isopropopoxyfenyl-N-methyl-carbamaat * 3,0 *

15/27 * TEPP * 0,0,0,0-Tetraathyldifosfaat * nul ( 2 ) *

6/5 * thiram * Tetramethylthiuramdisulfide * 3,8 : aardbeien , druiven *

* * * 3,0 : andere produkten *

602/24 * toxafeen * Gechloreerde camfenen ( 67-69 % chloor ) * 0,4 *

15/21 * trichloorfon * 0,0-Dimethyl-(2,2,2-trichloor-1 - hydroxyethyl)-fosfonaat * 0,5 *

( 1 ) Nummering van bijlage I van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling , de verpakking en het kenmerken van gevaalijke stoffen ( PB nr . 196 van 16 . 8 . 1967 , blz . 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/409/EEG ( PB nr . L 183 van 14 . 7 . 1975 , blz . 22 ) .

( 2 ) Te verwaarlozen residuen worden toegelaten indien zij niet de onderste gevoeligheidsgrens van de bepalingsmethode overschrijden .

( 3 ) Met inbegrip eventueel van het maximumgehalte van 0,4 ppm dat voor omethoaat is vastgesteld .