31976L0118

Richtlijn 76/118/EEG van de Raad van 18 december 1975 houdende onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

Publicatieblad Nr. L 024 van 30/01/1976 blz. 0049 - 0057
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0221
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0148
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0221
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0232
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 4 blz. 0232


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 18 december 1975

houdende onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende bepaalde voor menselijke voeding bestemde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk

( 76/118/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat er , om bij te dragen tot de totstandkoming van een gemeenschappelijke markt voor verduurzaamde melk , om de produktievoorwaarden te preciseren ten einde te voldoen aan de eisen van de consumenten en om de handelsbetrekkingen op basis van een gezonde en eerlijke mededinging te vergemakkelijken , gemeenschappelijke regels dienen te worden vastgesteld voor de samenstelling , het gebruik van specifieke benamingen , de bereidingskarakteristieken en de etikettering van de betrokken produkten ;

Overwegende namelijk dat de huidige verschillen tussen de nationale bepalingen betreffende deze produkten het vrije verkeer kunnen belemmeren en ongelijke mededingingsvoorwaarden kunnen scheppen ;

Overwegende dat de vaststelling van de analysemethoden voor het toezicht op de zuiverheidseisen van de toevoegings - en behandelingsprodukten die worden gebruikt bij de bereiding van verduurzaamde melk alsmede de vaststelling van de bemonsterings - en de analysemethoden die nodig zijn voor het toezicht op de samenstelling en op de bereidingskarakteristieken van deze melk technische toepassingsmaatregelen zijn waarvan de aanneming aan de Commissie dient te worden opgedragen ten einde de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen ;

Overwegende dat in alle gevallen waarin de Raad aan de Commissie bevoegdheden verleent voor de toepassing van regels op het gebied van levensmiddelen , dient te worden voorzien in een procedure waarbij tussen de Lid-Staten en de Commissie een nauwe samenwerking tot stand wordt gebracht in het bij besluit van de Raad van 13 november 1969 ingestelde Permanent Comité voor levensmiddelen ( 3 ) ;

Overwegende dat de toepassing van bepaalde etiketeringsregels van deze richtlijn in de nabije toekomst niet kan worden overwogen wegens de begripsmoeilijkheden die daaruit voor de kopers zouden voortvloeien ;

Overwegende dat het in bepaalde gevallen volstaat om een extra termijn in te voeren na afloop waarvan de richtlijn integraal zal worden toegepast ;

Overwegende dat in andere gevallen de handhaving van de nationale bepalingen , samen met een herzieningsclausule , noodzakelijk is ;

Overwegende dat in afwachting van de aanneming van een communautaire regeling betreffende de kwaliteitsvermeldingen die op verduurzaamde melk van toepassing zijn de nationale bepalingen ter zake van toepassing blijven , doch dat deze situatie moet worden herzien indien binnen een termijn van drie jaar geen gemeenschappelijk stelsel tot stand is gebracht ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Deze richtlijn heeft betrekking op de in de bijlage gedefinieerde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk .

2 . In deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) " gedeeltelijk gedehydrateerde melk " : het vloeibare produkt , rechtstreeks verkregen door het gedeeltelijk ontrekken van het water aan melk , aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk of aan een mengsel van deze produkten , eventueel met toevoeging van room , geheel gedehydrateerde melk , of deze twee produkten , waarbij de hoeveelheid toegevoegde geheel gedehydrateerde melk in het eindprodukt niet meer mag bedragen dan 25 % van het totale gehalte aan van de melk afkomstige droge stof ; de Lid-Staten kunnen evenwel op hun grondgebied het verbod handhaven om gedeeltelijk gedehydrateerde melk , verkregen uit volledig gedehydrateerde melk , te produceren en in de handel te brengen , indien dit verbod voor 1 oktober 1974 bestond .

Op het ogenblik waarop de Raad de in artikel 11 , lid 1 , sub d ) , vermelde kwaliteitscriteria vaststelt , en uiterlijk twee jaar na kennisgeving van deze richtlijn , beslist de Raad over het al dan niet handhaven van deze verbodsmogelijkheden ;

b ) " geheel gedehydrateerde melk " : het vaste of poedervormige produkt , rechtstreeks verkregen door het onttrekken van water aan melk , aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk , aan room of aan een mengsel van deze produkten , met een watergehalte van ten hoogste 5 gewichtsprocenten in het eindprodukt .

3 . De verduurzaming van de in de bijlage gedefinieerde produkten wordt bereikt :

i ) voor de in punt 1 , sub a ) tot en met d ) , bedoelde produkten door sterilisatie door middel van een warmtebehandeling ;

ii ) voor de in punt 1 , sub e ) tot en met g ) , bedoelde produkten door toevoeging van saccharose ( halfwitte suiker , witte suiker of geraffineerde witte suiker ) ;

iii ) voor de in punt 2 bedoelde produkten door dehydratatie .

Artikel 2

De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen opdat de in de bijlage gedefinieerde produkten slechts in de handel kunnen worden gebracht wanneer ze voldoen aan de definities en regels van deze richtlijn en haar bijlage .

Artikel 3

1 . De in de bijlage genoemde benamingen mogen alleen worden gebruikt voor de aldaar gedefinieerde produkten en moeten in de handel worden gebruikt voor de aanduiding van die produkten .

2 . Bovendien mogen de betrokken Lid-Staten op hun grondgebied de volgende benamingen reserveren :

a ) " evaporated milk " in Ierland en het Verenigd Koninkrijk , voor de aanduiding van ingedikte melk met een vetgehalte van ten minste 9 gewichtsprocenten en met een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 31 gewichtsprocenten ;

b ) " kondenseret kaffefloede " in Denemarken , " kondensierte Kaffeesahne " in Duitsland en " panna da caffè " in Italië , voor de aanduiding van het in de bijlage , punt 1 , sub d ) , gedefinieerde produkt ;

c ) " floedepulver " in Denemarken , " Rahmpulver " en " Sahnepulver " in Duitsland , voor de aanduiding van het in de bijlage , punt 2 , sub d ) , gedefinieerde produkt .

3 . Na afloop van een termijn van vijf jaar , te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn , kan de Raad op voorstel van de Commissie besluiten lid 2 te wijzigen of in te trekken .

Artikel 4

Onverminderd de door de Gemeenschap vast te stellen bepalingen betreffende gezondheid en hygiëne met betrekking tot de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde basisprodukten , moeten deze worden onderworpen aan een warmtebehandeling die ten minste met pasteurisatie overeenkomt , indien het procédé voor de fabricage van de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde produkten niet een gelijkwaardige behandeling omvat .

Artikel 5

1 . Voor de bereiding van de in de bijlage , punt 1 , sub a ) tot en met d ) , gedefinieerde produkten is uitsluitend toegestaan de behandeling met :

* natrium - en kaliumbicarbonaat *

E 331 * natriumcitraten ( natriumzouten van citroenzuur ) *

E 332 * kaliumcitraten ( kaliumzouten van citroenzuur ) *

E 339 * natriumorthofosfaten ( natriumzouten van orthofosforzuur ) *

E 340 * kaliumorthofosfaten ( kaliumzouten van orthofosforzuur ) . *

* calciumchloride *

E 450 * natrium - en kaliumpolyfosfaten *

* a ) bifosfaten *

* b ) trifosfaten , indien het ingedikte melksoorten betreft die ultra-hoog verhit zijn ( UHV ) *

* c ) lineaire polyfosfaten ( met ten hoogste 8 % cyclische verbindingen ) , indien het ingedikte melksoorten betreft die ultrahoog verhit zijn ( UHV ) ; *

- op voorwaarde dat de totale hoeveelheid toegevoegde stoffen , berekend in het eindprodukt , niet hoger is dan

- 0,2 gewichtsprocent voor produkten waarvan de totale hoeveelheid droge stof niet meer bedraagt dan 28 %

- 0,3 gewichtsprocent voor produkten waarvan de totale hoeveelheid droge stof meer bedraagt dan 28 % ;

- op voorwaarde dat in ingedikte melksoorten die ultra-hoog verhit zijn ( UHV ) , het in P2O5 uitgedrukte totale gehalte aan trifosfaten en lineaire polyfosfaten niet hoger is dan 0,1 gewichtsprocent ;

- op voorwaarde dat het in P2O5 uitgedrukte totale gehalte aan toegevoegde fosfaat niet hoger is dan 0,1 % voor produkten waarvan de totale hoeveelheid droge stof niet meer dan 28 % bedraagt , en niet hoger is dan 0,15 % voor produkten waarvan de totale hoeveelheid droge stof meer dan 28 % bedraagt .

2 . Voor de bereiding van de in de bijlage , punt 1 , sub e ) tot en met g ) , gedefinieerde produkten is uitsluitend toegestaan de behandeling met :

a ) de in lid 1 genoemde stoffen , op voorwaarde dat de totale hoeveelheid daarvan in het eindprodukt niet hoger is dan 0,2 gewichtsprocent en het in P2O5 uitgedrukte totale gehalte aan toegevoegde fosfaat niet hoger is dan 0,1 gewichtsprocent ;

b ) lactose tot een hoeveelheid van niet meer dan 0,02 gewichtsprocent , eventueel met toegevoegd tricalciumfosfaat dat niet meer dan 10 % van de toegevoegde lactose mag uitmaken ;

3 . Voor de bereiding van de in de bijlage , punt 2 , gedefinieerde produkten is uitsluitend toegestaan de behandeling met :

a ) de in lid 1 genoemde stoffen ,

- op voorwaarde dat de totale hoeveelheid daarvan in het eindprodukt niet hoger is dan 0,5 gewichtsprocent , waarvan ten hoogste 0,2 gewichtsprocent natrium - en kaliumbicarbonaten . Deze laatste hoeveelheid mag ten hoogste 0,3 % zijn voor de niet voor de detailverkoop bestemde , geheel gedehydrateerde melk , bereid volgens het walsenprocédé , voor de bereiding waarvan geen enkele andere van de in lid 1 genoemde stoffen is gebruikt ; het Verenigd Koninkrijk mag evenwel de detailverkoop van de betrokken melksoorten op zijn grondgebied toestaan ;

- op voorwaarde dat het in P2O5 uitgedrukte totale gehalte aan toegevoegd fosfaat niet hoger is dan 0,25 gewichtsprocent ;

b ) l-ascorbinezuur ( E 300 ) , natrium-l-ascorbaat ( E 301 ) , 6-palmityl-l-ascorbinezuur ( E 304 ) , afzonderlijk of gemengd in een maximale dosis van 0,05 gewichtsprocent uitgedrukt in ascorbinezuur .

4 . Ingeval in de benaming van de in de bijlage , punt 2 , sub a ) , c ) en d ) , gedefinieerde produkten wordt verwezen naar de onmiddellijke oplosbaarheid , is voor de bereiding van deze produkten bovendien het gebruik van lecithine ( E 322 ) in een maximale dosis van 0,5 gewichtsprocent toegestaan .

5 . Het in dit artikel genoemde percentage van een toevoegingsmiddel , heeft betrekking op de watervrije stof .

6 . De Lid-Staten kunnen op hun grondgebied het gebruik van aanvullende toevoegingsmiddelen toestaan voor geheel gedehydrateerde melk die in automaten wordt gebruikt en die uitdrukkelijk als zodanig is geëtiketteerd .

7 . In afwijking van de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten op hun grondgebied de toevoeging van vitaminen aan de in de bijlage omschreven produkten toestaan .

Artikel 6

Onverminderd de bepalingen die uit hoofde van artikel 11 , lid 1 , zijn vastgesteld , mag het gehalte aan lactaten van de in bijlage gedefinieerde produkten niet hoger zijn dan 300 mg in 100 g van melk afkomstige vetvrije droge stof .

Artikel 7

1 . Op de verpakking , het recipiënt of het etiket van de in de bijlage omschreven produkten zijn slechts de volgende aanduidingen verplicht , die op goed zichtbare , duidelijk leesbare en onuitwisbare wijze moeten zijn aangebracht :

a ) een van de voor die produkten overeenkomstig artikel 3 , gereserveerde benamingen ;

b ) de vermelding " instant " en een aanduiding dat lecithine is gebruikt , onmiddellijk bij de benaming , indien van de in artikel 5 , lid 4 , bedoelde mogelijkheid gebruik is gemaakt ;

c ) het gewichtspercentage melkvet in het eindprodukt , behalve voor de produkten , omschreven in de bijlage , punt 1 , sub b ) en f ) , en punt 2 , sub b ) , alsmede het percentage van de van melk afkomstige vetvrije droge stof voor de in de bijlage , punt 1 , omschreven produkten ;

d ) een aanvullende vermelding waarin voor de in de bijlage , punt 2 , omschreven produkten het dehydratatieprocédé wordt aangegeven ;

e ) voor de in punt 1 van de bijlage gedefinieerde produkten , bestemd om aan de uiteindelijke consument te worden geleverd , een gebruiksaanwijzing ; deze aanwijzing kan worden vervangen door een duidelijke informatie omtrent het gebruik van het produkt , indien dit bestemd is om als zodanig gebruikt te worden ; tot aan het einde van de sub h ) bedoelde overgangsperiode kunnen de Lid-Staten voorschrijven dat , indien deze aanwijzing verwijst naar in gewicht of in volume uitgedrukte hoeveelheden , deze eveneens , worden uitgedrukt in de equivalenten in meeteenheden van het imperiale stelsel ;

f ) voor de in punt 2 van de bijlage gedefinieerde produkten , bestemd om aan de uiteindelijke consument te worden geleverd , de aanbevelingen met betrekking tot de wijze van verdunning of van reconstitutie , met inbegrip , behalve van de in de bijlage , punt 2 , sub b ) , gedefinieerde produkten , van een aanduiding over het vetgehalte van het produkt na verdunning of reconstitutie ; tot aan het einde van de sub h ) bedoelde overgangsperiode kunnen de Lid-Staten voorschrijven dat , indien deze aanbevelingen verwijzen naar in gewicht of in volume uitgedrukte hoeveelheden , deze eveneens worden uitgedrukt in de equivalenten in meeteenheden van het imperiale stelsel ;

g ) de aanduiding " UHV " of " ultra-hoog-verhit " voor de in de bijlage , punt 1 , sub a ) tot en met d ) , gedefinieerde produkten , wanneer deze produkten zijn verkregen door middel van een dergelijke behandeling en aseptisch zijn verpakt ;

h ) het nominale gewicht , uitgedrukt in grammen of kilogrammen , alsmede voor vloeibare of halfvloeibare produkten in flessen het nominale volume , uitgedrukt in liters , centiliters of milliliters ; tot de inwerkingtreding van de communautaire bepalingen ter zake zijn de nationale bepalingen betreffende het meten en het merken van het nominale gewicht en het nominale volume van toepassing .

Tot het verstrijken van de overgangsperiode waarin het gebruik van de meeteenheden van het imperiale stelsel die voorkomen in bijlage II bij Richtlijn nr . 71/354/EEG ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte ( 5 ) , in de Gemeenschap is toegestaan , dient naast het nominale gewicht of het nominale volume , uitgedrukt in meeteenheden van het internationale stelsel , als Ierland of het Verenigd Koninkrijk zulks wensen voor produkten die op hun grondgebied in de handel worden gebracht , het nominale volume of het nominale gewicht uitgedrukt te zijn in hun equivalenten in meeteenheden van het imperiale stelsel , berekend aan de hand van de volgende omrekeningsformules :

1 ml = 0,0352 fluid ounces

1 l = 1,760 pints of 0,220 gallons

1 g = 0,0353 ounces ( avoirdupois )

1 kg = 2,205 pounds ;

i ) de naam of de handelsnaam en het adres of de maatschappelijke zetel van de fabrikant , van de verpakker of van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper .

2 . De vermeldingen van lid 1 , sub a ) tot en met d ) en h ) moeten op een van de hoofdzijden van de verpakking of van het recipiënt en in hetzelfde gezichtsveld voorkomen .

3 . In afwijking van lid 1 mogen de Lid-Staten :

a ) nationale voorschriften handhaven welke de vermelding verplicht stellen van :

- een lijst van bestanddelen ,

- een lijst van additieven ,

- een aanduiding betreffende de datering ,

- de fabricage - of verpakinrichting ; deze aanduiding mag echter alleen in code worden gegeven ,

- het land van oorsprong ; deze vermelding mag echter niet worden geëist voor binnen de Gemeenschap vervaardigde produkten ,

- onder voorbehoud van lid 8 , een bijzondere aanbeveling voor het gebruik van gedeeltelijk of geheel afgeroomde produkten als zuigelingenvoeding wanneer deze in de kleinhandel worden gebracht ,

b ) nationale voorschriften handhaven of vaststellen welke een vermelding betreffende de datering der in de bijlage , punt 1 , sub a ) tot en met d ) , omschreven produkten verplicht stellen wanneer deze verkregen zijn na een " ultra-hoog-verhit " ( UHV)-behandeling en aseptisch zijn verpakt .

4 . In afwijking van lid 1 en onverminderd de bepalingen die door de Gemeenschap moeten worden vastgesteld met betrekking tot dieetvoeding , mogen de Lid-Staten nationale bepalingen handhaven of vaststellen krachtens welke de hoeveelheden toegevoegde vitaminen moeten worden aangeduid .

5 . Indien de in de bijlage gedefinieerde produkten in verpakkingen of recipiënten met een nominaal gewicht van meer dan 20 kg verpakt zijn en niet in de kleinhandel gebracht worden , behoeven de in lid 1 , sub b ) tot en met h ) , bedoelde gegevens slechts in de begeleidende documenten te worden vermeld .

6 . Indien produkten met een gewicht van minder dan 20 g per eenheid verpakt zijn in verzamelverpakkingen , behoeven de in lid 1 , sub b ) tot en met h ) , bedoelde gegevens slechts daarop te worden vermeld .

7 . Gedurende een termijn van 4 jaar na de kennisgeving van deze richtlijn , en in afwijking van lid 1 , sub a ) , kunnen de Lid-Staten toestaan dat de gereserveerde benaming op de verpakking , het recipiënt of het etiket vergezeld gaat van de benaming die vroeger volgens de op het tijdstip van de kennisgeving van deze richtlijn geldende gebruiken of nationale voorschriften werd gebezigd .

8 . Binnen een termijn van drie jaar na de kennisgeving van deze richtlijn , bestudeert de Raad opnieuw de in lid 3 ) , sub a ) , laatste streepje , toegestane afwijking op grond van een verslag van de Commissie , dat in voorkomend geval vergezeld gaat van passende voorstellen .

In elk geval vervalt deze afwijking , voor wat de gedeeltelijk ontroomde produkten betreft , vijf jaar na kennisgeving van deze richtlijn .

9 . De Lid-Staten treffen , afgezien van hetgeen in lid 1 is bepaald , geen andere regeling inzake de wijze waarop de in lid 1 voorgeschreven aanduidingen aangebracht dienen te worden .

De Lid-Staten kunnen evenwel de handel in de in de bijlage gedefineerde produkten verbieden wanneer de in lid 1 , sub a ) tot en met g ) , bedoelde aanduidingen niet in de officiële taal of talen van hun land voorkomen op een van de hoofdzijden van de verpakking , of het in lid 5 bedoelde geval , in de begeleidende documenten .

10 . De leden 1 tot en met 9 zijn van toepassing , onverminderd de door de Gemeenschap vast te stellen bepalingen inzake de etikettering .

Artikel 8

De in artikel 1 bedoelde produkten , bestemd voor de kleinhandel , dienen door de fabrikant of de verpakker te worden verpakt in gesloten recipiënten , die het produkt beschermen tegen elke nadelige invloed en die in ongeschonden staat aan de verbruikers moeten worden geleverd .

Artikel 9

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen opdat de handel in de in artikel 1 bedoelde produkten die overeenkomen met de in deze richtlijn en haar bijlage vervatte definities en regels , niet kan worden belemmerd door de toepassing van de nationale , niet geharmoniseerde bepalingen inzake de samenstelling , bereidingswijzen , de presentatie of de etikettering van uitsluitend deze produkten of van levensmiddelen in het algemeen .

2 . Lid 1 is niet van toepassing op de niet geharmoniseerde bepalingen , welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van :

- bescherming van de volksgezondheid ,

- beteugeling van misleiding , op voorwaarde dat deze bepalingen niet van dien aard zijn dat daarmede de toepassing van de in deze richtlijn vervatte definities en vooschriften wordt belemmerd ,

- bescherming van de industriële en commerciële eigendom , de aanduidingen van herkomst en oorsprong , alsmede het tegengaan van oneerlijke concurrentie .

Artikel 10

1 . Indien een Lid-Staat op basis van een uitvoerige motivering op basis van nieuwe gegevens of een nieuwe beoordeling van bestaande gegevens , ter beschikking gekomen of tot stand gekomen na * de aanneming van de richtlijn , constateert dat het gebruik in de in de bijlage gedefineerde produkten van een van de in artikel 5 vermelde stoffen of het maximumgehalte dat mag worden gebruikt , gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens , hoewel voldaan wordt aan de bepalingen van deze richtlijn , kan deze Lid-Staat de toepassing van de betrokken bepalingen op zijn grondgebied tijdelijk schorsen of beperken . Hij stelt daarvan onverwijld de andere Lid-Staten en de Commissie in kennis onder opgave van de redenen dit tot zijn besluit hebben geleid .

2 . De Commissie onderzoekt zo spoedig mogelijk de beweegredenen die de betrokken Lid-Staat heeft opgegeven en pleegt overleg met de Lid-Staten in het kader van het Permanent Comité voor levensmiddelen ; zij brengt vervolgens onverwijld advies uit en neemt de passende maatregelen .

3 . Indien de Commissie wijzigingen in de richtlijn noodzakelijk acht om het hoofd te bieden aan de in lid 1 genoemde moeilijkheden en ter bescherming van de gezondheid van de mens , leidt zij de procedure van artikel 12 in ten einde deze wijzigingen vast te stellen ; in dat geval kan de Lid-Staat die vrijwaringsmaatregelen heeft getroffen , deze handhaven totdat genoemde wijzigingen van kracht worden .

Artikel 11

1 . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad vast :

a ) voor zover nodig , de zuiverheidseisen voor de in artikel 5 genoemde stoffen voor toevoeging en behandeling ;

b ) de voor de in de bijlage gedefinieerde produkten geldende criteria van hygiënische , chemische en fysische aard ;

c ) de voor de in de bijlage gedefinieerde produkten geldende criteria van microbiologische aard ;

d ) de kwaliteitscriteria voor geheel gedehydrateerde melk die volgens artikel 1 , lid 2 , sub a ) , voor de produktie van de gedeeltelijk gedehydrateerde melk mag worden gebruikt .

2 . Volgens de procedure van artikel 12 worden vastgesteld :

a ) de analysemethoden voor de controle op de vorenbedoelde zuiverheidseisen ;

b ) de wijze van bemonstering en de analysemethoden voor de controle op de samenstelling en de bereidingswijze van de in de bijlage gedefinieerde produkten .

Artikel 12

1 . In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van de in dit artikel omschreven procedure , wordt deze procedure bij het bij besluit van de Raad van 13 november 1969 ingestelde Permanent Comité voor levensmiddelen , hierna te noemen het " Comité " , ingeleid door de Voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van een Vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

2 . De Vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de Voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het betrokken vraagstuk . Het spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De Voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité ;

b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies , doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen ;

c ) Indien na verloop van een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel bij de Raad , deze geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld .

Artikel 13

Artikel 12 is van toepassing gedurende een periode van achttien maanden , te rekenen vanaf de datum dat de in artikel 12 , lid 1 , bedoelde procedure voor de eerste maal bij het Comité is ingeleid .

Artikel 14

Deze richtlijn laat de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de kwaliteitsaanduidingen voor de in de bijlage bedoelde en op hun grondgebied vervaardigde produkten , onverlet .

Bij het ontbreken van communautaire bepalingen ter zake binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn , zal de Raad opnieuw de bepalingen van dit artikel bestuderen op basis van een verslag van de Commissie , eventueel vergezeld van de passende voorstellen .

Artikel 15

Deze richtlijn is niet van toepassing

- op dieetprodukten en produkten die speciaal zijn bereid voor zuigelingen en jonge kinderen , onverminderd de door de Gemeenschap ter zake vast te stellen bepalingen ,

- op produkten bestemd voor export buiten de Gemeenschap .

Artikel 16

Binnen een jaar na de kennisgeving van deze richtlijn wijzigen de Lid-Staten , zo nodig , hun wettelijke voorschriften , ten einde te voldoen aan deze richtlijn . Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze wijzigingen , alsmede van de in deze richtlijn vastgestelde uitzonderingen waarvan zij gebruik maken . De aldus gewijzigde voorschriften worden uiterlijk twee jaar na de kennisgeving van toepassing op de in de Lid-Staten voor de eerste maal in de handel gebrachte produkten .

Artikel 17

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 18 december 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . TOROS

( 1 ) PB nr . C 65 van 5 . 6 . 1970 , blz . 47 .

( 2 ) PB nr . C 146 van 11 . 12 . 1970 , blz . 26 .

( 3 ) PB nr . L 291 van 29 . 11 . 1969 , blz . 9 .

( 4 ) PB nr . L 243 van 29 . 10 . 1971 , blz . 29 .

( 5 ) PB nr . L 73 van 27 . 3 . 1972 , blz . 14 .

BIJLAGE

BENAMINGEN EN DEFINITIES VAN DE PRODUKTEN

1 . Gedeeltelijk gedehydrateerde melk waarop deze richtlijn van toepassing is

a ) Geëvaporeerde volle melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 7,5 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 25 gewichtsprocenten .

b ) Geëvaporeerde magere melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogte 1 gewichtsprocent en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minst 20 gewichtsprocenten .

c ) Geëvaporeerde gedeeltelijk afgeroomde melk

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van meer dan 1 gewichtsprocent en minder dan 7,5 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van meer dan 20 gewichtsprocenten : in de kleinhandel mag , onder deze benaming , uitsluitend worden verkocht gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van 4 tot en met 4,5 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocenten .

d ) Geëvaporeerde melk met hoog vetgehalte

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 15 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 26,5 gewichtsprocenten .

e ) Gecondenseerde volle melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde saccharose ( halfwitte suiker , witte suiker of geraffineerde witte suiker ) en met een vetgehalte van ten minste 8 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocenten ; in de kleinhandel mag , onder deze benaming , uitsluitend worden verkocht gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde saccharose met een vetgehalte van ten minste 9 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 31 gewichtsprocenten .

f ) Gecondenseerde magere melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde saccharose ( halfwitte suiker , witte suiker of geraffineerde witte suiker ) en met een vetgehalte van ten hoogste 1 gewichtsprocent en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 24 gewichtsprocenten .

g ) Gecondenseerde gedeeltelijk afgeroomde melk met suiker

Gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde saccharose ( halfwitte suiker , witte suiker of geraffineerde witte suiker ) en met een vetgehalte van meer dan 1 gewichtsprocent , doch minder dan 8 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van meer dan 24 gewichtsprocenten ; in de kleinhandel mag , onder deze benaming , uitsluitend worden verkocht gedeeltelijk gedehydrateerde melk met toegevoegde saccharose ( halfwitte suiker , witte suiker of geraffineerde witte suiker ) met een vetgehalte van 4 tot en met 4,5 gewichtsprocenten en een totaalgehalte aan van melk afkomstige droge stof van ten minste 28 gewichtsprocenten .

2 . Geheel gedehydrateerde melk waarop deze richtlijn van toepassing is

a ) Volle-melkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 26 gewichtsprocenten .

b ) Magere-melkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten hoogste 1,5 gewichtsprocenten .

c ) Gedeeltelijk afgercomde-melkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van meer dan 1,5 doch minder dan 26 gewichtsprocenten .

d ) Vette-melkpoeder

Gedehydrateerde melk met een vetgehalte van ten minste 42 gewichtsprocenten .