31975R2972

Verordening (EEG) nr. 2972/75 van de Commissie van 12 november 1975 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 208/70 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen ter zake van de maatregelen tot bevordering van het verwerken van sinaasappelen

Publicatieblad Nr. L 295 van 14/11/1975 blz. 0016 - 0017
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0101


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2972/75 VAN DE COMMISSIE

van 12 november 1975

tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 208/70 van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen ter zake van de maatregelen tot bevordering van het verwerken van sinaasappelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 2601/69 van de Raad van 18 december 1969 betreffende bijzondere maatregelen ten einde het verwerken van bepaalde variëteiten sinaasappelen te stimuleren ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2483/75 ( 2 ) , en met name op artikel 2 , lid 3 , en artikel 3 , lid 2 ,

Overwegende dat , om de verwerking van bepaalde variëteiten sinaasappelen verder aan te moedigen en om de concurrentiepositie van het eindprodukt ten opzichte van de invoer uit derde landen te verstevigen , Verordening ( EEG ) nr . 2601/69 zo is gewijzigd dat het stelsel van de financiële vergoedingen wordt uitgebreid tot alle hoeveelheden sinaasappelen die door de verwerkende industrie worden gebruikt ; dat de in Verordening ( EEG ) nr . 208/70 van de Commissie van 4 februari 1970 houdende uitvoeringsbepalingen ter zake van de maatregelen tot bevordering van het verwerken van sinaasappelen ( 3 ) vastgestelde voorwaarden voor de toekenning van de verwerkingspremie dienovereenkomstig moeten worden aangepast ;

Overwegende dat , overeenkomstig artikel 4 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 van de Raad van 30 juli 1968 houdende vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening ( EEG ) nr . 653/68 betreffende de voorwaarden voor wijziging van de waarde van de voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid gebruikte rekeneenheid ( 4 ) voor de transacties die tot stand zijn gekomen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid door een Lid-Staat of een naar behoren gemachtigd orgaan verschuldigde bedragen welke worden uitgedrukt in de nationale munteenheid en overeenkomen met in rekeneenheden vastgestelde bedragen , worden uitbetaald met inachtneming van de verhouding tussen de rekeneenheid en de nationale munteenheid die gold op het tijdstip van totstandkoming van de transactie of een gedeelte van de transactie ;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 de datum waarop , in de zin van de communautaire regeling of bij gebreke en in afwachting daarvan van de regeling van de betrokken Lid-Staat , het feit plaatsvindt waardoor het bedrag dat betrekking heeft op deze transactie verschuldigd wordt als tijdstip van totstandkoming van de transacties wordt beschouwd ;

Overwegende dat het recht op de financiële vergoeding voor de verwerking van sinaasappelen ontstaat bij die verwerking ; dat het echter moeilijk is de dag van de verwerking van een bepaalde partij exact vast te stellen ;

Overwegende dat de meeste sinaasappelen steeds uiterlijk eind april worden verwerkt ; dat derhalve , met het oog op een uniforme toepassing van het stelsel van de financiële vergoeding voor deze produkten bij de berekening van de vergoeding in de nationale munteenheid steeds moet worden uitgegaan van de op 1 mei geldende omrekeningskoers ;

Overwegende dat , om fraude te voorkomen de bepalingen moeten worden vastgesteld op grond waarvan een lagere financiële vergoeding wordt toegekend , indien de onderneming niet alle gekochte sinaasappelen heeft verwerkt ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 208/70 vervalt .

Artikel 2

Aan Verordening ( EEG ) nr . 208/70 wordt een artikel 7 bis toegevoegd dat als volgt luidt :

" Artikel 7 bis

In de zin van artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 wordt het feit waardoor het recht op de financiële vergoeding ontstaat geacht te hebben plaatsgevonden op 1 mei van het betrokken jaar . "

Artikel 3

Artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 208/70 komt als volgt te luiden :

" Voor elke onderneming wordt onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6 , lid 2 , de financiële vergoeding toegekend voor de totale in het kader van de verwerkingscontracten gekochte hoeveelheid op voorwaarde dat de onderneming deze ook werkelijk heeft verwerkt .

Behalve in geval van overmacht wordt , wanneer deze voorwaarde niet is vervuld , de vergoeding slechts toegekend naar rata van de ten opzichte van de totale gekochte hoeveelheid inderdaad verwerkte hoeveelheid waarbij voor de berekening van de vergoeding dezelfde specificatie van de klassen wordt aangehouden als die welke is opgesteld voor de sinaasappelen die uit hoofde van de verwerkingscontracten zijn gekocht . "

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 12 november 1975 .

Voor de Commissie

P . J . LARDINOIS

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 324 van 27 . 12 . 1969 , blz . 21 .

( 2 ) PB nr . L 254 van 1 . 10 . 1975 , blz . 5 .

( 3 ) PB nr . L 28 van 5 . 2 . 1970 , blz . 12 .

( 4 ) PB nr . L 188 van 1 . 8 . 1968 , blz . 1 .