74/428/EEG, Euratom: Herzien Reglement van orde (in werking getreden op 13 juni 1974)
Publicatieblad Nr. L 228 van 19/08/1974 blz. 0001 - 0012
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0214
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0224
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0224
++++ HERZIEN REGLEMENT VAN ORDE aangenomen door het Economisch en Sociaal Comité tijdens zijn 107e Zitting , gehouden op 29 en 30 november 1972 , goedgekeurd door de Raad der Europese Gemeenschappen tijdens zijn Zittingen van 15 januari 1973 , 4 maart 1974 en 13 juni 1974 Deze tekst is in zijn geheel in werking getreden op 13 juni 1974 ( 74/428/EEG , Euratom ) TITEL I ORGANISATIE VAN HET COMITE HOOFDSTUK I INSTALLATIE VAN HET COMITE Artikel 1 Het Comité oefent zijn werkzaamheden in vierjarige periodes uit . Het Comité wordt na elke vierjaarlijkse vernieuwing door het oudste lid bijeengeroepen binnen ten hoogste één maand nadat de leden van het Comité in kennis zijn gesteld van hun benoeming door de Raad . De eerste vergadering staat onder voorzitterschap van het oudste der aanwezige leden , bijgestaan door de vier jongste aanwezige leden en de secretaris-generaal van het Comité , die te zamen het op grond van de leeftijd samengestelde Bureau vormen . Artikel 2 Tijdens deze vergadering stelt de voorzitter-oudste lid het Comité in kennis van de mededeling welke hem door de Raad inzake de benoeming van de leden van het Comité is gedaan , en verklaart deze het Comité voor geïnstalleerd voor een nieuwe periode van vier jaar . HOOFDSTUK II BUREAU Artikel 3 Verkiezing voor de eerste helft van de vierjarige periode Tijdens de op grond van artikel 1 gehouden eerste vergadering kiest het Comité , onder leiding van het op grondslag van de leeftijd samengestelde Bureau , zijn Bureau voor de periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de in artikel 2 vermelde installatie van het Comité . Het op grondslag van de leeftijd samengestelde Bureau blijft in functie totdat de uitslag van de verkiezing van het Bureau van het Comité is bekendgemaakt . Onder voorzitterschap van het op grondslag van de leeftijd samengestelde Bureau zijn uitsluitend discussies toegestaan over onderwerpen die met de verkiezing van het Bureau van het Comité verband houden . Artikel 4 Verkiezing voor de tweede helft van de vierjarige periode De vergadering tijdens welke de verkiezing van het Bureau voor de laatste twee jaar van de lopende vierjarige periode plaatsvindt , wordt door de aftredende voorzitter belegd . Zij wordt onder voorzitterschap van de aftredende voorzitter of van diens plaatsvervanger gehouden aan het begin van de zitting van de maand waarin de mandaatsperiode voor het voor de eerste helft van de vierjarige periode gekozen Bureau afloopt . Artikel 5 Samenstelling Het Bureau van het Comité bestaat uit 21 leden , onder wie een voorzitter en twee vice-voorzitters . De samenstelling van het Bureau vormt een afspiegeling van de vertegenwoordiging van de Lid-Staten en de groepen van het economische en sociale leven in het Comité . Tenzij het Comité vooraf met drie vierde meerderheid anders beslist , wordt de voorzitter beurtelings gekozen uit de leden die de werkgevers , de werknemers en de overige groepen van het economische en sociale leven vertegenwoordigen . De vice-voorzitters worden gekozen uit de leden die de groepen van het economische en sociale leven vertegenwoordigen waartoe de voorzitter niet behoort . Het ambt van voorzitter , vice-voorzitter en lid van het Bureau is onverenigbaar met dat van voorzitter van een afdeling . Tenzij een beslissing overeenkomstig de derde alinea van dit artikel wordt genomen , kunnen de voorzitter en de vice-voorzitters na afloop van hun eerste tweejarige mandaatsperiode niet voor de volgende twee jaar in hun respectieve functies worden herkozen . Artikel 6 Verkiezingsprocedure Ter voorbereiding van de lijsten van kandidaten voor de verkiezing van het Bureau kan het Comité uit zijn midden een voorbereidingscommissie aanwijzen wier samenstelling een afspiegeling vormt van de vertegenwoordiging van de Lid-Staten en de groepen van het economische en sociale leven in het Comité . Deze Commissie dient het dossier van de kandidaatstellingen aan een vooronderzoek te onderwerpen en kan , met inachtneming van het in artikel 5 bepaalde , bij het Comité voordrachten indienen . Zij dient de voltallige vergadering in elk geval alle door haar ontvangen kandidaatstellingen voor te leggen , indien de betrokkenen deze handhaven . Het Comité spreekt zich overeenkomstig de bepalingen van dit artikel over alle kandidaatstellingen uit . Het Comité kiest , eventueel in achtereenvolgende stemmingen , de voorzitter , waarbij de kandidaat bij de eerste stemming ten minste drie vierde of bij latere stemmingen de absolute meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen moet verwerven . Het Comité kiest , eventueel in achtereenvolgende stemmingen , de twee vice-voorzitters , waarbij de kandidaten bij de eerste stemming ten minste de helft of bij latere stemmingen ten minste een derde van de uitgebrachte geldige stemmen moeten verwerven . Bij staking van stemmen wordt de oudste kandidaat geacht te zijn gekozen . Het Comité kiest , eventueel in achtereenvolgende stemmingen , de overige leden van het Bureau . Gekozen zijn de leden van het Comité die het grootste aantal , doch ten minste één vierde der uitgebrachte geldige stemmen hebben behaald . Bij staking van stemmen wordt de oudste kandidaat geacht te zijn gekozen . De lijst van de namen van de voorzitter , de beide vicevoorzitters en de overige gekozen leden wordt vervolgens in haar geheel in stemming gebracht , waarbij zij ten minste twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen moet verwerven . Komt het aantal kandidaatstellingen overeen met het aantal te bezetten zetels , dan gaat het Comité rechtstreeks over tot een stemming over de lijst in haar geheel op de in de voorgaande alinea genoemde voorwaarden . De ter toepassing van dit artikel gehouden stemmingen zijn geheim ; volmachten zijn niet toegestaan . Ingediende stembiljetten die meer namen vermelden dan het aantal bij de stemming te bezetten zetels , zijn ongeldig . Artikel 7 Vervanging Bij aftreden , overlijden of onvermogen tot het uitoefenen van zijn functie wordt een lid van het Bureau voor de rest van zijn mandaatsperiode vervangen volgens de bepalingen van de artikelen 5 en 6 van dit Reglement . Artikel 8 Functies en convocatie Het Bureau stelt door middel van instructies de wijze vast waarop de bepalingen van dit Reglement worden toegepast . Het regelt op dezelfde wijze de interne organisatie en werkwijze van het Comité . Het draagt zorg voor de voorbereiding , de organisatie en de coordinatie van de werkzaamheden van de voltallige vergadering en de organen van het Comité . Het volgt in het bijzonder de werkzaamheden van de afdelingen en sub-comités , ziet erop toe dat de gestelde termijnen in acht worden genomen en neemt kennis van de resultaten van deze werkzaamheden voordat zij aan het Comité worden voorgelegd . Indien nodig , maar ten minste twee keer per jaar , komt het Bureau met de voorzitters van de groepen en van de afdelingen bijeen . De voorzitters van de afdelingen worden op hun verzoek door het Bureau gehoord , indien zij bij een bepaald punt van zijn agenda belang hebben . Het Bureau gaat regelmatig na in welke mate met de door het Comité uitgebrachte adviezen rekening is gehouden , en licht het Comité door middel van een verslag aan de voltallige vergadering ten minste één keer per jaar hierover in . Het Bureau wordt door de voorzitter hetzij ambtshalve , hetzij op verzoek van acht van zijn leden bijeengeroepen . HOOFDSTUK III VOORZITTER Artikel 9 De voorzitter van het Comité , bijgestaan door de overige leden van het Bureau , heeft de bevoegdheid , het Comité leiding te geven bij zijn werkzaamheden , volgens de bepalingen van dit Reglement en overeenkomstig de Verdragen . De voorzitter is bevoegd tot het onderhouden van de betrekkingen met de Raad en de Commissie . De voorzitter brengt het Comité verslag uit over de in de periode tussen twee zittingen uit naam van het Comité ondernomen stappen en verrichte handelingen . De vice-voorzitters , die de voorzitter bij diens afwezigheid vervangen , worden door deze laatste regelmatig van de lopende zaken op de hoogte gesteld . De volgorde van vervanging wordt door het Bureau vastgesteld . Bij afwezigheid van de voorzitter en de vice-voorzitters wordt het voorzitterschap door het oudste lid van het Bureau waargenomen . HOOFDSTUK IV AFDELINGEN Artikel 10 Het Comité omvat afdelingen voor de voornaamste gebieden die in het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden behandeld . Het Comité kan zo nodig , op voorstel van het Bureau of van ten minste 30 leden , afdelingen in het leven roepen . Bij elke vierjaarlijkse vernieuwing gaat het Comité tijdens zijn eerste Zitting over tot het instellen van de afdelingen . Artikel 11 Samenstelling Het aantal leden en de algemene samenstelling van de afdelingen worden op voorstel van het Bureau door het Comité vastgesteld op basis van een billijke vertegenwoordiging van de Lid-Staten en de groepen van het economische en sociale leven in het Comité . Elke afdeling telt ten minste 30 en ten hoogste 60 leden . Artikel 12 Benoeming der leden Met uitzondering van de voorzitter dient elk lid van het Comité in een afdeling zitting te hebben . In beginsel mag geen enkel lid van meer dan drie afdelingen deel uitmaken ; het Bureau van het Comité kan echter om gegronde redenen afwijkingen van deze regel toestaan . De leden van iedere afdeling worden op grond van hun bekwaamheid voor een tijdvak van twee jaar door het Comité benoemd ; hun mandaat kan worden verlengd . De door minstens vijf leden ingediende voordrachten worden aan het Bureau medegedeeld ; vervolgens worden deze aan het Comité voorgelegd . Vervanging van een lid van een afdeling geschiedt op dezelfde wijze als diens benoeming . Artikel 13 Bureau Het Bureau van een afdeling bestaat , naar gelang van het ledental der afdeling , uit zes of negen leden , onder wie een voorzitter en twee vice-voorzitters . De voorzitter , de vice-voorzitters en de overige leden van het Bureau worden voor twee jaar door de leden van de afdeling gekozen . Tenzij met eenparigheid van stemmen door de leden anders wordt bepaald , vindt de verkiezing plaats bij geheime stemming en zijn gekozen de kandidaten die bij een eerste stemming de absolute meerderheid en bij een tweede stemming de gewone meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen hebben behaald . De benoeming van de voorzitters der afdelingen en van de overige leden van het Bureau wordt door het Comité bekrachtigd . De voorzitter en de overige leden van het Bureau zijn herkiesbaar . Artikel 14 Taak - Rapporteurs - Studiegroepen De afdelingen hebben tot taak een advies en het hierbij behorende rapport , dan wel een studie of een informatief rapport op te stellen over de onderwerpen die haar overeenkomstig de artikelen 22 , 23 of 24 van dit Reglement worden toegewezen . Voor de bestudering van de onderwerpen waarmee zij worden belast en de voorbereiding van de desbetreffende documenten wijzen de afdelingen een rapporteur aan , die eventueel door co-rapporteurs wordt bijgestaan . Indien nodig kunnen zij bovendien uit hun midden studiegroepen in het leven roepen , waarvan zij de voorzitter en de leden aanwijzen . Artikel 15 Deskundigen Voor zover dit voor de werkzaamheden noodzakelijk blijkt , kan de afdeling op eigen initiatief of op voorstel van haar Bureau , met instemming van de voorzitter van het Comité , de rapporteur en de co-rapporteurs machtigen , zich elk te doen bijstaan door één persoon die op grond van zijn ervaring of kennis bijzondere bekwaamheid bezit om in de hoedanigheid van deskundige gegevens over de te bestuderen vraagstukken te verstrekken . Indien nodig kunnen op voorstel van het Bureau van de afdeling ten hoogste nog drie deskundigen worden benoemd . De taak van de deskundigen is volbracht op het moment dat de werkzaamheden van de afdeling voltooid zijn ; de opdracht van de deskundige van de rapporteur loopt ten einde na de behandeling van het document in de voltallige vergadering . Aan de overeenkomstig de bepalingen van dit artikel benoemde deskundigen worden de reis - en verblijfkosten terugbetaald . Artikel 16 Assistenten De leden der afdelingen en studiegroepen kunnen door een assistent worden vergezeld , die zonder stemrecht aan de werkzaamheden deelneemt . Voor het begin van de behandeling van het onderwerp waarvoor de aanwezigheid van de assistent wordt verlangd , dienen zijn naam en hoedanigheden ter goedkeuring van zijn toelating aan de voorzitter van de afdeling of de studiegroep te worden medegedeeld . HOOFDSTUK V SUB-COMITES Artikel 17 Instelling - Taak - Samenstelling Het Comité kan op initiatief van zijn Bureau uit zijn midden sub-comités in het leven roepen om over onderwerpen van algemene aard of bepaalde vraagstukken die onder de bevoegdheid van meer dan een afdeling vallen , een ontwerp-advies alsmede een rapport op te stellen dat ter beraadslaging aan het Comité wordt voorgelegd . Gedurende de perioden tussen twee zittingen kan het Bureau , onder voorbehoud van latere bekrachtiging door het Comité , sub-comités in het leven roepen . Een sub-comité kan slechts voor één enkel verzoek om advies worden opgericht . Het sub-comité houdt op te bestaan , zodra het door hen voorbereide advies door het Comité is goedgekeurd . De samenstelling van de sub-comités vormt een afspiegeling van de vertegenwoordiging van de Lid-Staten en de groepen van het economische en sociale leven in het Comité . Indien een vraagstuk onder de bevoegdheid van meer dan één afdeling valt , wordt een sub-comité uit de leden van de betrokken afdeling samengesteld . De regels betreffende de afdelingen zijn tevens op de sub-comités van toepassing . HOOFDSTUK VI ALGEMEEN RAPPORTEUR Artikel 18 Het Comité kan een algemeen rapporteur aanwijzen voor ieder vraagstuk dat hem ter bestudering wordt voorgelegd . HOOFDSTUK VII GROEPEN Artikel 19 De leden van het Comité kunnen desgewenst groepen vormen die de werkgevers , de werknemers en de overige categorieën van het economische en sociale leven vertegenwoordigen . De rol en de werkwijze van deze groepen worden door middel van bepalingen ter uitvoering van dit Reglement door het Bureau van het Comité vastgesteld . TITEL II WERKWIJZE VAN HET COMITE HOOFDSTUK I RAADPLEGING VAN HET COMITE Artikel 20 Convocatie Het Comité wordt door zijn voorzitter bijeengeropen voor het opstellen van de adviezen die door de Raad of de Commissie zijn aangevraagd . Het wordt door zijn voorzitter in overleg met het Bureau bijeengeroepen ter voorbereiding van de bestudering van vraagstukken waarover het op grond van de Verdragen moet of kan worden geraadpleegd . Het wordt door zijn voorzitter in overleg met het Bureau bijeengeroepen ten einde de bestudering van vraagstukken waarover het reeds advies heeft uitgebracht , voort te zetten . Het Comité kan op voorstel van zijn Bureau en met instemming van de meerderheid van zijn leden door zijn voorzitter worden bijeengeroepen om op eigen initiatief advies uit te brengen inzake alle facetten van de taken waarmee de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn belast . Artikel 21 Adviesaanvragen De adviesaanvragen van de Raad of de Commissie worden aan de voorzitter van het Comité gericht . Deze organiseert in overleg met het Bureau de werkzaamheden van het Comité , daarbij rekening houdend met de door de Raad of Commissie vastgestelde termijn . HOOFDSTUK II ORGANISATIE VAN DE WERKZAAMHEDEN A . WERKZAAMHEDEN VAN DE AFDELINGEN Artikel 22 Aanwijzingsprocedure Voor het opstellen van een advies , een studie of een informatief rapport wijst de voorzitter met instemming van het Bureau de afdeling aan welke bevoegd is om de desbetreffende werkzaamheden voor te bereiden . Indien het onderwerp ondubbelzinnig onder de bevoegdheid van een bepaalde afdeling valt , geschiedt dit aanwijzen door de voorzitter , die het Bureau daarvan op de hoogte stelt . De voorzitter stelt de voorzitter van de aangewezen afdeling in kennis van het onderwerp der beraadslagingen en van de termijn waarbinnen de documenten van de afdeling moeten worden ingediend . Hij deelt de leden van het Comité mede , welke afdeling is aangewezen en op welke datum de voltallige vergadering zich over het onderwerp zal beraden . Artikel 23 Aanwijzing in tweede instantie In uitzonderingsgevallen of op verzoek van de in eerste instantie geraadpleegde afdeling kan de voorzitter met instemming van het Bureau één of meer andere afdelingen verzoeken , een aanvullend advies uit te brengen over één of meer facetten van het onderwerp van de adviesaanvrage . De in eerste instantie aangewezen afdeling blijft als enige bevoegd om voor het Comité verslag uit te brengen . Zij dient echter bij haar advies het advies van de in tweede instantie aangewezen afdeling(en ) te voegen . Indien een besluit overeenkomstig de eerste alinea van dit artikel ontbreekt , is geen afdeling gemachtigd bij een andere afdeling advies in te winnen over vraagstukken die haar zijn voorgelegd . Artikel 24 Informatieprocedure Wanneer door de Raad of de Commissie een vraagstuk van bijzonder belang ter informatie aan het Comité wordt voorgelegd , kan de voorzitter met instemming van het Bureau een afdeling ermede belasten , een informatief rapport ter attentie van de leden van het Comité op te stellen . Artikel 25 Gemeenschappelijke vergaderingen De afdelingen beraadslagen niet gemeenschappelijk . De voorzitter kan met instemming van het Bureau echter afdelingen toestaan , gemeenschappelijk te vergaderen indien hij zulks noodzakelijk acht voor het opstellen van het gevraagde advies of indien de in eerste instantie aangewezen afdeling om dezelfde reden een verzoek daartoe doet . Artikel 26 Convocatie De overeenkomstig de bepalingen van dit Reglement aangewezen afdelingen worden door hun voorzitter bijeengeroepen . Artikel 27 Voorbereiding van de vergaderingen De vergaderingen van de afdelingen worden voorbereid door de voorzitters van de afdelingen , in overleg met hun Bureau . De ontwerp-agenda en de overige vergaderstukken worden tijdig toegezonden aan de leden van de afdelingen en ter informatie aan alle leden van het Comité die zulks wensen . De vergaderingen staan onder voorzitterschap van de voorzitter der afdeling of , bij diens afwezigheid , van een van de vice-voorzitters , of van een lid van het Bureau dat daartoe is aangewezen door de voorzitter der afdeling of , indien dit niet is geschied , door de overige leden van het Bureau . Artikel 28 Quorum De afdelingen zijn bevoegd besluiten te nemen , indien meer dan de helft van de gewone leden aanwezig of vertegenwoordigd is . Indien het quorum niet aanwezig is , kan de voorzitter de vergadering sluiten en op een tijdstip te zijner beoordeling een nieuwe vergadering beleggen , die bevoegd is ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden . Artikel 29 Opstelling van het advies Uitgaande van het door de rapporteur of de studiegroep voorbereide werkdossier en eventueel van de documenten die door de in tweede instantie aangewezen afdeling(en ) zijn voorbereid stelt de afdeling haar advies en rapport op . Indien de aard van het onderwerp zulks toelaat , kan de afdeling bij wijze van uitzondering besluiten , geen rapport op te stellen ; de aanwezige leden dienen hiermede eenparig in te stemmen . Indien de afdeling het noodzakelijk acht , bij de Raad of de Commissie nadere inlichtingen in te winnen , brengt de voorzitter van de afdeling deze wens aan de voorzitter van het Comité over , die hiervan mededeling doet aan de voorzitter van de betrokken instelling . Artikel 30 Advies en rapport Het advies van de afdeling bevat slechts de teksten die zij overeenkomstig de in artikel 45 van dit Reglement vastgelegde procedure heeft goedgekeurd . De door de afdeling verworpen wijzigingsvoorstellen met de toelichtingen hierop kunnen op verzoek van de opstellers ervan met vermelding van de stemuitslagen als bijlage worden toegevoegd . Het advies gaat vergezeld van het rapport van de afdeling , van de eventuele adviezen van de in tweede instantie aangewezen afdeling(en ) , alsmede van andere documenten of nota's die de afdeling nuttig acht . Dit rapport wordt overeenkomstig de door de afdeling genomen besluiten door de rapporteur opgesteld ; hierin worden de verschillende tijdens de beraadslagingen naar voren gebrachte standpunten opgetekend . De overeenstemming met genoemde besluiten wordt door mede-ondertekening door de voorzitter bevestigd . Bij weigering van de voorzitter het document te ondertekenen beslist het Bureau der afdeling . Artikel 31 Overlegging van de rapporten en adviezen Het rapport en advies van de afdeling worden met alle overeenkomstig artikel 30 toegevoegde documenten door de voorzitter van de afdeling aan de voorzitter van het Comité overgelegd en binnen zo kort mogelijke termijn door het Bureau van het Comité , aan het Comité voorgelegd . De toezending van deze documenten aan de leden van het Comité moet , behalve in urgentiegevallen , uiterlijk tien dagen voor de zitting geschieden . Artikel 32 Notulen Van de beraadslagingen van iedere vergadering van een afdeling worden bondige notulen opgemaakt . Deze worden ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd . Artikel 33 Terugverwijzing van het advies naar de afdeling De voorzitter van het Comité kan met instemming van het Bureau of de voltallige vergadering een afdeling verzoeken , een vraagstuk opnieuw in behandeling te nemen , indien het hem voorkomt dat de voorschriften van dit Reglement inzake de procedure voor het opstellen van de adviezen niet in acht zijn genomen , of indien hij nadere bestudering nodig oordeelt . B . VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Artikel 34 In het kader van de richtlijnen van de afdeling worden door de rapporteur of door de rapporteur en de studiegroep een werkdossier samengesteld , het desbetreffende onderwerp bestudeerd en de gegevens die de basis vormen van het advies en het rapport verzameld en geordend . Het werkdossier bevat eventueel tevens een lijst van de gewone leden , deskundigen en assistenten die aan de werkzaamheden van de studiegroep hebben deelgenomen . Dit dossier wordt aan de voorzitter van de afdeling voorgelegd . De vergaderingen van de studiegroep staan onder voorzitterschap van de voorzitter , die overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 door de afdeling is aangewezen . Indien de voorzitter afwezig is , wordt hij vervangen door een lid van de studiegroep dat door de voorzitter zelf of door de overige leden van de studiegroep wordt aangewezen . De studiegroepen zijn bevoegd besluiten te nemen , indien ten minste een derde van de gewone leden aanwezig is of door andere leden van het Comité is vertegenwoordigd . Indien het quorum niet aanwezig is , kan de voorzitter de vergadering sluiten en op een tijdstip te zijner beoordeling een nieuwe vergadering beleggen , die bevoegd is ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden . De studiegroepen stemmen niet . Van de beraadslagingen van iedere vergadering van een studiegroep worden beknopte notulen opgemaakt . Deze worden ter goedkeuring aan de studiegroep voorgelegd . C . WERKZAAMHEDEN DER VOLTALLIGE VERGADERING Artikel 35 Zittingen Het Comité komt tijdens de zittingen in voltallige vergadering bijeen . Deze zittingen , die overeenkomstig de bepalingen van artikel 20 van dit Reglement worden belegd , worden in beginsel gedurende de laatste zeven dagen van de maand gehouden . Artikel 36 Voorbereiding De zittingen worden voorbereid door de voorzitter in overleg met het Bureau . Het Bureau houdt voor elke zitting en eventueel tijdens de zitting een vergadering ten einde de werkzaamheden te organiseren . Artikel 37 Agenda Onverminderd de bepalingen van artikel 46 van dit Reglement betreffende de urgentieprocedure , wordt de door het Bureau vastgestelde ontwerp-agende uiterlijk vijftien dagen voor de opening van de zitting door de voorzitter aan de leden van het Comité , alsmede aan de Raad en de Commissie toegezonden . Zij kan door het Comité worden gewijzigd op verzoek van de Raad of de Commissie , of op voorstel van het Bureau . De ontwerp-agenda gaat vergezeld van de documenten die op de adviesaanvrage betrekking hebben , voor zover zij niet overeenkomstig artikel 31 aan de leden van het Comité zijn toegezonden . Artikel 38 Quorum Het Comité is bevoegd besluiten te nemen indien meer dan de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is . Is het quorum niet aanwezig , dan kan de voorzitter de vergadering sluiten en op een tijdstip te zijner beoordeling , doch tijdens dezelfde zitting , een nieuwe vergadering beleggen , die bevoegd is ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden . Artikel 39 Verloop van de werkzaamheden De voorzitter opent de vergadering , leidt de beraadslagingen en ziet toe op de naleving van het Reglement . Hij wordt daarbij door de vice-voorzitters bijgestaan . Het Comité beraadslaagt op basis van de werkzaamheden van de afdeling die bevoegd is aan de voltallige vergadering verslag uit te brengen . De voorzitter van de afdeling geeft een kort overzicht van de door de afdeling gevolgde procedure . De rapporteur leidt het door haar goedgekeurde advies in . Vervolgens wordt overgegaan tot een algemene discussie over het onderwerp van het advies ; hierbij wordt het woord gegeven aan de leden van het Comité die zich bij de voorzitter hebben aangemeld . Na sluiting van de algemene discussie stelt het Comité zijn advies vast op basis van het advies der afdeling en de eventueel overeenkomstig de bepalingen van artikel 40 van dit Reglement hierop ingediende wijzigingsvoorstellen . Wanneer in een afdeling bij de goedkeuring van een tekst geen stemmen tegen zijn uitgebracht , kan het Bureau , op basis van de door de voorzitter van de betrokken afdeling overeenkomstig artikel 31 van dit Reglement gegeven inlichtingen , de voltallige vergadering voorstellen , een procedure van stemming zonder discussie toe te passen . Indien hiertegen geen bezwaar wordt gemaakt , wordt deze procedure door de voltallige vergadering toegepast . De adviezen of studies waarvoor deze procedure wordt voorgesteld , worden in beginsel als laatste behandeld . In het kader van deze procedure wordt over de betreffende tekst bij hand opsteken gestemd , tenzij hiertegen bezwaar bestaat . Artikel 40 Wijzigingsvoorstellen De wijzigingsvoorstellen dienen , voorzien van de handtekening van de opstellers voor de opening van de zitting schriftelijk bij de voorzitter te worden ingediend . Het Comité kan echter voor het begin van een vergadering ingediende wijzigingsvoorstellen toelaten indien zij de handtekening van ten minste vijf leden dragen . Behalve in de gevallen waarin het advies of de studie van de afdeling volgens de urgentieprocedure is voorgelegd , mogen de wijzigingsvoorstellen slechts tijdens de vergadering worden ingediend indien zij betrekking hebben op een wijziging van de tekst waartoe tijdens de vergadering besloten is en indien zij de handtekening van ten minste vijf leden dragen . De wijzigingsvoorstellen dienen te vermelden op welk gedeelte van de tekst zij betrekking hebben , en te zijn voorzien van een korte toelichting . De voorzitter van het Comité kan in overleg met de voorzitter en de rapporteur van de bevoegde afdeling het Comité bij de behandeling van de ingediende wijzigingsvoorstellen de voor de samenhang van de definitieve tekst noodzakelijke aanpassingen voorstellen . Artikel 41 Sluiting van de beraadslagingen Op eigen initiatief of op verzoek van een lid kan de voorzitter het Comité uitnodigen , zich uit te spreken over beperking van de spreektijd , over schorsing van de vergadering of over sluiting van de beraadslagingen . Na sluiting van de beraadslagingen kan het woord nog slechts worden verleend voor eventuele stemverklaringen ; deze worden na de stemming en binnen de tijd die de voorzitter hiertoe ter beschikking stelt , afgelegd . Artikel 42 Notulen Van iedere zitting van het Comité worden notulen opgemaakt . Deze worden ter goedkeuring aan het Comité voorgelegd . De notulen worden in hun definitieve vorm door de voorzitter en de secretaris-generaal van het Comité ondertekend . Deze notulen bevatten als bijlage : 1 . de verslagen van de beraadslagingen van het Comité over de adviezen of de studies , waarin o.a . alle in stemming gebrachte wijzigingsvoorstellen zijn opgenomen en de uitslag van de stemmingen is vermeld ; wanneer een hoofdelijke stemming heeft plaatsgehad , worden de namen van de stemmers vermeld ; 2 . de adviezen van de bevoegde afdelingen ; 3 . alle andere documenten die het Comité van wezenlijk belang acht voor een goed begrip van de beraadslagingen . Artikel 43 Adviezen De adviezen van het Comité bestaan uit twee gedeelten : - de inleiding , waarin de juridische grondslagen , de bij het opstellen gevolgde procedure en de motivering worden vermeld ; - het tweede gedeelte , dat het standpunt van het Comité inzake het behandelde onderwerp als geheel en bijzondere opmerkingen betreffende verschillende facetten van dit onderwerp bevat . De door de voltallige vergadering verworpen wijzigingsvoorstellen en de toelichtingen hierop of , indien het wijzigingsvoorstel wordt goedgekeurd , de tekst van het oorspronkelijke voorstel worden onder vermelding van de stemuitslagen als bijlage aan het advies toegevoegd . Artikel 44 Toezending van de adviezen en notulen De door het Comité goedgekeurde adviezen , alsmede de rapporten en adviezen van de afdelingen en de notulen van de zitting , worden aan de Raad en de Commissie toegezonden . Voorts worden na iedere zitting de adviezen van het Comité alsmede de notulen zo spoedig mogelijk aan de leden van het Comité toegezonden . Behalve in geval van toepassing van de urgentieprocedure worden de notulen uiterlijk tien dagen voor de eerstvolgende zitting aan de leden van het Comité toegezonden . TITEL III ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I WIJZE VAN STEMMEN Artikel 45 De drie stemmogelijkheden luiden : " voor " , " tegen " of " stemonthouding " . Tenzij in dit Reglement anders is bepaald , worden de teksten of besluiten van het Comité en zijn organen goedgekeurd bij meerderheid van de " voor " en " tegen " uitgebrachte stemmen . De stemming geschiedt hetzij hoofdelijk , hetzij bij hand opsteken , hetzij geheim . Hoofdelijke stemming heeft plaats indien een vierde der aanwezige of vertegenwoordigde leden hierom verzoekt . Zij geschiedt voorts voor elk advies in zijn geheel , tenzij door de aanwezige of vertegenwoordigde leden met eenparigheid van stemmen anders wordt besloten . De voorzitter kan eveneens tot hoofdelijke stemming doen overgaan over een kwestie waarover reeds bij hand opsteken is gestemd , indien de uitslag van de stemming hem twijfelachtig voorkomt of indien het zijns inziens gewenst is dat de namen van de stemmers in de notulen worden vermeld . Onverminderd de bepalingen van de artikelen 6 en 13 vindt geheime stemming plaats indien de meerderheid der aanwezige of vertegenwoordigde leden hierom verzoekt . HOOFDSTUK II URGENTIEPROCEDURE Artikel 46 Urgentieprocedure in het Comité Tot toepassing van de urgentieprocedure kan slechts worden besloten indien zulks voortvloeit uit de termijnen die krachtens artikel 198 , lid 2 , van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of artikel 170 , lid 2 , van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn gesteld . In geval van urgentie in het Comité kan de voorzitter , zonder voorafgaande raadpleging van het Bureau , onmiddellijk alle nodige maatregelen nemen om het goede verloop van de werkzaamheden van het Comité te verzekeren . Hij stelt de leden van het Bureau hiervan echter op de hoogte . De bij de normale procedure geldende termijnen behoeven niet in acht te worden genomen . De door de voorzitter genomen maatregelen worden tijdens de eerstvolgende zitting ter bekrachtiging aan het Comité voorgelegd . Artikel 47 Urgentieprocedure in de afdelingen Indien het spoedeisend karakter voortvloeit uit de termijnen die aan een afdeling zijn gesteld , kan de voorzitter van deze afdeling , met instemming van de voorzitter van het Comité en in overleg met het Bureau van de afdeling , bij het organiseren van de werkzaamheden van de afdeling afwijken van de bepalingen van dit Reglement betreffende de organisatie van de werkzaamheden der afdelingen . De door de voorzitter van de afdeling genomen maatregelen worden tijdens de eerstvolgende vergadering aan deze afdeling ter bekrachtiging voorgelegd . HOOFDSTUK III AFWEZIGHEID EN VERTEGENWOORDIGING Artikel 48 Afwezigheid Een lid van het Comité dat verhinderd is een zitting van het Comité of een vergadering van een afdeling of studiegroep bij te wonen stelt de betrokken voorzitter hiervan tevoren in kennis . Indien een lid van het Comité , zonder zich te laten vertegenwoordigen en zonder als geldig erkende reden , bij meer dan drie achtereenvolgende zittingen afwezig is , kan de voorzitter na raadpleging van het Bureau en na de betrokkene te hebben verzocht de redenen voor zijn afwezigheid op te geven , de Raad verzoeken dit lid van zijn mandaat te ontheffen . Indien een lid van een afdeling , zonder zich te laten vertegenwoordigen en zonder als geldig erkende reden , bij meer dan drie achtereenvolgende vergaderingen afwezig is , kan de voorzitter van de afdeling , na de betrokkene te hebben verzocht de redenen voor zijn afwezigheid op te geven , dit lid verzoeken zich in de afdeling te doen vervangen . Artikel 49 Overdracht van stemrecht Een lid van het Comité dat verhinderd is een zitting van het Comité of een vergadering van een afdeling bij te wonen kan , na de betrokken Voorzitter hiervan te hebben verwittigd , zijn stemrecht schriftelijk aan een ander lid van het Comité respectievelijk de desbetreffende afdeling overdragen . Een lid kan in een voltallige vergadering en in een vergadering van een afdeling over niet meer dan één aldus verleende volmacht beschikken . Artikel 50 Vervanging Een lid van een afdeling of een studiegroep dat verhinderd is een vergadering bij te wonen kan zich , na de betrokken voorzitter hiervan te hebben verwittigd , door een ander lid van het Comité doen vervangen . Deze vervanging geldt slechts voor de vergadering waarvoor het mandaat is overgedragen . Voorts kan een lid bij de samenstelling van een studiegroep verzoeken , in zijn plaats een ander lid van het Comité te benoemen . Deze vervanging , die voor een bepaald onderwerp en voor de gehele duur van de werkzaamheden ter zake geldt , kan niet worden herroepen . HOOFDSTUK IV OPENBAARHEID Artikel 51 Publikatie Het Comité maakt zijn adviezen in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend volgens de door de Raad en de Commissie na raadpleging van het Bureau van het Comité getroffen regeling . De samenstelling van het Comité , van zijn Bureau alsmede van de afdelingen , evenals alle hierin aangebrachte wijzigingen worden in het Publikatieblad van de Gemeenschappen bekendgemaakt . Artikel 52 Openbaarheid van de vergaderingen De vergaderingen van het Comité en zijn organen zijn in principe niet openbaar . Bij besluit van het Comité , genomen op voorstel van het Bureau of op verzoek van één vierde der aanwezige leden , kunnen bepaalde beraadslagingen met instemming van de betrokken instelling openbaar worden verklaard . Op verzoek van deze instelling of van het Bureau kunnen de beraadslagingen over bepaalde vraagstukken vertrouwelijk worden verklaard . Indien een besluit overeenkomstig de tweede alinea van dit artikel ontbreekt , kan de voorzitter van het Comité aan de door een van de groepen van het Comité voorgedragen personen voor de voltallige vergaderingen toehoorderskaarten verstrekken , die permanent of slechts voor een zitting geldig zijn ; deze kaarten geven geen recht tot het bijwonen van de vertrouwelijk verklaarde beraadslagingen . Artikel 53 Aanwezigheid van de Raad en van de Commissie De leden van de Raad en van de Commissie kunnen de vergaderingen van het Comité en van zijn organen bijwonen en hierin het woord voeren . Ambtenaren van de Raad en van de Commissie , die hiertoe de vereiste toestemming hebben verkregen , kunnen de vergaderingen van het Comité en van zijn organen bijwonen en door de betreffende voorzitter worden verzocht , tot hen gerichte vragen die binnen het kader van hun bevoegdheid vallen te beantwoorden . HOOFDSTUK V TITEL , VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN DER LEDEN Artikel 54 De leden van het Comité dragen de titel " Lid van het Economisch en Sociaal Comité " . Artikel 10 van de Protocollen betreffende de voorrechten en immuniteiten , welke zijn gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de E.E.G . en het Verdrag tot oprichting van de E.G.A . , bepaalt de voorrechten en immuniteiten die de leden van het Comité genieten . HOOFDSTUK VI EINDE VAN HET MANDAAT DER LEDEN Artikel 55 De vervulling van de functie van lid van het Comité eindigt door het aflopen van de mandaatsperiode , door aftreden , door ontzetting , door overlijden of ten gevolge van overmacht . In de laatste vier gevallen wordt de Raad door de voorzitter op de hoogte gesteld . Een aftredend lid richt zijn ontslagbrief aan de voorzitter van het Comité . HOOFDSTUK VII ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE VAN HET COMITE Artikel 56 Secretariaat-generaal Het Comité wordt bijgestaan door een Secretariaat-generaal dat onder leiding staat van een secretaris-generaal ; deze vervult zijn functie onder het gezag van de voorzitter , die optreedt als vertegenwoordiger van het Bureau . De secretaris-generaal neemt met adviserende stem deel aan de vergaderingen van het Bureau . Hij maakt van deze vergaderingen de notulen op . Hij draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten welke krachtens dit Reglement door het Bureau of de voorzitter worden genomen . De secretaris-generaal kan zijn bevoegdheid binnen de door de voorzitter gestelde grenzen overdragen . Hij legt ten overstaan van het Bureau de plechtige belofte af , zijn taak onpartijdig en naar eer en geweten te vervullen . Op voorstel van de secretaris-generaal stelt het Bureau een zodanige organisatiestructuur van het Secretariaat-generaal vast dat voor een goed functioneren van het Comité er zijn organen zorg kan worden gedragen en de leden bij de uitoefening van hun mandaat kunnen worden bijgestaan . Artikel 57 Aanstelling De door het Statuut van de ambtenaren van de Gemeenschappen aan het tot aanstelling bevoegde gezag toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend : - voor de ambtenaren van de rangen 6 tot en met 8 van categorie A en van de groep voor de talendienst , alsmede voor de ambtenaren van de categorieën B , C en D , door de secretaris-generaal ; - voor de ambtenaren van de rangen 4 en 5 van categorie A en van de groep voor de talendienst , door de voorzitter op voorstel van de secretaris-generaal ; - voor de overige ambtenaren en de secretaris-generaal , op voorstel van het Bureau , door de Raad met instemming van de Commissie , wat de toepassing van de artikelen 1 , 13 , 15 , lid 2 , 16 , 22 , 29 , 30 , 31 , 32 , 38 , 40 , 41 , 49 , 50 , 51 , 78 , 87 , 88 , 89 en 90 van het Statuut van de ambtenaren betreft ; voor de andere bepalingen van het Statuut worden deze bevoegdheden door de voorzitter uitgedefend . De bevoegdheden die door de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen aan het tot het sluiten van de aanstellingsovereenkomsten bevoegde gezag zijn toegekend , worden uitgeoefend : - voor de tijdelijke functionarissen van de rangen 6 tot en met 8 van categorie A en van de groep voor de talendienst , alsmede voor de tijdelijke functionarissen van de categorieën B , C en D , door de secretaris-generaal ; voor de tijdelijke functionarissen van de rangen 4 en 5 van categorie A en van de groep voor de talendienst , door de voorzitter op voorstel van de secretaris-generaal ; voor de overige tijdelijke functionarissen , op voorstel van het Bureau , door de Raad met instemming van de Commissie ; - voor de bijzondere adviseurs , door de voorzitter overeenkomstig de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 82 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden ; - voor de hulpfunctionarissen van categorie A , groep I , door de voorzitter , op voorstel van de secretaris-generaal , en voor de overige hulpfunctionarissen door de secretaris-generaal ; - voor de plaatselijke functionarissen , door de secretaris-generaal . Artikel 58 Secretariaat van de voorzitter De voorzitter kan over een eigen secretariaat beschikken . De leden van dit secretariaat worden in het kader van de begroting als tijdelijke functionarissen aangeworven , terwijl de bevoegdheden van het tot sluiten van de aanstellingsovereenkomsten bevoegde gezag door de voorzitter worden uitgeoefend . Artikel 59 Raming van de inkomsten en uitgaven Voor 1 juni van elk jaar legt de secretaris-generaal het Bureau de ontwerp-raming van de inkomsten en uitgaven van het Comité voor het volgende begrotingsjaar voor . Het Bureau stelt de raming van de inkomsten en uitgaven van het Comité op . Het zendt deze raming verder binnen de termijnen en op de voorwaarden bepaald in de Financiële Reglementen , bedoeld in artikel 209 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en artikel 183 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie . In het kader van de bepalingen van het Financieel Reglement wordt de begroting van de inkomsten en uitgaven van het Comité , welke als bijlage is toegevoegd aan Afdeling II van de begroting van de Europese Gemeenschappen , door de voorzitter van het Comité of in diens opdracht uitgevoerd . Artikel 60 Correspondentie De voor het Comité bestemde correspondentie wordt tot de voorzitter of secretaris-generaal gericht en aan het adres van het Comité gezonden . HOOFDSTUK VIII HERZIENING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE Artikel 61 Het Comité besluit bij absolute meerderheid van zijn leden of er aanleiding bestaat tot herziening van dit Reglement , hetzij wat bepaalde delen hiervan , hetzij wat het geheel betreft . Het belast een " Commissie voor het Reglement van Orde " , waarvoor , overeenkomstig artikel 18 van dit Reglement , een algemeen rapporteur wordt aangewezen , met het opstellen van een rapport en een ontwerp-tekst , op basis waarvan het de nieuwe bepalingen bij absolute meerderheid van zijn leden goedkeurt . De nieuwe bepalingen treden in werking na goedkeuring door de Raad .