31971L0018

Richtlijn 71/18/EEG van de Raad van 16 december 1970 betreffende de wijze waarop de vrijheid van vestiging in de met de landbouw en tuinbouw samenhangende werkzaamheden anders dan in loondienst wordt verwezenlijkt

Publicatieblad Nr. L 008 van 11/01/1971 blz. 0024 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0021
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0023
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0131
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0124
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0124


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 16 december 1970

betreffende de wijze waarop de vrijheid van vestiging in de met de landbouw en tuinbouw samenhangende werkzaamheden anders dan in loondienst wordt verwezenlijkt

( 71/18/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 54 , leden 2 en 3 ,

Gelet op het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging ( 1 ) , inzonderheid op titel IV F 6 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging , ten aanzien van de verwezenlijking van deze vrijheid betreffende de " met de landbouw samenhangende werkzaamheden " een ander tijdschema bevat dan dat voor de verwezenlijking van het vrij verrichten van diensten in dezelfde werkzaamheden ; dat op grond van laatstgenoemd tijdschema de Raad op 14 december 1964 een richtlijn heeft vastgesteld betreffende de wijze waarop het vrij verrichten van diensten in de werkzaamheden van land - en tuinbouw wordt verwezenlijkt ; dat de vrijheid van vestiging met betrekking tot deze werkzaamheden aan het einde van de overgangsperiode moet zijn bereikt ;

Overwegende dat de met de landbouw samenhangende werkzaamheden dikwijls dezelfde zijn als die in de bosbouw , met name wat betreft het diepploegen ; dat de vrijheid van vestiging voor laatstgenoemde werkzaamheden werd verwezenlijkt door de richtlijn van de Raad van 24 oktober 1967 ( 4 ) inzake de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten met betrekking tot de werkzaamheden in de bosbouw en het bosbedrijf ; dat laatstgenoemde richtlijn reeds wordt toegepast op de met de landbouw samenhangende werkzaamheden in gemengde bos - en landbouwbedrijven ;

Overwegende dat voor de werkzaamheden van de landbouwkundigen , de werkzaamheden van de diergeneeskundigen en de verzorgingscentra voor dieren andere richtlijnen zullen worden aangenomen ;

Overwegende dat de vrijheid van vestiging ten aanzien van de bouw van installaties voor het opvangen van water , het bevloeien , draineren en voor droogleggingswerkzaamheden - werkzaamheden die dikwijls verband houden met bepaalde in de richtlijn opgenomen werkzaamheden welke met de landbouw samenhangen - is verwezenlijkt krachtens de richtlijnen van de Raad van 7 juli 1964 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van de be - en verwerkende nijverheid , behorende tot de klassen 23 t/m 40 van de C.I.T.I . ( Industrie en Ambacht ) en betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van de be - en verwerkende nijverheid behorende tot de klassen 23 t/m 40 van de C.I.T.I . ( Industrie en Ambacht ) ( 5 ) ;

Overwegende dat , overeenkomstig de bepalingen van het Algemeen Programma , de beperkingen van de bevoegdheid zich bij beroeps - of bedrijfsorganisaties aan te sluiten moeten worden opgeheven , voor zover de beroepswerkzaamheden van de betrokkene de uitoefening van deze bevoegdheid meebrengen ;

Overwegende dat de verplaatsings - en verblijfsvoorwaarden ten aanzien van alle begunstigden van de vrijheid van vestiging zijn neergelegd in twee door de Raad op 25 februari 1964 vastgestelde richtlijnen ( 6 ) ;

Overwegende dat , voor zover nodig , richtlijnen zijn of zullen worden vastgesteld inzake de coordinatie van de door de Lid-Staten van de vennootschappen geëiste waarborgen ter bescherming , zowel van de vennoten als van derden ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De Lid-Staten heffen ten behoeve van de in titel I van het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging vermelde natuurlijke personen en vennootschappen , hierna begunstigden genoemd , de onder titel III van dit Programma bedoelde beperkingen op ten aanzien van de vestiging met betrekking tot de in artikel 2 genoemde werkzaamheden anders dan in loondienst .

Artikel 2

1 . De bepalingen van deze richtlijn zijn van toepassing op de in bijlage V van het Algemeen Programma vermelde , met de land - en tuinbouw samenhangende werkzaamheden , namelijk :

a ) de technische hulp ,

b ) het verdelgen van schadelijke gewassen en dieren ; het bespuiten van de gewassen en van de grond ,

c ) het snoeien van bomen ,

d ) het plukken , het verpakken en het gereedmaken ,

e ) het exploiteren van bevloeiingsinstallaties ,

f ) het verhuren van landbouwmachines ,

g ) de grondbewerking in de landbouw ,

h ) de werkzaamheden samenhangend met het oogsten , dorsen en met he persen en rapen , met mechanische en niet-mechanische middelen ,

i ) de in bovenstaande opsomming niet vermelde werkzaamheden .

2 . Voor de toepassing van de richtlijn verstaat men onder landbouw en tuinbouw de werkzaamheden welke in groep 011 van de " classification internationale type de toutes les branches d'activité économique " zijn begrepen ( Bureau voor de Statistiek van de Verenigde Naties , Etudes statistiques , série M , n * 4 , rév . 1 - New York 1958 ) , dit is in hoofdzaak :

a ) de algemene landbouw met inbegrip van de wijnbouw en de tropische cultures ; de fruitbomenteelt , de zaadteelt , de groente - , bloemen - en sierplantenteelt , ook in kassen , met inbegrip van tuinaanleg ;

b ) de veeteelt , de pluimveeteelt , de konijnenfokkerij , de pelsdierenfokkerij en het fokken van diverse andere dieren , de bijenteelt , de produktie van vlees , melk , wol , huiden en pelterijen , eieren , honing .

3 . Een uitvoerige opsomming van de verschillende onder elk der in lid 1 vermelde rubrieken te rangschikken werkzaamheden is opgenomen in de bijlage bij deze richtlijn .

Artikel 3

1 . De Lid-Staten heffen de beperkingen op , welke met name :

a ) op grond van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen de begunstigden verhinderen zich in het ontvangende land te vestigen onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde rechten als de eigen onderdanen ;

b ) voortvloeien uit een administratieve handelswijze die ten gevolge heeft dat op de begunstigden , in vergelijking met de eigen onderdanen , een discriminerende behandeling wordt toegepast .

2 . Tot de op te heffen beperkingen behoren in het bijzonder die welke vervat zijn in de bepalingen die ten opzichte van de begunstigden op de volgende wijze de vestiging verbieden of beperken :

a ) in België :

door de verplichting in het bezit te zijn van een beroepskaart ( artikel 1 van de wet van 19 februari 1965 ) ;

b ) in Luxemburg :

door de beperkte duur van de aan vreemdelingen verleende vergunningen ( artikel 21 van de wet van 2 juni 1962 ) .

Artikel 4

De Lid-Staten zien er in het bijzonder op toe :

a ) dat de op hun grondgebied door de begunstigden uitgevoerde werkzaamheden aanleiding kunnen geven , alsof deze door eigen onderdanen werden uitgevoerd :

- tot het toekennen van de met dat doel vastgestelde kredieten , steunmaatregelen en subsidies , in hun verschillende vormen ;

- tot het recht op de gebruikelijke fiscale voordelen , met name op die welke betrekking hebben op de voorwaarden voor het verkrijgen van de voor het uitvoeren van de werkzaamheden benodigde brandstof ;

b ) dat de begunstigden , onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen , elke privaatrechtelijke of publiekrechtelijke overeenkomst kunnen sluiten met het oog op de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden , met name ten aanzien van de in het kader van de programma's voor landbouwstructuurverbetering vallende werkzaamheden , met inbegrip van het inschrijven voor desbetreffende opdrachten en het daaraan deelnemen als medecontractant of onderaannemer ;

c ) dat , ingeval de op hun grondgebied bestaande bepalingen de uitvoering van sommige werkzaamheden , met name die welke het gebruik van giftige of gevaarlijke produkten noodzakelijk maken , van een speciale vergunning van de ondernemer afhankelijk stellen , de begunstigden deze vergunning kunnen aanvragen en verkrijgen , zonder daarbij grotere moeilijkheden te ondervinden dan de eigen onderdanen .

Artikel 5

1 . De Lid-Staten zien erop toe dat de begunstigden het recht hebben zich bij beroeps - of bedrijfsorganisaties aan te sluiten , onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde rechten en verplichtingen als de eigen onderdanen .

2 . Het recht van aansluiting brengt mede het recht binnen de beroeps - of bedrijfsorganisaties verkiesbaar te zijn of in bestuursfuncties te worden benoemd . Deze bestuursfuncties kunnen echter aan de nationale onderdanen worden voorbehouden , wanneer de betrokken organisatie uit hoofde van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling deelneemt aan de uitoefening van het openbaar gezag .

3 . In het Groothertogdom Luxemburg houdt het lidmaatschap van de Kamer van Koophandel , de Kamer van Ambachten en de Kamer van Landbouw voor de begunstigden niet het recht in , deel te nemen aan de verkiezing van de bestuursorganen .

Artikel 6

De Lid-Staten verlenen aan diegenen van hun onderdanen die zich voor het verrichten van een van de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden naar een andere Lid-Staat begeven , geen steun waardoor de vestigingsvoorwaarden kunnen worden vervalst .

Artikel 7

1 . Indien een Lid-Staat van zijn onderdanen voor de uitoefening van een der in artikel 2 bedoelde werkzaamheden een bewijs van betrouwbaarheid en het bewijs dat er voorheen geen faillietverklaring heeft plaatsgehad of slechts één van deze beide bewijzen eist , erkent deze Lid-Staat als voldoende bewijs voor de begunstigden , het overleggen van een uittreksel uit het strafregister of , bij het ontbreken daarvan , een gelijkwaardig document , afgegeven door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan .

2 . Indien er voor het feit dat er geen faillietverklaring heeft plaatsgehad , geen dergelijk document door het land van oorsprong of herkomst wordt afgegeven , kan dit worden vervangen door een door de betrokkene onder ede afgelegde verklaring ten overstaan van een rechterlijke of overheidsinstantie , een notaris of een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie in het land van oorsprong of herkomst .

3 . Indien een Lid-Staat aan zijn onderdanen voor de toegang tot bepaalde werkzaamheden waarbij pesticiden en giftige produkten worden gebruikt , bepaalde eisen ten aanzien van goed gedrag en betrouwbaarheid stelt , waarvan het bewijs niet door middel van het in lid 1 bedoelde document kan worden geleverd , erkent deze Lid-Staat als voldoende bewijs voor de onderdanen der andere Lid-Staten een verklaring , afgegeven door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan . Deze verklaringen dienen betrekking te hebben op de nauwkeurig omschreven feiten die in het ontvangende land in aanmerking worden genomen .

4 . De overeenkomstig de leden 1 , 2 en 3 afgegeven documenten mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden .

5 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 8 gestelde termijn de voor de afgifte van bovenbedoelde documenten bevoegde instanties en organisaties aan en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 8

Binnen een termijn van zes maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen voor het volgen van deze richtlijn ; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 16 december 1970 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H . LEUSSINK

( 1 ) PB nr . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 36/62 .

( 2 ) PB nr . C 139 van 28 . 10 . 1969 , blz . 20 .

( 3 ) PB nr . C 10 van 27 . 1 . 1970 , blz . 19 .

( 4 ) PB nr . 263 van 30 . 10 . 1967 , blz . 6 .

( 5 ) PB nr . 117 van 23 . 7 . 1964 , blz . 1880/64 en 1863/64 .

( 6 ) PB nr . 56 van 4 . 4 . 1964 , blz . 845/64 en 850/64 .

BIJLAGE

Werkzaamheden die onder de rubrieken a ) tot en met i ) van artikel 2 , lid 1 , moeten worden verstaan

a ) " Technische hulp " :

Het geven van raad en voorlichting in alle sectoren van de land - en tuinbouwwerkzaamheden , ongeacht of deze individueel of gemeenschappelijk worden verricht , met name op het gebied van :

- de produktietechniek in land - en tuinbouw ,

- de techniek ( op bedrijfsniveau ) van de bereiding , de verwerking en de verkoop van land - en tuinbouwprodukten ,

- de aankoop , verwerving en gebruik van produktiemiddelen ,

- de aankoop , de installatie en het gebruik van investeringsgoederen ,

- de bedrijfsorganisatie en de werkindeling , de landbouwboekhouding en in het algemeen alles wat met het beheer van het bedrijf verband houdt ,

- de huishoudkunde ,

- de opleiding van het personeel ,

- de samenwerking in de landbouw ( cooperatieve verenigingen ) , de associatie en de verticale integratie ,

- de grond - en structuurverbetering ( bij voorbeeld erosiebestrijding , drainering en bevloeiing , ruilverkaveling , vergroting en verplaatsing van landbouwbedrijven , ontginning van woeste gronden ) ;

b ) " Verdelgen van schadelijke gewassen en dieren , het bespuiten van gewassen en van de grond " :

Alle werkzaamheden die met de hand of met mechanische middelen , met voertuigen , vaartuigen of luchtvaartuigen worden verricht om onkruid , alle soorten parasieten van planten en dieren en de produkten daarvan , alsmede alle schadelijke organismen die zich in de grond , in het water , in de lucht , in de opstallen en in de opgeslagen produkten bevinden , door mechanische , chemische of biologische behandeling te verdelgen of te voorkomen ;

c ) " Snoeien van bomen " :

Het met de hand of met mechanische middelen snoeien van bomen , struiken en soortgelijke gewassen ( bij voorbeeld : wijnstokken , griendhout ) ;

d ) " Plukken , verpakken en gereedmaken " :

Alle werkzaamheden , die met de hand of met mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op :

- het oogsten van de produkten van de fruitteelt , de groenteteelt , de tuinbouw , alsmede van speciale cultures ( bij voorbeeld : druiven , hop , tabak , olijven , bloembollen , geneeskundige planten en kruiderijen ) ,

- het sorteren , schoonmaken , drogen , opslaan , verpakken en etiketteren van bovengenoemde produkten ;

e ) " Exploiteren van bevloeiingsinstallaties " :

Alle verrichtingen die het gebruik van begietings - en besproeiingsinstallaties en andere vormen van wateraanvoer ten behoeve van de land - en tuinbouwproduktie nodig maken ;

f ) " Verhuren van landbouwmachines " :

Het krachtens overeenkomst en tegen vergoeding voor een korte of lange periode ter beschikking stellen van de verschillende werktuigen en machines voor het verrichten van land - en tuinbouwwerkzaamheden voor , tijdens en na het stadium van de voortbrenging , met inbegrip van tractoren en aanhangwagens voor gebruik in de landbouw ;

g ) " Grondbewerking in de landbouw " :

Alle werkzaamheden die met mechanische of niet-mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op het voor de verbouw gereedmaken en de verbetering van de grond voor , tijdens en na de groeiperiode , met name :

- rooien van wortels , omploegen van woeste gronden en braakland , scheuren van grasland , losmaken van de ondergrond , terrasseren , egaliseren , verwijderen van stenen , omspitten van de grond ,

- diepploegen , ploegen , frezen ,

- uitspreiden en spuiten van kunst - en stalmest en andere grondverbeterende substanties in welke vorm ook ,

- gereedmaken van de bouwgrond voor het zaaien en planten , het zaaien en planten zelf ,

- wieden , hakken , aanaarden , rollen ;

h ) " Werkzaamheden samenhangende met oogsten , dorsen en met persen en rapen met mechanische en niet-mechanische middelen " :

Alle werkzaamheden die met mechanische of niet-mechanische middelen worden verricht en betrekking hebben op het oogsten en bewerken - op bedrijfsniveau - van produkten van akker - en grasland ( het oogsten van de produkten van de fruitteelt , de groenteteelt , de tuinbouw en van speciale cultures is onder rubriek d ) opgenomen ) met name :

- maaien en dorsen ( maaidorsen , dorsen ter plaatse of in de schuur ) van graangewassen , peulvruchten en kruisbloemige gewassen ,

- rooien en opeenhopen van hakvruchten , repelen en gereedmaken van vlas ,

- hakken , rapen , persen van stro ,

- alle werkzaamheden voor het aanmaken en conserveren van groenvoer , waterhoudend voer , en ruw voer , zoals ; snijden , fijnhakken , fijnmaken en rapen van groenvoer , drogen op de grond , op stapel of kunstmatig drogen , drogen in de hete lucht , inkuilen ,

- alle verrichtingen door middel van elevatoren , pneumatische en mechanische laad - en losinrichtingen ,

- sorteren , schoonmaken , drogen , opslaan , verpakken en etiketteren van bovengenoemde produkten ;

i ) " Diensten die niet in de hierboven gegeven opsomming zijn begrepen " :

Alle met mechanische en niet-mechanische middelen uitgevoerde , met de land - en tuinbouw samenhangende werkzaamheden die niet onder bovenstaande rubrieken zijn vermeld , met name :

- de werkzaamheden die betrekking hebben op de veeteelt , zoals kunstmatige inseminatie , melken , uitmesten van stallen , schreren van schapen ,

- sommige bijzondere werkzaamheden , zoals het schoonmaken van broeikassen en broeiramen van glascultures .