31968R0259

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn

Publicatieblad Nr. L 056 van 04/03/1968 blz. 0001 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0039
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0030
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0039
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0030
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 01 Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0108
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0129
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0129


VERORDENING ( EEG , EURATOM , EGKS ) Nr . 259/68 VAN DE RAAD

van 29 februari 1968

tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen , alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben , inzonderheid op artikel 24 ,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen , inzonderheid op de artikelen 7 en 12 tot en met 16 ,

Gelet op het mandaat dat aan de Commissie is verleend krachtens bijlage I van de Slotakte van de Conferentie die op 8 april 1965 te Brussel is bijeengekomen ter ondertekening van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement  (1),

Gezien het advies van het Hof van Justitie ,

Overwegende dat de Raad tot taak heeft met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken Instellingen het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen vast te stellen ;

Overwegende dat dit Statuut en deze regeling enerzijds de Gemeenschappen moeten verzekeren van de medewerking van ambtenaren en personeelsleden die uit een oogpunt van onafhankelijkheid , bekwaamheid , prestatievermogen en onkreukbaarbeid aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de Lid-Staten van de Gemeenschappen zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke aardrijkskundige spreiding , en anderzijds deze ambtenaren en personeelsleden in staat moeten stellen zich van hun taak te kwijten onder omstandigheden die de beste werking van de dienst waarborgen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

HOOFDSTUK I

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen

Artikel 1

Het Statuut van de ambtenaren der Europese Economische Gemeenschap en der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie , alsmede het Statuut van de ambtenaren der Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal worden vervangen door het in artikel 2 van deze verordening bedoelde Statuut van de ambtenaren der Europese Gemeenschappen .

De regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie , alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal worden vervangen door de in artikel 3 van deze verordening bedoelde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen .

Artikel 2

Het Statuut van de ambtenaren der Europese Gemeenschappen bestaat uit de bepalingen van het Statuut van de ambtenaren der Europese Economische Gemeenschap en der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie  (2) dat van toepassing is bij de inwerkingtreding van deze verordening , behoudens de volgende wijzigingen :

1 . De titel " Statuut van de ambtenaren der Europese Economische Gemeenschap en der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " wordt vervangen door de titel " Statuut van de ambtenaren der Europese Gemeenschappen " .

2 . Artikel 7

In lid 2 , tweede alinea , worden na de woorden " de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen " de woorden " of het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben " ingelast .

3 . Artikel 10

In de tweede alinea wordt na de eerste zin de volgende zin ingelast :

" Het Comité wordt door de Commissie geraadpleegd over elk voorstel tot herziening van het Statuut ; het brengt zijn advies uit binnen de door de Commissie gestelde termijn . "

4 . Artikelen 17 en 18

De woorden " van de Gemeenschap waartoe hij behoort " en de woorden " aan de Gemeenschap waartoe deze ambtenaar behoort " worden vervangen door de woorden " van de Gemeenschappen " , respectievelijk " aan de Gemeenschap met de activiteiten waarvan deze verrichtingen verband houden " .

5 . Artikel 23

De woorden " in de Protocollen betreffende " worden vervangen door de woorden " in het Protocol betreffende " .

6 . Artikel 24

In de eerste alinea worden de woorden " Elke Gemeenschap verleent bijstand aan de onder haar ressorterende ambtenaar " vervangen door de woorden " De Gemeenschappen verlenen bijstand aan de ambtenaar " .

In de tweede alinea worden de woorden " wordt zij door de Gemeenschap vergoed " vervangen door de woorden " wordt zij door de Gemeenschappen gezamenlijk vergoed " .

7 . Artikel 63

In de eerste alinea worden de woorden " in de valuta van het land waar de voorlopige zetel van de Gemeenschap waartoe hij behoort , is gevestigd " vervangen door de woorden " in Belgische franken " .

In de derde alinea worden de woorden " dan die van het land waar de voorlopige zetel van de Gemeenschap waartoe de ambtenaar behoort , is gevestigd " vervangen door de woorden " dan de Belgische frank " .

8 . Artikel 64

In de eerste alinea worden de woorden " in de valuta van het land waar de voorlopige zetel van de Gemeenschap waartoe hij behoort , is gevestigd " vervangen door de woorden " in Belgische franken " .

In de tweede alinea worden de woorden " op voorstel van de Commissies , in gemeenschappelijk overleg door de Raden vastgesteld " vervangen door de woorden " op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld " .

9 . Artikel 65

In lid 1 , eerste alinea , worden de woorden " De Raden stellen " en " de Commissies " vervangen door de woorden " De Raad stelt " respectievelijk " de Commissie " .

In lid 1 , tweede alinea , worden de woorden " gaan de Raden na " vervangen door de woorden " gaat de Raad na " .

In lid 2 worden de woorden " beslissen de Raden in gemeenschappelijk overleg " vervangen door de woorden " beslist de Raad " .

In lid 3 worden de woorden " besluiten de Raden , op voorstel van de Commissies " vervangen door de woorden " besluit de Raad , op voorstel van de Commissie " .

10 . Artikel 82

In lid 2 worden de woorden " indien de Raden , overeenkomstig artikel 65 , lid 1 , besluiten " en " nemen zij , overeenkomstig de in artikel 65 , lid 3 , bedoelde procedure , gelijktijdig een besluit " vervangen door de woorden " indien de Raad , overeenkomstig artikel 65 , lid 1 , besluit " , respectievelijk " neemt hij , overeenkomstig de in artikel 65 , lid 3 , bedoelde procedure , gelijktijdig een besluit " .

11 . Artikel 83

In lid 1 wordt een tweede alinea ingelast , die als volgt luidt : " De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , op voorstel van de Commissie , ingediend na raadpleging van het Comité voor het Statuut , over de aanwending van het vermogen van het in artikel 83 , lid 1 , van het vroegere Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal bedoelde pensioenfonds " .

In lid 4 worden de woorden " op verzoek van de Raden " vervangen door de woorden " op verzoek van de Raad " .

12 . Artikel 91

In lid 1 worden de woorden " een der Gemeenschappen " vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

13 . Titel VIII

In de titel van de Titel worden de woorden " der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " vervangen door de woorden " der Gemeenschappen " .

14 . Artikel 92

In de eerste alinea worden de woorden " ambtenaren van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " vervangen door de woorden " ambtenaren van de Gemeenschappen " .

15 . Artikelen 93 , 95 , 99 en 100

In deze artikelen worden de woorden " de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " en " de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " vervangen door de woorden " de Raad " , respectievelijk " de Commissie " .

16 . Artikel 95

In de eerste alinea worden de woorden " Gedurende zes jaar na inwerkingtreding van dit Statuut " vervangen door de woorden " Tot en met 31 december 1968 " .

In de tweede alinea worden de woorden " Na afloop van deze periode " vervangen door de woorden " Voor de op deze datum volgende periode " .

17 . Artikel 107

In lid 3 worden de woorden " aan de Gemeenschap waartoe hij behoort " en " door de Gemeenschap " vervangen door de woorden " aan de Gemeenschappen " , respectievelijk " door de Gemeenschappen " .

18 . Bijlage I , B

In de titel worden de woorden " der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " vervangen door de woorden " der Gemeenschappen " .

19 . Bijlage III _ Artikel 1

In lid 1 , sub a ) , worden de woorden " vergelijkend onderzoek binnen de Gemeenschap of binnen de drie Europese Gemeenschappen " vervangen door de woorden " vergelijkend onderzoek binnen de Gemeenschappen " .

20 . Bijlage VII _ Artikelen 4 bis , 14 bis en 14 ter

De woorden " de Raden " worden vervangen door de woorden " de Raad " .

21 . Bijlage VII _ Artikel 13 en bijlage VIII _ Artikelen 11 , 12 en 13

De woorden " de Gemeenschap waartoe hij behoort " worden vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

22 . Bijlage VIII _ Artikelen 11 en 46

De woorden " van een der Gemeenschappen " en " aan een der Gemeenschappen " worden vervangen door de woorden " van de Gemeenschappen " , respectievelijk " aan de Gemeenschappen " .

23 . Bijlage VIII _ Artikel 12 bis

Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingelast , dat als volgt luidt :

" Artikel 12 bis

De ambtenaar die de dienst vóór 1 juli 1969 definitief beëindigt doch nog geen 11 dienstjaren heeft en die recht heeft op ouderdomspensioen , heeft het recht te kiezen tussen dit pensioen en een uitkering bij vertrek die volgens het bepaalde sub a ) tot en met d ) van artikel 12 wordt berekend . "

24 . Bijlage VIII _ Artikel 45

In de tweede alinea worden de woorden " namens de Gemeenschap waartoe de ambtenaar behoorde " vervangen door de woorden " namens de Gemeenschappen " .

In de vierde alinea worden de woorden " landen van de Gemeenschap " vervangen door de woorden " landen van de Gemeenschappen " .

25 . Bijlage VIII _ Artikel 47

Dit artikel dient als volgt te worden gelezen :

" Indien de oorzaak van de invaliditeit of het overlijden van een ambtenaar aan een derde is te wijten , treden de Gemeenschappen , voor zover daardoor voor hen uit deze pensioenregeling verplichtingen voortvloeien , van rechtswege in alle rechten van de ambtenaar of diens rechtverkrijgenden ter zake van hun rechtsvordering tegen de aansprakelijke derden . "

26 . Bijlage VIII _ Artikel 51

De woorden " aan de Gemeenschap waartoe het personeelslid behoorde " en " ten laste van de Gemeenschap waartoe het personeelslid behoorde " worden vervangen door de woorden " aan de Gemeenschappen " , respectievelijk " ten laste van de Gemeenschappen " .

Het in de eerste alinea gedefinieerde Statuut , alsmede de uitvoeringsbepalingen die door de Raden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie of door de Raad van de Europese Gemeenschappen zijn vastgesteld en die bij de inwerkingtreding van deze verordening toepassing zijn , zijn van rechtswege van toepassing op alle ambtenaren , gewezen ambtenaren en hun rechtverkrijgenden die vóór de inwerkingtreding van deze verordening onderworpen waren aan de bepalingen van het Statuut van de ambtenaren der Europese Economische Gemeenschap en der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie of het Statuut van de ambtenaren der Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal .

De bepalingen van de artikelen 93 tot en met 105 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal blijven van toepassing op de ambtenaren waarop artikel 92 van dit Statuut bij de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing was .

Artikel 3

De regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen bestaat uit de bepalingen van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie  (3) die bij de inwerkingtreding van deze verordening van kracht waren , behoudens de volgende wijzigingen :

1 . Artikel 1

De woorden " een der Gemeenschappen " worden vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

2 . Artikel 2

Sub c ) worden na de woorden " de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen " de woorden " of het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben " ingelast .

3 . Artikel 5

De woorden " een der Gemeenschappen " worden vervangen door de woorden " een van de Instellingen der Gemeenschappen " .

4 . Artikelen 10 , 94 en 95

De woorden " de Commissie der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " worden vervangen door de woorden " de Commissie " .

5 . Artikelen 33 en 40

De woorden " van een der drie Europese Gemeenschappen " worden vervangen door de woorden " van de Gemeenschappen " .

6 . Artikel 42

In de tweede alinea worden de woorden " de begroting der Gemeenschap , waaruit hij wordt bezoldigd " vervangen door de woorden " de begroting der Gemeenschappen " .

7 . Artikelen 43 , 48 en 75

De woorden " de Gemeenschap waartoe de functionaris behoorde " en " de Gemeenschap waartoe hij behoort " worden vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

8 . Artikelen 70 en 98

De woorden " een der drie Europese Gemeenschappen " en " een van de drie Europese Gemeenschappen " worden vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

9 . Artikel 87

In de tweede alinea worden de woorden " de Gemeenschap " vervangen door de woorden " de Gemeenschappen " .

10 . Artikelen 94 en 95

De woorden " de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie " worden vervangen door de woorden " de Raad " .

De in de eerste alinea gedefinieerde regeling , alsmede de uitvoeringsbepalingen die door de Raden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie of door de Raad van de Europese Gemeenschappen zijn vastgesteld en die bij de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing zijn , zijn van rechtswege van toepassing op alle andere personeelsleden , gewezen andere personeelsleden en hun rechtverkrijgenden die vóór de inwerkingtreding van deze verordening onderworpen waren aan de bepalingen van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie .

HOOFDSTUK II

Bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn

Artikel 4

1 . Om redenen van dienstbelang is de Commissie tot en met 30 juni 1968 gemachtigd , ten einde haar diensten te rationaliseren en rekening te houden met de gevolgen die kunnen voortvloeien uit een vermindering van het aantal ambten , ten aanzien van haar ambtenaren maatregelen te nemen tot beëindiging van de dienst in de zin van artikel 47 van het Statuut , overeenkomstig onderstaande bepalingen .

2 . Indien de Commissie ten aanzien van ambtenaren van andere rangen dan A 1 en A 2 de in lid 1 bedoelde maatregelen overweegt te nemen , stelt zij , na advies van de Paritaire Commissie te hebben ingewonnen , voor iedere rang een lijst vast van de door deze maatregelen getroffen ambtenaren , waarbij rekening wordt gehouden met de bekwaamheid , de prestaties , het gedrag in de dienst , de gezinsomstandigheden en de diensttijd van de ambtenaren .

De ambtenaar die op deze lijst voorkomt , kan kiezen tussen beëindiging van de dienst , als bedoeld in lid 1 , en een maatregel tot terbeschikkingstelling . In het laatste geval zijn de bepalingen van de leden 3 , 4 en 5 van artikel 41 van het Statuut van toepassing .

De ambtenaar die de maatregel tot terbeschikkingstelling wenst te kiezen , is op straffe van nietigheid gehouden zijn keuze mede te delen binnen een maand te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van het besluit dat hij op de in de eerste alinea bedoelde lijst is geplaatst .

3 . Indien het belang van de dienst zulks mogelijk maakt , houdt de Commissie rekening met de verzoeken van de ambtenaren om toepassing van een maatregel tot beëindiging van de dienst uit hoofde van lid 1 .

4 . De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen zijn niet van disciplinaire aard .

5 . Tot en met 30 juni 1968 en onverminderd de in lid 2 voorkomende bepalingen kan de Commissie geen enkel besluit nemen tot terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang .

Artikel 5

1 . De ambtenaar die wordt getroffen door de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregel , heeft recht :

a ) gedurende een periode van zes maanden , op een maandelijkse vergoeding gelijk aan zijn laatste bezoldiging , en

b ) gedurende een bepaalde periode , berekend op grond van de in lid 2 opgenomen tabel , op een maandelijkse vergoeding gelijk aan

_85 % van zijn basissalaris over de 7e tot en met de 12e maand ,

_ 70 % van zijn basissalaris over de 13e tot en met de 66e maand , en daarna

_ 60 % van zijn basissalaris .

Het recht op deze vergoeding eindigt uiterlijk op de dag waarop de ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt .

2 . Ten einde naargelang van de leeftijd van de ambtenaar de periode vast te stellen gedurende welke hij recht heeft op de in lid 1 , sub b ) , bedoelde vergoeding , wordt op zijn diensttijd de in onderstaande tabel vastgestelde coëfficiënt toegepast ; deze periode wordt in voorkomend geval naar beneden in maanden afgerond : Table

3 . Op de in lid 1 bedoelde vergoeding wordt de aanpassingscoëfficiënt toegepast die overeenkomstig artikel 82 , lid 1 , tweede alinea , van het Statuut is vastgesteld voor het land de Gemeenschappen waar de betrokkene aantoont zich te hebben gevestigd .

Indien de betrokkene zich buiten de landen der Gemeenschappen vestigt , wordt de voor Brussel geldende aanpassingscoëfficiënt op de vergoeding toegepast .

4 . Het bedrag van de inkomsten die de betrokkene in een nieuwe werkkring gedurende dit tijdvak geniet , wordt in mindering gebracht op de in lid 1 bedoelde vergoeding , voor zover deze inkomsten te zamen met deze vergoeding meer bedragen dan de totale bezoldiging die de ambtenaar in de uitoefening van zijn functie het laatst heeft genoten . Op dezewergoeding is de in lid 3 bedoelde aanpassingscoëfficiënt van toepassing .

5 . Indien de ambtenaar de in lid 1 bedoelde vergoeding ontvangt , behoudt hij her recht op alle gezinstoelagen .

6 . Gedurende de periode waarin het recht op de vergoeding bestaat , heeft de ambtenaar voor zichzelf en zijn medeverzekerden recht op de verstrekkingen die door de gemeenschappelijke regeling voor ziektekostenverzekering van de Instellingen de Europese Gemeenschappen zijn gewaarborgd , op voorwaarde dat hij zijn bijdrage stort , die wordt berekend over het bij zijn rang en salaristrap behorende basissalaris en hij niet door een andere regeling tot verzekering van het risico van ziekte kan worden gedekt .

7 . Gedurende de periode waarin het recht op de vergoeding bestaat , blijft de ambtenaar gedurende ten hoogste vijf jaar nieuwe rechten op ouderdomspensioen op de grondslag van het bij zijn rang en salaristrap behorende salaris verwerven , mits gedurende deze periode de pensioenbijdragen worden gestort , die bedoeld zijn in het Statuut . Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 5 van bijlage VIII van het Statuut wordt deze periode als diensttijd beschouwd .

Indien de ambtenaar opnieuw wordt aangesteld bij een Instelling der Europese Gemeenschappen en daardoor nieuwe pensioenrechten verwerft , is het bepaalde in de eerste alinea gedurende deze nieuwe diensttijd niet op hem van toepassing . Voor het ten tijde van zijn nieuwe indiensttreding nog resterende gedeelte van de in de eerste alinea bedoelde periode kan de ambtenaar evenwel verzoeken dat zijn bijdrage aan de pensioenregeling , alsmede zijn pensioenrechten , worden berekend over het basissalaris dat verbonden was aan de rang en salaristrap die hij in zijn vroegere functie had bereikt .

Voor de toepassing van artikel 77 van het Statuut wordt het geval van de ambtenaar die recht heeft op de in lid 1 bedoelde vergoeding , gelijkgesteld met het geval van de ambtenaar die om redenen van dienstbelang van zijn ambt is ontheven .

Na afloop van deze periode heeft de ambtenaar , mits hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt , recht op pensioen , zonder dat de in artikel 9 van bijlage VIII van het Statuut bedoelde korting wordt toegepast .

Voor het vaststellen van het overlevingspensioen van de weduwe van een ambtenaar die tijdens deze periode is overleden , zijn de bepalingen van artikel 79 , tweede alinea , van het Statuut van toepassing .

8 . Indien de ambtenaar uit hoofde van de onderhavige bepalingen vóór het bereiken van de leeftijd van 60 jaar recht op pensioen verkrijgt , heeft hij voor elk kind te zijnen laste , in de zin van artikel 2 van bijlage VII van het Statuut , recht op de toelage voor ten laste komende kinderen .

9 . Voor de toekenning van de inrichtingsvergoeding bij beëindiging van de dienst behoeft de ambtenaar niet te voldoen aan de voorwaarden betreffende de in artikel 6 , lid 1 , eerste alinea , van bijlage VII van het Statuut bedoelde termijn .

10 . Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 107 van het Statuut , alsmede van de bepalingen van artikel 102 , lid 2 , van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , wordt het geval van de ambtenaar die door de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregel getroffen wordt , gelijkgesteld met het geval van de ambtenaar op wie de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut zijn toegepast .

Artikel 6

1 . De ambtenaar die wordt getroffen door de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregel en geen 11 dienstjaren heeft bereikt , kan definitief afzien van zijn aanspraken op pensioen . In dit geval ontvangt hij een uitkering die wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 12 van bijlage VIII van het Statuut genoemde voorwaarden . De bepalingen , bedoeld in artikel 5 , leden 7 en 8 , en artikel 7 van deze verordening , zijn niet van toepassing .

Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 12 , sub c ) , van bijlage VIII van het Statuut geldt als werkelijk volbrachte diensttijd ook de periode gedurende welke de ambtenaar recht heeft op de in artikel 5 bedoelde vergoeding , alsmede de eventueel overeenkomstig artikel 5 , lid 10 , toegekende extra pensioenjaren .

2 . De ambtenaar die de toepassing van de bepalingen als bedoeld in lid 1 wenst te kiezen , is op straffe van nietigheid gehouden zijn keuze mede te delen binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregel .

De bedragen die vóór de toepassing van de bepalingen van dit artikel uit hoofde van het pensioen zijn gestort , worden afgetrokken van de in lid 1 bedoelde uitkering .

Artikel 7

1 . De in de laatste alinea van artikel 2 , alsmede in artikel 102 , lid 5 , van het Statuut bedoelde ambtenaren , met uitzondering van hen die vóór 1 januari 1962 in het kader van het Personeelsstatuut van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal de rang A 1 of A 2 bekleedden en op wie de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregelen worden toegepast , kunnen verzoeken dat hun financiële aanspraken worden vastgesteld op grond van de bepalingen van artikel 34 van het Personeelsstatuut van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en van artikel 50 van het Algemeen Reglement van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal .

2 . Ambtenaren die vóór 1 januari 1962 in het kader van het Personeelsstatuut van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal de rang A 1 of A 2 bekleedden en op wie de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde maatregelen worden toegepast , kunnen verzoeken dat hun financiële aanspraken worden vastgesteld op grond van de bepalingen van artikel 42 van het Personeelsstatuut van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal .

Artikel 8

1 . Alvorens de Commissie een maatregel neemt uit hoofde van artikel 4 , lid 1 , kan zij om redenen van dienstbelang de betrokken ambtenaar verzoeken om haar binnen één maand mede te delen , of hij aanvaardt te werk te worden gesteld in een ambt dat behoort tot de loopbaan welke onmiddellijk lager ligt dan die waarvan zijn rang deel uitmaakt .

Indien de ambtenaar dit aanvaardt , kan hij in een dergelijk ambt worden tewerkgesteld , onvermindered de bepalingen van artikel 7 , lid 1 , van het Statuur .

2 . De ambtenaar ten aanzien van wie een besluit als bedoeld in lid 1 , tweede alinea , is genomen , behoudt zijn rang en alle daaraan verbonden rechten . Hij heeft recht van voorrang bij de bezetting van vacatures of nieuw ingestelde ambten in zijn rang , mits hij de daarvoor vereiste bekwaamheden bezit .

HOOFDSTUK III

Overgangs - en slotbepalingen

Artikel 9

Op de inrichtingsvergoeding , de inrichtingsvergoeding bij beëindiging van de dienst en de uitkering bij vertrek , waarop aanspraak kan worden gemaakt door de ambtenaar die in 1968 in vaste dienst wordt aangesteld , in een andere standplaats wordt tewerkgesteld of de dienst definitief beëindigt , wordt een aanpassingscoëfficiënt van 117,5 % toegepast .

Artikel 10

Tot de installatie van het Personeelscomité , die uiterlijk 31 december 1968 moet plaatsvinden , worden de bevoegheden van dit Comité uitgeoefend door een comité dat bestaat uit de leden van het Personeelscomité of de Personeelscomités die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gekozen .

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 29 februari 1968 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . COUVE DE MURVILLE

 


(1) PB nr . C 10 van 14 . 2 . 1968 , blz . 44 en 45 .  

(2) Verordening nr . 31 ( EEG ) , nr . 11 ( EGA ) van de Raden van 18 . 12 . 1961 , PB nr . 45 van 14 . 6 . 1962 , blz . 1385/62 , met inachtneming van de wijzigingen die hierin zijn aangebracht vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening .   

(3) Verordening nr . 31 ( EEG ) , nr . 11 ( EGA ) van de Raden van 18 . 12 . 1961 , PB nr . 45 van 14 . 6 . 1962 , blz . 1385/62 , met inachtneming van de wijzigingen die hierin zijn aangebracht vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening .