EGKS Hoge Autoriteit: Beschikking nr. 25/67 van 22 juni 1967 houdende reglement tot toepassing van artikel 66, sub 3, van het Verdrag voor wat betreft de vrijstelling van voorafgaande goedkeuring
Publicatieblad Nr. 154 van 14/07/1967 blz. 0011 - 0015
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0168
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0186
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 08 Deel 1 blz. 0074
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 08 Deel 1 blz. 0101
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 08 Deel 1 blz. 0101
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 8 Deel 1 blz. 0039
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 8 Deel 1 blz. 0039
Beschikking no. 25-67 van 22 juni 1967 houdende reglement tot toepassing van artikel 66, sub 3, van het Verdrag voor wat betreft de vrijstelling van voorafgaande goedkeuring DE HOGE AUTORITEIT: Gezien de artikelen 47, 66 en 80 van het Verdrag, Gelet op Beschikking no. 25-54 van 6 mei 1954 inzake de vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring op grond van artikel 66, sub 3, van het Verdrag (Publikatieblad van de E.G.K.S. van 11 mei 1954, blz. 346 e.v.), aangevuld door Beschikking no. 28-54 van 26 mei 1954 (Publikatieblad van de E.G.K.S. van 31 mei 1954, blz. 381), Overwegende dat krachtens artikel 66, sub 1, en behoudens het in dat artikel sub 3 bepaalde, aan voorafgaande goedkeuring van de Hoge Autoriteit is onderworpen iedere handeling die als zodanig tot direct of indirect gevolg heeft een concentratie van ondernemingen waarvan er ten minste één valt onder de toepassing van artikel 80; dat de Hoge Autoriteit de sub 1 bedoelde goedkeuring verleent indien zij van oordeel is dat de beoogde handeling aan de betrokken personen of ondernemingen niet de macht geeft invloed uit te oefenen op de concurrentie binnen de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 66, sub 2; Overwegende dat zij door Beschikking no. 25-54, met instemming van de Raad, overeenkomstig artikel 66, sub 3, vrijstelling van voorafgaande goedkeuring heeft verleend voor bepaalde groepen van tot concentratie van ondernemingen leidende handelingen welke door het belang van de activa of van de ondernemingen waarop zij betrekking hebben of door de aard van de concentratie welke zij tot stand brengen en rekening houdend met alle aan dezelfde controle onderworpen ondernemingen geacht moeten worden te voldoen aan de in artikel 66, sub 2, gestelde voorwaarden; Overwegende dat de ervaring heeft aangetoond dat Beschikking no. 25-54 moet worden aangepast aan de veranderingen welke zich inmiddels in de omvang van de produktie, de economische structuur, de marktomstandigheden en de concurrentievoorwaarden hebben voorgedaan; dat zulks in het bijzonder geldt voor de kwantitatieve grenzen voor vrijstelling, alsmede voor de banden welke ondernemingen van de Gemeenschap binden met ondernemingen uit andere sectoren en met handelsondernemingen; Overwegende dat bij concentratie van kolen- of staalproducerende ondernemingen de betekenis van de zich vormende bedrijfseenheid afhankelijk is van de omvang der produktie in de afzonderlijke groepen van produkten; dat deze omvang moet worden begrensd, zowel absoluut als in verhouding tot de produktie van de Gemeenschap, zoals deze blijkt uit de officiële statistiek; Overwegende dat bij concentraties tussen producerende ondernemingen en ondernemingen welke niet onder het Verdrag vallen rekening dient te worden gehouden met de bevoorrechte positie welke deze de ondernemingen van de Gemeenschap kunnen bezorgen doordat zij hun afzet waarborgen; dat het hiervoor bepalende kolen- of staalgebruik hetzij het totale verbruik der betrokken ondernemingen is, hetzij het verbruik der diverse niet onder het Verdrag vallende ondernemingen met wie de concentratie wordt aangegaan; Overwegende dat concentraties van groothandelsondernemingen, waarvoor overeenkomstig artikel 80 de bepalingen van artikel 66 gelden, dienen te worden beoordeeld op grondslag van de omvang van hun kolenafzet en van hun omzetcijfer voor staal, waarbij bestaande banden tussen een groothandelsonderneming en een producerende onderneming geen beletsel vormen voor vrijstelling van voorafgaande goedkeuring voor concentratie met een andere groothandelsonderneming; dat er, wat staal betreft, aanleiding bestaat om herhaalde concentraties en concentraties die tegelijk diverse distributie-ondernemingen betreffen, te beperken; Overwegende dat het voor schroot noodzakelijk is, bijzondere afzetgrenzen vast te stellen; Overwegende dat voor concentraties van producerende ondernemingen met kleinhandelsondernemingen, alsmede voor concentraties van distributie-ondernemingen met niet onder het Verdrag ressorterende ondernemingen in het algemeen vrijstelling van voorafgaande goedkeuring kan worden verleend; Overwegende dat het voor concentraties door vestiging van groepscontroles niet mogelijk is, algemene criteria voor vrijstelling vast te stellen; dat deze concentraties derhalve van het toepassingsgebied dezer beschikking dienen te worden uitgesloten, ongeacht of het gemeenschappelijke oprichting van nieuwe ondernemingen dan wel groepscontroles van bestaande ondernemingen betreft; Overwegende dat de Hoge Autoriteit ervan op de hoogte dient te zijn, welke concentraties op de gemeenschappelijke markt voor kolen en staal plaatsvinden, ook wanneer deze krachtens deze beschikking vrijgesteld zijn van voorafgaande goedkeuring; dat de ondernemingen of personen die de controle verworven hebben derhalve dienen te worden verplicht, dergelijke concentraties aan te melden, voor zover deze niet aanmerkelijk beneden de voor de vrijstelling vastgestelde maximumgrenzen blijven; Met instemming van de Raad van Ministers, BESLUIT: Concentraties tussen producenten Artikel 1 Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, bedoelde handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de produktie van kolen of staal, geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring voor zover: 1. de jaarlijkse produktie van alle bij de concentratie betrokken ondernemingen van de hieronder vermelde produkten onderstaande hoeveelheden niet overschrijdt: a)Steenkool | 10.000.000 t | b)Steenkoolbriketten | 1.000.000 t | c)Cokesovencokes | 3.000.000 t | d)IJzererts (ruw produkt) | onbeperkt | e)Gesinterd erts | 4.000.000 t | f)Ruwijzer en ferrolegeringen | 2.500.000 t | g)Ruwstaal (gewoon staal: blokken, halffabrikaten, vloeibaar staal) | 3.000.000 t | h)Gelegeerd en ongelegeerd speciaalstaal (blokken, halffabrikaten, vloeibaar staal) | 200.000 t | i)Afgewerkte walserijprodukten en eindprodukten | 2.400.000 t | 2. de jaarlijkse produktie der bij de concentratie betrokken ondernemingen bij geen enkele groep van staalprodukten, zoals deze in de bijlage bij deze beschikking zijn vermeld, meer bedraagt dan 30 % van de totale produktie van deze groep in de Gemeenschap. De totale produktie in de Gemeenschap is vermeld in de door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen gepubliceerde produktiestatistieken. Concentraties tussen kolenproducenten en niet onder het Verdrag vallende ondernemingen Artikel 2 Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen a) ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de produktie van kolen, en b) ondernemingen welke niet onder artikel 80 vallen, geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring, voor zover: - hetzij het totale jaarlijkse kolenverbruik van alle bij de concentratie betrokken ondernemingen niet meer bedraagt dan 5.000.000 ton, - hetzij het totale jaarlijkse kolenverbruik van elk der sub b) bedoelde ondernemingen minder bedraagt dan 500.000 ton. Concentraties tussen staalproducenten en niet onder het Verdrag vallende ondernemingen Artikel 3 1. Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen a) ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de produktie van staal, en b) ondernemingen welke niet onder artikel 80 vallen, geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring, voor zover: - hetzij de jaarlijkse produktie van de sub a) bedoelde ondernemingen niet meer bedraagt dan 20 % van de in artikel 1, sub 1, f) tot en met i) aangegeven hoeveelheden; - hetzij het jaarlijkse staalverbruik van de bij de concentratie betrokken ondernemingen niet meer bedraagt dan 50 % van hun produktie in deze groepen van produkten. Voor afgewerkte walserijprodukten en eindprodukten gelden echter de in de bijlage bij deze beschikking vermelde groepen van produkten; - hetzij de sub b) bedoelde ondernemingen geen staal als grondstof gebruiken. 2. De hoeveelheden welke worden gebruikt voor de staalproduktie en voor onderhoud en vernieuwing van de installaties der betrokken ondernemingen worden niet als staalverbruik aangemerkt. Concentraties tussen distributieondernemingen KOLEN Artikel 4 1. Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de distributie van kolen, uitgezonderd de verkoop aan huisbrandverbruikers of kleinbedrijf (distributieondernemingen), geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring voor zover de jaarlijkse afzet der bij de concentratie betrokken distributieondernemingen op dit gebied niet meer bedraagt dan 2.500.000 ton. 2. De afzet omvat de hoeveelheden welke voor eigen rekening en voor rekening van derden zijn verkocht. De verkoop aan huisbrandverbruikers en kleinbedrijf wordt niet in aanmerking genomen. STAAL Artikel 5 1. Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de distributie van staal uitgezonderd de verkoop aan huishoudingen en kleinindustrie (distributie-ondernemingen) geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring, voor zover: a) hetzij de jaarlijkse omzet op dit gebied — exclusief schroot — van de bij de concentratie betrokken ondernemingen niet meer bedraagt dan 60 miljoen rekeneenheden, b) hetzij de jaarlijkse omzet op dit gebied — exclusief schroot — van de distributie-onderneming welke een van de bij de concentratie betrokken partijen vertegenwoordigt, niet meer bedraagt dan 10 miljoen rekeneenheden. Herhaalde handelingen van deze aard of handelingen waarbij tegelijkertijd verscheidene distributie-ondernemingen zijn betrokken, zijn echter slechts vrijgesteld voor zover de hieruit voortvloeiende totale toeneming van de omzet niet meer bedraagt dan 30 miljoen rekeneenheden. 2. Ten aanzien van de handelingen welke direct of indirect leiden tot een concentratie tussen ondernemingen welker bedrijvigheid ligt op het gebied van de distributie van schroot, geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring, voor zover de totale jaarlijkse afzet van de bij de concentratie betrokken distributieondernemingen niet meer bedraagt dan 400.000 ton schroot. 3. De omzet omvat het bedrag van de voor eigen rekening en voor rekening van derden verkochte en gefactureerde produkten. De afzet omvat de hoeveelheden welke voor eigen rekening en voor rekening van derden zijn verkocht. Andere concentraties waarvoor vrijstelling geldt Artikel 6 Ten aanzien van de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke leiden tot een concentratie - tussen produktie-ondernemingen in de zin van artikel 80 en ondernemingen welke kolen of staal uitsluitend aan huisbrandverbruikers en kleinbedrijf verkopen; - tussen distributie-ondernemingen en ondernemingen welke niet onder artikel 80 vallen, geldt vrijstelling van de voorafgaande goedkeuring. Concentraties door groepscontrole Artikel 7 1. De artikelen 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing op de in artikel 66, sub 1, genoemde handelingen welke leiden tot een concentratie tussen a) enerzijds meerdere ondernemingen waarvan ten minste één een bedrijvigheid uitoefent op het gebied van de produktie of distributie van kolen en staal, en welke niet onderling zijn geconcentreerd, doch welke om feitelijke of juridische redenen een gemeenschappelijke controle (groepscontrole) uitoefenen op de sub b genoemde onderneming of ondernemingen, en b) anderzijds een of meer ondernemingen welke kolen of staal produceren, distribueren of als grondstof verwerken. 2. Alinea 1 geldt ongeacht of de concentratie het gevolg is van de gemeenschappelijke oprichting van een nieuwe onderneming of van de totstandkoming van een gemeenschappelijke controle over een bestaande onderneming. Algemene bepalingen Artikel 8 1. De overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 5 in aanmerking te nemen cijfers zijn de jaargemiddelden van de in de loop van de laatste drie boekjaren vóór de concentratie bereikte produktie-, verbruiks-, omzet- of afzetcijfers. 2. Voor ondernemingen welke nog geen drie jaar bestaan, dienen de jaargemiddelden van de sedert hun oprichting bereikte produktie-, verbruiks-, omzet- of afzetcijfers in aanmerking te worden genomen. Artikel 9 1. Bij toepassing van de artikelen 1 tot en met 7 dienen alle ondernemingen en handelingen in aanmerking te worden genomen, welke reeds onder een gezamenlijke controle staan of ten gevolge van de concentratie onder een gezamenlijke controle zouden vallen. 2. Voor de handelingen in de zin van artikel 66, sub 1, waarop verscheidene van de bovenstaande artikelen 1 tot en met 6 van toepassing zijn, geldt slechts vrijstelling van voorafgaande goedkeuring indien aan de voorwaarden van elk der van toepassing zijnde artikelen is voldaan. Artikel 10 1. De in artikel 66, sub 1, bedoelde handelingen ten aanzien waarvan volgens de artikelen 1 tot en met 5 vrijstelling van voorafgaande goedkeuring geldt, dienen binnen twee maanden na verwezenlijking van de concentratie aan de Hoge Autoriteit te worden aangemeld. De plicht tot aanmelding rust op de ondernemingen of personen die de controle hebben verkregen. Deze aanmeldingen dienen de volgende gegevens te bevatten: - een beschrijving van de handeling welke tot de concentratie leidt; - de aanduiding van de ondernemingen welke direct of indirect zullen worden geconcentreerd; - een overzicht over de produktie, de afzet of het verbruik van kolen of staal van de geconcentreerde ondernemingen. 2. Alinea 1 is niet van toepassing op concentraties waarbij minder dan 50 % wordt bereikt van de waarden welke volgens artikel 1 tot en met 5 van deze beschikking voor de vrijstelling van voorafgaande goedkeuring worden vereist. Artikel 11 Deze beschikking wordt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd. Zij treedt op 15 juli 1967 in werking. Op dezelfde datum treden de Beschikkingen no. 25-54 en no. 28-54 buiten werking. Deze beschikking is door de Hoge Autoriteit besproken en goedgekeurd op haar zitting van 22 juni 1967. Door de Hoge Autoriteit De Vice-Voorzitter A. Coppé -------------------------------------------------- BIJLAGE bij Beschikking no. 25-67 (artikel 1, sub 2 en artikel 3, sub 1) Materieel voor de bovenbouw van spoorwegen Damwandstaal Breedflensbalken Ander profielstaal van meer dan 80 mm en zoresstaal Rondstaal en vierkantstaal voor buizen Walsdraad op rollen Staafstaal en licht profielstaal Universaalstaal Warmgewalst bandstaal en buizenstrip Warmgewalste plaat, 4,76 mm en daarboven Warmgewalste plaat, 3—4,75 mm Warmgewalste plaat, minder dan 3 mm Warmgewalst breedband (als eindprodukt) Koudgewalste plaat, minder dan 3 mm Koudgewalst bandstaal voor de blikfabricage Vertind blik Onvertind blik Verzinkte, verlode of andere beklede plaat Dynamo- en transformatorplaat. --------------------------------------------------