31967L0428

Richtlijn 67/428/EEG van de Raad van 27 juni 1967 tot wijziging van de Richtlijn van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren

Publicatieblad Nr. 148 van 11/07/1967 blz. 0010 - 0011
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0099
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0161
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0099
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0178
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0129
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0048
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0048


++++

( 1 ) PB no . 12 van 27 . 1 . 1964 , blz . 161/64 .

( 2 ) Zie blz . 1 van dit nummer .

( 3 ) PB no . 22 van 9 . 2 . 1965 , blz . 373/65 .

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 27 juni 1967

tot wijziging van de richtlijn van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren

( 67/428/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op de richtlijn van de Raad van 5 november 1963 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij de richtlijn van de Raad van 27 juni 1967 betreffende het gebruik van bepaalde conserveermiddelen voor de oppervlaktebehandeling van citrusvruchten alsmede betreffende de controlemaatregelen voor de opsporing en kwantitatieve bepaling van conserveermiddelen in en op citrusvruchten ( 2 ) , inzonderheid op artikel 8 , lid 1 ,

Gelet op de richtlijn van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 3 ) ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat bij de richtlijn van de Raad van 26 januari 1965 de bijzondere zuiverheidseisen voor de in de bijlage van de richtlijn van de Raad van 5 november 1963 vermelde conserveermiddelen werden vastgesteld ; dat deze bijlage werd aangevuld door de richtlijn van de Raad van 27 juni 1967 , waarbij bifenyl , orthofenylfenol en natriumorthofenylfenolaat aan de lijst van toegelaten conserveermiddelen werden toegevoegd ;

Overwegende dat het noodzakelijk is bijzondere zuiverheidseisen vast te stellen voor de drie bovengenoemde conserveermiddelen ;

Overwegende dat de richtlijn van 26 januari 1965 voor kaliumdisulfiet ( E 224 ) een bepaald minimumgehalte aan zuivere stof vaststelt ; dat dit gehalte in het produktiestadium van kaliumdisulfiet gemakkelijk kan worden verkregen , doch in het handelsstadium ten gevolge van de natuurlijke achteruitgang van het produkt niet kan worden gehandhaafd ; dat het vastgestelde gehalte derhalve dient te worden gecorrigeerd ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De bijlage van de richtlijn van de Raad van 26 januari 1965 wordt als volgt gewijzigd :

1 . Onder no . E 224 , Kaliumdisulfiet , worden de aanduidingen betreffende het gehalte vervangen door :

" Niet minder dan 90 % K2S2O5 en niet minder dan 51,8 % SO2 ; de rest moet vrijwel geheel bestaan uit kaliumsulfaat " .

2 . Tussen no . E 225 en no . E 250 wordt de volgende tekst ingevoegd :

" E 230 Bifenyl

Voorkomen wit kristallijnpoeder

Smelttraject 68,5 _ 70,5 C

Gehalte niet minder dan 99,8 %

Benzeen niet minder dan 10 mg / kg

Aromatische aminen niet meer dan 2 mg / kg , uitgedrukt in aniline

Fenolderivaten niet meer dan 5 mg / kg , uitgedrukt in fenol

Trifenyl en hogere polyfenylderivaten niet meer dan 0,2 %

Polycyclische , aromatische koolwaterstoffen geen

Proef met zwavelzuur bij koud mengen van 1 gram bifenyl en 5 ml geconcentreerd zwavelzuur mag geen kleuring optreden

E 231 Orthofenylfenol

Voorkomen wit of licht geelachtig kristallijnpoeder

Smelttraject 56 _ 58 C

Gehalte niet minder dan 99 %

Bifenylether niet meer dan 0,3 %

p-fenylfenol niet meer dan 0,1 %

a-naftol niet meer dan 0,01 %

Sulfaatas niet meer dan 0,05 %

E 232 natriumorthofenylfenolaat

Voorkomen wit of licht geelachtig kristallijnpoeder

Smelttraject van niet omgekristalliseerd orthofenylfenol , afgescheiden door verzuring 56 _ 58 C na droging in een droogtoestel met zwavelzuur

pH van de 2 % waterige oplossing moet de pH liggen tussen 11,1 en 11,8

Gehalte niet minder dan 95 % C12H9ONa * H2O

Bifenylether niet meer dan 0,3 %

p-fenylfenol niet meer dan 0,1 %

a-naftol niet meer dan 0,01 % .

Artikel 2

Uiterlijk 1 juli 1968 treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen voor het volgen van deze richtlijn ; zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze maatregelen .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 27 juni 1967 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . VAN ELSLANDE