7.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 154/4


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie enerzijds en de regering van de Faeröer anderzijds betreffende de deelname van de Faeröer aan programma’s van de Unie

De Europese Unie (hierna “de Unie” genoemd),

enerzijds,

en

de regering van de Faeröer (hierna “de Faeröer” genoemd),

anderzijds,

hierna gezamenlijk “de Partijen” genoemd,

KENNISNEMEND VAN de wens van de Faeröer om geassocieerd te worden met een breder scala aan programma’s en activiteiten van de Unie,

OVERWEGENDE dat de Faeröer deze overeenkomst namens het Koninkrijk Denemarken sluiten uit hoofde van de wet betreffende de sluiting van overeenkomsten krachtens internationaal recht door de regering van de Faeröer,

GELEID DOOR DE WENS een duurzaam kader voor samenwerking tussen de Partijen tot stand te brengen met duidelijke en nauwkeurige bepalingen en voorwaarden voor de deelname van de Faeröer aan programma’s en activiteiten van de Unie, alsook een mechanisme waarmee het vaststellen van dergelijke deelname aan afzonderlijke programma’s of activiteiten van de Unie wordt gefaciliteerd,

GEZIEN met name de wens van de Faeröer om de betrekkingen met de Unie verder te versterken op de gebieden waarop de Faeröer met betrekking tot de Unie bevoegd zijn, met inbegrip van maar niet beperkt tot samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie en op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd, cultuur en sport,

GEZIEN de gemeenschappelijke doelstellingen, waarden en sterke banden van de Partijen op het gebied van onderzoek en innovatie, zoals eerder vastgesteld door middel van associatieovereenkomsten met de Faeröer betreffende de opeenvolgende kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie (1), en met erkenning van de gemeenschappelijke wens van de Partijen om hun betrekkingen en samenwerking op dit gebied te ontwikkelen, te versterken, te bevorderen en uit te breiden,

OVERWEGENDE dat het programma van de Unie voor onderzoek en innovatie, “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (“het Horizon Europa-programma”), is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (2),

GEZIEN de inspanningen van de Unie om het voortouw te nemen door de krachten te bundelen met haar internationale partners om mondiale uitdagingen aan te pakken in overeenstemming met het actieplan voor mens, planeet en welvaart van de Verenigde Naties, getiteld “Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling”, en erkennend dat onderzoek en innovatie belangrijke aanjagers en essentiële instrumenten zijn voor innovatiegedreven duurzame groei, voor het economisch concurrentievermogen en voor de aantrekkelijkheid van de economie,

INSTEMMEND MET de algemene beginselen van Verordening (EU) 2021/695,

MET INACHTNEMING VAN de doelstellingen van de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte om een gemeenschappelijke wetenschappelijke en technologische ruimte en een eengemaakte markt voor onderzoek en innovatie tot stand te brengen, de samenwerking tussen organisaties op het gebied van onderzoek en innovatie, met inbegrip van universiteiten, de uitwisseling van beste praktijken en aantrekkelijke onderzoeksloopbanen te bevorderen en te faciliteren, de mobiliteit van onderzoekers tussen landen en sectoren te vergemakkelijken, het vrije verkeer van wetenschappelijke kennis en innovatie te bevorderen, de eerbiediging van de academische vrijheid en vrij wetenschappelijk onderzoek te stimuleren, wetenschapsonderwijs en -communicatie te ondersteunen, en het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van deelnemende economieën te bevorderen, evenals het feit dat aan het Horizon Europa-programma geassocieerde landen hierbij belangrijke mogelijke partners zijn,

DE NADRUK LEGGEND op de rol van de Europese partnerschappen, waarmee enkele van de meest dringende uitdagingen van Europa door middel van gezamenlijke onderzoeks- en innovatie-initiatieven worden aangepakt, en aanzienlijk wordt bijgedragen tot de prioriteiten van de Unie op het gebied van onderzoek en innovatie waarvoor kritische massa en langetermijnvisie nodig zijn, en op het belang van de betrokkenheid van geassocieerde landen bij die Europese partnerschappen,

VOORNEMENS ZIJNDE wederzijds voordelige voorwaarden tot stand te brengen om fatsoenlijke banen te scheppen, de innovatie-ecosystemen van de Partijen te versterken en te ondersteunen door ondernemingen op de markten van de Partijen te helpen innoveren en opschalen, en zowel de toepassing, de uitrol als de toegankelijkheid van innovatie te bevorderen, onder meer door middel van capaciteitsopbouw,

ERKENNEND dat deelname aan elkaars onderzoeks- en innovatieprogramma’s wederzijdse voordelen moet opleveren, maar dat de Partijen zich ook het recht voorbehouden om de deelname aan hun onderzoeks- en innovatieprogramma’s te beperken of aan voorwaarden te onderwerpen, met name voor acties die verband houden met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze overeenkomst worden de regels voor de deelname van de Faeröer aan programma’s of activiteiten van de Unie vastgesteld (“de overeenkomst”).

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

“basishandeling”:

i)

een rechtshandeling van een of meer instellingen van de Unie die geen aanbeveling of advies is, waarbij een programma wordt ingesteld en die de rechtsgrondslag vormt voor een actie en voor de uitvoering van de overeenkomstige uitgaven die in de begroting van de Unie zijn opgenomen of van de door de begroting van de Unie gedekte begrotingsgarantie of financiële bijstand, met inbegrip van alle wijzigingen en van alle relevante handelingen van een instelling van de Unie die daarop een aanvulling vormen of daar uitvoering aan geven, met uitzondering van handelingen waarbij werkprogramma’s worden vastgesteld, of

ii)

een rechtshandeling van een of meer instellingen van de Unie die geen aanbeveling of advies is, waarbij een activiteit wordt ingesteld die vanuit de Uniebegroting wordt gefinancierd en geen programma is, met inbegrip van alle wijzigingen en van alle relevante handelingen van een instelling van de Unie die daarop een aanvulling vormen of daar uitvoering aan geven, met uitzondering van handelingen waarbij werkprogramma’s worden vastgesteld;

b)

“financieringsovereenkomsten”: overeenkomsten met betrekking tot programma’s en activiteiten van de Unie in het kader van de protocollen bij deze overeenkomst waaraan de Faeröer deelnemen tot uitvoering van Uniefondsen, zoals subsidieovereenkomsten, bijdrageovereenkomsten, kaderovereenkomsten inzake financieel partnerschap, financieringsovereenkomsten en garantieovereenkomsten;

c)

“andere regels met betrekking tot de uitvoering van de programma’s en de activiteiten van de Unie”: regels die zijn vastgesteld in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3) (“het Financieel Reglement”) die van toepassing is op de algemene begroting van de Unie, en in het werkprogramma of in de oproepen tot het indienen van voorstellen of andere toekenningsprocedures van de Unie;

d)

“toekenningsprocedure van de Unie”: procedure voor de toekenning van financiering door de Unie die is gestart door de Unie of door personen of entiteiten waaraan de uitvoering van middelen van de Unie is toevertrouwd;

e)

“entiteit van de Faeröer”: elke soort entiteit, ongeacht of het gaat om een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een ander soort entiteit, die overeenkomstig de desbetreffende basishandeling kan deelnemen aan activiteiten van een programma of activiteit van de Unie en die in de Faeröer verblijft of gevestigd is.

Artikel 3

Vaststelling van de deelname

1.   De Faeröer mogen deelnemen en bijdragen aan programma’s of activiteiten van de Unie, of in uitzonderlijke gevallen aan onderdelen daarvan, die openstaan voor de deelname van de Faeröer overeenkomstig de basishandelingen en onder de protocollen bij deze overeenkomst vallen.

2.   De specifieke bepalingen en voorwaarden voor de deelname van de Faeröer aan het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027) zijn vastgesteld in het Protocol betreffende de associatie van de Faeröer met Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027). Onverminderd artikel 15, lid 7, van deze overeenkomst kan het bij deze overeenkomst ingestelde gezamenlijk comité dat protocol wijzigen.

3.   Onverminderd artikel 15, lid 7, van deze overeenkomst worden de specifieke bepalingen en voorwaarden voor de deelname van de Faeröer aan andere specifieke programma’s of activiteiten van de Unie vastgesteld in de nadere protocollen bij deze overeenkomst en gewijzigd door het bij deze overeenkomst opgerichte gemengd comité.

4.   In de protocollen bij deze overeenkomst wordt het volgende vastgelegd:

a)

programma’s of activiteiten van de Unie, of in uitzonderlijke gevallen onderdelen daarvan, waaraan de Faeröer deelnemen;

b)

de duur van de deelname, hetgeen overeenkomt met de periode waarin de Faeröer en entiteiten van de Faeröer financiering van de Unie kunnen aanvragen of de besteding van middelen van de Unie aan de Faeröer of entiteiten van de Faeröer kan worden toevertrouwd;

c)

de specifieke voorwaarden voor de deelname van de Faeröer en entiteiten van de Faeröer, met inbegrip van specifieke nadere regelingen voor de uitvoering van de financiële voorwaarden als bepaald in de artikelen 6 en 7 van deze overeenkomst, specifieke nadere regelingen van het correctiemechanisme als bepaald in artikel 8 van deze overeenkomst, en voorwaarden voor deelname aan structuren die zijn ingesteld met het oog op de uitvoering van die programma’s of activiteiten van de Unie. Die voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met deze overeenkomst en de basishandelingen en met de handelingen van een of meer instellingen van de Unie waarbij dergelijke structuren worden vastgesteld;

d)

in voorkomend geval de hoogte van het bedrag van de bijdrage van de Faeröer aan een Unieprogramma dat door middel van een financieringsinstrument of een begrotingsgarantie wordt uitgevoerd.

Artikel 4

Naleving van de voorschriften voor het programma of de activiteit

1.   De Faeröer nemen deel aan programma’s of activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan waarop de protocollen bij deze overeenkomst van toepassing zijn, onder de bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst en de protocollen daarbij, alsook de basishandelingen en andere voorschriften voor de uitvoering van programma’s en activiteiten van de Unie.

2.   De in lid 1 bedoelde bepalingen en voorwaarden betreffen onder meer:

a)

het kunnen deelnemen van de entiteiten van de Faeröer en andere deelnamevoorwaarden met betrekking tot de Faeröer, met name wat betreft de oorsprong, de plaats van activiteit of de nationaliteit;

b)

de voorwaarden betreffende de indiening, beoordeling en selectie van aanvragen en de uitvoering van de acties door in aanmerking komende entiteiten van de Faeröer.

3.   De in lid 2, punt b), bedoelde bepalingen en voorwaarden zijn gelijkwaardig aan de bepalingen en voorwaarden die van toepassing zijn op in aanmerking komende entiteiten van de lidstaten, met inbegrip van de naleving van de beperkende maatregelen van de Unie (4), tenzij in de in lid 1 bedoelde bepalingen en voorwaarden anders is bepaald.

Artikel 5

Deelname van de Faeröer bij het beheer van programma’s of activiteiten van de Unie

1.   Vertegenwoordigers of deskundigen van de Faeröer of door de Faeröer aangewezen deskundigen mogen, behalve wat betreft punten die enkel voor lidstaten bestemd zijn of wat betreft een programma of activiteit van de Unie waaraan de Faeröer niet deelnemen, als waarnemers deelnemen aan vergaderingen van comités, deskundigengroepen of andere soortgelijke vergaderingen waaraan vertegenwoordigers of deskundigen van de lidstaten, of door de lidstaten aangewezen deskundigen deelnemen, en die de Europese Commissie bijstaan in de uitvoering en het beheer van de programma’s of activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan, waaraan de Faeröer overeenkomstig artikel 3 deelnemen, of die zijn ingesteld door de Europese Commissie in verband met de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot die programma’s of activiteiten of onderdelen daarvan. De vertegenwoordigers of deskundigen van de Faeröer of door de Faeröer aangewezen deskundigen zijn niet bij de stemming aanwezig. De Faeröer worden van het resultaat van de stemming in kennis gesteld.

2.   Als deskundigen of beoordelaars niet op grond van nationaliteit worden benoemd, is hun nationaliteit geen reden om de deskundigen en beoordelaars van de Faeröer uit te sluiten.

3.   Met inachtneming van de voorwaarden zoals vastgesteld in lid 1 gelden voor deelname van vertegenwoordigers van de Faeröer aan de in lid 1 bedoelde vergaderingen dezelfde regels en procedures als voor vertegenwoordigers van de lidstaten, met name wat betreft de spreekrechten, de ontvangst van informatie en documentatie, tenzij het punten betreft die alleen voor de lidstaten zijn voorbehouden of een programma of activiteit betreft waaraan de Faeröer niet deelnemen, en de vergoeding van reis- en verblijfkosten.

4.   In de protocollen bij deze overeenkomst kunnen nadere regelingen worden vastgesteld voor de deelname van deskundigen, alsmede voor de deelname van de Faeröer aan raden van bestuur en structuren die zijn ingesteld met het oog op de uitvoering van programma’s of activiteiten van de Unie, zoals bepaald in het desbetreffende protocol.

Artikel 6

Financiële voorwaarden

1.   De financiële bijdrage van de Faeröer aan de desbetreffende financiering in het kader van de Uniebegroting is een voorwaarde voor de deelname van de Faeröer of entiteiten van de Faeröer aan programma’s of activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan.

2.   De financiële bijdrage bestaat uit de som van:

a)

een vergoeding voor deelname, en

b)

een operationele bijdrage.

3.   De financiële bijdrage geschiedt in de vorm van een jaarlijkse betaling in een of meer termijnen.

4.   Onverminderd lid 8 van dit artikel en artikel 7 bedraagt de vergoeding voor deelname 4 % van de jaarlijkse operationele bijdrage, en wordt deze niet met terugwerkende kracht aangepast. Met ingang van 2028 kan het gezamenlijk comité de hoogte van de vergoeding voor deelname aanpassen.

5.   De operationele bijdrage dekt de beleids- en ondersteunende uitgaven en komt zowel in vastleggings- als betalingskredieten boven op de bedragen die in de definitief vastgestelde begroting van de Unie zijn opgenomen voor programma’s of activiteiten, of in uitzonderlijke gevallen onderdelen daarvan, in voorkomend geval verhoogd met externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan programma’s en activiteiten van de Unie die onder de respectieve protocollen bij deze overeenkomst vallen.

6.   De aanvankelijke operationele bijdrage wordt gebaseerd op een verdeelsleutel die wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het bruto binnenlands product (bbp) van de Faeröer tegen marktprijzen en het bbp van de Unie tegen marktprijzen. De toe te passen bbp’s tegen marktprijzen worden door de daarvoor bestemde diensten van de Europese Commissie vastgesteld op basis van de meest recente statistische gegevens die beschikbaar zijn voor begrotingsberekeningen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de betaling verschuldigd is. In afwijking daarvan wordt de aanvankelijke operationele bijdrage voor 2021 gebaseerd op het bbp tegen marktprijzen van het jaar 2019. Aanpassingen van deze verdeelsleutel kunnen in de desbetreffende protocollen bij deze overeenkomst worden vastgesteld.

7.   De operationele bijdrage is gebaseerd op de toepassing van de verdeelsleutel op de initiële vastleggingskredieten, verhoogd zoals beschreven in lid 5, die in de definitief vastgestelde begroting van de Unie voor het toepasselijke jaar zijn opgenomen voor de financiering van programma’s of activiteiten van de Unie of in uitzonderlijke gevallen onderdelen daarvan, waaraan de Faeröer deelnemen.

8.   De in lid 2 bedoelde vergoeding voor deelname heeft in de jaren 2021 tot en met 2027 de volgende waarde:

2021: 0,5 %,

2022: 1 %,

2023: 1,5 %,

2024: 2 %,

2025: 2,5 %,

2026: 3 %,

2027: 4 %.

9.   Op verzoek verstrekt de Unie de Faeröer informatie met betrekking tot hun financiële deelname, zoals opgenomen in de informatie aangaande programma’s en activiteiten van de Unie waaraan de Faeröer deelnemen die aan de begrotings- en kwijtingsautoriteiten van de Unie is verstrekt met betrekking tot begroting, boekhouding, prestaties en evaluaties. Die informatie wordt verstrekt met inachtneming van de regels van de Unie en de Faeröer inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming en laat de informatie die de Faeröer overeenkomstig artikel 10 moeten ontvangen, onverlet.

10.   Alle bijdragen van de Faeröer of betalingen van de Unie en de berekening van verschuldigde of te ontvangen bedragen, worden in euro’s verricht.

11.   De desbetreffende protocollen bevatten de nadere bepalingen voor de uitvoering van dit artikel.

Artikel 7

Programma’s en activiteiten waarop een aanpassingsmechanisme van toepassing is

1.   Indien dat in het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst is bepaald, kan de operationele bijdrage van een programma, activiteit of onderdeel daarvan voor een jaar N met terugwerkende kracht in een of meer volgende jaren naar boven of naar beneden worden bijgesteld op basis van de vastleggingen in de begroting die voor de vastleggingskredieten van dat jaar zijn gedaan, de uitvoering ervan via juridische verbintenissen en de vrijmaking ervan.

2.   De eerste aanpassing vindt plaats in jaar N+1, wanneer de aanvankelijke bijdrage naar boven of naar beneden wordt aangepast met het verschil tussen de aanvankelijke bijdrage en een aangepaste bijdrage die wordt berekend door de verdeelsleutel van jaar N, indien daarin is voorzien in het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst aangepast door toepassing van een coëfficiënt, toe te passen op de som van:

a)

de vastleggingen in de begroting die zijn gedaan voor vastleggingskredieten die in jaar N zijn toegestaan uit hoofde van de goedgekeurde begroting van de Unie en voor vastleggingskredieten die overeenstemmen met vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld, en

b)

eventuele vastleggingen voor externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan programma’s en activiteiten van de Unie die onder de desbetreffende protocollen bij deze overeenkomst vallen en aan het eind van jaar N beschikbaar waren.

3.   Elk daaropvolgend jaar, totdat alle vastleggingen in de begroting die onder uit jaar N afkomstige vastleggingskredieten zijn gefinancierd, zijn betaald of vrijgemaakt, en uiterlijk drie jaar na het einde van het programma of na het einde van het meerjarig financieel kader dat overeenstemt met jaar N, als die datum eerder valt, berekent de Unie een bijstelling van de bijdrage van jaar N door de bijdrage van de Faeröer te verminderen met het bedrag dat verkregen is door de verdeelsleutel, zoals aangepast indien dat op grond van het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst is vereist, van jaar N toe te passen op vrijmakingen die elk jaar plaatsvinden op vastleggingen van jaar N die gefinancierd zijn uit de Uniebegroting of op vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld.

4.   Indien vastleggingen voor externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan programma’s en activiteiten van de Unie die onder de desbetreffende protocollen bij deze overeenkomst vallen, worden geannuleerd, wordt de bijdrage van de Faeröer aan het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie, of onderdelen daarvan, verminderd met het bedrag dat wordt verkregen door de verdeelsleutel van jaar N, zoals aangepast indien dat op grond van het desbetreffende protocol is vereist, toe te passen op het geannuleerde bedrag.

Artikel 8

Programma’s en activiteiten van de Unie waarop een automatisch correctiemechanisme van toepassing is

1.   Een automatisch correctiemechanisme wordt toegepast op die programma’s of activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan wanneer in het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst in de toepassing daarvan is voorzien. De toepassing van dat automatisch correctiemechanisme kan worden beperkt tot in het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst gespecificeerde onderdelen van het programma of de activiteit van de Unie die worden uitgevoerd door middel van subsidies waarvoor concurrerende oproepen tot het indienen van voorstellen worden georganiseerd. In het desbetreffende protocol kunnen nadere regels worden vastgesteld voor de vaststelling van de onderdelen van het programma of de activiteit van de Unie waarop het automatisch correctiemechanisme al dan niet van toepassing is.

2.   Het bedrag van de automatische correctie voor een programma of activiteit van de Unie of onderdelen daarvan is gelijk aan het verschil tussen de initiële bedragen van de juridische verbintenissen die daadwerkelijk met de Faeröer of entiteiten van de Faeröer zijn aangegaan en die gefinancierd zijn uit vastleggingskredieten van het jaar in kwestie, en de overeenkomstige operationele bijdrage die door de Faeröer is betaald op grond van artikel 7, exclusief ondersteunende uitgaven, voor dezelfde periode.

3.   Nadere regels voor de vaststelling van de relevante bedragen van de in lid 2 bedoelde juridische verbintenissen, ook in het geval van consortia, en voor de berekening van de automatische correctie, kunnen in het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst worden vastgesteld.

Artikel 9

Evaluaties en controles

1.   De Unie heeft het recht om, overeenkomstig de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen of organen van de Unie en zoals bepaald in desbetreffende overeenkomsten en/of contracten, technische, wetenschappelijke, financiële of andere evaluaties en controles uit te voeren in de gebouwen en op de terreinen van op de Faeröer verblijvende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van op de Faeröer woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn. Die evaluaties en controles kunnen worden uitgevoerd door functionarissen van de instellingen, organen en instanties van de Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, of door andere personen die daartoe overeenkomstig het recht van de Unie door de Europese Commissie zijn gemachtigd.

2.   De functionarissen van de instellingen, organen en instanties van de Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, en de andere door de Europese Commissie gemachtigde personen hebben passende toegang tot plaatsen, werken en documenten (elektronische als papieren versies) en tot alle informatie die nodig is om deze controles uit te voeren, met inbegrip van het recht om een fysieke of digitale kopie en uittreksels van documenten of de inhoud van een gegevensdrager te verkrijgen die de gecontroleerde natuurlijke of rechtspersoon of de gecontroleerde derde in zijn bezit heeft.

3.   De Faeröer zullen het recht op toegang tot de Faeröer en tot de gebouwen en op de terreinen van de in lid 2 bedoelde functionarissen van de Unie en andere personen niet weigeren of op enige wijze belemmeren vanwege de uitvoering van hun in dit artikel bedoelde taken.

4.   De evaluaties en controles kunnen na de opschorting van de toepassing van een protocol bij deze overeenkomst overeenkomstig artikel 15, lid 4, de beëindiging van de voorlopige toepassing van deze overeenkomst of de opzegging van deze overeenkomst worden uitgevoerd onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen of organen van de Unie en in de desbetreffende overeenkomsten en/of contracten met betrekking tot eventuele juridische verbintenissen tot besteding van de begroting van de Unie die de Unie vóór de datum waarop de opschorting van de toepassing van het desbetreffende protocol, de beëindiging van de voorlopige toepassing van deze overeenkomst of de opzegging van deze overeenkomst van toepassing wordt, is aangegaan.

Artikel 10

Bestrijding van onregelmatigheden en fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

1.   De Europese Commissie en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zijn gemachtigd om op het grondgebied van de Faeröer administratieve onderzoeken, waaronder controles en verificaties ter plaatse, te verrichten. Die onderzoeken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden die zijn vastgesteld bij de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen van de Unie.

2.   De bevoegde autoriteiten van de Faeröer stellen de Europese Commissie of OLAF binnen een redelijke termijn in kennis van elk feit of elk vermoeden waarvan zij kennis hebben gekregen in verband met een onregelmatigheid, fraude of een andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.

3.   Controles en verificaties ter plaatse kunnen worden uitgevoerd op de terreinen van op de Faeröer verblijvende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van op de Faeröer woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn.

4.   De controles en verificaties ter plaatse worden door de Europese Commissie of OLAF voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de door de Faeröer aangewezen bevoegde Faeröerse autoriteit. De aangewezen autoriteit wordt tijdig in kennis gesteld van het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties, zodat zij bijstand kan verlenen. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde Faeröerse autoriteiten aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.

5.   Op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Faeröer kunnen de controles en verificaties ter plaatse samen met de Europese Commissie en OLAF worden uitgevoerd.

6.   Functionarissen van de Europese Commissie en OLAF hebben toegang tot alle informatie en documentatie over de desbetreffende verrichtingen die nodig zijn voor de passende uitvoering van controles en verificaties ter plaatse, met inbegrip van computergegevens. Zij mogen met name kopieën maken van relevante documenten.

7.   Wanneer een persoon, entiteit of andere derde zich verzet tegen een controle of verificatie ter plaatse, staan de bevoegde autoriteiten van de Faeröer overeenkomstig de nationale wetten en voorschriften de Europese Commissie of OLAF bij om hen in staat te stellen hun taken met betrekking tot de controle of verificatie ter plaatse uit te voeren. Die steun omvat het nemen van passende voorzorgsmaatregelen uit hoofde van het nationale recht, met name ter bescherming van bewijsstukken.

8.   De Europese Commissie of OLAF stelt de bevoegde autoriteiten van de Faeröer van het resultaat van deze controles en verificaties in kennis. De Europese Commissie of OLAF stelt de bevoegde Faeröerse autoriteit met name zo spoedig mogelijk in kennis van elk feit of vermoeden met betrekking tot een onregelmatigheid waarvan de Europese Commissie of OLAF in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen.

9.   Onverminderd de toepassing van het Faeröerse strafrecht, kan de Europese Commissie overeenkomstig de wetgeving van de Unie administratieve maatregelen en sancties opleggen aan alle op de Faeröer verblijvende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan de uitvoering van een programma of activiteit van de Unie.

10.   Met het oog op een goede uitvoering van dit artikel wisselen de Europese Commissie of OLAF en de bevoegde autoriteiten van de Faeröer regelmatig informatie uit, en plegen zij overleg indien een van de Partijen daarom verzoekt.

11.   Om doeltreffende samenwerking en informatie-uitwisseling met OLAF te vergemakkelijken, wijzen de Faeröer een contactpunt aan.

12.   Bij de informatie-uitwisseling tussen de Europese Commissie of OLAF en de bevoegde autoriteiten van de Faeröer worden de vertrouwelijkheidseisen naar behoren in acht genomen. Persoonsgegevens die in de uitgewisselde informatie zijn opgenomen, worden beschermd overeenkomstig de toepasselijke regels.

13.   De bevoegde autoriteiten van de Faeröer werken samen met het Europees Openbaar Ministerie om het in staat te stellen daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden overeenkomstig de toepasselijke wetgeving te onderzoeken, te vervolgen en voor de rechter te brengen.

Artikel 11

Wijziging van de artikelen 9 en 10

Het bij deze overeenkomst opgerichte gezamenlijk comité kan de artikelen 9 en 10 van deze overeenkomst wijzigen, met name om rekening te houden met wijzigingen van handelingen van een of meer instellingen van de Unie.

Artikel 12

Invordering en tenuitvoerlegging

1.   Besluiten van de Europese Commissie waarbij een geldelijke verplichting wordt opgelegd aan natuurlijke of rechtspersonen die geen staten zijn met betrekking tot vorderingen uit hoofde van programma’s, activiteiten, acties of projecten van de Unie, zijn uitvoerbaar op de Faeröer. De formule van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van het desbetreffende besluit, aangebracht door de nationale autoriteit die daartoe door de regering van de Faeröer is aangewezen. De regering van de Faeröer maakt haar aangewezen nationale autoriteit bekend aan de Europese Commissie en aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 13 heeft de Europese Commissie het recht dergelijke uitvoerbare beslissingen rechtstreeks ter kennis te brengen van op de Faeröer wonende personen en aldaar gevestigde juridische entiteiten. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens het recht en de procedurevoorschriften van de Faeröer.

2.   Arresten en beschikkingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie op basis van de toepassing van een arbitragebeding in een contract of overeenkomst met betrekking tot programma’s, activiteiten, acties of projecten van de Unie zijn op de Faeröer uitvoerbaar op dezelfde wijze als de in lid 1 bedoelde besluiten van de Europese Commissie.

3.   Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om de rechtsgeldigheid van het in lid 1 bedoelde besluit van de Europese Commissie te toetsen en de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. Het toezicht op de regelmatigheid van de tenuitvoerlegging behoort echter tot de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de Faeröer.

Artikel 13

Communicatie en uitwisseling van informatie

De instellingen, organen en instanties van de Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van programma’s of activiteiten van de Unie of bij de controle van dergelijke programma’s of activiteiten, hebben het recht om rechtstreeks, onder meer via elektronische uitwisselingssystemen, te communiceren met op de Faeröer verblijvende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die financiering van de Unie ontvangen, alsook met op de Faeröer verblijvende of gevestigde derden die betrokken zijn bij de besteding van financiering van de Unie. Die personen, entiteiten en derden kunnen rechtstreeks bij de instellingen, organen en instanties van de Unie alle informatie en documentatie indienen die zij moeten indienen op grond van het recht van de Unie die van toepassing is op het programma of de activiteit van de Unie en op grond van de contracten of financieringsovereenkomsten die voor de uitvoering van dat programma of die activiteit zijn gesloten.

Artikel 14

Gezamenlijk comité

1.   Er wordt een gezamenlijk comité opgericht. Het gezamenlijk comité is onder andere belast met:

a)

het beoordelen, evalueren en herzien van de uitvoering van deze overeenkomst en de protocollen daarbij, met name wat betreft:

i)

de deelname aan en prestaties van de Faeröerse juridische entiteiten in het kader van programma’s en activiteiten van de Unie;

ii)

in voorkomend geval, de mate waarin deelname door een Partij aan de programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Unie, of onderdelen daarvan, (wederzijds) openstaat voor de in elke Partij gevestigde juridische entiteiten;

iii)

de uitvoering van het mechanisme voor financiële toewijzing en in voorkomend geval het automatisch correctiemechanisme dat van toepassing is op programma’s of activiteiten van de Unie die onder de protocollen bij deze overeenkomst vallen;

iv)

de uitwisseling van informatie en in voorkomend geval de bestudering van eventuele vragen over de exploitatie van resultaten, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten;

b)

op verzoek van een van de Partijen, het bespreken van de door de Partijen toegepaste of geplande beperkingen van de toegang tot hun respectieve onderzoeks- en innovatieprogramma’s, met name voor acties in verband met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid;

c)

het onderzoeken hoe de samenwerking kan worden verbeterd en ontwikkeld;

d)

het samen bespreken van de toekomstige oriëntaties en prioriteiten van beleid met betrekking tot programma’s of activiteiten van de Unie die onder de protocollen bij deze overeenkomst vallen;

e)

het uitwisselen van informatie, onder meer over nieuwe wetgeving, besluiten of nationale programma’s die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst en de protocollen daarbij;

f)

het vaststellen van protocollen bij deze overeenkomst betreffende specifieke bepalingen en voorwaarden voor de deelname van de Faeröer aan programma’s en activiteiten van de Unie of onderdelen daarvan, of in voorkomend geval het wijzigen van dergelijke protocollen;

g)

het wijzigen van de artikelen 9 en 10, met name om rekening te houden met wijzigingen van handelingen vastgesteld door een of meer instellingen van de Unie.

2.   De besluiten van het gezamenlijk comité worden door middel van overeenstemming genomen.

3.   Het gezamenlijk comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en de Faeröer. Het stelt zijn reglement van orde vast.

4.   Het gezamenlijk comité kan besluiten om op ad-hocbasis een werkgroep of adviesorgaan van deskundigen op te zetten, die/dat kan bijdragen tot de uitvoering van deze overeenkomst.

5.   Het gezamenlijk comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en, indien dat vanwege bijzondere omstandigheden nodig is, op verzoek van een van de Partijen. De Unie en de Faeröer organiseren de vergaderingen beurtelings en treden beurtelings als gastheer op.

6.   Het gezamenlijk comité voert zijn werkzaamheden doorlopend uit door middel van de uitwisseling van relevante informatie via alle communicatiemiddelen, met name met betrekking tot de deelname en prestaties van de Faeröerse entiteiten. Het gezamenlijk comité kan zijn taken met name schriftelijk uitvoeren wanneer dat nodig is.

Artikel 15

Slotbepalingen

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de Partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van hun interne daartoe vereiste procedures. Zij is met terugwerkende kracht van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

2.   De Partijen kunnen deze overeenkomst voorlopig toepassen overeenkomstig hun respectieve interne procedures en wetgeving. De voorlopige toepassing begint op de datum waarop de Partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van hun interne daartoe vereiste procedures.

3.   Indien de Faeröer de Unie ervan in kennis stellen dat zij hun interne procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst niet zullen voltooien, wordt de voorlopige toepassing van deze overeenkomst beëindigd op de dag waarop de Unie die kennisgeving ontvangt, die voor de toepassing van deze overeenkomst geldt als de dag van stopzetting.

De besluiten van het gezamenlijk comité zijn met ingang van dezelfde datum niet langer van toepassing.

4.   De Unie kan de toepassing van een relevant protocol bij deze overeenkomst opschorten indien de Faeröer de in het kader van het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie verschuldigde financiële bijdrage niet of slechts ten dele betalen.

Indien de niet-betaling de uitvoering en het beheer van het desbetreffende programma van de Unie aanzienlijk in gevaar brengt, verzendt de Europese Commissie een formele aanmaningsbrief. Indien binnen twintig werkdagen na de formele aanmaningsbrief geen betaling is verricht, stelt de Unie de Faeröer in kennis van de opschorting van de toepassing van het desbetreffende protocol bij deze overeenkomst door middel van een formele kennisgevingsbrief, die 15 dagen na ontvangst van die kennisgeving door de Faeröer van kracht wordt.

Indien de toepassing van een protocol wordt opgeschort, komen Faeröerse entiteiten niet in aanmerking voor deelname aan aanbestedingsprocedures van de Unie die nog niet zijn afgerond op het moment dat de opschorting van kracht wordt. Een aanbestedingsprocedure van de Unie wordt geacht te zijn voltooid wanneer als gevolg van die procedure juridische verbintenissen zijn aangegaan.

De opschorting laat de juridische verbintenissen die in het kader van het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie zijn aangegaan met Faeröerse entiteiten voordat de opschorting van kracht werd, onverlet. Het desbetreffende protocol blijft van toepassing op dergelijke juridische verbintenissen.

Zodra de Unie het volledige verschuldigde bedrag van de financiële bijdrage heeft ontvangen, stelt zij de Faeröer daarvan in kennis. De opschorting wordt onmiddellijk na deze kennisgeving opgeheven.

Vanaf de datum waarop de opschorting wordt opgeheven, komen Faeröerse entiteiten weer in aanmerking voor aanbestedingsprocedures van de Unie die vóór en na die datum in het kader van het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie van start zijn gegaan en waarvoor de uiterste termijn voor het indienen van aanvragen nog niet is verstreken.

5.   Elk van beide Partijen kan deze overeenkomst te allen tijde opzeggen door een schriftelijke kennisgeving aan de wederpartij van zijn voornemen daartoe. Deze overeenkomst kan alleen in haar geheel worden opgezegd.

De opzegging wordt drie maanden na de datum waarop de schriftelijke kennisgeving de geadresseerde bereikt, van kracht. De datum waarop de opzegging van kracht wordt, is de opzeggingsdatum voor de toepassing van deze overeenkomst.

6.   Indien deze overeenkomst overeenkomstig lid 3 niet langer voorlopig van toepassing is of overeenkomstig lid 5 wordt opgezegd, komen de Partijen overeen dat:

a)

projecten, acties, activiteiten of onderdelen daarvan waarvoor gedurende de voorlopige toepassing en/of na de inwerkingtreding van deze overeenkomst en voordat deze overeenkomst niet meer van toepassing is of wordt opgezegd juridische verbintenissen zijn aangegaan, onder de voorwaarden van deze overeenkomst worden voortgezet totdat zij zijn voltooid;

b)

de jaarlijkse financiële bijdrage aan het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie voor het jaar N waarin deze overeenkomst niet langer voorlopig van toepassing is of wordt opgezegd, volledig wordt betaald overeenkomstig artikel 6 en eventuele relevante voorschriften van de desbetreffende protocollen. Indien het aanpassingsmechanisme van toepassing is, wordt de operationele bijdrage aan het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie in het jaar N aangepast overeenkomstig artikel 7. Voor programma’s of activiteiten waarop zowel het aanpassingsmechanisme als het automatisch correctiemechanisme van toepassing is, wordt de desbetreffende operationele bijdrage voor het jaar N aangepast overeenkomstig artikel 7 en gecorrigeerd overeenkomstig artikel 8. De vergoeding voor deelname die voor het jaar N als onderdeel van de financiële bijdrage aan het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie wordt betaald, wordt niet aangepast of gecorrigeerd;

c)

indien het aanpassingsmechanisme van toepassing is, aanvankelijke operationele bijdragen aan het desbetreffende programma of de desbetreffende activiteit van de Unie die zijn betaald voor de jaren waarin deze overeenkomst van toepassing was, in het jaar nadat deze overeenkomst niet langer voorlopig van toepassing wordt of wordt opgezegd, worden aangepast overeenkomstig artikel 7. Voor programma’s of activiteiten van de Unie waarop zowel het aanpassingsmechanisme als het automatisch correctiemechanisme van toepassing is, worden deze operationele bijdragen aangepast overeenkomstig artikel 7 en gecorrigeerd overeenkomstig artikel 8.

7.   De Partijen regelen in onderlinge overeenstemming eventuele andere gevolgen van de opzegging of de beëindiging van de voorlopige toepassing van deze overeenkomst.

8.   Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met wederzijdse instemming van de Partijen. Bij de inwerkingtreding van de wijzigingen wordt dezelfde procedure gevolgd als voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst overeenkomstig lid 1.

9.   De protocollen maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.

10.   Deze overeenkomst is in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Faeröerse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Image 1L1542022NL410120220516NL0002.0001161183ProtocolBetreffende de associatie van de faeröer met horizon europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027)Artikel 1Reikwijdte van de associatie1.De Faeröer nemen als geassocieerd land deel aan en dragen bij aan alle onderdelen van het programma Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (het Horizon Europa-programma) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de RaadVerordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1). en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de RaadBesluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1)., in de actuele versies daarvan, en door middel van een financiële bijdrage aan het Europees Instituut voor innovatie en technologie.2.Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de RaadVerordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 61). en Besluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de RaadBesluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 2021-2027: Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren, en tot intrekking van Besluit nr. 1312/2013/EU (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 91)., in de actuele versies daarvan, zijn van toepassing op de deelname van Faeröerse entiteiten aan de kennis- en innovatiegemeenschappen.Artikel 2Aanvullende voorwaarden voor deelname aan het Horizon Europa-programma1.Voordat zij beslist of Faeröerse entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Europese Commissie om specifieke informatie of toezeggingen verzoeken, bijvoorbeeld:a)informatie over de vraag of entiteiten van de Unie toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan de desbetreffende programma van Horizon Europa;b)informatie over de vraag of de Faeröer beschikken over een nationaal screeningmechanisme voor investeringen en waarborgen dat de bevoegde autoriteiten van de Faeröer bij de Europese Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten de Faeröer is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Faeröerse juridische entiteit die financiering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie, voor zover de Europese Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan de Faeröer de lijst van de relevante Faeröerse entiteiten verstrekt, enc)waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door Faeröerse entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de Unie. De Faeröer delen gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met zaken die aan nationale uitvoerbeperkingen onderworpen zijn.2.De Faeröerse entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder bepalingen en voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen en voorwaarden voor entiteiten van de Unie, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van lid 1.3.Indien de Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toe te passen, kunnen de Faeröer en Faeröerse entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstemming met de rechtshandelingen van de Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.4.De rechten van de Faeröer om te worden vertegenwoordigd in en deel te nemen aan het Comité Europese onderzoeksruimte en de subgroepen ervan, zijn de rechten die van toepassing zijn op de desbetreffende categorie geassocieerde landen overeenkomstig de toepasselijke regels en procedures.5.Vertegenwoordigers van de Faeröer hebben het recht als waarnemer deel te nemen aan de raad van beheer van het JRC, zonder stemrecht. Onder die voorwaarde gelden voor die deelname dezelfde regels en procedures als de regels en procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie, met inbegrip van de spreekrechten en de procedures voor de ontvangst van informatie en documentatie met betrekking tot kwesties die de Faeröer betreffen.6.De Faeröer kunnen deelnemen aan een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 723/2009 van de RaadVerordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1)., in de actuele versie daarvan, en overeenkomstig de rechtshandeling tot oprichting van het ERIC.7.De Partijen stellen in het kader van de bestaande bepalingen alles in het werk om het vrij verkeer en verblijf van personen die aan de onder dit protocol vallende activiteiten deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.8.De Faeröer treffen alle passende maatregelen die nodig zijn ervoor te zorgen dat op de Faeröer aangekochte of naar de Faeröer ingevoerde goederen en diensten die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd uit hoofde van subsidieovereenkomsten en/of contracten voor de uitvoering van de activiteiten overeenkomstig dit protocol worden vrijgesteld van op de Faeröer geldende douanerechten, invoerrechten en andere fiscale heffingen, met inbegrip van btw.Artikel 3WederkerigheidIn de Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan die van het Horizon Europa-programma overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving van de Faeröer.Bijlage II bij dit protocol bevat een niet-uitputtende lijst van equivalente programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer of onderdelen daarvan.De financiering van in de Unie gevestigde juridische entiteiten door de Faeröer valt onder de wet- en regelgeving van de Faeröer die van toepassing is op de exploitatie van programma’s, projecten, acties en activiteiten voor onderzoek en innovatie of onderdelen daarvan. Indien geen financiering wordt verstrekt, kunnen in de Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.Artikel 4Open wetenschapDe Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s, projecten, acties of activiteiten of onderdelen daarvan wederzijds en overeenkomstig de voorschriften van het Horizon Europa-programma en de toepasselijke wetgeving van de Faeröer.Artikel 5Gedetailleerde voorschriften inzake de financiële bijdrage, het aanpassingsmechanisme en het automatisch correctiemechanisme1.Op de operationele bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma zijn een aanpassingsmechanisme en een automatisch correctiemechanisme van toepassing.2.Het automatisch correctiemechanisme is gebaseerd op de prestaties van de Faeröer en Faeröerse entiteiten in de onderdelen van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededinging worden uitgevoerd.3.Bijlage I bij dit protocol bevat gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van het automatisch correctiemechanisme.Artikel 6Slotbepalingen1.Dit protocol blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties, activiteiten of onderdelen daarvan, die vanuit het Horizon Europa-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van dit protocol.2.De bijlagen bij dit protocol maken integrerend deel uit van het protocol.Bijlage I:Voorschriften voor de financiële bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)Bijlage II:Lijst van equivalente programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer of onderdelen daarvan


(1)  Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking (PB L 245 van 17.9.2010, blz. 2); Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 3).

(2)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(4)  De beperkende maatregelen van de Unie zijn beperkende maatregelen die uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn vastgesteld.


PROTOCOL

Betreffende de associatie van de faeröer met horizon europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2021-2027)

Artikel 1

Reikwijdte van de associatie

1.   De Faeröer nemen als geassocieerd land deel aan en dragen bij aan alle onderdelen van het programma “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (“het Horizon Europa-programma”) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (1) en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de Raad (2), in de actuele versies daarvan, en door middel van een financiële bijdrage aan het Europees Instituut voor innovatie en technologie.

2.   Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Besluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de Raad (4), in de actuele versies daarvan, zijn van toepassing op de deelname van Faeröerse entiteiten aan de kennis- en innovatiegemeenschappen.

Artikel 2

Aanvullende voorwaarden voor deelname aan het Horizon Europa-programma

1.   Voordat zij beslist of Faeröerse entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Europese Commissie om specifieke informatie of toezeggingen verzoeken, bijvoorbeeld:

a)

informatie over de vraag of entiteiten van de Unie toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan de desbetreffende programma van Horizon Europa;

b)

informatie over de vraag of de Faeröer beschikken over een nationaal screeningmechanisme voor investeringen en waarborgen dat de bevoegde autoriteiten van de Faeröer bij de Europese Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten de Faeröer is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Faeröerse juridische entiteit die financiering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie, voor zover de Europese Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan de Faeröer de lijst van de relevante Faeröerse entiteiten verstrekt, en

c)

waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door Faeröerse entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de Unie. De Faeröer delen gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met zaken die aan nationale uitvoerbeperkingen onderworpen zijn.

2.   De Faeröerse entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder bepalingen en voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen en voorwaarden voor entiteiten van de Unie, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van lid 1.

3.   Indien de Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toe te passen, kunnen de Faeröer en Faeröerse entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstemming met de rechtshandelingen van de Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.

4.   De rechten van de Faeröer om te worden vertegenwoordigd in en deel te nemen aan het Comité Europese onderzoeksruimte en de subgroepen ervan, zijn de rechten die van toepassing zijn op de desbetreffende categorie geassocieerde landen overeenkomstig de toepasselijke regels en procedures.

5.   Vertegenwoordigers van de Faeröer hebben het recht als waarnemer deel te nemen aan de raad van beheer van het JRC, zonder stemrecht. Onder die voorwaarde gelden voor die deelname dezelfde regels en procedures als de regels en procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie, met inbegrip van de spreekrechten en de procedures voor de ontvangst van informatie en documentatie met betrekking tot kwesties die de Faeröer betreffen.

6.   De Faeröer kunnen deelnemen aan een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad (5), in de actuele versie daarvan, en overeenkomstig de rechtshandeling tot oprichting van het ERIC.

7.   De Partijen stellen in het kader van de bestaande bepalingen alles in het werk om het vrij verkeer en verblijf van personen die aan de onder dit protocol vallende activiteiten deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.

8.   De Faeröer treffen alle passende maatregelen die nodig zijn ervoor te zorgen dat op de Faeröer aangekochte of naar de Faeröer ingevoerde goederen en diensten die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd uit hoofde van subsidieovereenkomsten en/of contracten voor de uitvoering van de activiteiten overeenkomstig dit protocol worden vrijgesteld van op de Faeröer geldende douanerechten, invoerrechten en andere fiscale heffingen, met inbegrip van btw.

Artikel 3

Wederkerigheid

In de Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan die van het Horizon Europa-programma overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving van de Faeröer.

Bijlage II bij dit protocol bevat een niet-uitputtende lijst van equivalente programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer of onderdelen daarvan.

De financiering van in de Unie gevestigde juridische entiteiten door de Faeröer valt onder de wet- en regelgeving van de Faeröer die van toepassing is op de exploitatie van programma’s, projecten, acties en activiteiten voor onderzoek en innovatie of onderdelen daarvan. Indien geen financiering wordt verstrekt, kunnen in de Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.

Artikel 4

Open wetenschap

De Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s, projecten, acties of activiteiten of onderdelen daarvan wederzijds en overeenkomstig de voorschriften van het Horizon Europa-programma en de toepasselijke wetgeving van de Faeröer.

Artikel 5

Gedetailleerde voorschriften inzake de financiële bijdrage, het aanpassingsmechanisme en het automatisch correctiemechanisme

1.   Op de operationele bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma zijn een aanpassingsmechanisme en een automatisch correctiemechanisme van toepassing.

2.   Het automatisch correctiemechanisme is gebaseerd op de prestaties van de Faeröer en Faeröerse entiteiten in de onderdelen van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededinging worden uitgevoerd.

3.   Bijlage I bij dit protocol bevat gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van het automatisch correctiemechanisme.

Artikel 6

Slotbepalingen

1.   Dit protocol blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties, activiteiten of onderdelen daarvan, die vanuit het Horizon Europa-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van dit protocol.

2.   De bijlagen bij dit protocol maken integrerend deel uit van het protocol.

Bijlage I:

Voorschriften voor de financiële bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)

Bijlage II:

Lijst van equivalente programma’s, projecten, acties en activiteiten van de Faeröer of onderdelen daarvan

(1)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(2)  Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 61).

(4)  Besluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 2021-2027: Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren, en tot intrekking van Besluit nr. 1312/2013/EU (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 91).

(5)  Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).


BIJLAGE I

Voorschriften voor de financiële bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)

I.   Berekening van de financiële bijdrage van de Faeröer

1.

De financiële bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma wordt jaarlijks vastgesteld evenredig aan en als aanvulling op het bedrag dat elk jaar in de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten die nodig zijn voor het beheer, de uitvoering en het functioneren van het Horizon Europa-programma, verhoogd overeenkomstig artikel 6, lid 5, van deze overeenkomst.

2.

De vergoeding voor deelname van de Faeröer wordt vastgesteld en ingefaseerd overeenkomstig artikel 6, leden 4 en 8, van deze overeenkomst.

3.

Overeenkomstig artikel 6, lid 6, van deze overeenkomst wordt de aanvankelijke operationele bijdrage die de Faeröer voor hun deelname aan het Horizon Europa-programma moeten betalen voor de desbetreffende begrotingsjaren, berekend door de verdeelsleutel aan te passen.

De verdeelsleutel wordt als volgt aangepast:

Aangepase verdeelsleutel=Verdeelsleutel ×Coëfficiënt

De coëfficiënt die in de bovenstaande berekening wordt gebruikt om de verdeelsleutel aan te passen, is 0,4.

4.

De operationele bijdrage van de Faeröer aan Horizon Europa wordt aangepast overeenkomstig de voorschriften in artikel 7 van deze overeenkomst.

II.   Automatische correctie van de operationele bijdrage van de Faeröer

1.

Voor de berekening van de automatische correctie als bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst en in artikel 5 van dit protocol, gelden de volgende nadere bepalingen:

a)

“subsidies op basis van mededinging”: door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen toegekende subsidies, waarvan de eindbegunstigden kunnen worden geïdentificeerd wanneer de automatische correctie wordt berekend. Financiële steun aan derden in de zin van artikel 204 van het Financieel Reglement is uitgesloten;

b)

indien een juridische verbintenis met een consortium wordt aangegaan, zijn de bedragen die worden gebruikt om de aanvankelijke bedragen van de juridische verbintenis vast te stellen de cumulatieve bedragen die zijn toegewezen aan begunstigden die Faeröerse entiteiten zijn, overeenkomstig de indicatieve verdeling van de begroting van de subsidieovereenkomst;

c)

alle bedragen van juridische verbintenissen in het kader van subsidies op basis van mededinging worden vastgesteld met behulp van het elektronische systeem “eCorda” van de Europese Commissie en worden op de tweede woensdag van februari van het jaar N+2 opgenomen;

d)

“niet-interventiekosten”: andere kosten van het programma dan subsidies op basis van mededinging, met inbegrip van ondersteunende uitgaven, programmaspecifiek beheer en andere acties (1);

e)

de bedragen die aan internationale organisaties worden toegewezen als juridische entiteiten die de eindbegunstigde zijn (2), worden beschouwd als niet-interventiekosten.

2.

Het mechanisme wordt als volgt toegepast:

a)

automatische correcties voor het jaar N in verband met de betaling van vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 6, lid 5, van deze overeenkomst worden in jaar N+2 toegepast op basis van gegevens uit eCorda over het jaar N het jaar N+1 als bedoeld in afdeling II, punt 1, c), van deze bijlage, nadat eventuele aanpassingen overeenkomstig artikel 7, van deze overeenkomst zijn toegepast op de bijdrage van de Faeröer aan het Horizon Europa-programma. Het in aanmerking te nemen bedrag is het bedrag van subsidies op basis van mededinging waarvoor gegevens beschikbaar zijn wanneer de correctie wordt berekend;

b)

met ingang van het jaar N+2 en tot en met 2029 wordt het bedrag van de automatische correctie berekend door het verschil te nemen tussen:

i)

het totale bedrag van de subsidies op basis van mededinging dat aan de Faeröer of Faeröerse entiteiten is toegewezen als vastleggingen voor begrotingskredieten van jaar N, en

ii)

het bedrag van de aangepaste operationele bijdrage van de Faeröer voor jaar N, vermenigvuldigd met de verhouding tussen:

A.

het bedrag van subsidies op basis van mededinging uit de vastleggingskredieten voor jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 6, lid 5, van deze overeenkomst, en

B.

het totaal van alle goedgekeurde vastleggingskredieten in de begroting voor jaar N, met inbegrip van niet-interventiekosten.

III.   Betaling van de financiële bijdrage van de Faeröer, betaling van de aanpassingen van de operationele bijdrage van de Faeröer, en betaling van de automatische correctie die op de operationele bijdrage van Faeröer van toepassing is

1.

De Europese Commissie deelt de Faeröer zo spoedig mogelijk en uiterlijk bij de ondertekening van het eerste verzoek tot storting van het begrotingsjaar de volgende informatie mee:

a)

de bedragen aan vastleggingskredieten in de Uniebegroting die voor het desbetreffende jaar zijn goedgekeurd voor de begrotingsonderdelen waar de deelname van de Faeröer aan het Horizon Europa onder valt, in voorkomend geval verhoogd overeenkomstig artikel 6, lid 5, van deze overeenkomst;

b)

het bedrag van de vergoeding voor deelname als bedoeld in artikel 6, lid 8, van deze overeenkomst;

c)

vanaf jaar N+1 van de uitvoering van het Horizon Europa-programma: de uitvoering van de vastleggingskredieten voor het begrotingsjaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 6, lid 5, van deze overeenkomst, en de hoogte van de vrijmaking;

d)

voor het deel van het Horizon Europa-programma waarvoor dergelijke informatie nodig is om de automatische correctie te berekenen: het niveau van de vastleggingen ten behoeve van Faeröerse juridische entiteiten, uitgesplitst naar het desbetreffende jaar van begrotingskredieten en het daarmee samenhangende niveau van de totale vastlegging.

Op basis van haar ontwerpbegroting verstrekt de Europese Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september van het begrotingsjaar een raming van informatie voor het volgende jaar uit hoofde van de punten a) en b).

2.

Uiterlijk in april en juni van elk begrotingsjaar doet de Europese Commissie aan de Faeröer een verzoek tot storting van hun bijdrage in het kader van dit protocol.

In elk verzoek tot storting moet zijn bepaald dat de Faeröer uiterlijk dertig dagen nadat het verzoek tot storting is gedaan zes twaalfde van hun bijdrage moeten betalen.

Voor het eerste jaar van de uitvoering van dit protocol doet de Europese Commissie binnen zestig dagen na de ondertekening van deze overeenkomst een enkel verzoek tot storting.

3.

Vanaf 2023 en in elk jaar daarna wordt in de verzoeken tot storting ook rekening gehouden met het bedrag van de automatische correctie die op de in het jaar N–2 betaalde operationele bijdrage van toepassing is.

Het verzoek tot storting wordt ten laatste in april gedaan en kan ook aanpassingen omvatten van de door de Faeröer betaalde financiële bijdrage voor de uitvoering, het beheer en het functioneren van het vorige kaderprogramma of de vorige kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie waaraan de Faeröer hebben deelgenomen.

Voor elk van de begrotingsjaren 2028, 2029 en 2030 is het bedrag dat voortvloeit uit de automatische correctie die wordt toegepast op de in 2026 en 2027 door de Faeröer betaalde operationele bijdragen of uit de overeenkomstig artikel 7, lid 8, van deze overeenkomst gedane aanpassingen, verschuldigd aan of door de Faeröer.

4.

De Faeröer betalen hun financiële bijdrage in het kader van dit protocol overeenkomstig deel III van deze bijlage. Indien de Faeröer op de vervaldatum niet hebben betaald, stuurt de Europese Commissie een aanmaningsbrief.

Bij te late betaling van de financiële bijdrage betalen de Faeröer achterstandsrente op het resterende bedrag vanaf de vervaldatum.

De rentevoet voor op de vervaldatum niet voldane schuldvorderingen is het door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties toegepaste percentage dat geldt op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, vermeerderd met anderhalf procentpunt.


(1)  Andere acties omvatten bepaalde aanbestedingen, prijzen, financiële instrumenten, directe acties van het JRC, contributies (de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Europees Agentschap voor de coördinatie van onderzoek (Eureka), het Internationaal Partnerschap voor samenwerking inzake energie-efficiëntie (IPEEC), het Internationaal Energieagentschap (IEA) …), deskundigen (beoordelaars, toezichthouders op projecten) enz.

(2)  Internationale organisaties zouden alleen als niet-interventiekosten worden beschouwd als die organisaties eindbegunstigden zijn. Dat is niet van toepassing als een internationale organisatie een project coördineert (toewijzing van middelen aan andere coördinatoren).


BIJLAGE II

Lijst van equivalente programma’s, projecten, acties en activiteiten of onderdelen daarvan van de Faeröer

De programma’s, projecten, acties of activiteiten of onderdelen daarvan van de Faeröer in de volgende niet-uitputtende lijst worden als equivalent aan het Horizon Europa-programma beschouwd:

de Faeröerse onderzoeksstichting;

de stichting voor visserijonderzoek van de Faeröer.