12.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 7/4


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd,

alsmede

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, hierna „Liechtenstein” genoemd,

Hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,

GELET OP het protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop de Zwitserse Bondstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (1) (hierna „het protocol inzake de deelname van Liechtenstein” genoemd),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie stelde, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa vast bij Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(2)

Verordening (EU) nr. 515/2014 vormt een ontwikkeling van het Schengenacquis in de zin van het protocol inzake de deelname van Liechtenstein.

(3)

Aangezien Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) een direct effect heeft op de toepassing van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 515/2014, en daardoor een invloed kan hebben op het rechtskader van laatstgenoemde verordening, en aangezien de in het protocol inzake de deelname van Liechtenstein vastgelegde procedures zijn toegepast voor de vaststelling van Verordening (EU) nr. 514/2014, waarvan kennis is gegeven aan Liechtenstein, erkennen de partijen dat Verordening (EU) nr. 514/2014 een ontwikkeling van het Schengenacquis vormt in de zin van het protocol inzake de deelname van Liechtenstein, voor zover zulks nodig is voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 515/2014.

(4)

In artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt bepaald dat de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, waaronder Liechtenstein, overeenkomstig deze verordening moeten deelnemen aan het instrument, en dat er regelingen inzake de financiële bijdragen van deze landen dienen te worden vastgesteld, alsmede extra voorschriften voor deze deelname, waarbij ook de bescherming van de financiële belangen van de Unie en de controlebevoegdheid van de Rekenkamer worden geregeld.

(5)

Het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid (hierna „het ISF/Grenzen en visa” genoemd) is een specifiek instrument in het kader van het Schengenacquis, dat moet zorgen voor lastenverdeling en voor financiële ondersteuning op het gebied van de buitengrenzen en het visumbeleid in de lidstaten en geassocieerde staten.

(6)

Artikel 60 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) bevat regels inzake indirect beheer die van toepassing zijn wanneer derde landen, met inbegrip van geassocieerde staten, met begrotingsuitvoeringstaken zijn belast.

(7)

Met het oog op een soepele overgang van het Buitengrenzenfonds naar het Fonds voor interne veiligheid bepaalt artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 514/2014 dat in 2014 betaalde uitgaven ook voor steun in aanmerking komen wanneer ze door de verantwoordelijke instantie betaald zijn voordat die formeel is aangewezen. Ook in deze overeenkomst dient hier belang aan te worden gehecht. Aangezien deze overeenkomst pas eind 2014 van kracht is geworden, is het van wezenlijk belang om de subsidiabiliteit te waarborgen van de uitgaven die gedaan zijn vóór formele aanwijzing van de verantwoordelijke instantie, mits de beheer- en controlesystemen die vóór de formele aanwijzing toegepast werden, in essentie dezelfde zijn als de systemen die sinds de formele aanwijzing van de verantwoordelijke instantie van kracht zijn.

(8)

Om de berekening en het gebruik van de jaarlijkse bijdragen die Liechtenstein aan het ISF/Grenzen en visa is verschuldigd, te vergemakkelijken, worden zijn bijdragen voor de periode 2014-2020 van 2016 tot en met 2020 betaald in vijf jaarlijkse tranches. Van 2016 tot en met 2018 worden de jaarlijkse bijdragen vastgesteld in de vorm van vaste bedragen en voor de jaren 2019 en 2020 worden de bijdragen in 2019 bepaald op basis van het bruto binnenlands product van alle staten die aan het ISF/Grenzen en visa deelnemen, rekening houdend met de daadwerkelijk verrichte betalingen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Toepassingsgebied

In deze overeenkomst worden de aanvullende regels vastgesteld die nodig zijn voor de deelname van Liechtenstein aan het ISF/Grenzen en visa overeenkomstig Verordening (EU) nr. 515/2014.

Artikel 2

Financieel beheer en controle

1.   Liechtenstein neemt de nodige maatregelen om te zorgen voor de naleving van de bepalingen inzake financieel beheer en controle die zijn vastgesteld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en in het recht van de Unie dat als juridische grondslag het VWEU heeft.

De in de eerste alinea bedoelde bepalingen in het VWEU en de afgeleide wetgeving zijn:

a)

artikel 287, leden 1-3, VWEU;

b)

artikelen 30, 32 en 57, artikel 58, lid 1, onder c), i), artikel 60, artikel 79, lid 2, en artikel 108, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012;

c)

artikelen 32, 38, 42, 84, 88, 142 en 144 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (5);

d)

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (6);

e)

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7).

De partijen kunnen in onderlinge overeenstemming beslissen deze lijst te wijzigen.

2.   Liechtenstein past op zijn grondgebied de in lid 1 genoemde bepalingen toe conform dezeovereenkomst.

Artikel 3

Eerbiediging van het beginsel van goed financieel beheer

De middelen die in het kader van het ISF/Grenzen en visa aan Liechtenstein worden toegewezen, worden gebruikt conform het beginsel van goed financieel beheer.

Artikel 4

Eerbiediging van het beginsel betreffende belangenconflicten

Het is financiële actoren en andere personen die bij de uitvoering en het beheer, met inbegrip van voorbereidende handelingen op dit gebied, de audit of de controle van de begroting op het grondgebied van Liechtenstein betrokken zijn, verboden enige handeling te verrichten waarbij hun eigen belangen in conflict kunnen komen met die van de Unie.

Artikel 5

Handhaving

De besluiten van de Commissie welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, vormen op het grondgebied van Liechtenstein executoriale titel.

De tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen van burgerlijke rechtsvordering die van kracht zijn in Liechtenstein. De formule van tenuitvoerlegging van een besluit wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van de titel, aangebracht door de nationale autoriteit die daartoe door de regering van Liechtenstein wordt aangewezen; van deze aanwijzing geeft zij kennis aan de Commissie.

Nadat de bedoelde formaliteiten op verzoek van de Commissie zijn vervuld, kan deze de tenuitvoerlegging volgens het nationale recht voortzetten door zich rechtstreeks te wenden tot de bevoegde instantie.

De tenuitvoerlegging kan niet worden geschorst dan krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De rechterlijke instanties van Liechtenstein zijn echter bevoegd voor klachten over een onrechtmatige uitvoering.

Artikel 6

Bescherming van de financiële belangen van de Unie tegen fraude

1.   Liechtenstein:

a)

bestrijdt fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, met maatregelen die afschrikkend moeten werken en in Liechtenstein een doeltreffende bescherming moeten bieden;

b)

neemt dezelfde maatregelen als die welke het treft ter bestrijding van fraude waardoor zijn eigen financiële belangen worden geschaad, en

c)

coördineert zijn optreden om de financiële belangen van de Unie te beschermen met de lidstaten en de Commissie.

2.   Liechtenstein stelt maatregelen vast die gelijkwaardig zijn met die welke de Unie overeenkomstig artikel 325, lid 4, VWEU heeft vastgesteld en welke op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst van kracht zijn.

De partijen kunnen in onderlinge overeenstemming beslissen maatregelen vast te stellen die gelijkwaardig zijn met latere maatregelen die de Unie overeenkomstig dit artikel vaststelt.

Artikel 7

Controles en verificaties ter plaatse door de Commissie (OLAF)

Onverminderd haar rechten uit hoofde van artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) nr. 514/2014, is de Commissie (het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF) gemachtigd om op het grondgebied van Liechtenstein met betrekking tot het ISF/Grenzen en visa controles en verificaties ter plaatse uit te voeren overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96.

De autoriteiten van Liechtenstein ondersteunen controles en verificaties ter plaatse, die, wanneer die autoriteiten dat verlangen, gezamenlijk met hen worden uitgevoerd.

Artikel 8

Rekenkamer

Overeenkomstig artikel 287, lid 3, VWEU en deel I, titel X, hoofdstuk 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 heeft de Rekenkamer de mogelijkheid om op het grondgebied van Liechtenstein met betrekking tot het ISF/Grenzen en visa controles uit te voeren in de gebouwen van alle instanties die ontvangsten of uitgaven namens de Unie beheren, inclusief in de gebouwen van alle natuurlijke of rechtspersonen die betalingen uit de begroting ontvangen.

De controle door de Rekenkamer in Liechtenstein geschiedt in samenwerking met de nationale controle-instanties of, indien zij niet over de nodige bevoegdheden beschikken, in samenwerking met de bevoegde nationale diensten. De Rekenkamer en de nationale controle-instanties van Liechtenstein werken samen in onderling vertrouwen en met behoud van hun onafhankelijkheid. Deze instanties en diensten delen aan de Rekenkamer mee of zij voornemens zijn aan de controle deel te nemen.

De Rekenkamer heeft ten minste dezelfde rechten als de Commissie, zoals neergelegd in artikel 5, lid 7, van Verordening (EU) nr. 514/2014 en artikel 7 van deze overeenkomst.

Artikel 9

Overheidsopdrachten

Liechtenstein past zijn wetgeving inzake overheidsopdrachten toe conform bijlage XVI bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (8).

Artikel 10

Financiële bijdragen

1.   Voor de jaren 2016–2018 verricht Liechtenstein jaarlijkse betalingen aan de begroting van het ISF/Grenzen en visa overeenkomstig de volgende tabel:

(alle bedragen in EUR)

 

2016

2017

2018

Liechtenstein

218 815

218 815

218 815

2.   De bijdragen van Liechtenstein voor de jaren 2019 en 2020 worden berekend op basis van het respectieve bruto binnenlands product (bbp) van Liechtenstein, uitgedrukt in percentage van het bbp van alle landen die deelnemen aan het ISF/Grenzen en visa, overeenkomstig de formule in de bijlage.

3.   Liechtenstein is de in dit artikel bedoelde financiële bijdragen verschuldigd ongeacht de datum van goedkeuring van zijn nationale programma bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) nr. 514/2014.

Artikel 11

Gebruik van de financiële bijdragen

1.   De totale som van de jaarlijkse betalingen voor 2016 en 2017 wordt als volgt toegewezen:

a)

75 % voor de tussentijdse evaluatie bedoeld in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 515/2014;

b)

15 % voor de ontwikkeling van IT-systemen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 515/2014, onder voorbehoud van de vaststelling van de desbetreffende wetgevingshandelingen van de Unie op uiterlijk 30 juni 2017;

c)

10 % voor acties van de Unie bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 515/2014 en noodhulp bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) nr. 515/2014.

Indien het onder b) bedoelde bedrag niet wordt toegewezen of uitgegeven, herbestemt de Commissie het bedrag, door middel van de procedure van artikel 5, lid 5, onder b), tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 515/2014, ten behoeve van de specifieke acties bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 515/2014.

Als deze overeenkomst niet uiterlijk 1 juni 2017 in werking treedt of op voorlopige basis wordt toegepast, wordt de volledige bijdrage van Liechtenstein gebruikt overeenkomstig lid 2 van dit artikel.

2.   De totale som van de jaarlijkse betalingen voor 2018, 2019 en 2020 wordt als volgt toegewezen:

a)

40 % voor de specifieke acties bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 515/2014;

b)

50 % voor de ontwikkeling van IT-systemen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 515/2014, onder voorbehoud van de vaststelling van de desbetreffende wetgevingshandelingen van de Unie op uiterlijk 31 december 2018;

c)

10 % voor acties van de Unie bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 515/2014 en noodhulp bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) nr. 515/2014.

Indien het onder b) bedoelde bedrag niet wordt toegewezen of uitgegeven, herbestemt de Commissie het bedrag, door middel van de procedure van artikel 5, lid 5, onder b), tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 515/2014, ten behoeve van de specifieke acties bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 515/2014.

3.   De aanvullende bedragen die worden toegewezen aan de tussentijdse evaluatie, acties van de Unie, specifieke acties of het programma voor de ontwikkeling van IT-systemen, worden gebruikt overeenkomstig de relevante procedure die is vastgelegd in een van de volgende bepalingen:

a)

artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 514/2014;

b)

artikel 8, lid 7, van Verordening (EU) nr. 515/2014;

c)

artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014;

d)

artikel 15, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 515/2014.

4.   De Commissie kan jaarlijks tot 1 581 EUR van de betalingen die zijn verricht door Liechtenstein gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door Liechtenstein van Verordening (EU) nr. 515/2014 en deze overeenkomst te ondersteunen.

Artikel 12

Vertrouwelijkheid

Overeenkomstig deze overeenkomst meegedeelde of verkregen informatie, in welke vorm ook, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens de voor de instellingen van de EU geldende bepalingen en het recht van Liechtenstein. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de instellingen van de EU, in de lidstaten of in Liechtenstein op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de partijen.

Artikel 13

Aanwijzing van verantwoordelijke instantie

1.   Liechtenstein stelt de Commissie in kennis van de formele aanwijzing op ministerieel niveau van de instantie die bevoegd is voor het beheer en de controle van uitgaven uit hoofde van het ISF/Grenzen en visa, en wel zo spoedig mogelijk na de goedkeuring van het nationaal programma.

2.   De aanwijzing bedoeld in lid 1 wordt verleend op voorwaarde dat de instantie voldoet aan de in of krachtens Verordening (EU) nr. 514/2014 vastgelegde aanwijzingscriteria betreffende interne opzet, controleactiviteiten, voorlichting en communicatie, en toezicht.

3.   De aanwijzing van een verantwoordelijke instantie wordt gebaseerd op een advies van een auditorgaan, en dit kan de auditinstantie zijn, dat beoordeelt of de verantwoordelijke instantie aan de aanwijzingscriteria voldoet. Dat orgaan kan de autonome openbare instelling zijn die verantwoordelijk is voor toezicht op, evaluatie en audit van de administratie. Het auditorgaan werkt onafhankelijk van de verantwoordelijke instantie en voert haar werkzaamheden volgens internationaal aanvaarde auditnormen uit. Liechtenstein kan zich bij het nemen van een besluit inzake de aanwijzing laten leiden door de vraag of de beheer- en controlesystemen in essentie dezelfde zijn als die welke golden voor de vorige periode en of deze afdoende gefunctioneerd hebben. Indien uit de bestaande audit- en controleresultaten blijkt dat het aangewezen orgaan niet langer voldoet aan de aanwijzingscriteria, neemt Liechtenstein de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de tekortkomingen bij de uitvoering van de taken van dit orgaan worden verholpen, welke maatregelen onder meer beëindiging van de aanwijzing kunnen inhouden.

Artikel 14

Definitie van begrotingsjaar

Voor de toepassing van deze overeenkomst omvat het begrotingsjaar, zoals bedoeld in artikel 60, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, de gedane uitgaven en de geïnde ontvangsten die de verantwoordelijke instantie voor de periode die begint op 16 oktober van jaar „N-1” en eindigt op 15 oktober van jaar „N”, heeft opgenomen in de rekeningen.

Artikel 15

Subsidiabiliteit van de uitgaven

In afwijking van artikel 17, lid 3, onder b), en lid 4, van Verordening (EU) nr. 514/2014 komen betaalde uitgaven ook voor steun in aanmerking wanneer ze door de verantwoordelijke instantie betaald zijn voordat die overeenkomstig artikel 13 van deze overeenkomst formeel is aangewezen, mits de beheer- en controlesystemen die hiervóór toegepast werden, in essentie dezelfde zijn als de systemen die sinds de formele aanwijzing van de verantwoordelijke instantie van kracht zijn.

Artikel 16

Verzoek om betaling van het jaarlijkse saldo

1.   Uiterlijk op 15 februari van het jaar volgend op het begrotingsjaar dient Liechtenstein bij de Commissie de overeenkomstig artikel 60, lid 5, eerste alinea, onder b) en c), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 vereiste documenten en informatie in.

In afwijking van artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 514/2014 en overeenkomstig artikel 60, lid 5, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, dient Liechtenstein uiterlijk op 15 februari van het jaar volgend op het begrotingsjaar bij de Commissie het in artikel 60, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde advies in.

De ingediende documenten bedoeld in dit lid dienen als verzoek om betaling van het jaarlijkse saldo.

2.   De in lid 1 bedoelde documenten worden opgesteld volgens de modellen die de Commissie op basis van artikel 44, lid 3, van Verordening (EU) nr. 514/2014 heeft vastgesteld.

Artikel 17

Uitvoeringsverslag

In afwijking van artikel 54, lid 1, van Verordening (EU) nr. 514/2014 en overeenkomstig artikel 60, lid 5, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, dient Liechtenstein tot en met 2022 uiterlijk op 15 februari bij de Commissie een jaarverslag in over de uitvoering van het nationale programma in het voorgaande begrotingsjaar en het mag deze informatie op het passende niveau publiceren.

Het eerste jaarverslag over de uitvoering van het nationale programma wordt ingediend op 15 februari volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst of de start van de voorlopige toepassing ervan.

Het eerste verslag heeft betrekking op de begrotingsjaren vanaf 2014 tot en met het begrotingsjaar vóór dat waarin het eerste jaarverslag overeenkomstig het tweede lid diende te worden ingediend. Uiterlijk op 31 december 2023 dient Liechtenstein een eindverslag in over de uitvoering van het nationale programma.

Artikel 18

Systeem voor elektronische gegevensuitwisseling

Overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) nr. 514/2014 wordt voor elke officiële uitwisseling van informatie tussen Liechtenstein en de Commissie een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling gebruikt dat de Commissie daartoe vaststelt.

Artikel 19

Inwerkingtreding

1.   De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is depositaris van deze overeenkomst.

2.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd. Zij stellen elkaar in kennis van de voltooiing van die procedures.

3.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste kennisgeving in de zin van lid 2.

4.   Met uitzondering van artikel 5, passen de partijen deze overeenkomst voorlopig toe met ingang vanaf de dag volgende op die van de ondertekening ervan, onverminderd eventuele grondwettelijke vereisten.

Artikel 20

Geldigheid en beëindiging

1.   De Unie en Liechtenstein kunnen deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. De overeenkomst verstrijkt drie maanden na de datum van een dergelijke kennisgeving. Bij beëindiging van de overeenkomst worden de lopende projecten en activiteiten voltooid onder de in deze overeenkomst vastgelegde voorwaarden. De partijen regelen in onderlinge overeenstemming de eventuele andere gevolgen van de beëindiging.

2.   Deze overeenkomst wordt beëindigd wanneer het protocol inzake de deelname van Liechtenstein wordt beëindigd overeenkomstig artikel 5, lid 4, artikel 11, lid 1, of artikel 11, lid 3, van het protocol inzake de deelname van Liechtenstein.

Artikel 21

Talen

Deze overeenkomst wordt opgesteld in een enkel exemplaar in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Съставено в Брюксел на пети декември през две хиляди и шестнадесета година.

Hecho en Bruselas, el cinco de diciembre de dos mil dieciséis.

V Bruselu dne pátého prosince dva tisíce šestnáct.

Udfærdiget i Bruxelles den femte december to tusind og seksten.

Geschehen zu Brüssel am fünften Dezember zweitausendsechzehn.

Kahe tuhande kuueteistkümnenda aasta detsembrikuu viiendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις πέντε Δεκεμβρίου δύο χιλιάδες δεκαέξι.

Done at Brussels on the fifth day of December in the year two thousand and sixteen.

Fait à Bruxelles, le cinq décembre deux mille seize.

Sastavljeno u Bruxellesu petog prosinca godine dvije tisuće šesnaeste.

Fatto a Bruxelles, addì cinque dicembre duemilasedici.

Briselē, divi tūkstoši sešpadsmitā gada piektajā decembrī.

Priimta du tūkstančiai šešioliktų metų gruodžio penktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizenhatodik év december havának ötödik napján.

Magħmul fi Brussell, fil-ħames jum ta' Diċembru fis-sena elfejn u sittax.

Gedaan te Brussel, vijf december tweeduizend zestien.

Sporządzono w Brukseli dnia piątego grudnia roku dwa tysiące szesnastego.

Feito em Bruxelas, em cinco de dezembro de dois mil e dezasseis.

Întocmit la Bruxelles la cinci decembrie două mii șaisprezece.

V Bruseli piateho decembra dvetisícšestnásť.

V Bruslju, dne petega decembra leta dva tisoč šestnajst.

Tehty Brysselissä viidentenä päivänä joulukuuta vuonna kaksituhattakuusitoista.

Som skedde i Bryssel den femte december år tjugohundrasexton.

За Европейския съюз

Рог la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

За Княжество Лихтенщайн

Por el Principado de Liechtenstein

Za Lichtenštejnské knížectví

For Fyrstendømmet Liechtenstein

Für das Fürstentum Liechtenstein

Liechtensteini Vürstiriigi nimel

Για το Πριγκιπάτο του Λιχτενστάιν

For the Principality of Liechtenstein

Pour la Principauté de Liechtenstein

Za Kneževinu Lihtenštajn

Per il Principato del Liechtenstein

Lihtenšteinas Firstistes vārdā –

Lichtenšteino Kunigaikštystės vardu

A Liechtensteini Hercegség részéről

Għall-Prinċipat tal-Liechtenstein

Voor het Vorstendom Liechtenstein

W imieniu Księstwa Lichtensteinu

Pelo Principado do Listenstaine

Pentru Principatul Liechtenstein

Za Lichtenštajnské kniežatstvo

Za Kneževino Lihtenštajn

Liechtensteinin ruhtinaskunnan puolesta

För Furstendömet Liechtenstein

Image


(1)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(2)  Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

(3)  Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) nr. 547/2014 van 15 mei 2014 (PB L 163 van 29.5.2014, blz. 18).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

(6)  Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

(7)  Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

(8)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 461.


BIJLAGE

FORMULE VOOR DE BEREKENING VAN DE FINANCIËLE BIJDRAGEN VOOR DE JAREN 2019 EN 2020 EN BETALINGSGEGEVENS

De in artikel 5, lid 7, tweede en derde alinea, van Verordening (EU) nr. 515/2014 bedoelde financiële bijdrage van Liechtenstein aan het ISF/Grenzen en visa wordt voor de jaren 2019 en 2020 op de navolgende wijze berekend.

Voor elk afzonderlijk jaar van 2013 tot en met 2017 worden de op 31 maart 2019 beschikbare, definitieve cijfers betreffende het bruto binnenlands product (bbp) van Liechtenstein gedeeld door de som van de voor het respectieve jaar beschikbare bbp-cijfers van alle landen die deelnemen aan het ISF/Grenzen en visa. Het gemiddelde van de vijf percentage verkregen voor de jaren 2013-2017 wordt toegepast op de som van de daadwerkelijke jaarlijkse kredieten voor het ISF/Grenzen en visa voor de jaren 2014-2019 en het jaarlijks vastleggingskrediet voor het ISF/Grenzen en visa voor het jaar 2020 als opgenomen in het door de Commissie vastgestelde ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, teneinde het totale bedrag te bepalen dat Liechtenstein gedurende de volledige uitvoeringsperiode van het ISF/Grenzen en visa betaalt. Dit bedrag wordt verminderd met de jaarlijkse betalingen die Liechtenstein daadwerkelijk overeenkomstig artikel 10, lid 1, van deze overeenkomst verricht, teneinde het totale bedrag van de bijdragen van Liechtenstein voor de jaren 2019 en 2020 te bepalen. De ene helft van dit bedrag wordt in 2019 betaald en de andere helft in 2020.

De financiële bijdrage wordt betaald in euro.

Liechtenstein betaalt zijn financiële bijdrage uiterlijk 45 dagen na ontvangst van de debetnota. Voor elke te late betaling van de bijdrage wordt moratoire interest over het resterende bedrag betaald vanaf de vervaldatum. Het rentepercentage is de op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met 3,5 procentpunten.