12.8.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 213/11 |
BESLUIT Nr. 3/2015 VAN HET KRACHTENS DE VRIJWILLIGE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK INDONESIË OPGERICHT GEMENGD COMITÉ VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE OVEREENKOMST
van 8 juli 2015
tot vaststelling van de wijzigingen van de bijlagen I, II en V bij de overeenkomst [2015/1382]
HET GEMENGD COMITÉ VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE OVEREENKOMST,
Gezien de Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië (hierna „de overeenkomst” genoemd), die na bekrachtiging door de partijen op 1 mei 2014 in werking is getreden,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 22, lid 3, van de overeenkomst is het Gemengd Comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst bevoegd om wijzigingen van de bijlagen bij deze overeenkomst goed te keuren. |
(2) |
De partijen zijn overeengekomen dat de bijlagen I, II en V bij de overeenkomst dienen te worden bijgewerkt om rekening te houden met wijzigingen die na de sluiting van de overeenkomst zijn aangebracht in de desbetreffende Indonesische wetgeving en in richtsnoeren met betrekking tot de toepassing van het Indonesische systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten. |
(3) |
De voorgestelde wijzigingen beogen een verdere versterking van het systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten en de deelname van alle marktdeelnemers aan het systeem te vergemakkelijken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I, II en V bij de overeenkomst worden vervangen door de gewijzigde versie in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse, Tsjechische, Zweedse en Indonesische (Bahasa Indonesia) taal, en al deze teksten zijn authentiek. Bij interpretatieverschillen geldt de Engelse tekst.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2015.
Gedaan te Jakarta, Indonesië, 8 juli 2015
Voor de Republiek Indonesië
Dr. Ir. Ida Bagus Putera PARTHAMA, M.Sc
DG Duurzame Bosbeheer, MOEF (Ministry of environment and forest)
Voor de Europese Unie
Colin CROOKS
Plaatsvervangend Hoofd van de EU-delegatie in de Republiek Indonesië
BIJLAGE
BIJLAGE I
LIJST VAN PRODUCTEN
De lijst in deze bijlage verwijst naar het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen, zoals vastgesteld bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de Werelddouaneorganisatie.
BIJLAGE IA
CODES VAN HET GEHARMONISEERDE SYSTEEM VAN HOUT EN HOUTPRODUCTEN DIE ONDER DE OVEREENKOMST VALLEN
Hoofdstuk 44:
GS-Codes |
Omschrijving |
||
|
Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke; hout in plakjes, spanen of kleine stukjes; zaagsel, resten en afval, van hout, ook indien geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen |
||
4401.21 |
|
||
Ex. 4401.22 |
|
||
4403 |
Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd. (Mag volgens het Indonesische recht niet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de VPO mag voor onder deze GS-code ingedeelde producten geen FLEGT-vergunning worden afgegeven en mogen zij bijgevolg niet in de Unie worden ingevoerd.) |
||
Ex. 4404.10 |
Spaanhout en hout in repen, linten en dergelijke - naaldhout |
||
Ex. 4404.20 |
Spaanhout en hout in repen, linten en dergelijke - ander hout dan naaldhout - - Spaanhout en hout in repen of in linten |
||
Ex. 4404 |
Hoephout; gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd; hout, ruw bewerkt of afgerond, doch niet gedraaid, noch gebogen, noch op andere wijze bewerkt, voor wandelstokken, voor paraplu's, voor gereedschapsstelen en dergelijke. (Mag volgens het Indonesische recht niet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de VPO mag voor onder deze GS-code ingedeelde producten geen FLEGT-vergunning worden afgegeven en mogen zij bijgevolg niet in de Unie worden ingevoerd.) |
||
4406 |
Houten dwarsliggers en wisselhouten. (Mag volgens het Indonesische recht niet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de VPO mag voor onder deze GS-code ingedeelde producten geen FLEGT-vergunning worden afgegeven en mogen zij bijgevolg niet in de Unie worden ingevoerd.) |
||
Ex. 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm |
||
Ex. 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, niet geschaafd, geschuurd, noch in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm. (Mag volgens het Indonesische recht niet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de VPO mag voor onder deze GS-code ingedeelde producten geen FLEGT-vergunning worden afgegeven en mogen zij bijgevolg niet in de Unie worden ingevoerd.) |
||
|
Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm |
||
4408.10 |
Naaldhout |
||
4408.31 |
Dark red meranti, light red meranti en meranti bakau |
||
4408.39 |
Andere, met uitzondering van naaldhout, dark red meranti, light red meranti en meranti bakau |
||
Ex. 4408.90 |
Andere, met uitzondering van naaldhout en tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 op dit hoofdstuk (niet van bamboe of van rotting) |
||
|
Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste een zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden |
||
4409.10 |
|
||
Ex. 4409.29 |
|
||
|
Spaanplaat, zogenoemde oriented strand board (OSB) en dergelijke plaat (bijvoorbeeld zogenoemde waferboard), van hout of van andere houtachtige stoffen, ook indien samengeperst met harsen of met andere organische bindmiddelen |
||
Ex. 4410.11 |
|
||
Ex. 4410.12 |
|
||
Ex. 4410.19 |
|
||
Ex. 4411 |
Vezelplaat van houtvezels of van andere houtachtige vezels, ook indien gebonden met harsen of met andere organische bindmiddelen (niet van bamboe of van rotting) |
||
|
Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout |
||
4412.31 |
|
||
4412.32 |
|
||
4412.39 |
|
||
Ex. 4412.94 |
|
||
Ex. 4412.99 |
|
||
Ex. 4413 |
Verdicht hout, in blokken, in planken, in stroken of in profielen (niet van bamboe of van rotting) |
||
Ex. 4414 |
Houten lijsten voor schilderijen, voor foto's, voor spiegels en dergelijke (niet van bamboe of van rotting) |
||
Ex. 4415 |
Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout; laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout (niet van bamboe of van rotting) |
||
Ex. 4416 |
Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen (niet van bamboe of van rotting) |
||
Ex. 4417 |
Gereedschap, alsmede monturen en stelen voor gereedschap, borstelhouten, borstel- en bezemstelen, van hout; schoenleesten en schoenspanners, van hout (niet van bamboe of rotting) |
||
Ex. 4418 |
Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, ineengezette panelen voor vloerbedekking en dakspanen („shingles” en „shakes”), van hout (niet van bamboe of rotting) |
||
Ex. 4419 |
Tafel- en keukengerei van hout (niet van bamboe of van rotting) |
||
|
Inlegwerk van hout; koffertjes, kistjes en etuis, voor juwelen of voor goudsmidswerk, alsmede dergelijke artikelen, van hout |
||
Ex. 4420.90 |
|
||
|
Andere houtwaren |
||
Ex. 4421.90 |
|
||
Ex. 4421.90 |
|
Hoofdstuk 47:
GS-Codes |
Omschrijving |
|
Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval): |
4701 |
Houtslijp |
4702 |
Houtcellulose voor oplossingen („dissolving grades”) |
4703 |
Natron- en sulfaat-houtcellulose, andere dan die bedoeld bij post 4702 |
4704 |
Sulfiet-houtcellulose, andere dan die bedoeld bij post 4702 |
4705 |
Houtpulp verkregen door de combinatie van een mechanische en een chemische behandeling |
Hoofdstuk 48:
GS-Codes |
Omschrijving |
Ex. 4802 |
Papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, van de soort gebruikt om te worden beschreven of bedrukt of voor andere grafische doeleinden, papier en karton, niet geperforeerd, voor ponskaarten of ponsband, op rollen of in vierkante of rechthoekige bladen, ongeacht het formaat, ander dan papier bedoeld bij de posten 4801 of 4803; handgeschept papier en handgeschept karton (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4803 |
Papier van de soort gebruikt voor toiletpapier, voor handdoeken, voor servetten en dergelijk papier voor huishoudelijk, hygiënisch of toiletgebruik, cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, ook indien gecrêpt, geplisseerd, gegaufreerd, gegreineerd, geperforeerd of met gekleurd, versierd of bedrukt oppervlak, op rollen of in bladen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4804 |
Kraftpapier en kraftkarton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, op rollen of in bladen, ander dan bedoeld bij post 4802 of 4803 (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4805 |
Ander papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, op rollen of in bladen, niet verder bewerkt dan bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4806 |
Perkamentpapier en perkamentkarton, vetvrij papier („greaseproof”), calqueerpapier, alsmede kristalpapier en ander door kalanderen verkregen doorschijnend of doorzichtig papier, op rollen of in bladen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4807 |
Papier en karton, samengesteld uit opeengelijmde vellen, niet geïmpregneerd, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, ook indien inwendig versterkt, op rollen of in bladen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4808 |
Papier en karton, gegolfd (ook indien daarop papier of karton in vlakke bladen is gelijmd), gecrêpt, geplisseerd, gegaufreerd (voorzien van inpersingen), gegreineerd of geperforeerd, op rollen of in bladen, ander dan papier van de soort beschreven in post 4803 (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4809 |
Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (gestreken, van een deklaag voorzien of geïmpregneerd papier, voor stencils of offsetplaten daaronder begrepen), ook indien bedrukt, op rollen of in bladen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4810 |
Papier en karton, aan een of aan beide zijden gestreken met kaolien of met andere anorganische stoffen, ook indien met bindmiddel, doch met uitzondering van elke andere deklaag, ook indien aan het oppervlak gekleurd of versierd, dan wel bedrukt, op rollen of in vierkante of rechthoekige bladen, ongeacht het formaat (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4811 |
Papier, karton, cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, gestreken, van een deklaag voorzien, geïmpregneerd, bekleed, aan het oppervlak gekleurd of versierd, dan wel bedrukt, op rollen of in vierkante of rechthoekige bladen, ongeacht het formaat, andere dan de producten omschreven in post 4803, 4809 of 4810 (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4812 |
Blokken en platen, van papierstof, voor filtreerdoeleinden (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4813 |
Sigarettenpapier, ook indien op maat gesneden of in boekjes of in hulzen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4814 |
Behangselpapier en dergelijke wandbekleding; vitrofanies (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4816 |
Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4817 |
Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4818 |
Papier van de soort gebruikt voor toiletpapier en voor dergelijk papier, cellulosewatten of vliezen van cellulosevezels, van de soort gebruikt voor huishoudelijke of sanitaire doeleinden, op rollen met een breedte van niet meer dan 36 cm of in op maat gesneden bladen; zakdoeken, toiletdoekjes, handdoeken, tafellakens, servetten, luiers, tampons, beddenlakens en dergelijke artikelen voor toiletgebruik of voor huishoudelijk, hygiënisch of klinisch gebruik, kleding en kledingtoebehoren, van papierstof, van papier, van cellulosewatten of van cellulosevezels (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4821 |
Etiketten van alle soorten, van papier of van karton, al dan niet bedrukt (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4822 |
Klossen, hulzen, buisjes, spoelen en dergelijke opwindmiddelen, van papierstof, van papier of van karton, ook indien geperforeerd of gehard (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Ex. 4823 |
Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden; andere werken van papierstof, van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels (niet van niet-houten of gerecycled materiaal) |
Aantekening: papierproducten afkomstig van niet-houten of gerecycled materiaal gaan vergezeld van een formele brief van het Indonesische Ministerie van Industrie die het gebruik van niet-houten of gerecycled materiaal bevestigt. Voor dergelijke producten wordt geen FLEGT-vergunning afgegeven. |
Hoofdstuk 94:
GS-Codes |
Omschrijving |
||
|
Stoelen, banken en andere zitmeubelen (andere dan die bedoeld bij post 9402), ook indien zij tot bed kunnen worden omgevormd, alsmede delen daarvan |
||
9401.61 |
|
||
9401.69 |
|
||
|
Andere meubelen en delen daarvan |
||
9403.30 |
|
||
9403.40 |
|
||
9403.50 |
|
||
9403.60 |
|
||
Ex. 9403.90 |
|
||
|
Geprefabriceerde bouwwerken |
||
Ex. 9406.00 |
|
Hoofdstuk 97:
GS-Codes |
Omschrijving |
|
Originele gravures, originele etsen en originele litho's |
Ex. 9702.00 |
Hout in de vorm van blokken of vierkant bekapt met eenvoudige bewerking van het oppervlak, met houtsnijwerk, met fijne schroefdraad of beschilderd, zonder aanzienlijke meerwaarde en zonder aanzienlijke wijziging van de vorm (GS Ex. 9702.00.00.00 in Indonesië). (Mag volgens het Indonesische recht niet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de VPO mag voor onder deze GS-code ingedeelde producten geen FLEGT-vergunning worden afgegeven en mogen zij bijgevolg niet in de Unie worden ingevoerd.) |
BIJLAGE IB
CODES VAN HET GEHARMONISEERDE SYSTEEM VAN HOUT DAT VOLGENS HET INDONESISCHE RECHT NIET MAG WORDEN UITGEVOERD
Hoofdstuk 44:
GS-Codes |
Omschrijving |
||
4403 |
Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd |
||
Ex. 4404 |
Hoephout; gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd; hout, ruw bewerkt of afgerond, doch niet gedraaid, noch gebogen, noch op andere wijze bewerkt, voor wandelstokken, voor paraplu's, voor gereedschapsstelen en dergelijke |
||
4406 |
Houten dwarsliggers en wisselhouten |
||
Ex. 4407 |
Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, niet geschaafd, geschuurd, noch in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm |
||
|
Inlegwerk van hout; koffertjes, kistjes en etuis, voor juwelen of voor goudsmidswerk, alsmede dergelijke artikelen, van hout |
||
Ex. 4420.90 |
|
||
|
Andere houtwaren |
||
Ex. 4421.90 |
|
||
|
Originele gravures, originele etsen en originele litho's |
||
Ex. 9702.00 |
Hout in de vorm van blokken of vierkant bekapt met eenvoudige bewerking van het oppervlak, met houtsnijwerk, met fijne schroefdraad of beschilderd, zonder aanzienlijke meerwaarde en zonder aanzienlijke wijziging van de vorm (GS Ex. 9702.00.00.00 in Indonesië) |
BIJLAGE II
DEFINITIE VAN WETTIGHEID
INLEIDING
Indonesisch hout wordt als wettig beschouwd wanneer de herkomst en het productieproces alsook de verwerking, het vervoer en de handelsactiviteiten aantoonbaar voldoen aan alle geldende Indonesische wet- en regelgeving.
Indonesië kent vijf wettigheidsnormen in de vorm van een reeks beginselen, criteria, indicatoren en verificatiepunten, die allemaal op de onderliggende wet- en regelgeving en procedures zijn gebaseerd. Die normen kunnen nader worden onderverdeeld in ondergeschikte normen zoals beschreven in de TLAS-richtsnoeren.
Het Indonesische juridische kader legt eveneens normen voor duurzaam bosbeheer op aan vergunninghouders die werkzaam zijn in gebieden met productiebossen op staatsgrond. Alle vergunninghouders moeten voldoen aan de wettigheidscriteria zoals vastgesteld in de wettigheidsnormen. Uiterlijk tegen de datum waarop hun eerste certificaat van wettigheid verstrijkt, moeten vergunninghouders die werkzaam zijn in gebieden met productiebossen op staatsgrond zoals vastgesteld in de TLAS-richtsnoeren voldoen aan zowel de wettigheidsnorm als de norm voor duurzaam bosbeheer.
Indonesië streeft ernaar om de wettigheidsnormen regelmatig te evalueren en te verbeteren via een proces met vele belanghebbenden.
De vijf wettigheidsnormen zijn:
— wettigheidsnorm 1: de norm voor concessies in gebieden met productiebossen op staatsgrond: natuurlijke bossen, aangeplante bossen, herstelling van het ecosysteem, bosbeheersrecht (Hak Pengelolaan),
— wettigheidsnorm 2: de norm voor aangeplante gemeenschapsbossen en gemeenschapsbossen in gebieden met productiebossen op staatsgrond,
— wettigheidsnorm 3: de norm voor particuliere bossen,
— wettigheidsnorm 4: de norm voor houtexploitatierechten in andere dan bosgebieden of uit herbestembare productiebossen op staatsgrond,
— wettigheidsnorm 5: de norm voor de primaire en secundaire houtverwerkende bedrijven en handelaren.
De vijf wettigheidsnormen zijn van toepassing op verschillende soorten vergunningen, zoals uiteengezet in de onderstaande tabel:
Soort vergunning of recht |
Beschrijving |
Eigendom van de grond/beheer of gebruik van de hulpbronnen |
Toepasselijke wettigheidsnorm |
IUPHHK-HA/HPH |
Vergunning om hout uit natuurlijke productiebossen te gebruiken |
Eigendom van de staat/beheerd door een bedrijf |
1 |
IUPHHK-HTI/HPHTI |
Vergunning om een bos voor houtteelt aan te leggen en te beheren |
Eigendom van de staat/beheerd door een bedrijf |
1 |
IUPHHK-RE |
Vergunning om het ecosysteem van het bos te herstellen |
Eigendom van de staat/beheerd door een bedrijf |
1 |
Bosbeheersrecht (Perum Perhutani) |
Recht om een aangeplant bos te beheren |
Eigendom van de staat/beheerd door een bedrijf (van de staat) |
1 |
IUPHHK- HTR |
Vergunning om een gemeenschapsbos aan te planten |
Eigendom van de staat/beheerd door een gemeenschap |
2 |
IUPHHK-HKM |
Vergunning om een gemeenschapsbos te beheren |
Eigendom van de staat/beheerd door een gemeenschap |
2 |
IUPHHK-HD |
Vergunning om een dorpsbos te beheren |
Eigendom van de staat/beheerd door één dorp |
2 |
IUPHHK-HTHR |
Vergunning om hout uit herbebossingsgebieden te gebruiken |
Eigendom van de staat/beheerd door een gemeenschap |
2 |
Particuliere grond |
Geen vergunning nodig |
Particuliere eigendom/particulier gebruikt |
3 |
IPK/ILS |
Vergunning om hout uit andere dan bosgebieden of uit herbestembare productiebossen te gebruiken |
Eigendom van de staat/particulier gebruikt |
4 |
IUIPHHK |
Vergunning om een bedrijf voor primaire verwerking op te richten en te beheren |
Niet van toepassing |
5 |
IUI Lanjutan of IPKL |
Vergunning om een bedrijf voor secundaire verwerking op te richten en te beheren |
Niet van toepassing |
5 |
TPT's (TPT, TPT-KB, TPT-KO) |
Opslagplaatsen voor geregistreerd/verwerkt hout |
Niet van toepassing |
5 |
IRT |
Kleinschalig bedrijf |
Niet van toepassing |
5 |
ETPIK (niet-producerend) |
Niet-producerende geregistreerde exporteurs |
Niet van toepassing |
5 |
WETTIGHEIDSNORM 1: DE NORMEN VOOR CONCESSIES IN GEBIEDEN MET PRODUCTIEBOSSEN
Nr. |
Beginselen |
Criteria |
Indicatoren |
Verificatiepunten |
Relevante regelgeving (1) |
||||||
1 |
|
|
|
Het certificaat bosbouwconcessierechten |
Regeringsbesluit PP.72/2010 Besluit P.12/2010 van de minister van Bosbouw Besluit P.30/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.31/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.33/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.76/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||
Het bewijs van betaling voor de exploitatievergunning voor bosbouwproducten |
|||||||||||
Het bewijs van een andere wettelijke vergunning voor het gebruik van het gebied (in voorkomend geval) |
|||||||||||
2. |
|
|
|
Het goedgekeurde masterplan en de bijbehorende aanhangsels, opgesteld op basis van een uitgebreide bosinventarisatie, uitgevoerd door technisch geschoold personeel |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw Besluit P.56/2009 van de minister van Bosbouw Besluit P.60/2011 van de minister van Bosbouw Besluit P.33/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||
Het goedgekeurde jaarlijkse werkplan, opgesteld op basis van het masterplan |
|||||||||||
Kaarten, opgesteld door technisch geschoold personeel, met een beschrijving van de indeling en de grenzen van de gebieden die onder het werkplan vallen |
|||||||||||
Een kaart in het jaarlijkse werkplan waarop gebieden zijn aangegeven waar niet mag worden gekapt, met bewijs van uitvoering ter plaatse |
|||||||||||
De kaplocaties (blokken of percelen) op de kaart zijn duidelijk gemarkeerd en ter plaatse gecontroleerd |
|||||||||||
|
|
Het document en de aanhangsels van het masterplan voor de exploitatie van bosbouwproducten (lopende aanvragen zijn aanvaardbaar) |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw Besluit P.56/2009 van de minister van Bosbouw Besluit P.60/2011 van de minister van Bosbouw |
||||||||
De locatie van en het volume aan winbaar natuurlijk stamhout in gebieden waar mag worden gekapt, komen overeen met het werkplan |
|||||||||||
3. |
|
|
|
Goedgekeurde houtproductieverslagen |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||
|
Geldige vervoersdocumenten en aanhangsels vergezellen stamhout vanaf de stapelplaats voor stamhout naar de primaire houtverwerkende bedrijven of geregistreerde handelaren in stamhout, al dan niet via een of meer tussentijdse stapelplaatsen |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
|
De merktekens voor beheerdoeleinden/streepjescodes (PUHH) op stamhout |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
De toepassing van de merktekens voor beheerdoeleinden/streepjescodes |
|||||||||||
|
Geldig vervoersdocument |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
|
|
De opdrachten tot betaling aan het herbebossingsfonds en/of van de bosbestandsvergoeding |
Regeringsbesluit PP.22/1997 Regeringsbesluit PP.51/1998 Regeringsbesluit PP.59/1998 Besluit P.18/2007 van de minister van Bosbouw Besluit 22/2012 van de minister van Handel |
||||||||
Het bewijs van deposito voor de betaling aan het herbebossingsfonds en/of van de bosbestandsvergoeding en de stortingsbewijzen |
|||||||||||
De betaling aan het herbebossingsfonds en/of van de bosbestandsvergoeding stemt overeen met het geproduceerde stamhout en het geldende tarief |
|||||||||||
|
|
De PKAPT-documenten |
Besluit 68/2003 van de minister van Industrie en Handel Gezamenlijk Besluit 22/2003 van de minister van Bosbouw, de minister van Vervoer en de minister van Industrie en Handel |
||||||||
|
De registratiedocumenten waaruit de identiteit van het vaartuig blijkt en een geldige vergunning |
Besluit 68/2003 van de minister van Industrie en Handel Gezamenlijk Besluit 22/2003 van de minister van Bosbouw, de minister van Vervoer en de minister van Industrie en Handel |
|||||||||
|
|
De V-Legal-markering wordt dienovereenkomstig toegepast |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
4. |
|
|
|
Toepasselijke MER-documenten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||
|
Het milieubeheersplan en het toezichtplan voor de milieueffecten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
|||||||||
Het bewijs van uitvoering van het milieubeheersplan en het toezicht op belangrijke maatschappelijke en milieueffecten |
|||||||||||
5. |
|
|
|
Uitvoering van de procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
Regeringsbesluit PP.50/2012 Besluit 8/2010 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie Besluit 609/2012 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||
Uitrusting op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
|||||||||||
Verslagen van ongevallen |
|||||||||||
|
|
De werknemers zijn lid van vakorganisaties of mogen op grond van het bedrijfsbeleid vakorganisatieactiviteiten ontplooien of eraan deelnemen |
Wet nr. 13/2003 Besluit 16/2011 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||||
|
CAO-documenten of beleidsdocumenten van het bedrijf met betrekking tot de rechten van werknemers |
Wet nr. 13/2003 Besluit 16/2011 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
|||||||||
|
Er zijn geen minderjarige werknemers |
Wet nr. 23/2002 Wet nr. 13/2003 |
WETTIGHEIDSNORM 2: DE NORM VOOR AANGEPLANTE GEMEENSCHAPSBOSSEN EN GEMEENSCHAPSBOSSEN IN GEBIEDEN MET PRODUCTIEBOSSEN
Nr. |
Beginselen |
Criteria |
Indicatoren |
Verificatiepunten |
Relevante regelgeving |
||||||
1. |
|
|
|
Het certificaat bosbouwconcessierechten |
Besluit P.37/2007 van de minister van Bosbouw Besluit P.49/2008 van de minister van Bosbouw Besluit P.12/2010 van de minister van Bosbouw Besluit P.55/2011 van de minister van Bosbouw |
||||||
Het bewijs van betaling voor de exploitatievergunning voor bosbouwproducten |
|||||||||||
|
|
Akte of bewijs van vestiging |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
2. |
|
|
|
Het goedgekeurde jaarlijkse werkplan |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw |
||||||
Een kaart in het jaarlijkse werkplan waarop gebieden zijn aangegeven waar niet mag worden gekapt, met bewijs van uitvoering ter plaatse |
|||||||||||
De locatie van de kappercelen is duidelijk gemerkt en kan ter plaatse worden gecontroleerd |
|||||||||||
|
|
Document en aanhangsels voor het masterplan exploitatie bosbouwproducten (lopende aanvragen zijn aanvaardbaar) |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw |
||||||||
De locatie van en het volume aan winbaar stamhout in het gebied waar mag worden gekapt, komen overeen met het werkplan |
|||||||||||
|
|
Goedgekeurde houtproductieverslagen |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
|
Wettelijke vervoersdocumenten en relevante aanhangsels vanaf de stapelplaats voor stamhout naar tussentijdse stapelplaatsen en vanaf tussentijdse stapelplaatsen naar primaire bedrijven en/of geregistreerde handelaren in stamhout |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
|
De merktekens voor beheerdoeleinden/streepjescodes (PUHH) op stamhout |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
De vergunninghouder merkt het hout op consequente wijze |
|||||||||||
|
|
Het vervoersdocument voor stamhout, met aangehechte lijst van stamhout |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
|
|
De opdracht tot betaling van de bosbestandsvergoeding |
Besluit P.18/2007 van de minister van Bosbouw Besluit 22/2012 van de minister van Handel |
||||||||
Het bewijs van betaling van de bosbestandsvergoeding |
|||||||||||
De betaling van de bosbestandsvergoeding stemt overeen met het geproduceerde stamhout en het geldende tarief |
|||||||||||
|
|
De V-Legal-markering wordt dienovereenkomstig toegepast |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
3. |
|
|
|
Toepasselijke MER-documenten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||
|
Het relevante milieubeheersplan en het toezichtplan voor de milieueffecten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
|||||||||
Het bewijs van uitvoering van het milieubeheersplan en het toezicht op belangrijke maatschappelijke en milieueffecten |
|||||||||||
4. |
|
|
|
Uitvoering van de procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
Regeringsbesluit PP.50/2012 Besluit 8/2010 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie Besluit 609/2012 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||
Uitrusting op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
|||||||||||
|
|
Er zijn geen minderjarige werknemers |
Wet nr. 23/2002 Wet nr. 13/2003 |
WETTIGHEIDSNORM 3: DE NORM VOOR PARTICULIERE BOSSEN
Nr. |
Beginselen |
Criteria |
Indicatoren |
Verificatiepunten |
Relevante regelgeving |
||||||
1. |
|
|
|
Geldige documenten waaruit het beschikkingsrecht op of de eigendom van de grond blijkt (door de bevoegde autoriteiten erkende eigendomsakten) |
Wet nr. 5/1960 Besluit P.33/2010 van de minister van Bosbouw Regeringsbesluit PP.12/1998 Besluit 36/2007 van de minister van Handel Besluit 37/2007 van de minister van Handel Wet nr. 6/1983 Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||
Het recht de grond te bewerken De oprichtingsakte van het bedrijf De bedrijfsvergunning om handel te drijven (SIUP) Bedrijfsregistratie (TDP) De belastingregistratie (NPWP) Document met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk CAO-documenten of beleidsdocumenten van het bedrijf met betrekking tot de rechten van werknemers |
|||||||||||
Een kaart van het particuliere bos met de afgebakende grenzen van het gebied |
|||||||||||
|
Het vervoersdocument voor stamhout |
Besluit P.30/2012 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
|
Het bewijs van de betaling aan het herbebossingsfonds en/of van de bosbestandsvergoeding en van de vergoeding aan de staat voor de waarde van het gekapte stamhout |
Besluit P.18/2007 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
|
|
Akte of bewijs van vestiging |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
|
|
De V-Legal-markering wordt dienovereenkomstig toegepast |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
2. |
|
|
|
Uitvoering van de procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
Regeringsbesluit PP.50/2012 Besluit 8/2010 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie Besluit 609/2012 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||
Uitrusting op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
|||||||||||
Verslagen van ongevallen |
|||||||||||
|
|
De werknemers zijn lid van vakorganisaties of mogen op grond van het bedrijfsbeleid vakorganisatieactiviteiten ontplooien of eraan deelnemen |
Wet nr. 13/2003 Besluit 16/2001 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||||
|
CAO-documenten of beleidsdocumenten van het bedrijf met betrekking tot de rechten van werknemers |
Wet nr. 13/2003 Besluit 16/2011 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
|||||||||
|
Er zijn geen minderjarige werknemers |
Wet nr. 23/2002 Wet nr. 13/2003 |
|||||||||
3. |
|
|
|
Toepasselijke MER-documenten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||
|
Het milieubeheersplan en het toezichtplan voor de milieueffecten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
|||||||||
Het bewijs van uitvoering van het milieubeheersplan en toezicht |
WETTIGHEIDSNORM 4: DE NORM VOOR HOUTEXPLOITATIERECHTEN IN ANDERE DAN BOSGEBIEDEN OF UIT HERBESTEMBARE PRODUCTIEBOSSEN
Nr. |
Beginselen |
Criteria |
Indicatoren |
Verificatiepunten |
Relevante regelgeving |
||||||
1. |
|
|
|
ILS/IPK-vergunningen voor kapwerkzaamheden in het pachtgebied (inclusief toepasselijk milieueffectrapport (MER) van niet-bosbouwbedrijf) |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit P.18/2011 van de minister van Bosbouw Besluit P.59/2011 van de minister van Bosbouw Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||
Bij de ILS/IPK-vergunningen voor het pachtgebied gevoegde kaarten en bewijs van naleving ter plaatse |
|||||||||||
|
|
De bedrijfsvergunning en aangehechte kaarten (inclusief toepasselijk milieueffectrapport (MER) van niet-bosbouwbedrijf) |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit P.33/2010 van de minister van Bosbouw Besluit P.14/2011 van de minister van Bosbouw Besluit P.59/2011 van de minister van Bosbouw Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||||
De IPK-vergunning in herbestemmingsgebieden |
|||||||||||
Aan de IPK-vergunning gehechte kaarten |
|||||||||||
Documenten die wijzigingen in de juridische status van het bos toestaan (deze vereiste geldt voor zowel houders van een IPK-vergunning als houders van een bedrijfsvergunning) |
|||||||||||
|
De IPK-vergunning in herbestemmingsgebieden |
Besluit P.14/2011 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
Aan de IPK-vergunning gehechte kaarten |
|||||||||||
|
|
Planningsdocument van IPK |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit P.14/2011 van de minister van Bosbouw Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
||||||||
De bedrijfsvergunning en aangehechte kaarten (inclusief toepasselijk milieueffectrapport (MER) van niet-bosbouwbedrijf) |
|||||||||||
De IPK-vergunning in herbestemmingsgebieden |
|||||||||||
Aan de IPK-vergunning gehechte kaarten |
|||||||||||
|
De IPK-vergunning in herbestemmingsgebieden |
Besluit P.14/2011 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
Aan de IPK-vergunning gehechte kaarten |
|||||||||||
2. |
|
|
|
De IPK/ILS-werkplandocumenten |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw Besluit P.53/2009 van de minister van Bosbouw |
||||||
|
De bosinventarisatiedocumenten |
Besluit P.62/2008 van de minister van Bosbouw Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
De houtproductieverslagen (LHP) |
|||||||||||
|
|
De opdracht tot betaling van de bosbestandsvergoeding |
Besluit P.18/2007 van de minister van Bosbouw |
||||||||
Het bewijs van betaling van de bosbestandsvergoeding |
|||||||||||
De betaling van de bosbestandsvergoeding stemt overeen met het geproduceerde stamhout en het geldende tarief |
|||||||||||
|
De factuur voor het vervoer van het stamhout (FAKB) en de lijst van stamhout met kleine diameter |
Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||
Het document dat de wettigheid van het stamhout bewijst (SKSKB) en de lijst van stamhout met grote diameter |
|||||||||||
|
|
De V-Legal-markering wordt dienovereenkomstig toegepast |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||
3. |
|
|
|
De procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
Regeringsbesluit PP.50/2012 Besluit 8/2010 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie Besluit 609/2012 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||
Uitrusting op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
|||||||||||
Verslagen van ongevallen |
|||||||||||
|
|
Er zijn geen minderjarige werknemers |
Wet nr. 23/2002 Wet nr. 13/2003 |
WETTIGHEIDSNORM 5: DE NORM VOOR DE PRIMAIRE EN SECUNDAIRE HOUTVERWERKENDE BEDRIJVEN EN HANDELAREN
Nr. |
Beginselen |
Criteria |
Indicatoren |
Verificatiepunten |
Relevante regelgeving |
||||||||||
1. |
|
|
|
De oprichtingsakte van het bedrijf en de meest recente wijzigingen aan deze akte |
Wet nr. 6/1983 Wet nr. 3/2014. Regeringsbesluit PP.74/2011 Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit M.01-HT.10/2006 van de minister van Justitie en Mensenrechten Besluit 36/2007 van de minister van Handel Besluit 37/2007 van de minister van Handel Besluit 41/2008 van de minister van Industrie Besluit 27/2009 van de minister van Binnenlandse Zaken Besluit 39/2011 van de minister van Handel Besluit 05/2012 van de minister van Milieu Besluit 77/2013 van de minister van Handel Besluit P.9/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.55/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||
Een vergunning om handel te drijven (SIUP) of handelsvergunning, in de vorm van een vergunning voor industriële activiteiten (IUI) of een registratiecertificaat voor industriële onderneming (TDI) |
|||||||||||||||
De milieuhindervergunning (een vergunning die wordt afgegeven aan het bedrijf wegens milieubelastende activiteiten in de omgeving van de bedrijfswerkzaamheden) |
|||||||||||||||
Certificaat van bedrijfsregistratie (TDP) |
|||||||||||||||
De belastingregistratie (NPWP) |
|||||||||||||||
Beschikbaarheid van toepasselijke MER-documenten |
|||||||||||||||
Beschikbaarheid van een vergunning voor industriële activiteiten (IUI), een vergunning voor permanente bedrijfsactiviteiten (IUT) of registratiecertificaat voor industriële onderneming (TDI) |
|||||||||||||||
Beschikbaarheid van voorraadplannen voor grondstoffen (RPBBI) voor primaire bedrijven |
|||||||||||||||
|
De exporteurs zijn geregistreerde exporteurs van bosbouwproducten (ETPIK) |
Besluit 97/2014 van de minister van Handel |
|||||||||||||
|
|
Identiteitskaart |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||||
|
|
De importeurs zijn geregistreerd |
Besluit 78/2014 van de minister van Handel |
||||||||||||
|
De importeurs hebben richtsnoeren/procedures met betrekking tot zorgvuldigheidseisen en bewijzen van de uitvoering ervan |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
|
|
Vergunning van het hoofd van de bosbouwdienst op provincie-/districtsniveau |
Besluit P.30/2012 van de minister van Bosbouw Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||||
|
De oprichtingsakte van het bedrijf en de meest recente wijzigingen aan deze akte |
Wet nr. 6/1983 Regeringsbesluit PP.74/2011 Besluit M.01-HT.10/2006 van de minister van Justitie en Mensenrechten Besluit 36/2007 van de minister van Handel Besluit 37/2007 van de minister van Handel Besluit 39/2011 van de minister van Handel Besluit 77/2013 van de minister van Handel Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw Besluit 97/2014 van de minister van Handel |
|||||||||||||
De vergunning om handel te drijven (SIUP) of handelsvergunning |
|||||||||||||||
Certificaat van bedrijfsregistratie (TDP) |
|||||||||||||||
De belastingregistratie (NPWP) |
|||||||||||||||
De registratie van de handelaren als niet-producerende exporteurs van bosbouwproducten (ETPIK) |
|||||||||||||||
De leveringsovereenkomst of het contract met een kleinschalig bedrijf (niet-ETPIK) dat beschikt over een certificaat van wettigheid van het hout (S-LK) of over een conformiteitsverklaring van de leverancier (DKP) |
|||||||||||||||
|
Toepasselijke MER-documenten |
Regeringsbesluit PP.27/2012 Besluit 13/2010 van de minister van Milieu Besluit 05/2012 van de minister van Milieu |
|||||||||||||
|
|
Akte of bewijs van vestiging |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||||
De belastingregistratie (NPWP) in het geval van coöperaties |
|||||||||||||||
|
Coöperatief besluit over organisatiestructuur |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
|
Documenten van het bedrijfsplan van de coöperatie of een document dat het soort coöperatie vermeldt |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
|
Identiteitskaarten |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
2. |
|
|
|
De inkoop- en verkoopdocumenten en/of het leveringscontract voor materialen en/of het aankoopbewijs |
Besluit P.30/2012 van de minister van Bosbouw Besluit P.9/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.78/2014 van de minister van Handel |
||||||||||
Een goedgekeurd verslag over de overdracht van hout en/of het bewijs van overdracht en/of een officieel verslag over het onderzoek van het hout; een verklaring over de wettigheid van de bosbouwproducten |
|||||||||||||||
Ingevoerd hout gaat vergezeld van een conformiteitsverklaring van de leverancier of een certificaat van wettigheid (S-LK) Aantekening: geldt enkel voor ambachtslieden/kleinschalige bedrijven |
|||||||||||||||
Vervoersdocumenten van het hout |
|||||||||||||||
De vervoersdocumenten (Nota) met dienovereenkomstige officiële verslagen van de beambte van de lokale autoriteit over gebruikt sloophout, opgegraven hout en begraven hout |
|||||||||||||||
De vervoersdocumenten in de vorm van Nota voor industrieel afvalhout |
|||||||||||||||
De documenten/verslagen over wijzigingen in de voorraad stamhout/hout/producten |
|||||||||||||||
Certificaat van wettigheid (S-PHPL/S-LK) of conformiteitsverklaring van de leverancier (DKP) |
|||||||||||||||
Ondersteunende documenten voor voorraadplannen voor grondstoffen (RPBBI) voor primaire bedrijven |
|||||||||||||||
|
Kennisgeving van invoer |
Presidentieel Besluit 43/1978 Besluit 78/2014 van de minister van Handel |
|||||||||||||
De paklijst |
|||||||||||||||
De factuur |
|||||||||||||||
De vrachtbrief |
|||||||||||||||
Invoeraangifte en aanbeveling voor de invoer |
|||||||||||||||
Het bewijs van de betaling van de invoerrechten |
|||||||||||||||
Andere relevante documenten (inclusief Cites-vergunningen) voor houtsoorten waarvoor handelsbeperkingen gelden |
|||||||||||||||
Bewijs van gebruik van ingevoerd hout |
|||||||||||||||
|
De turfstaten over het gebruik van grondstoffen en de productieomvang Aantekening: geldt niet voor ambachtslieden/kleinschalige bedrijven |
Besluit 41/2008 van de minister van Industrie Besluit P.30/2012 van de minister van Bosbouw Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.55/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
De productieverslagen over de verwerkte producten |
|||||||||||||||
De productie van de bedrijfseenheid is niet groter dan de toegestane productiecapaciteit Aantekening: geldt niet voor ambachtslieden/kleinschalige bedrijven |
|||||||||||||||
Segregatie/scheiding van de geproduceerde producten van in beslag genomen hout |
|||||||||||||||
|
Certificaat van wettigheid (S-LK) of conformiteitsverklaring van de leverancier (DKP) |
Besluit P.48/2006 van de minister van Bosbouw Besluit 36/2007 van de minister van Handel Besluit 41/2008 van de minister van Industrie Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.55/2014 van de minister van Bosbouw |
|||||||||||||
Dienstenovereenkomst voor de verwerking van de producten met een derde partij |
|||||||||||||||
Een verklaring over de grondstof |
|||||||||||||||
Segregatie/scheiding van de geproduceerde producten |
|||||||||||||||
Documentatie over de grondstoffen, het productieproces en, indien van toepassing, over de uitvoer wanneer de uitvoer plaatsvindt op basis van een dienstenovereenkomst met een ander bedrijf. |
|||||||||||||||
|
|
Producten worden gekocht van geregistreerde partnerbedrijven (niet-ETPIK) die beschikken over een certificaat van wettigheid (S-LK) of over een conformiteitsverklaring van de leverancier (DKP). |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||||
Vervoersdocument |
|||||||||||||||
De documenten/verslagen over wijzigingen in de voorraad producten |
|||||||||||||||
3. |
|
|
|
Vervoersdocument |
Gezamenlijk Besluit van de minister van Bosbouw (22/2003), de minister van Vervoer (KM3/2003) en de minister van Industrie en Handel (33/2003) Besluit P.30/2012 van de minister van Bosbouw Besluit P.41/2014 van de minister van Bosbouw Besluit P.42/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||
|
|
Producten voor uitvoer |
Wet nr. 17/2006 (Douane) Presidentieel Besluit 43/1978 Besluit 447/2003 van de minister van Bosbouw Besluit 223/2008 van de minister van Financiën Besluit P-40/2008 van het directoraat-generaal Douane Besluit P-06/2009 van het directoraat-generaal Douane Besluit P.50/2013 van de minister van Handel Besluit P.97/2014 van de minister van Handel |
||||||||||||
De uitvoeraangifte (PEB) |
|||||||||||||||
De paklijst |
|||||||||||||||
De factuur |
|||||||||||||||
De vrachtbrief |
|||||||||||||||
De uitvoervergunningen (V-Legal) |
|||||||||||||||
De resultaten van de technische controle (deskundigenverslag) voor producten waarvoor de technische controle verplicht is |
|||||||||||||||
Het bewijs van de betaling van de uitvoerrechten, indien van toepassing |
|||||||||||||||
Andere relevante documenten (inclusief Cites-vergunningen) voor houtsoorten waarvoor handelsbeperkingen gelden |
|||||||||||||||
|
|
De V-Legal-markering wordt dienovereenkomstig toegepast |
Besluit P.43/2014 van de minister van Bosbouw |
||||||||||||
4. |
|
|
|
De procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk of In het geval van ambachtslieden/kleinschalige bedrijven: EHBO- en veiligheidsuitrusting |
Regeringsbesluit PP.50/2012 Besluit 8/2010 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie Besluit 609/2012 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||||||
Uitvoering van de procedures op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk |
|||||||||||||||
Verslagen van ongevallen Aantekening: geldt niet voor ambachtslieden/kleinschalige bedrijven |
|||||||||||||||
|
|
Een vakorganisatie of bedrijfsbeleid dat werknemers toestaat een vakorganisatie op te richten of deel te nemen aan vakorganisatieactiviteiten |
Besluit 16/2001 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
||||||||||||
|
Aanwezigheid van een collectieve arbeidsovereenkomst of documenten m.b.t. bedrijfsbeleid inzake de rechten van werknemers |
Wet nr. 13/2003 Besluit 16/2011 van de minister van Werkgelegenheid en Transmigratie |
|||||||||||||
|
Er zijn geen minderjarige werknemers |
Wet nr. 23/2002 Wet nr. 13/2003 |
BIJLAGE V
INDONESISCH SYSTEEM TER WAARBORGING VAN DE WETTIGHEID VAN HOUT EN HOUTPRODUCTEN
1. Inleiding
Doel: de zekerheid verschaffen dat wordt voldaan aan alle relevante wet- en regelgeving van Indonesië inzake het kappen, vervoeren, verwerken en verkopen van rondhout en verwerkte houtproducten.
Indonesië, bekend om zijn baanbrekende rol in de strijd tegen de illegale houtkap en de handel in illegaal gekapt hout en producten daarvan, trad op als gastheer voor de Oost-Aziatische Ministeriële Conferentie inzake wetshandhaving en governance in de bosbouw (Forest Law Enforcement and Governance, FLEG), die in september 2001 werd gehouden op Bali en resulteerde in de „Verklaring inzake wetshandhaving en governance in de bosbouw” (de Verklaring van Bali). Nog steeds speelt Indonesië een vooraanstaande rol in de internationale samenwerking ter bestrijding van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel.
Als onderdeel van de internationale inspanningen om deze problemen aan te pakken, verbinden steeds meer houtverbruikende landen zich ertoe maatregelen te treffen ter voorkoming van de handel in illegaal hout op hun markten en verbinden houtproducerende landen zich ertoe een mechanisme in te stellen dat ervoor moet zorgen dat hun houtproducten op wettige wijze zijn geproduceerd. Het is van groot belang dat er een geloofwaardig systeem in het leven wordt geroepen ter waarborging van de wettigheid van het kappen, vervoeren, verwerken en verhandelen van hout en verwerkte houtproducten.
Het Indonesische systeem ter waarborging van de wettigheid van hout en houtproducten (Timber Legality Assurance System, TLAS) garandeert dat hout en houtproducten die in Indonesië worden geproduceerd en verwerkt, afkomstig zijn uit legale bronnen en volledig voldoen aan de relevante wet- en regelgeving van Indonesië, zoals gecontroleerd door middel van onafhankelijke audits en onder toezicht van maatschappelijke organisaties.
1.1. Indonesische wet- en regelgeving waarop het TLAS is gebaseerd
Het TLAS is ingesteld bij het Indonesische overheidsbesluit inzake de „Normen en richtsnoeren voor de beoordeling van de prestaties van duurzaam bosbeheer en de controle van de rechtmatigheid van hout in staats- en particuliere bossen” (Besluit van de minister van Bosbouw P.38/Menhut-II/2009). Het TLAS omvat ook de Indonesische duurzaamheidsregeling en heeft tot doel de governance in de bosbouwsector te verbeteren, de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel een halt toe te roepen en de geloofwaardigheid en het image van de Indonesische houtproducten te versterken.
Het TLAS omvat de volgende onderdelen:
1. |
wettigheidsnormen; |
2. |
toezicht op de toeleveringsketen; |
3. |
controleprocedures; |
4. |
vergunningensysteem; |
5. |
toezicht. |
Het TLAS vormt de grondslag die garandeert dat hout en houtproducten die in Indonesië worden geproduceerd en naar de Unie en andere markten worden uitgevoerd, op rechtmatige wijze zijn verkregen.
1.2. De ontwikkeling van het TLAS: een proces met vele belanghebbenden
Sinds 2003 zijn zeer uiteenlopende belanghebbenden in de Indonesische bosbouw actief betrokken bij de ontwikkeling, uitvoering en beoordeling van het TLAS. Dit komt het toezicht, de transparantie en de geloofwaardigheid van het proces ten goede. In 2009 heeft dit proces met vele belanghebbenden geleid tot de uitvaardiging van Besluit P.38/Menhut-II/2009 van de minister van Bosbouw, gevolgd door de Technische Richtsnoeren nr. 6/VI-SET/2009 en nr. 02/VI-BPPHH/2010 van het directoraat-generaal Bosexploitatie, die zijn herzien door de Besluiten P.68/Menhut-II/2001, P.45/Menhut-II/2012 en P.42/Menhut-II/2013 van de minister van Bosbouw en door de Technische Richtsnoeren P.8/VI-SET/2011 en P.8/VI-BPPHH/2012 van het directoraat-generaal Bosexploitatie.
De regelgeving is via een proces met vele belanghebbenden opnieuw herzien, op basis van de lessen die werden getrokken uit de oorspronkelijke uitvoering van het TLAS, de resultaten van de gezamenlijke beoordeling overeenkomstig bijlage VIII bij deze overeenkomst en de aanbevelingen van diverse belanghebbenden, wat in juni 2014 resulteerde in Besluit P.43/Menhut-II/2014 van de minister van Bosbouw en in december 2014 in Besluit P.95/Menhut-II/2014, in december 2014 gevolgd door Technisch Richtsnoer P.14/VI-BPPHH/2014 en in januari 2015 door Technisch Richtsnoer P.1/VI-BPPHH/2015 van het directoraat-generaal Bosexploitatie (hierna „de TLAS-richtsnoeren” genoemd).
Het proces van overleg met alle belanghebbenden wordt tijdens de uitvoering van het TLAS voortgezet.
2. Toepassingsgebied van het TLAS
Naar eigendomsvorm kunnen de productiebossen van Indonesië worden onderverdeeld in twee categorieën: staatsbossen en particuliere bossen/gronden. De staatsbossen bestaan uit productiebossen voor duurzame langetermijnhoutproductie op basis van verschillende soorten vergunningen en bosgebieden die kunnen worden ontgonnen voor andere toepassingen dan bosbouw, zoals de bouw van woningen en de aanleg van plantages voor de landbouw. De toepassing van het TLAS op staatsbossen en particuliere bossen of gronden wordt beschreven in bijlage II.
Het TLAS heeft betrekking op alle soorten vergunningen voor de productie van hout en houtproducten alsmede alle werkzaamheden van alle houthandelaren, houtverwerkers, exporteurs en importeurs.
Het TLAS is van toepassing op houtproducten die als bestemming binnenlandse en buitenlandse markten hebben. Van alle Indonesische producenten, verwerkers en handelaren wordt de wettigheid gecontroleerd, met inbegrip van producenten, verwerkers en handelaren die leveren aan de binnenlandse markt.
Volgens het TLAS moeten hout en houtproducten die worden ingevoerd, worden ingeklaard en voldoen aan de Indonesische invoerregelingen. Volgens die regelingen moeten hout en houtproducten die worden ingevoerd, vergezeld gaan van documenten en andere bewijsstukken die garanties bieden ten aanzien van de wettigheid van het hout in het land waar het is gekapt. Al het hout dat en alle houtproducten die in Indonesië worden ingevoerd, moeten deel uitmaken van een toeleveringsketen waarvan de controles alle relevante Indonesische regelgeving volledig naleven.
Bepaalde houtproducten kunnen gerecycled materiaal bevatten. In de wettigheidseisen en de TLAS-richtsnoeren zijn voor gerecycled hout specifieke wettigheidseisen beschreven.
In beslag genomen hout mag uitsluitend voor gebruik op de binnenlandse markt worden verkocht, met uitzondering van in beslag genomen hout dat in een beschermd bos is gekapt, dat moet namelijk worden vernietigd. Elk bedrijf dat in beslag genomen hout ontvangt, dient maatregelen te treffen om een onderscheid te maken tussen dat hout en andere voorraden en dient dat naar behoren mede te delen aan een conformiteitsbeoordelingsinstantie (CBI), die onverwijld een bijzondere audit uitvoert om te voorkomen dat dat hout in de toeleveringsketen voor de uitvoer terechtkomt. Voor in beslag genomen hout mag geen uitvoervergunning worden afgegeven.
Wijzigingen van de procedures voor de exploitatie en/of het beheer van hout uit traditionele bossen in het kader van de uitvoering van Besluit (MK) nr. 35/PUU-X/2012 van het constitutionele hof van Indonesië worden na de goedkeuring van de betrokken wetgeving doorgevoerd.
Hout en houtproducten in doorvoer worden strikt buiten de bekendgemaakte hoofddouanegebieden gehouden. Dergelijk hout in doorvoer komt dus niet in de hoofddouanegebieden en wordt bovendien niet opgenomen in de houttoeleveringsketens van Indonesië. Voor hout in doorvoer wordt geen uitvoervergunning afgegeven.
2.1. De wettigheidsnormen van het TLAS
Het TLAS is gebaseerd op specifieke wettigheidsnormen voor hout, die alle soorten bronnen van hout (vergunningen en marktdeelnemers) en alle activiteiten van de marktdeelnemers bestrijken. Deze normen en de bijbehorende richtsnoeren voor de controle ervan worden beschreven in bijlage II.
Daarnaast maken ook de „Norm en richtsnoeren voor de beoordeling van de prestaties van duurzaam bosbeheer (SFM)” deel uit van het TLAS. Door middel van de beoordeling van de duurzaamheid van het bosbeheer volgens de norm voor duurzaam bosbeheer wordt tevens nagegaan of de gecontroleerde aan de relevante wettigheidscriteria van het TLAS voldoet. Vergunninghouders die productiebossen op staatsgrond (permanent bosgebied) exploiteren, moeten zich aan de relevante normen op het gebied van wettigheid en duurzaam bosbeheer houden. Zij kunnen ervoor kiezen om aanvankelijk enkel de wettigheidsnorm na te leven, maar uiterlijk tegen de datum waarop hun oorspronkelijke certificaat van wettigheid verstrijkt, dienen zij zowel de wettigheidsnormen als de normen voor de duurzaamheid van het bosbeheer na te leven.
3. Controle van de houttoeleveringsketen
De vergunninghouder (bij concessies), de grondeigenaar (bij particuliere grond) of het bedrijf (bij handelaren, verwerkers en exporteurs) tonen aan dat elk knooppunt in de toeleveringsketen is gecontroleerd en gedocumenteerd overeenkomstig de Besluiten P.30/Menhut-II/2012, P.41/Menhut-II/2014 en P.42/Menhut-II/2014 van de minister van Bosbouw (hierna de „regelgeving” genoemd). Deze regelgeving verplicht bosbouwbeambten op provincie- en districtsniveau ertoe controles ter plaatse uit te voeren en de geldigheid te controleren van documenten die door vergunninghouders, grondeigenaren of verwerkers worden overgelegd bij elk knooppunt in de toeleveringsketen.
De voornaamste documenten voor de operationele controles op elk punt in de toeleveringsketen worden samengevat in diagram 1.
Alle zendingen in een toeleveringsketen moeten vergezeld gaan van relevante vervoersdocumenten die aangeven of het materiaal wordt gedekt door een geldig SVLK-certificaat, rechtmatig is door het gebruik van de conformiteitsverklaring van de leverancier (Supplier's Declaration of Conformity (SDoC)) of afkomstig is uit in beslag genomen bronnen. De eigenaar of bewaarder van ongeacht welke zending hout of houtproducten moet op elk punt van een bevoorradingsketen bijhouden of die zending SVLK-gecertificeerd is, rechtmatig is door het gebruik van de conformiteitsverklaring van de leverancier of afkomstig is uit een in beslag genomen bron. Indien een zending in beslag genomen hout bevat, moet de eigenaar of bewaarder van die zending een doeltreffend systeem invoeren om een onderscheid te maken tussen hout en houtproducten uit gecontroleerde legale bronnen en in beslag genomen hout of houtproducten en moet hij gegevens bijhouden die een onderscheid maken tussen die bronnen.
Marktdeelnemers in de toeleveringsketen moeten volledige gegevens bijhouden over het hout en de houtproducten die zijn ontvangen, opgeslagen, verwerkt en geleverd. Die gegevens moeten voldoende zijn om de afstemming van de kwantitatieve gegevens tussen en binnen de knooppunten van de toeleveringsketen mogelijk te maken. Deze gegevens worden ter beschikking gesteld van bosbouwbeambten op provincie- en districtsniveau, zodat zij de afstemming kunnen uitvoeren. De voornaamste activiteiten en procedures, met inbegrip van de afstemming, voor elk stadium van de toeleveringsketen en de rol van de CBI's bij de beoordeling van de integriteit van de toeleveringsketen worden toegelicht in het aanhangsel van deze bijlage.
Diagram 1
Controle van de toeleveringsketen met de voornaamste documenten die vereist zijn op elk punt in de toeleveringsketen waar afstemming van gegevens plaatsvindt
4. Institutionele structuur voor de controle van de wettigheid en de afgifte van uitvoervergunningen
4.1. Inleiding
Het Indonesische TLAS berust op een aanpak die „operator-based licensing” (afgifte van vergunningen op basis van marktdeelnemers) wordt genoemd en veel gemeen heeft met certificeringssystemen voor producten of bosbeheer. Het Indonesische Ministerie van Bosbouw belast een aantal conformiteitsbeoordelingsinstanties (Lembaga Penilai (LP's) en Lembaga Verifikasi (LV's)) met de controle van de wettigheid van de werkzaamheden van houtproducenten, -handelaren, -verwerkers en -exporteurs („marktdeelnemers”).
Deze conformiteitsbeoordelingsinstanties (CBI's) zijn erkend door de nationale accreditatie-instantie (KAN) van Indonesië. CBI's worden ingeschakeld door marktdeelnemers die hun werkzaamheden als wettig willen laten certificeren. CBI's moeten zich houden aan de ISO/IEC 17065-norm. Zij melden de uitkomst van de audits aan de gecontroleerde en het Ministerie van Bosbouw. Samenvattingen van verslagen worden openbaar gemaakt.
Een CBI controleert of de marktdeelnemer waarbij een audit van zijn werkzaamheden wordt uitgevoerd, voldoet aan de Indonesische definitie van wettigheid zoals bedoeld in bijlage II en doeltreffende maatregelen treft om materiaal uit onbekende bronnen uit zijn toeleveringsketens te weren. Wanneer wordt vastgesteld dat de gecontroleerde die in staatsbossen werkzaam is of een groot bedrijf (primair bedrijf met een capaciteit van meer dan 6 000 m3/jaar, secundair bedrijf met een investering van meer dan 500 miljoen IDR) voldoet aan de regelgeving, wordt een SVLK-certificaat van wettigheid met een geldigheidsduur van 3 (drie) jaar afgegeven. Tijdens die periode brengt de CBI jaarlijkse surveillancebezoeken om te controleren of nog steeds aan de regelgeving wordt voldaan. Voor gecontroleerden met een klein bedrijf (primair bedrijf met een capaciteit van minder dan 6 000 m3/jaar, secundair bedrijf met een investering van minder dan 500 miljoen IDR), bedraagt de geldigheidsduur van het certificaat van wettigheid 6 (zes) jaar, en 10 (tien) jaar voor marktdeelnemers die werkzaam zijn in particuliere bossen/op particuliere gronden. In die gevallen vinden de surveillancebezoeken van de CBI om de twee jaar (tweejaarlijks) plaats.
Marktdeelnemers die werkzaam zijn in particuliere bossen/op particuliere gronden, kleinschalige bedrijven, ambachtslieden, primaire bedrijven die uitsluitend hout van particuliere bossen of gronden verwerken en niet rechtstreeks kunnen uitvoeren, geregistreerde opslagplaatsen (voor de handel bestemd hout of verwerkt hout dat uitsluitend afkomstig is van particuliere bossen of gronden of van SVLK-gecertificeerde werkzaamheden van Perum Perhutani) en importeurs kunnen de conformiteitsverklaring van de leverancier gebruiken om de wettigheid van hun hout en houtproducten aan te tonen en worden daarom niet gecontroleerd door de CBI's (zie punt 5.3.).
LV's geven tevens uitvoervergunningen af. Zij controleren de geldigheid van het SVLK-certificaat en de uitvoerregistratie van de exporteur en de consistentie van de door de exporteur verstrekte gegevens (maandelijkse balansverslagen) vóór zij uitvoervergunningen in de vorm van gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) of FLEGT-vergunningen afgeven. Uitvoer zonder uitvoervergunning van door bijlage I bestreken houtproducten is derhalve verboden. Voor uitvoer naar de Europese Unie die aan die voorwaarden voldoet, wordt een FLEGT-vergunning afgegeven, terwijl voor uitvoer naar andere bestemmingen gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) worden afgegeven.
De TLAS-richtsnoeren stellen vast dat Indonesische maatschappelijke organisaties, individuen en gemeenschappen het recht hebben om ter plaatse toe te zien op de uitvoering van het TLAS. Dergelijke onafhankelijke toezichthouders mogen beoordelen of de werkzaamheden voldoen aan de eisen van de definitie van wettigheid en of de processen die verband houden met audits en de afgifte van vergunningen voldoen aan de eisen van het TLAS, en zij mogen klachten indienen bij CBI's, vergunningverlenende autoriteiten, de KAN en het Ministerie van Bosbouw.
Diagram 2
De verhouding tussen de verschillende instanties die betrokken zijn bij de uitvoering van het TLAS.
4.2. Conformiteitsbeoordelingsinstanties en vergunningverlenende autoriteiten
De conformiteitsbeoordelingsinstanties (CBI's) spelen een belangrijke rol in het Indonesische systeem. Zij worden gemachtigd door het Ministerie van Bosbouw en gecontracteerd door afzonderlijke marktdeelnemers om de wettigheid van de productie, de verwerking en de handelsactiviteiten van afzonderlijke marktdeelnemers in de toeleveringsketen en de integriteit ervan te controleren.
Er zijn twee soorten CBI's: i) beoordelingsinstanties (Lembaga Penilai (LP's)), die de prestaties van bosbeheerseenheden in staatsbossen controleren aan de hand van de duurzaamheidsnormen en de eisen van de wettigheidsnorm; en ii) controle-instanties (Lembaga Verifikasi (LV's)), die bosbeheerseenheden, houtverwerkende bedrijven, handelaren en exporteurs controleren aan de hand van de wettigheidsnormen.
Teneinde ervoor te zorgen dat de audits aan de hand waarvan de wettigheidsnormen in bijlage II worden gecontroleerd aan de hoogste kwaliteitsnormen voldoen, dienen de LP's en de LV's de noodzakelijke beheersystemen te ontwikkelen voor de vereisten op het gebied van vaardigheden, consistentie, onpartijdigheid, transparantie en beoordeling die worden beschreven in ISO/IEC 17065. Deze vereisten worden omschreven in de TLAS-richtsnoeren. Deze conformiteitsbeoordelingsinstanties (CBI's) zijn erkend door de nationale accreditatie-instantie (KAN) van Indonesië.
LV's kunnen ook vergunningen afgeven. In dat geval geven de LV's vergunningen af voor de uitvoer van houtproducten naar internationale markten. Voor markten buiten de Unie geven de vergunningverlenende autoriteiten gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) af en voor de markt van de Unie worden FLEGT-vergunningen afgegeven overeenkomstig de eisen in bijlage IV. Gedetailleerde procedures voor het gecontroleerde wettelijke document en de afgifte van FLEGT-vergunningen voor uitvoerzendingen zijn beschreven in de TLAS-richtsnoeren. LP's kunnen geen (uitvoer)vergunningen afgeven.
Alle auditeurs die voor CBI's of vergunningverlenende autoriteiten werken, moeten geregistreerd zijn en beschikken over een geldig certificaat van bekwaamheid van het Indonesische orgaan voor beroepscertificering (Lembaga Sertifikasi Profesi (LSP)). Het LSP beoordeelt elk vermeend geval van wangedrag van een auditeur dat hem ter kennis wordt gebracht en kan het certificaat van bekwaamheid van die auditeur intrekken.
4.3. Accreditatie-instantie
De nationale accreditatie-instantie (Komite Akreditasi Nasional (KAN)) van Indonesië is een onafhankelijke instantie die bij Overheidsbesluit (Peraturan Pemerintah (PP)) 102/2000 inzake nationale normering en Presidentieel Besluit (Keputusan Presiden/Keppres) 78/2001 inzake het nationaal accreditatiecomité in het leven is geroepen. Zij laat zich bij haar werkzaamheden leiden door ISO/IEC 17011 (Algemene eisen voor accreditatie-instellingen die conformiteitsbeoordelingsinstanties accrediteren). Zij heeft voor het TLAS interne ondersteunende documenten opgesteld voor de accreditatie van LP's en LV's.
De KAN is internationaal erkend door de Pacific Accreditation Cooperation (PAC) en het International Accreditation Forum (IAF) en mag certificeringsinstanties accrediteren voor kwaliteitsbeheersystemen, milieubeheersystemen en productcertificering. De KAN is tevens erkend door de Asia Pacific Laboratory Accreditation Cooperation (APLAC) en de International Laboratory Accreditation Cooperation (ILAC).
Op 14 juli 2009 tekende de KAN een memorandum van overeenstemming met het Ministerie van Bosbouw met het oog op de beschikbaarstelling van accreditatieactiviteiten voor het TLAS. Daardoor is zij belast met de accreditatie van CBI's en moet zij nagaan of die aan de ISO/IEC 17065-norm blijven voldoen.
Alle belanghebbenden, inclusief marktdeelnemers en onafhankelijke toezichthouders, kunnen bij de KAN een klacht over de prestaties van een LP of een LV indienen.
4.4. Gecontroleerden
Gecontroleerden zijn marktdeelnemers die verplicht zijn de wettigheid van hun werkzaamheden te laten controleren. Zij omvatten bosbeheerseenheden (concessiehouders of houders van een exploitatievergunning voor hout, vergunninghouders voor gemeenschaps- of dorpsbossen, particuliere bos-/grondeigenaren), geregistreerde houtopslagplaatsen, houtverwerkende bedrijven en niet-producerende geregistreerde exporteurs. Zowel de bosbeheerseenheden als de houtverwerkende bedrijven moeten voldoen aan de geldende wettigheidsnorm. Houtverwerkende bedrijven en niet-producerende geregistreerde exporteurs die hout en houtproducten uitvoeren, moeten voldoen aan de eisen voor uitvoervergunningen. Volgens het TLAS mogen gecontroleerden beroep instellen bij de LP of LV met betrekking tot de uitvoering of de resultaten van de audits.
4.5. Onafhankelijke toezichthouder
Maatschappelijke organisaties spelen een vooraanstaande rol bij het onafhankelijke toezicht op het TLAS. Maatschappelijke organisaties, individuen en gemeenschappen die handelen als onafhankelijke toezichthouder hebben het recht om te oordelen en verslag uit te brengen over de naleving van de wettigheidseisen bij werkzaamheden en over activiteiten op het gebied van accreditering, controle en de afgifte van vergunningen. De bevindingen van een onafhankelijke toezichthouder kunnen ook worden gebruikt bij de periodieke evaluatie die vereist is op grond van deze overeenkomst (bijlage VI).
Bij onregelmatigheden in verband met de wettigheid van een marktdeelnemer worden klachten namens een onafhankelijke toezichthouder rechtstreeks voorgelegd aan de LP of LV in kwestie. Indien zij de reactie van de LP of LV op een klacht als onvoldoende beschouwen, kan een onafhankelijke toezichthouder een verslag indienen bij de KAN en de overheid. Bij klachten over de afgifte van uitvoervergunningen kan de onafhankelijke toezichthouder zijn klacht rechtstreeks bij de vergunningverlenende autoriteit of het Ministerie van Bosbouw indienen.
4.6. De overheid
Het TLAS wordt geregeld door het Ministerie van Bosbouw (sinds oktober 2014 vormt het Ministerie van Bosbouw samen met het Ministerie van Milieu het Ministerie van Milieu en Bosbouw), dat de geaccrediteerde LP's machtigt om beoordelingen in het kader van het duurzaam bosbeheer uit te voeren en de LV's om de controle van de wettigheid uit te voeren.
Het Ministerie van Bosbouw machtigt de LV's eveneens om uitvoervergunningen (gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) of FLEGT-vergunningen) af te geven.
Het Ministerie van Bosbouw heeft in een reeks richtsnoeren de eisen vastgesteld met betrekking tot activiteiten op het gebied van controle en de afgifte van vergunningen. Die richtsnoeren omvatten ook bepalingen voor de controle die het Ministerie van Bosbouw uitoefent op de door de LV's uitgevoerde controles en specificeren de procedures van het ministerie om de LV's te machtigen tot activiteiten op het gebied van de afgifte van vergunningen en om daarop toe te zien.
Bovendien richt het Ministerie van Bosbouw ad hoc een follow-upteam op dat elke gemelde schending met betrekking tot de afgifte van een certificaat van wettigheid en/of een gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunning per geval moet onderzoeken. De samenstelling van het follow-upteam hangt af van de aard van de gemelde schending. Het kan uit verschillende overheidsinstanties en actoren uit het maatschappelijk middenveld bestaan. Op basis van de bevindingen en de aanbevelingen van het follow-upteam kan het Ministerie van Bosbouw de vergunning van de CBI intrekken, waardoor haar activiteiten op het gebied van controle en de afgifte van vergunningen onmiddellijk worden beëindigd.
Indien de KAN besluit om de accreditatie van een CBI in te trekken (bijvoorbeeld als gevolg van de jaarlijkse surveillance van de CBI's door de KAN), trekt het Ministerie van Bosbouw de vergunning van die CBI ook onmiddellijk in. CBI's kunnen in beroep gaan tegen het besluit van de KAN, maar niet tegen dat van het ministerie.
Het Ministerie van Bosbouw regelt ook het informatiepunt inzake vergunningen, een eenheid voor het beheer van informatie die de geldigheid van informatie met betrekking tot de afgifte van gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunningen controleert. Het informatiepunt inzake vergunningen is ook verantwoordelijk voor de algemene uitwisseling van informatie over het TLAS en ontvangt en bewaart relevante gegevens en informatie over de afgifte van certificaten van wettigheid en gecontroleerde wettelijke documenten (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunningen. Het antwoordt ook op vragen van bevoegde autoriteiten van handelspartners en belanghebbenden. Het informatiepunt inzake vergunningen beheert via zijn SILK-onlinesysteem ook het op zorgvuldigheidseisen gebaseerde aanbevelingsproces voor de invoer.
Daarnaast zijn een technische toezichthouder ter plaatse in dienst van de overheid (Wasganis) en een technische toezichthouder ter plaatse in dienst van bedrijven (Ganis) bij het Ministerie van Bosbouw geregistreerd. Een Wasganis is belast met het toezicht op en de controle van de meting van stamhout. Hij bekrachtigt ook de verplichte vervoersdocumenten en voert de afstemming van gegevens uit (zie het aanhangsel van deze bijlage voor meer details). Een Ganis bereidt de productie- en vervoersdocumenten van de gehele productie in de staatsbossen voor. Een Ganis kan de verplichte vervoersdocumenten ook bekrachtigen indien de Wasganis langer dan 48 uur afwezig is. Zowel een Wasganis als een Ganis is geregistreerd bij het Ministerie van Bosbouw. Zij worden jaarlijks door middel van een officieel onderzoek geëvalueerd door het Ministerie van Bosbouw.
5. Controle van de wettigheid
5.1. Inleiding
Indonesisch hout wordt als wettig beschouwd wanneer de herkomst en het productieproces alsook de verwerking, het vervoer en de handelsactiviteiten aantoonbaar voldoen aan alle geldende Indonesische wet- en regelgeving, zoals beschreven in bijlage II. CBI's voeren conformiteitsbeoordelingen uit om de naleving te controleren. Om de lasten te verminderen voor particuliere bosbezitters, handelaren en kleinschalige bedrijven/ambachtslieden die volledig afhankelijk zijn van hout uit bossen van particulieren/particulier gebruikte bossen (vergunning voor particuliere grond), mogen dergelijke marktdeelnemers in duidelijk omschreven gevallen een conformiteitsverklaring van de leverancier afgeven als alternatief voor het verkrijgen van een SVLK-certificaat (zie lid 5.2. voor meer details).
5.2. De controle van de wettigheid door CBI's
Overeenkomstig ISO/IEC 17065 en de TLAS-richtsnoeren omvat de controle van de wettigheid de volgende stappen.
Aanvraag en opdrachtverstrekking: de marktdeelnemer dient bij de CBI een aanvraag in waarin het toepassingsgebied van de controle, het profiel van de marktdeelnemer en andere noodzakelijke informatie worden beschreven. Voordat kan worden begonnen met de controleactiviteiten leggen de marktdeelnemer en de CBI de voorwaarden voor de controle in een overeenkomst vast.
Controleplan: na ondertekening van de controleovereenkomst stelt de CBI een controleplan op, waarin onder meer het auditteam wordt aangewezen, het controleprogramma wordt beschreven en de activiteiten worden gepland. Het plan wordt medegedeeld aan de gecontroleerde, de relevante provinciale autoriteit voor bosbouw en andere relevante autoriteiten op provinciaal en regionaal niveau, en er wordt overeenstemming bereikt over de data van de controleactiviteiten. Deze informatie wordt van tevoren ter beschikking gesteld van de onafhankelijke toezichthouders en het publiek op de websites van de CBI's en via het Ministerie van Bosbouw en/of de massamedia of brieven.
Controleactiviteiten: de audit bestaat uit drie stappen: i) openingsbijeenkomst en coördinatie, ii) documentcontrole en inspectie ter plaatse, en iii) slotbijeenkomst.
— |
Openingsbijeenkomst en coördinatie: coördinatie met relevante diensten op regionaal, provinciaal en districtsniveau om hen te informeren over auditplannen en om via die diensten de eerste informatie te vergaren. De CBI kan ook informatie verstrekken aan en communiceren met relevante maatschappelijke organisaties om de eerste informatie aan te vullen. De CBI bespreekt het doel, het toepassingsgebied, de planning en de methodiek van de audit met de gecontroleerde tijdens de openingsbijeenkomst, zodat deze de gelegenheid heeft vragen te stellen over de manier waarop de controle wordt uitgevoerd en over de gebruikte methoden. |
— |
Documentcontrole en inspectie ter plaatse: de CBI controleert de systemen en procedures alsmede de relevante documenten en gegevens van de gecontroleerde om bewijzen van naleving van de Indonesische eisen van het TLAS door de gecontroleerde te verzamelen. De CBI voert vervolgens controles ter plaatse uit om de naleving te controleren, onder meer door haar bevindingen te toetsen aan de bevindingen van officiële inspectieverslagen. De CBI controleert tevens het houttraceringssysteem van de gecontroleerde om na te gaan of al het hout dat in de toeleveringsketen terechtkomt aantoonbaar voldoet aan de wettigheidseisen. |
— |
Slotbijeenkomst: de resultaten van de controle, met name met betrekking tot eventuele gevallen van niet-naleving die zijn geconstateerd, worden voorgelegd aan de gecontroleerde. De gecontroleerde krijgt de gelegenheid vragen te stellen over de resultaten van de controle en uitleg te verschaffen over het door de CBI gepresenteerde bewijsmateriaal. |
Rapportage en besluitvorming: het auditteam stelt een controleverslag op, volgens een model van het Ministerie van Bosbouw. Het verslag, met een beschrijving van eventueel geconstateerde gevallen van niet-naleving en met het genomen besluit betreffende certificering, wordt binnen 14 kalenderdagen na de slotbijeenkomst met de gecontroleerde gedeeld en door de CBI bij het Ministerie van Bosbouw ingediend.
De bevindingen van het auditteam worden hoofdzakelijk gebruikt om het resultaat van de controle door de CBI te bepalen. De CBI neemt een besluit over de afgifte van een certificaat van wettigheid op grond van het controleverslag dat door het auditteam is opgesteld.
In geval van niet-naleving geeft de CBI geen certificaat van wettigheid af, waardoor wordt voorkomen dat het hout terechtkomt in de toeleveringsketen van gecontroleerd hout dat aan de wettelijke eisen voldoet. Zodra de regelgeving wordt nageleefd, kan de marktdeelnemer opnieuw een controleverzoek indienen.
Overtredingen die tijdens de controle door een CBI worden ontdekt, worden gemeld aan het Ministerie van Bosbouw en afgehandeld door de verantwoordelijke autoriteiten volgens de administratieve of gerechtelijke procedures. Als een marktdeelnemer ervan wordt verdacht de regels te overtreden, kunnen de autoriteiten op nationaal, provinciaal of districtsniveau besluiten om de activiteiten van de marktdeelnemer stop te zetten.
Afgifte van het certificaat van wettigheid en hercertificering: de CBI geeft een certificaat van wettigheid af als blijkt dat de gecontroleerde volledig voldoet aan alle indicatoren en verificatiepunten van de wettigheidsnorm, met inbegrip van de regels inzake de controle van de houttoeleveringsketen.
De CBI kan het Ministerie van Bosbouw op elk gewenst moment informatie verschaffen over afgegeven, gewijzigde, geschorste en ingetrokken certificaten, en brengt om de drie maanden een verslag uit. Het Ministerie van Bosbouw publiceert deze verslagen vervolgens op zijn website.
Naargelang het type vergunning waarover de gecontroleerde beschikt, is het certificaat van wettigheid drie tot tien jaar geldig, waarna de marktdeelnemer aan een hercertificeringsaudit wordt onderworpen. De hercertificering wordt uitgevoerd voordat het certificaat vervalt.
Surveillance: naargelang het type vergunning waarover de gecontroleerde beschikt, worden marktdeelnemers met een certificaat van wettigheid jaarlijks of tweejaarlijks gecontroleerd volgens de beginselen voor controleactiviteiten die hierboven zijn samengevat. Als het toepassingsgebied van de controle is uitgebreid, kan de CBI de surveillance ook eerder uitvoeren dan gepland.
Het surveillanceteam stelt een surveillanceverslag op. Een kopie van het verslag, met een beschrijving van eventueel geconstateerde gevallen van niet-naleving, wordt ingediend bij het Ministerie van Bosbouw. Wanneer gevallen van niet-naleving worden vastgesteld tijdens de surveillance, wordt het certificaat van wettigheid geschorst of ingetrokken.
Bijzondere audits: marktdeelnemers met een certificaat van wettigheid zijn verplicht aan de CBI eventuele ingrijpende veranderingen in eigendom, structuren, beheer en werkzaamheden te melden als die gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van de wettigheidscontroles tijdens de looptijd van het certificaat. De CBI kan bijzondere audits uitvoeren om klachten of geschillen te onderzoeken die door de onafhankelijke toezichthouders, overheidsinstanties of andere belanghebbenden zijn gemeld of bij ontvangst van het verslag van de marktdeelnemer over de wijzigingen die gevolgen hebben voor de kwaliteit van de wettigheidscontrole. CBI's voeren eveneens bijzondere audits uit indien de marktdeelnemer meldt dat hij voornemens is om in beslag genomen hout te verwerken.
5.3. Controle van de wettigheid met behulp van een conformiteitsverklaring van de leverancier (Supplier's Declaration of Conformity (SDoC)) en interne controles
Een conformiteitsverklaring van de leverancier op basis van SNI/ISO 17050 is een in ISO/IEC 17000 vastgestelde „eigen verklaring”, dat wil zeggen attestering door de eerste partij dat na onderzoek is gebleken dat aan nader omschreven eisen wordt voldaan.
De SDoC kan worden gebruikt door: i) particuliere bosbezitters, ii) geregistreerde houtopslagplaatsen (enkel houtopslagplaatsen die uitsluitend hout ontvangen van particuliere bossen/gronden of SVLK-gecertificeerd hout van Perum Perhutani ontvangen), iii) kleinschalige bedrijven/ambachtslieden, iv) primaire en secundaire bedrijven die uitsluitend hout uit particuliere bossen/gronden verwerken en niet over een uitvoervergunning beschikken. De SDoC geldt voor a) hout afkomstig van particuliere bossen/gronden, b) hout afkomstig van regeneraties van wegbermen en begraafplaatsen, c) gerecycled hout/sloophout en d) ingevoerd hout of ingevoerde houtproducten.
De SDoC bevat informatie over de leverancier, de producten en hun afkomst, de vervoersdocumenten, de ontvanger van de producten en de datum van afgifte. Een door particuliere bosbezitters opgestelde SDoC omvat ook een eigendomsbewijs van de grond waarvan het hout afkomstig is. De SDoC wordt aan het overeenkomstig de regelgeving voor houtbeheer opgestelde vervoersdocument gehecht. De TLAS-richtsnoeren voorzien in gedetailleerde procedures voor de afgifte van een SDoC en gerelateerde controles.
De ontvanger van een door particuliere bosbezitters opgestelde SDoC voert vóór hij de koopovereenkomst tekent interne controles uit met betrekking tot de geldigheid van de in de SDoC te vermelden informatie, hij documenteert die controles en herhaalt ze na de ondertekening van de overeenkomst ten minste eenmaal per jaar. Met het oog op de traceerbaarheid van stamhout wordt de informatie in een door houtopslagplaatsen opgestelde SDoC om de drie maanden door de ontvanger ervan (primaire of secundaire bedrijven) gecontroleerd. CBI's controleren dat door middel van een onderzoek van de documenten tijdens een SVLK-audit bij de ontvanger, indien die ontvanger is gecertificeerd. Voorts kan het Ministerie van Bosbouw steekproefsgewijze inspecties uitvoeren die aan bevoegde derde partijen kunnen worden uitbesteed. Indien er aanwijzingen van fraude en onregelmatigheden zijn, kan het Ministerie van Bosbouw bijzondere inspecties uitvoeren bij de marktdeelnemer die de SDoC gebruikt.
Alle houtproducten die door een gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) of FLEGT-vergunning worden bestreken, moeten afkomstig zijn van een toeleveringsketen met een SVLK-certificaat of een SDoC. Hout en houtproducten die door een SDoC worden bestreken, hebben geen rechtstreekse toegang tot de internationale markten. Een dergelijke toegang is enkel mogelijk via een SVLK-gecertificeerde marktdeelnemer.
5.4. Controle van de wettigheid van ingevoerd hout en ingevoerde houtproducten
Besluit 78/M-DAG/PER/10/2014 van de minister van Handel stelt vast dat ingevoerd hout en ingevoerde houtproducten een bewijs van de wettigheid ervan in het land waar het is gekapt, vereisen. In dit verband wordt het model van de SDoC ook voor invoer gebruikt. Alleen geregistreerde importeurs (handelaren) en verwerkende marktdeelnemers kunnen hout en/of houtproducten invoeren in Indonesië. Die marktdeelnemers moeten met betrekking tot ingevoerd hout en/of ingevoerde houtproducten zorgvuldigheidseisen toepassen om het risico te minimaliseren dat illegaal hout in de Indonesische toeleveringsketen terechtkomt. Zij zijn verplicht om in het aangiftemodel informatie te verstrekken zoals de GS-codes van producten, de vrachtbrief, de landen waar het hout is gekapt, het land van oorsprong, een bewijs van de wettigheid van het hout en de haven van uitvoer. De procedures in het kader van de zorgvuldigheidseisen omvatten het verzamelen van gegevens, risicoanalyse en risicobeperking. De procedures worden uitgevoerd met behulp van het SILK-onlinesysteem van het Ministerie van Bosbouw. Na de beoordeling van elk door een marktdeelnemer uitgevoerd proces in het kader van de zorgvuldigheidseisen geeft het ministerie een aanbeveling voor de invoer af aan het Ministerie van Handel.
Tijdens audits bij de importeur onderzoeken CBI's de documenten van het toegepaste stelsel van zorgvuldigheidseisen. Gedetailleerde procedures voor het stelsel van zorgvuldigheidseisen en gerelateerde controles worden in de TLAS-richtsnoeren en in gerelateerde invoerregelingen verstrekt.
5.5. Handhaving door de overheid
Het Ministerie van Bosbouw en de bosbouwbeambten op provincie- en districtsniveau zijn verantwoordelijk voor de controle van de houttoeleveringsketens en de gerelateerde documenten (bv. jaarlijkse werkplannen, kapverslagen, balansverslagen voor stamhout, vervoersdocumenten, balansverslagen over stamhout/ruwhout/afgeleide producten en turfstaten voor de productie). In geval van inconsistenties kunnen de bosbouwbeambten besluiten de controledocumenten niet goed te keuren, waardoor de werkzaamheden moeten worden geschorst.
Door de bosbouwbeambten of onafhankelijke toezichthouders geconstateerde overtredingen worden gemeld aan de CBI, die na verificatie van deze meldingen kan besluiten het toegekende certificaat van wettigheid te schorsen of in te trekken. Bosbouwbeambten kunnen passende vervolgacties uitvoeren overeenkomstig de regelgevingsprocedures.
Het Ministerie van Bosbouw ontvangt tevens kopieën van de door de CBI's uitgegeven controleverslagen, surveillanceverslagen en verslagen van bijzondere audits. Overtredingen die door de CBI's, bosbouwbeambten of onafhankelijke toezichthouders worden ontdekt, worden medegedeeld aan de betrokken actoren en afgehandeld volgens de administratieve of gerechtelijke procedures. Als een marktdeelnemer ervan wordt verdacht de regels te overtreden, kunnen de autoriteiten op nationaal, provinciaal of districtsniveau besluiten om de activiteiten van de marktdeelnemer te schorsen of stop te zetten. CBI's trekken de certificaten van wettigheid onmiddellijk in indien niet langer aan de eisen van de wettigheidsnorm wordt voldaan.
Het Ministerie van Bosbouw richt ad hoc een taskforce (follow-upteam) op die elke gemelde schending met betrekking tot de afgifte van een certificaat van wettigheid en/of een gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunning per geval moet onderzoeken.
6. Afgifte van FLEGT-vergunningen
De Indonesische uitvoervergunning voor legale houtproducten wordt het gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) genoemd. Dat is een uitvoervergunning die bewijst dat de uitgevoerde houtproducten voldoen aan de eisen van de Indonesische wettigheidsnorm die in bijlage II wordt beschreven en afkomstig zijn van een toeleveringsketen die over toereikende controle-instrumenten beschikt om hout uit niet als legaal geverifieerde bronnen te weren. Het gecontroleerd wettelijk document wordt afgegeven door de LV's die als vergunningverlenende autoriteit optreden en wordt gebruikt als FLEGT-vergunning voor ladingen die bestemd zijn voor de Unie, zodra de partijen hebben besloten dat het FLEGT-vergunningensysteem in werking treedt.
De procedures voor de afgifte van FLEGT-vergunningen respectievelijk gecontroleerde wettelijke documenten worden in de TLAS-richtsnoeren verstrekt.
Het Ministerie van Bosbouw heeft een informatiepunt inzake vergunningen opgezet dat een elektronische databank bijhoudt met kopieën van alle gecontroleerde wettelijke documenten respectievelijk FLEGT-vergunningen en niet-nalevingsverslagen van de vergunningverlenende autoriteiten. Het informatiepunt inzake vergunningen verleent de bevoegde autoriteiten van de Unie online toegang tot zijn databank. Bij vragen over de echtheid, volledigheid en geldigheid van een specifieke FLEGT-vergunning, zal de bevoegde autoriteit in de Unie de informatie met betrekking tot de vergunning kunnen controleren met behulp van de SILK-onlinedatabank. Voor meer informatie kunnen de bevoegde autoriteiten van de Unie contact opnemen met het informatiepunt inzake vergunningen, dat zich indien nodig in verbinding stelt met de relevante vergunningverlenende autoriteit.
Het gecontroleerd wettelijk document respectievelijk de FLEGT-vergunning wordt afgegeven op het ogenblik van de groepage van de zending vóór de uitvoer. De procedure is als volgt.
6.1. |
Het gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) respectievelijk de FLEGT-vergunning wordt door de vergunningverlenende autoriteit die door de exporteur is gecontracteerd afgegeven voor de zending houtproducten die wordt uitgevoerd. |
6.2. |
Het interne traceringssysteem van de exporteur bevat bewijsmateriaal over de wettigheid van het hout waarvoor een uitvoervergunning wordt aangevraagd. Het eerdere stadium van de bevoorradingsketen wordt opgenomen in het interne traceringssysteem van de exporteur. |
6.3. |
Een gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunning wordt alleen afgegeven als alle leveranciers in de toeleveringsketen van de exporteur die bijdragen aan de zending onder een geldig certificaat van wettigheid, een geldig certificaat van duurzaam bosbeheer of een geldige SDoC vallen. |
6.4. |
Een gecontroleerd wettelijk document (V-Legal) respectievelijk FLEGT-vergunning kan alleen worden aangevraagd door een marktdeelnemer die een geregistreerd exporteur (ETPIK) is en beschikt over een geldig certificaat van wettigheid. De ETPIK dient een aanvraag in bij de vergunningverlenende autoriteit en hecht de volgende documenten aan waaruit blijkt dat de houtgrondstoffen in het product alleen afkomstig zijn uit bronnen die aan de wettelijke eisen voldoen (met SVLK-certificaat of SDoC):
|
6.5. |
Vervolgens voert de vergunningverlenende autoriteit de volgende controlestappen uit:
|
6.6. |
Het resultaat van de controle:
|
6.7. |
De vergunningverlenende autoriteit:
|
7. Toezicht
Het Indonesische TLAS berust mede op toezicht door maatschappelijke organisaties (onafhankelijk toezicht). Ter versterking van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst is een periodieke evaluatie aan het systeem toegevoegd.
Het onafhankelijke toezicht wordt uitgevoerd door maatschappelijke organisaties die beoordelen in hoeverre marktdeelnemers, LP's, LV's en vergunningverlenende autoriteiten voldoen aan de eisen van het Indonesische TLAS, met inbegrip van accreditatienormen en richtsnoeren. Maatschappelijke organisaties worden in dit verband gedefinieerd als Indonesische rechtspersonen zoals ngo's, gemeenschappen en individuele Indonesische burgers.
De periodieke evaluatie heeft tot doel onafhankelijke garanties te verschaffen over de werking van het Indonesische TLAS en versterkt op die manier de geloofwaardigheid van de afgegeven FLEGT-vergunningen. Bij de periodieke evaluatie wordt gebruikgemaakt van de bevindingen en aanbevelingen van het onafhankelijke toezicht. Het mandaat voor de periodieke evaluatie wordt beschreven in bijlage VI.
Aanhangsel
Controle van de toeleveringsketen
Zoals beschreven in bijlage V moeten de verklaringen en de gegevens (bijvoorbeeld vervoersdocumenten en balansverslagen) van marktdeelnemers voor de gehele toeleveringsketen vermelden of hout en houtproducten SVLK-gecertificeerd zijn, wettelijk zijn verklaard door middel van een conformiteitsverklaring van de leverancier (Suppliers' Declaration of Conformity (SDoC)) of afkomstig zijn uit een in beslag genomen bron.
1. BESCHRIJVING VAN DE OPERATIONELE CONTROLES VAN DE TOELEVERINGSKETEN VOOR UIT STAATSBOSSEN AFKOMSTIG HOUT
De operationele controles van de toeleveringsketen voor staatsbossen (natuurlijke bossen en aangeplante bossen) worden geregeld door de Besluiten P.41/Menhut-II/2014 en P.42/Menhut-II/2014 van de minister van Bosbouw inzake houtbeheer. Dit omvat ook Besluit P.43/Menhut-II/2014 van de minister van Bosbouw inzake SVLK-normen, gevolgd door Technisch Richtsnoer P.14/VI-BPPHH/2014 van het directoraat-generaal Bosexploitatie en Omzendbrief SE 8/VI-BPPHH/2014 van dat directoraat-generaal van augustus 2014.
Alle onderstaande procedures en regels voor de besluitvorming in verband met controle, afstemming van gegevens en beheer van niet-naleving in elk stadium van de toeleveringsketen gelden voor alle soorten vergunningen met betrekking tot staatsbossen: concessies voor natuurlijke bossen (IUPHHK-HA/HPH), concessies voor bossen voor houtteelt (IUPHHK-HT/HPHTI), concessies voor de herstelling van het ecosysteem (IUPHHK-RE), het beheersrecht voor aangeplante bossen (Perum Perhutani), concessies om gemeenschapsbossen aan te planten (IUPHHK-HTR) en concessies voor gemeenschapsbossen (IUPHHK-HKM), concessies voor dorpsbossen (IUPHHK-HD), concessies om hout afkomstig uit herbebossingsgebieden te gebruiken (IUPHHK-HTHR) en concessies voor het gebruik van hout uit andere dan bosgebieden of uit herbestembare productiebossen (IPK). Die procedures en regels zijn beschreven in de Technische Richtsnoeren waarin de Besluiten P.41/Menhut-II/2014 en P.42/Menhut-II/2014 van de minister van Bosbouw inzake houtbeheer voorzien.
Alle marktdeelnemers die houder zijn van een kapvergunning voor hout afkomstig uit een concessie voor natuurlijke bossen moeten in elk stadium van de toeleveringsketen, van de bosconcessie tot de tussentijdse stapelplaats voor stamhout en het primaire bedrijf, al hun productiegegevens aangeven in het nationale online traceringssysteem.
1.1. Kaplocatie
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
1.2. Rooiplaats
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
1.3. Stapelplaats voor stamhout
De stammen worden van de rooiplaats naar stapelplaatsen voor stamhout gebracht en vandaar rechtstreeks naar een zagerij, een tussentijdse stapelplaats voor stamhout of een geregistreerde opslagplaats voor hout vervoerd.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
1.4. Tussentijdse stapelplaats voor stamhout
Tussentijdse stapelplaatsen voor stamhout worden gebruikt als de stammen niet rechtstreeks vanuit het concessiegebied naar het zagerijterrein worden overgebracht. Tussentijdse stapelplaatsen voor stamhout worden met name gebruikt bij het vervoer van stamhout tussen eilanden of wanneer wordt overgeschakeld op een andere vorm van vervoer.
De vergunning voor het aanleggen van een tussentijdse stapelplaats voor stamhout in een staatsbos wordt verleend door de bosbouwbeambte op districtsniveau op basis van een door de vergunninghouder ingediend voorstel. Deze vergunning is drie jaar geldig, maar kan na controle en goedkeuring worden verlengd door de bosbouwbeambte. Het aanleggen van een tussentijdse stapelplaats voor stamhout buiten de staatsbossen vereist geen specifieke vergunning en wordt door de vergunninghouder bepaald.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
2. BESCHRIJVING VAN DE OPERATIONELE CONTROLES VAN DE TOELEVERINGSKETENS VOOR HOUT AFKOMSTIG VAN PARTICULIERE BOSSEN OF GRONDEN
Kapwerkzaamheden in particuliere bossen of op particuliere gronden worden geregeld bij Besluit P.30/Menhut-II/2012 van de minister van Bosbouw (hierna het „besluit” genoemd).
Particuliere bos-/grondeigenaren zijn wettelijk niet verplicht om onderscheidende labels of merktekens op voor de kap geïnventariseerde bomen of op stammen aan te brengen. Voor hout afkomstig van particuliere bossen of gronden worden in algemeen geen (tussentijdse) stapelplaatsen voor stamhout gebruikt.
Bij de controleprocedures voor hout afkomstig van particuliere bossen of gronden wordt onderscheid gemaakt tussen stamhout afkomstig van bomen die al in het gebied aanwezig waren toen de grondeigendom werd verkregen en stamhout van bomen die zijn geplant nadat de eigendom werd verkregen. Bovendien maakt het verschil welke boomsoorten worden gekapt. De betaling van de bosbestandsvergoeding en aan het herbebossingsfonds, alsmede de rechten voor hout op stam zijn verschuldigd voor stamhout van bomen die al in het gebied aanwezig waren toen de grondeigendom werd toegekend, maar is niet verschuldigd voor stamhout van bomen die zijn geplant nadat de grondeigendom werd toegekend.
In geval van stamhout afkomstig van bomen die zijn geplant nadat de grondeigendom werd toegekend, zijn er twee scenario's:
— |
voor de in artikel 5, lid 1, van het besluit genoemde soorten (zoals rubberbomen, de Albizia chinensis en fruitbomen) stelt de eigenaar een factuur op volgens het model van het Ministerie van Bosbouw, die tevens dienst doet als vervoersdocument, |
— |
voor andere soorten (zoals teakbomen, mahoniebomen en dennen) geeft het opgeleide en aangestelde dorpshoofd of een daartoe aangestelde beambte het vervoersdocument af. |
Bij stamhout afkomstig van bomen die in een gebied aanwezig waren voordat de grondeigendom werd toegekend, geeft de bosbouwbeambte op districtsniveau het vervoersdocument af. Dergelijk hout dient SVLK-gecertificeerd te zijn.
2.1. Kaplocatie/rooiplaats
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
In geval van stamhout afkomstig van bomen die in een gebied aanwezig waren voordat de grondeigendom werd toegekend:
In geval van stamhout afkomstig van bomen die zijn geplant nadat de grondeigendom werd toegekend:
Voor al het hout afkomstig van aangeplante bomen dat niet SVLK-gecertificeerd is, geeft de eigenaar een SDoC af volgens het model van het Ministerie van Bosbouw. |
c) |
Afstemming van gegevens:
|
3. BESCHRIJVING VAN DE OPERATIONELE CONTROLES VAN DE HOUTTOELEVERINGSKETENS VOOR OPSLAGPLAATSEN EN BEDRIJVEN
Geregistreerde opslagplaatsen voor hout en verwerkt hout vertegenwoordigen specifieke actoren in de toeleveringsketen. Die marktdeelnemers zijn handelaren die hout en houtproducten kopen, opslaan en verkopen aan andere marktdeelnemers zonder bij producerende of verwerkende activiteiten betrokken te zijn.
Er zijn drie verschillende soorten vergunningen voor geregistreerde opslagplaatsen voor hout en verwerkt hout:
— |
opslagplaatsen die uitsluitend hout (stamhout) gebruiken afkomstig uit staatsbossen en/of invoer (TPT-KB), |
— |
opslagplaatsen die uitsluitend hout en/of verwerkt hout gebruiken afkomstig van particuliere bossen of gronden (TPT), |
— |
opslagplaatsen die uitsluitend verwerkt hout gebruiken afkomstig uit staatsbossen en/of invoer (TPT-KO). |
3.1. Geregistreerde houtopslagplaats voor hout afkomstig uit staatsbossen en ingevoerd hout (TPT-KB)
Geregistreerde houtopslagplaatsen voor hout afkomstig uit staatsbossen en ingevoerd hout (TPT-KB) worden gebruikt als de stammen niet rechtstreeks vanuit het concessiegebied en/of de tussentijdse stapelplaatsen en/of andere TPT-KB's naar het zagerijterrein worden overgebracht, of in het geval van ingevoerd hout (stamhout).
De vergunning voor het aanleggen van een TPT-KB wordt verleend door de bosbouwbeambte op basis van een door de vergunninghouder ingediend voorstel. Een TPT-KB-vergunning is drie jaar geldig, maar kan na controle en goedkeuring worden verlengd door de bosbouwbeambte.
TPT-KB-marktdeelnemers kunnen de SDoC enkel gebruiken indien zij uitsluitend ingevoerd hout en/of SVLK-gecertificeerd hout van Perum Perhutani gebruiken. Indien slechts één van hun bronnen van hout hout afkomstig uit staatsbossen bevat (met uitzondering van het gecertificeerde hout van Perum Perhutani), moeten zij SVLK-gecertificeerd zijn.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
3.2. Geregistreerde houtopslagplaats en/of opslagplaats voor verwerkt hout voor hout afkomstig van particuliere bossen of gronden (TPT)
Geregistreerde houtopslagplaatsen en/of opslagplaatsen voor verwerkt hout voor hout afkomstig van particuliere bossen of gronden (TPT's) worden gebruikt als de stammen en/of het verwerkte hout niet rechtstreeks vanuit de particuliere bossen of gronden en/of andere TPT's naar het zagerijterrein worden overgebracht.
De vergunning voor het aanleggen van een TPT wordt verleend door de bosbouwbeambte op basis van een door de vergunninghouder ingediend voorstel. Een TPT-vergunning wordt door de bosbouwbeambte gecontroleerd en goedgekeurd.
Marktdeelnemers met een TPT kunnen de SDoC enkel gebruiken indien zij geen SVLK-certificering gebruiken.
Marktdeelnemers met een TPT mogen uitsluitend hout en/of verwerkt hout afkomstig van aangeplante bomen of particuliere bossen of gronden gebruiken.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
3.3. Primaire/geïntegreerde bedrijven
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
3.4. Geregistreerde opslagplaatsen voor verwerkt hout afkomstig uit staatsbossen en/of invoer (TPT-KO)
Geregistreerde opslagplaatsen voor verwerkt hout afkomstig uit staatsbossen en/of invoer (TPT-KO's) zijn opslagplaatsen voor verwerkt hout die verwerkt hout ontvangen van primaire verwerkingseenheden en/of van andere TPT-KO's en/of ingevoerd verwerkt hout. Houtproducten van TPT-KO's worden verkocht aan secundaire verwerkingseenheden, kleinschalige bedrijven, geregistreerde exporteurs en/of eindgebruikers.
De vergunning voor het aanleggen van een TPT-KO wordt verleend door de bosbouwbeambte op districtsniveau op basis van een door de vergunninghouder ingediend voorstel. Een TPT-KO-vergunning is drie jaar geldig, maar kan na controle en goedkeuring worden verlengd door de bosbouwbeambte op districtsniveau.
Marktdeelnemers met een TPT-KO kunnen de SDoC enkel gebruiken indien zij uitsluitend houtproducten afkomstig van ingevoerd verwerkt hout gebruiken. Indien slechts één van hun verwerkte houtproducten verwerkt hout afkomstig uit natuurlijke bossen bevat, moeten zij SVLK-gecertificeerd zijn.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
3.5. Secundaire bedrijven
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens:
|
4. UITVOER
De procedures en de processen van de afstemming van gegevens voor de uitvoer van hout afkomstig van staatsbossen en particuliere bossen of gronden zijn identiek.
a) |
Voornaamste activiteiten:
|
b) |
Procedures:
|
c) |
Afstemming van gegevens
|
(1) De voornaamste wet- en regelgeving, met inbegrip van latere wijzigingen daaraan.