12.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 149/80


Krachtens artikel 3, lid 2, van de Overeenkomst van 19 oktober 2005 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd), die werd gesloten door Besluit 2006/325/EG van de Raad (2), stelt Denemarken, wanneer wijzigingen van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (3) worden aangenomen, de Commissie in kennis van zijn besluit om de inhoud van deze wijzigingen al dan niet ten uitvoer te leggen.

Op 18 december 2008 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 4/2009 (4) betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen aangenomen. Artikel 68 van Verordening (EG) nr. 4/2009 bepaalt dat onder voorbehoud van de in artikel 75, lid 2, van deze verordening vastgestelde overgangsbepalingen, deze verordening Verordening (EG) nr. 44/2001 wijzigt, door de bepalingen inzake onderhoudsverplichtingen van die verordening te vervangen.

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de overeenkomst heeft Denemarken bij brief van 14 januari 2009 de Commissie in kennis gesteld van zijn besluit om de inhoud van Verordening (EG) nr. 4/2009 ten uitvoer te leggen, voor zover deze verordening Verordening (EG) nr. 44/2001 wijzigt. Dit betekent dat de bepalingen van Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen zullen worden toegepast op de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Denemarken, met uitzondering van de bepalingen van de hoofdstukken III en VII. De bepalingen van artikel 2 en hoofdstuk IX van Verordening (EG) nr. 4/2009 zijn echter slechts van toepassing voor zover zij betrekking hebben op de bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de toegang tot de rechter.

Overeenkomstig artikel 3, lid 6, van de overeenkomst schept de kennisgeving van Denemarken tussen Denemarken en de Gemeenschap wederzijdse verplichtingen. Verordening (EG) nr. 4/2009 vormt bijgevolg een wijziging van de overeenkomst voor zover zij Verordening (EG) nr. 44/2001 wijzigt en zij wordt geacht aan de overeenkomst te zijn gehecht.

Krachtens artikel 3, leden 3 en 4, van de overeenkomst kan de tenuitvoerlegging van de bovengenoemde bepalingen van Verordening (EG) nr. 4/2009 in Denemarken administratief plaatsvinden op grond van sectie 9 van de Deense Wet nr. 1563 van 20 december 2006 betreffende de verordening Brussel-I en daarom is geen goedkeuring van het parlement vereist. De vereiste administratieve maatregelen zijn in werking getreden op 30 januari 2009, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 4/2009.


(1)  PB L 299 van 16.11.2005, blz. 62.

(2)  PB L 120 van 5.5.2006, blz. 22.

(3)  PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.

(4)  PB L 7 van 10.1.2009, blz. 1.