21982A0526(04)

Overeenkomst betreffende internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen (ASOR) - Slotakte - Verklaringen van de partijen - Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 230 van 05/08/1982 blz. 0039 - 0056
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0004
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0004
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0043
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0043


++++

OVEREENKOMST

betreffende internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen ( ASOR )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

DE BONDSPRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK ,

DE REGERING VAN SPANJE ,

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND ,

DE REGERING VAN HET KONINKRIJK NOORWEGEN ,

DE REGERING VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK ,

DE REGERING VAN ZWEDEN ,

DE ZWITSERSE BONDSRAAD ,

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE ,

VERLANGEND de ontwikkeling van het internationale vervoer te bevorderen en met name de organisatie en de uitvoering van dit vervoer te vergemakkelijken ;

OVERWEGENDE dat bepaalde vormen van internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen wat de Europese Economische Gemeenschap betreft zijn geliberaliseerd krachtens Verordening nr . 117/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 betreffende de invoering van gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer van personen over de weg met autobussen ( 1 ) en Verordening ( EEG ) nr . 1016/68 van de Commissie van 9 juli 1968 betreffende de invoering van modellen van de controledocumenten , bedoeld in de artikelen 6 en 9 van Verordening nr . 117/66/EEG van de Raad ( 2 ) ;

OVERWEGENDE dat de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer ( CEMT ) op 16 december 1969 Resolutie nr . 20 heeft aangenomen betreffende de vaststelling van algemene regels voor het internationale vervoer met autobussen ( 3 ) , die eveneens voorziet in de liberalisatie van bepaalde vormen van international ongeregeld personenvervoer over de weg ;

OVERWEGENDE dat het wenselijk is geharmoniseerde liberalisatiebepalingen voor het internationale ongeregelde personenvervoer over de weg vast te stellen en de controleformaliteiten voor de invoering van één enkel document te vereenvoudigen ;

OVERWEGENDE dat het wenselijk is bepaalde administratieve taken in verband met de overeenkomst toe te vertrouwen aan het secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer ,

HEBBEN BESLOTEN uniforme regels voor het internationale ongeregelde personenvervoer over de weg met autobussen vast te stellen ,

EN HEBBEN te dien einde als hun gevolmachtigde AANGEWEZEN :

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN :

M . Herman DE CROO ,

Ministre des Communications du Royaume de Belgique ,

Président en exercice du Conseil des Communautés européennes ;

M . G . CONTOGEORGIS ,

Membre de la Commission des Communautés européennes ;

DE BONDSPRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK :

M . Karl LAUSECKER ,

Ministre fédéral des Transports ;

DE REGERING VAN SPANJE :

Don Emilio PAN DE SORALUCE ,

Ambassadeur ;

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND :

M . Jarmo WAHLSTROEM ,

Ministre des Transports ;

DE REGERING VAN HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

M . Erik RIBU ,

Secrétaire général au Ministère des Transports et Communications ;

DE REGERING VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK :

M . José Carlos VIANA BAPTISTA ,

Ministre du Logement , des Travaux publics et des Transports ;

DE REGERING VAN ZWEDEN :

M . Nils Erik BRAMSVIK ,

Sous-secrétaire d'Etat au Ministère des Communications ;

DE ZWITSERSE BONDSRAAD :

M . Léon SCHLUMPF ,

Conseiller fédéral ,

Chef du département fédéral des Transports , des Communications et de l'Energie ;

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE :

Dr . Mustafa A . AYSAN ,

Ministre des Transports ;

DIE , na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten ,

OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN :

AFDELING I

Werkingssfeer en definities

Artikel 1

1 . Deze Overeenkomst is van toepassing op :

a ) internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg

- tussen de grondgebieden van twee overeenkomstsluitende partijen of

- van en naar het grondgebied van een en dezelfde overeenkomstsluitende partij

en , in voorkomend geval , in het kader van dergelijk vervoer , in transito over het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij of over het grondgebied van een niet-overeenkomstsluitende staat ,

- met voertuigen die op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij zijn ingeschreven en die naar constructie en uitrusting geschikt zijn voor het vervoer van meer dan negen personen , de bestuurder inbegrepen , en daarvoor zijn bestemd ;

b ) ritten van de voertuigen zonder reizigers in verband met dat vervoer .

2 . Onder internationaal vervoer wordt in deze Overeenkomst verstaan vervoer dat op het grondgebied van ten minste twee overeenkomstsluitende partijen plaatsvindt .

3 . Met de woorden " grondgebied van een overeenkomstsluitende partij " worden in deze Overeenkomst , wat de Europese Economische Gemeenschap betreft , de gebieden bedoeld waar het Verdrag tot oprichting van deze Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden .

Artikel 2

1 . In deze Overeenkomst wordt onder ongeregeld vervoer verstaan het vervoer dat noch aan de definitie van geregeld vervoer in artikel 3 , noch aan de definitie van pendelvervoer in artikel 4 beantwoordt . Het omvat :

a ) het vervoer in gesloten rondritten , dat wil zeggen vervoer met hetzelfde voertuig dat dezelfde groep reizigers over het gehele traject vervoert en naar de plaats van vertrek terugbrengt ;

b ) het vervoer waarbij de heenreis met en de terugreis zonder reizigers plaatsvindt ;

c ) alle andere vormen van vervoer .

2 . Behalve wanneer de bevoegde instanties van de betrokken overeenkomstsluitende partij een uitzondering toestaan , mag bij ongeregeld vervoer onderweg geen enkele reiziger worden opgenomen of afgezet . Dit vervoer kan met een zekere regelmaat plaatsvinden zonder dat daardoor het karakter van ongeregeld vervoer verloren gaat .

Artikel 3

1 . In deze Overeenkomst wordt onder geregeld vervoer verstaan het vervoer van personen met een bepaalde regelmaat en op een bepaald traject , waarbij onderweg op vaste stopplaatsen reizigers kunnen worden opgenomen of afgezet . Bij geregeld vervoer kan de naleving van vaste dienstregelingen en van tarieven verplicht worden gesteld .

2 . In deze Overeenkomst wordt onder geregeld vervoer ook verstaan , wie ook het vervoer organiseert , het vervoer van bepaalde categorieën personen met uitsluiting van andere reizigers , voor zover het vervoer geschiedt op de in lid 1 bepaalde wijze . Dergelijk vervoer - met name het vervoer van werknemers naar het werk en van het werk naar hun woonplaats en het vervoer van leerlingen naar onderwijsinstellingen en van onderwijsinstellingen naar hun woonplaats - wordt " bijzondere vorm van geregeld vervoer " genoemd .

3 . Het feit dat de organisatie van het vervoer aan de veranderlijke behoeften van de betrokkenen wordt aangepast , doet geen afbreuk aan het geregelde karakter van het vervoer .

Artikel 4

1 . In deze Overeenkomst wordt onder pendelvervoer verstaan het vervoeren , door verscheidene heen - en terugreizen , van vooraf in groepen samengebrachte reizigers van dezelfde plaats van vertrek naar dezelfde plaats van bestemming . Iedere groep , bestaande uit reizigers die gezamenlijk de heenreis hebben gemaakt , wordt in haar geheel bij een latere reis naar de plaats van vertrek teruggebracht .

Onder plaats van vertrek of van bestemming moet worden verstaan de plaats van vertrek of van bestemming , en de omgeving daarvan .

2 . Bij pendelvervoer mag onderweg geen enkele reiziger worden opgenomen of afgezet .

3 . De eerste terugreis en de laatste heenreis in de reeks pendelreizen worden zonder reizigers uitgevoerd .

4 . Aan de indeling van een transport bij pendelvervoer wordt evenwel geen afbreuk gedaan wanneer , met instemming van de bevoegde instanties van de betrokken overeenkomstsluitende partij(en ) :

- reizigers in afwijking van lid 1 de terugreis met een andere groep ondernemen ,

- reizigers in afwijking van lid 2 onderweg worden opgenomen of afgezet ,

- de eerste heenreis en de laatste terugreis in de reeks pendelreizen in afwijking van lid 3 zonder reizigers plaatsvinden .

AFDELING II

Liberalisatiemaatregelen

Artikel 5

1 . Op het grondgebied van andere overeenkomstsluitende partijen dan die waarin het voertuig is ingeschreven , is voor het in artikel 2 , lid 1 , sub a ) en b ) , bedoelde ongeregelde vervoer geen vervoervergunning vereist .

2 . Op het grondgebied van andere overeenkomstsluitende partijen dan die waarin het voertuig is ingeschreven , is geen vervoervergunning vereist voor het in artikel 2 , lid 1 , sub c ) , bedoelde ongeregelde vervoer dat gekenmerkt wordt door het feit dat :

- de heenreis zonder reizigers plaatsvindt , alle reizigers op dezelfde plaats worden opgenomen en

- de reizigers :

a ) - op het grondgebied van een niet-overeenkomstsluitende staat of van een andere overeenkomstsluitende partij dan die waarin het voertuig is ingeschreven en een andere dan die waarin zij worden opgenomen , worden samengebracht volgens vervoerovereenkomsten , gesloten voor hun aankomst op het grondgebied van laatstgenoemde overeenkomstsluitende partij , en

- worden vervoerd naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven , of

b ) - op een eerder tijdstip overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 , lid 1 , sub b ) , door dezelfde vervoerder werden vervoerd naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin zij wederom worden opgenomen en worden vervoerd naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven , of

c ) - werden verzocht zich naar het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij te begeven , waarbij de vervoerkosten ten laste komen van degene die dit verzoek doet . De reizigers dienen een homogene groep te vormen die niet uitsluitend met het oog op het vervoer mag worden samengesteld en die naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven wordt gebracht .

3 . Op het grondgebied van de betrokken overeenkomstsluitende partij kan voor het in artikel 2 , lid 1 , sub c ) , bedoelde ongeregelde vervoer een vervoervergunning worden vereist , voor zover aan de in lid 2 vermelde voorwaarden niet is voldaan .

AFDELING III

Controledocument

Artikel 6

De vervoerders die ongeregeld vervoer in de zin van deze Overeenkomst verrichten , dienen op verzoek van de met de controle belaste personen een reisblad over te leggen dat deel uitmaakt van een controledocument dat door de bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven of door enige daartoe gemachtigde instelling wordt uitgereikt . Dit controledocument vervangt de reeds bestaande controledocumenten .

Artikel 7

1 . Het in artikel 6 bedoelde controledocument wordt opgesteld in de vorm van reisbladen die zich bevinden in een boekje met 25 uitneembare reisbladen in tweevoud . Het controledocument moet in overeenstemming zijn met het model in de bijlage bij deze Overeenkomst . Deze bijlage vormt een integrerend bestanddeel van de Overeenkomst .

2 . Ieder boekje met zijn reisbladen is genummerd . De reisbladen zijn bovendien doorlopend van 1 tot en met 25 genummerd .

3 . De tekst van de omslag van het boekje en de tekst van de reisbladen zijn gedrukt in de officiële taal of in verschillende officiële talen van de Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap of van enige andere overeenkomstsluitende partij waar het gebruikte voertuig is ingeschreven .

Artikel 8

1 . Het in artikel 7 bedoelde boekje wordt op naam van de vervoerder gesteld ; het is niet overdraagbaar .

2 . Het origineel van het reisblad moet in het voertuig aanwezig zijn gedurende de gehele reis waarvoor het is uitgeschreven .

3 . De vervoerder is aansprakelijk voor het regelmatig bijhouden van de reisbladen .

Artikel 9

1 . Voor de aanvang van iedere reis moet het reisblad door de vervoerder in tweevoud worden ingevuld .

2 . De vervoerder kan de gegevens ter zake van de namen van de reizigers verschaffen door middel van een tevoren op een inlegvel ingevulde lijst , die stevig op de daarvoor onder punt 6 van het reisblad voorziene plaats moet worden geplakt . Een stempel van de vervoerder of , in voorkomend geval , de handtekening van de vervoerder of van de bestuurder van het gebruikte voertuig moet deels op de lijst en deels op het reisblad worden aangebracht .

3 . Voor vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt , zoals bedoeld in artikel 5 , lid 2 , van deze Overeenkomst , kan de lijst van reizigers onder de in lid 2 bedoelde voorwaarden op het ogenblik van de opneming van de reizigers worden opgesteld .

Artikel 10

De bevoegde instanties van twee of meer overeenkomstsluitende partijen kunnen op bilateraal of multilateraal niveau overeenkomen dat de onder punt 6 van het reisblad bedoelde lijst van reizigers niet behoeft te worden opgesteld . In dat geval moet het aantal reizigers worden opgegeven .

Artikel 11

1 . In het voertuig dient zich een groen model met kartonnen omslag te bevinden , dat in alle officiële talen van alle overeenkomstsluitende partijen de tekst bevat van het model van het omslagblad , voorzijde en ommezijde , van het aan deze Overeenkomst gehechte controledocument .

2 . De voorzijde van dat model draagt in drukletters in de officiële taal of in verschillende officiële talen van de staat waarin het gebruikte voertuig is ingeschreven , de volgende vermelding :

" Tekst van het model van het controledocument in de Deense , Duitse , Engelse , Finse , Franse , Griekse , Italiaanse , Nederlandse , Noorse , Portugese , Spaanse , Turkse en Zweedse taal . " .

3 . Dat model moet op verzoek van de met de controle belaste personen worden overgelegd .

Artikel 12

In afwijking van artikel 6 mogen de controledocumenten die voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst bij ongeregeld vervoer werden gebruikt , nog gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst als bedoeld in artikel 18 , lid 2 , worden gebruikt .

AFDELING IV

Algemene en slotbepalingen

Artikel 13

1 . De bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partijen stellen de nodige maatregelen vast voor de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst .

Deze maatregelen hebben onder meer betrekking op :

- de organisatie van de controle , de controleprocedure en de controle-instrumenten , alsmede de sancties bij inbreuken ;

- de geldigheidsduur van het boekje ;

- het gebruik en het bewaren van het origineel en de kopie van het reisblad ;

- de aanwijzing van de in de artikelen 2 , 6 , 10 en 14 bedoelde bevoegde instanties en van de in artikel 6 bedoelde instellingen ;

- het eventuele visum dat de met de controle belaste personen op het reisblad dienen aan te brengen .

2 . De krachtens lid 1 genomen maatregelen worden ter kennis gebracht van het secretariaat van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer ( CEMT ) , dat de andere overeenkomstsluitende partijen hierover inlicht .

Artikel 14

1 . De bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat de vervoerders de bepalingen van deze Overeenkomst naleven .

2 . Zij brengen elkaar overeenkomstig hun nationale wetgevingen op de hoogte van de inbreuken die op hun grondgebied zijn begaan door een op het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij gevestigde vervoerder en , in voorkomend geval , van de getroffen sanctie .

Artikel 15

De bepalingen van de artikelen 5 en 6 worden niet togepast voor zover overeenkomsten of andere regelingen die tussen twee of meer overeenkomstsluitende partijen van kracht zijn of worden aangegaan , in een liberaler behandeling voorzien . Met de woorden " overeenkomsten of andere regelingen die tussen twee of meer overeenkomstsluitende partijen van kracht zijn " worden , wat de Europese Economische Gemeenschap betreft , de overeenkomsten of andere regelingen bedoeld die door de Lid-Staten van deze Gemeenschap zijn aangegaan .

Artikel 16

1 . Wanneer dit voor de werking van deze Overeenkomst of van de krachtens artikel 13 genomen maatregelen nodig blijkt , kan iedere overeenkomstsluitende partij om bijeenroeping van een vergadering van de partijen bij de Overeenkomst verzoeken , ten einde gezamenlijk de gerezen vraagstukken en , in voorkomend geval , de voorgestelde oplossingen te bestuderen .

2 . De in lid 1 bedoelde vergaderingen worden afwisselend voorgezeten door de Europese Economische Gemeenschap en een andere hiertoe aangewezen overeenkomstsluitende partij .

3 . De verzoeken om bijeenroeping van een vergadering als bedoeld in lid 1 worden bij het secretariaat van de CEMT ingediend .

4 . Het secretariaat van de CEMT stelt de andere overeenkomstsluitende partijen onmiddellijk van het in lid 1 bedoelde verzoek in kennis ; tenzij het verzoek om bijeenroeping binnen een termijn van vier weken wordt ingetrokken , stelt het secretariaat van de CEMT na afloop van deze termijn datum en plaats van de vergadering vast in overeenstemming met de voorzitter die sedert de laatste plenaire vergadering het voorzitterschap bekleedt , en roept het deze vergadering zo spoedig mogelijk bijeen .

Artikel 17

1 . Iedere overeenkomstsluitende partij kan bij de ondertekening van deze Overeenkomst bij een door tussenkomst van het secretariaat van de CEMT aan de andere overeenkomstsluitende partijen gerichte kennisgeving verklaren dat zij zich niet gebonden acht door artikel 5 , lid 2 , sub b ) , van de Overeenkomst . In dat geval zijn de andere overeenkomstsluitende partijen niet gebonden door artikel 5 , lid 2 , sub b ) , jegens de overeenkomstsluitende partij die een dergelijk voorbehoud heeft gemaakt .

2 . De in lid 1 bedoelde verklaring kan te allen tijde bij een door tussenkomst van het secretariaat van de CEMT aan de andere overeenkomstsluitende partijen gerichte kennisgeving worden ingetrokken .

Artikel 18

1 . De Overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig hun eigen procedures goedgekeurd of bekrachtigd . De akten van goedkeuring of bekrachtiging worden door de overeenkomstsluitende partijen nedergelegd bij het secretariaat van de CEMT .

2 . Deze overeenkomst treedt , wanneer vijf overeenkomstsluitende partijen , waaronder de Europese Economische Gemeenschap , haar hebben goedgekeurd of bekrachtigd , in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op de datum van nederlegging van de vijfde akte van goedkeuring of bekrachtiging .

3 . Voor iedere overeenkomstsluitende partij die deze Overeenkomst na de in lid 2 bedoelde inwerkingtreding goedkeurt of bekrachtigt , treedt de Overeenkomst in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de datum waarop de betrokken overeenkomstsluitende partij haar akte van goedkeuring of bekrachtiging bij het secretariaat van de CEMT heeft nedergelegd .

4 . De bepalingen van de afdelingen II en III van deze Overeenkomst zijn van toepassing zeven maanden na de inwerkingtreding van de Overeenkomst als bedoeld in respectievelijk lid 2 en lid 3 .

Artikel 19

1 . Nadat de Overeenkomst overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 , lid 2 , gedurende drie jaar van kracht is geweest , kan iedere overeenkomstsluitende partij door middel van een kennisgeving aan het secretariaat van de CEMT om bijeenroeping van een conferentie met het oog op een herziening van de Overeenkomst verzoeken . Het secretariaat brengt de andere overeenkomstsluitende partijen onmiddellijk van het verzoek op de hoogte , stelt in overeenstemming met de voorzitter die sedert de laatste plenaire vergadering het voorzitterschap bekleedt de datum en plaats van de conferentie vast en roept deze conferentie zo spoedig mogelijk bijeen . Ten aanzien van het voorzitterschap van deze conferentie zijn de bepalingen van artikel 16 , lid 2 , van overeenkomstige toepassing .

2 . Ten aanzien van de goedkeuring of bekrachtiging van de tussen alle overeenkomstsluitende partijen overeengekomen herziening van de Overeenkomst en ten aanzien van de inwerkingtreding van deze herziening zijn de bepalingen van artikel 18 van toepassing .

Artikel 20

1 . Deze Overeenkomst wordt gesloten voor een termijn van vijf jaar , te rekenen vanaf haar inwerkingtreding .

2 . Iedere overeenkomstsluitende partij kan wat haar betreft en met een opzegtermijn van één jaar deze Overeenkomst door middel van een gelijktijdige kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partijen via het secretariaat van de CEMT met ingang van 1 januari opzeggen . De Overeenkomst kan evenwel niet worden opgezegd gedurende de eerste vier jaren , te rekenen vanaf de inwerkingtreding als bedoeld in artikel 18 , lid 2 .

3 . Behoudens opzegging door vijf overeenkomstsluitende partijen , waaronder de Europese Economische Gemeenschap , wordt de geldigheidsduur van deze Overeenkomst na afloop van de in lid 1 bedoelde periode van vijf jaar automatisch voor opeenvolgende periodes van vijf jaar verlengd .

Artikel 21

Deze Overeenkomst , opgesteld in één exemplaar in de Franse taal , zijnde deze tekst authentiek , wordt nedergelegd in het archief van het secretariaat van de CEMT , dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift aan elk van de overeenkomstsluitende partijen doet toekomen .

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben gesteld .

Gedaan te Dublin , zesentwintig mei negentienhonderd tweeëntachtig .

Voor de Raad van de Europese Gemeenschappen

Voor de Bondspresident van de Republiek Oostenrijk

Voor de Regering van Spanje

Voor de President van de Republiek Finland

Voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen

Voor de Regering van de Portugese Republiek

Voor de Regering van Zweden

Voor de Zwitserse Bondsraad

Voor de President van de Republiek Turkije

( 1 ) PB nr . 147 van 9 . 8 . 1966 , blz . 2688/66 .

( 2 ) PB nr . L 173 van 22 . 7 . 1968 , blz . 8 .

( 3 ) Resoluties van de CEMT , 1969 , blz . 67 ; Resoluties van de CEMT , 1971 , blz . 133 .

BIJLAGE

( Groen papier van DIN A4 = 29,7 maal 21 cm )

( Omslagblad - voorzijde )

( Tekst in de officiële taal of in verschillende officiële talen van de Staat waar het voertuig is ingeschreven )

Staat die het controledocument afgeeft - Embleem van het land -

Benaming van de bevoegde instantie of instelling

Boekje nr . ...

REISBLADENBOEKJE

voor het internationale ongeregelde personenvervoer over de weg met autobussen opgesteld krachtens :

- de Overeenkomst betreffende internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen ( ASOR )

- en Verordening nr . 117/66/EEG ( Verordening van de Raad betreffende de invoering van gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer van personen over de weg met autobussen ) .

Naam en voornaam of firma van de vervoerder : ...

Adres : ...

... ( Plaats en datum van afgifte van het boekje )

... ( Handtekening en stempel van de instantie of instelling die het boekje afgeeft )

( Groen papier van DIN A4 = 29,7 maal 21 cm )

( Tweede omslagblad - voorzijde )

( Tekst in de officiële taal of in verschillende officiële talen van de Staat waar het voertuig is ingeschreven )

BELANGRIJK BERICHT

I . VERVOER DAT ONDER DE ASOR VALT

Op grond van artikel 5 , leden 1 en 2 , van de ASOR is op het grondgebied van andere overeenkomstsluitende partijen den die waarin het voertuig is ingeschreven , geen vervoervergunning vereist voor

a ) sommige vormen van internationaal ongeregeld vervoer met een in een overeenkomstsluitende partij ingeschreven voertuig :

- tussen de grondgebieden van twee overeenkomstsluitende partijen of

- van en naar het grondgebied van een en dezelfde overeenkomstsluitende partij en , in voorkomend geval , in het kader van dergelijk vervoer , in transito over het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij of van een niet-overeenkomstsluitende staat ,

b ) riffen van de voertuigen zonder reizigers in verband met dat vervoer .

Het in bovenstaande bepaling bedoelde ongeregeld vervoer omvat :

A . het vervoer in gesloten rondritten , dat wil zeggen vervoer met hetzelfde voertuig dat over het gehele traject dezelfde groep reizigers vervoert en naar de plaats van vertrek terugbrengt ; deze plaats moet zijn gelegen op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waar het voertuig is ingeschreven ,

B . het vervoer waarbij de heenreis met en de terugreis zonder reizigers plaatsvindt ,

C . het vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt en dat wordt gekenmerkt door het feit dat :

- alle reizigers op dezelfde plaats worden opgenomen voor vervoer naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven , en

- de reizigers :

C.1 . op het grondgebied van een niet-overeenkomstsluitende staat of van een andere overeenkomstsluitende partij dan die waarin het voertuig is ingeschreven en een andere dan die waarin zij worden opgenomen worden samengebracht volgens vervoerovereenkomsten gesloten voor hun aankomst op het grondgebied van laatstgenoemde overeenkomstsluitende partij , of

C.2 . op een eerder tijdstip bij vervoer als bedoeld sub B door dezelfde vervoerder werden vervoerd naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin zij wederom worden opgenomen , of

C.3 . werden verzocht zich naar het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij te begeven , waarbij de vervoerkosten ten laste komen van degene die dit verzoek doet . De reizigers dienen een homogene groep te vormen die niet uitsluitend met het oog op het vervoer mag worden samengesteld .

II . VERVOER DAT ONDER VERORDENING Nr . 117/66/EEG VALT

Op grond van artikel 5 , leden 1 en 2 , van Verordening nr . 117/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 is van andere Lid-Staten dan die waarin het voertuig is ingeschreven geen vervoervergunning versist voor bepaalde vormen van internationaal ongeregeld vervoer van het grondgebied van een Lid-Staat naar het grondgebied van dezelfde of een andere Lid-Staat met een in een Lid-Staat ingeschreven voertuig .

Voor de ritten uitgevoerd in transito over het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij van de ASOR dan de EEG , zijn de bepalingen van den ASOR van toepassing .

Het in bovenstaande bepaling bedoelde ongeregeld vervoer omvat :

A . het vervoer in gesloten rondritten , d.w.z . vervoer met hetzelfde voertuig dat over het gehele traject dezelfde groep reizigers vervoert en naar de plaats van vertrek terugbrengt ,

B . het vervoer waarbij de heenreis met en de terugreis zonder reizigers plaatsvindt ,

C . het vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt , op voorwaarde dat alle reizigers op dezelfde plaats worden opgenomen en de reizigers :

C.1 . worden samengebracht volgens vervoerovereenkomsten , gesloten voor hun aankomst in het land waarin zij worden opgenomen , of

C.2 . op een eerder tijdstip bij vervoer als bedoeld sub B door dezelfde vervoerder werden vervoerd naar het land waarin zij wederom worden opgenomen en uit dat land worden vervoerd , of

C.3 . werden verzocht zich naar een andere Lid-Staat te begeven , waarbij de vervoerkosten ten laste komen van degene die dit verzoek doet . De reizigers dienen een homogene groep te vormen , die niet uitsluitend met het oog op het vervoer mag worden samengesteld .

III . GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET INTERNATIONALE ONGEREGELDE VERVOER WAAROP DE ASOR OF VERORDENING Nr . 117/66/EEG VAN TOEPASSING ZIJN

1 . Voor de aanvang van iedere reis in het kader van het ongeregelde vervoer moet door de vervoerder naar behoren een reisblad in tweevoud worden ingevuld .

De vervoerder kan de gegevens ter zake van de namen van de reizigers verschaffen door middel van een tevoren op een inlegvel ingevulde lijst , de stevig op de daarvoor onder punt 6 van het reisblad voorziene plaats moet worden geplakt . Een stempel van de vervoerder of , in voorkomend geval , de handtekening van de vervoerder of van de bestuurder van het gebruikte voertuig moet deels op de lijst en deels op het reisblad worden aangebracht .

Voor vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt , kan de lijst van reizigers onder de bovenbedoelde voorwaarden op het ogenblik van de opneming van de reizigers worden opgesteld .

Het origineel van het reisblad moet gedurende de gehele reis in het voertuig aanwezig zijn en op verzoek van de met do controle belaste personen worden getoond .

2 . In het voertuig dient zich een groen model met kartonnen omslag te bevinden , dat in alle officiële talen van alle partijen bij de ASOR de tekst bevat van het model van het omslagblad voorzijde en omzijde , van het controledocument .

3 . Voor het vervoer waarbij de heenreis zonder reizigers plaatsvindt als bedoeld sub C , moet de vervoerder naast het reisblad de volgende bewijsstukken voor de verrichte vorm van vervoer voorleggen :

- in het sub C.1 bedoelde geval : het afschrift van de vervoerovereenkomst of elk gelijkwaardig document dat de belangrijkste gegevens van deze Overeenkomst duidelijk doet uitkomen ( met name , plaats , land en datum van sluiting , plaats , land en datum van opneming , plaats en land van bestemming ) , voor zover bepaalde landen dit eisen ;

- in het sub C.2 bedoelde geval : het reisblad dat in het voertuig aanwezig is geweest gedurende een voorgaande heenreis met reizigers en terugreis zonder reizigers , die door de vervoerde is verricht om de reizigers af te zetten op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij of van de Lid-Staat van de EEG waar zij wederom dienen te worden opgenomen ;

- in het sub C.3 bedoelde geval : het schrijven van degene die het verzoek doet of een fotokopie daarvan .

4 . Het ongeregelde vervoer dat niet valt in een van de categorieën bedoeld onder I en II kan aan een vervoervergunning worden onderworpen op het grondgebied van de betreffende overeenkomstsluitende partij of Lid-Staat van de EEG . Voor dit vervoer moet in het overeenkomstige vakje onder punt 4.0 van het reisblad een kruisje worden geplaatst naar gelang een vervoervergunning is vereist of niet . Indien een vergunning is vereist moet deze aan het reisblad worden gehecht . Indien geen vergunning is vereist , dient een rechtvaardiging te worden gegeven .

5 . Behalve in uitzonderlijke gevallen , waarvoor door de bevoegde instanties een vergunning is afgegeven , mag bij ongeregeld vervoer tijdens de reis geen enkele reiziger worden opgenomen of afgezet . Bedoelde vergunning moet eveneens bij het reisblad worden gevoegd .

6 . De vervoerder is verantwoordelijk voor het regelmatig bijhouden van de reisbladen . Deze moeten onuitwisbaar en in drukletters worden ingevuld .

7 . Het reisbladenboekje is niet overdraagbaar .

Tweede omsiagblad - ommezijde : zie P.b .

Reisblad - voorzijde : zie P.b .

Reisblad - ommezijde : zie P.b .

SLOTAKTE

De vertegenwoordigers

VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

VAN DE BONDSPRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK ,

VAN DE REGERING VAN SPANJE ,

VAN DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND ,

VAN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK NOORWEGEN ,

VAN DE REGERING VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK ,

VAN DE REGERING VAN ZWEDEN ,

VAN DE ZWITSERSE BONDSRAAD ,

VAN DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE ,

bijeengekomen te Dublin , op zesentwintig mei negentienhonderd tweeëntachtig , voor de ondertekening van de Overeenkomst betreffende internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen ( ASOR ) ,

hebben , op het ogenblik van de ondertekening van deze Overeenkomst , akte genomen van de volgende verklaringen en deze goedgekeurd :

1 . Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende de toepassing van de Overeenkomst ;

2 . Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende artikel 5 ;

3 . Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende het evolutieve karakter van de Overeenkomst .

Gedaan te Dublin , op zesentwintig mei negentienhonderd tweeëntachtig .

Voor de Raad van de Europese Gemeenschappen ,

Voor de Bondspresident van de Republiek Oostenrijk ,

Voor de Regering van Spanje ,

Voor de President van de Republiek Finland ,

Voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen ,

Voor de Regering van de Portugese Republiek ,

Voor de Regering van Zweden ,

Voor de Zwitserse Bondsraad ,

Voor de President van de Republiek Turkije ,

Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende de toepassing van de Overeenkomst

De overeenkomstsluitende partijen verklaren ermee in te stemmen dat het mogelijk is dat de in artikel 5 , lid 2 , van de Overeenkomst bedoelde liberalisatiemaatregelen alleen uitvoerbaar zijn tussen de overeenkomstsluitende partijen die op het onder deze Overeenkomst vallende ongeregelde vervoer de bepalingen van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg ( AETR ) van 1 juli 1970 of gelijkwaardige voorwaarden als die van de AETR toepassen .

Iedere overeenkomstsluitende partij die om de hierboven aangehaalde redenen overweegt maatregelen te nemen voor de niet-toepassing of de schorsing van de in artikel 5 , lid 2 , van de Overeenkomst vastgestelde liberalisatiemaatregelen verklaart zich bereid de betrokken overeenkomstsluitende partij voor de eventuele vaststelling van deze maatregelen te raadplegen .

Verklaring van de Europese Economische Gemeenschap betreffende artikel 5

De Europese Economische Gemeenschap verklaart ten aanzien van artikel 5 van de Overeenkomst dat de liberalisatiemaatregelen voor de heenreis van een voertuig zonder reizigers naar het grondgebied van een andere overeenkomstsluitende partij om er een groep reizigers op te nemen en de terugreis met reizigers naar het grondgebied van de overeenkomstsluitende partij waarin het voertuig is ingeschreven te verrichten , wat de terugkeer naar het grondgebied van de Europese Economische Gemeenschap betreft alleen gelden voor de terugreizen naar de Lid-Staat van deze Gemeenschap waarin het gebruikte voertuig is ingeschreven .

Verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende het evolutieve karakter van de Overeenkomst

De overeenkomstsluitende partijen verklaren dat de in artikel 5 van de Overeenkomst bedoelde liberalisatiemaatregelen in de lijn liggen van de nagestreefde ontwikkeling van het internationale personenvervoer en in dit opzicht voor het ongeregelde vervoer een belangrijke stap betekenen om de uitoefening van dit vervoer te vergemakkelijken . Zij zullen zich in het kader van deze Overeenkomst en van de bilaterale overeenkomsten , rekening houdend met de gemaakte vorderingen bij de harmonisatie van de concurrentievoorwaarden , beijveren om de draagwijdte van deze liberalisatie aan de hand van de opgedane ervaring uit te breiden . De overeenkomstsluitende partijen verklaren bovendien dat zij erop zullen toezien de procedure voor het afgeven van de vereiste vergunningen voor het in artikel 5 , lid 3 , van de Overeenkomst bedoelde vervoer te vereenvoudigen .