7.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 203/27


Artikel 62

1.   Het agentschap oefent zijn optierecht uit op de bijzondere splijtstoffen welke op het grondgebied van de lidstaten worden voortgebracht:

a)

hetzij om aan de aanvragen van de verbruikers in de Gemeenschap onder de in artikel 60 bepaalde voorwaarden te voldoen;

b)

hetzij om deze stoffen zelf op te slaan;

c)

hetzij om deze stoffen uit te voeren met toestemming van de Commissie, die zich houdt aan de bepalingen van artikel 59, sub b), tweede alinea.

2.   Onverminderd de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 7 worden deze stoffen en de bij de productie overgebleven kweekstoffen echter ter beschikking gelaten van de producent:

a)

hetzij om opgeslagen te worden met machtiging van het agentschap;

b)

hetzij om binnen de grenzen van zijn eigen behoeften te worden gebruikt;

c)

hetzij om binnen de grenzen van hun behoeften ter beschikking te worden gesteld van ondernemingen binnen de Gemeenschap, welke met die producent, voor de uitvoering van een tijdig aan de Commissie medegedeeld programma, rechtstreekse bindingen hebben, welke noch ertoe strekken, noch ten gevolge hebben dat de productie, de technische ontwikkeling of de investeringen worden beperkt, of wederrechtelijk een ongelijkheid tussen de gebruikers van de Gemeenschap wordt teweeggebracht.

3.   De bepalingen van artikel 89, lid 1, sub a), zijn van toepassing op bijzondere splijtstoffen, welke op het grondgebied van de lidstaten zijn voortgebracht en waarop het agentschap zijn optierecht niet heeft uitgeoefend.