VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, VIJFDE DEEL - DE INSTELLINGEN VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN, HOOFDSTUK 1: DE INSTELLINGEN, VIERDE AFDELING: HET HOF VAN JUSTITIE, ARTIKEL 177
++++ Artikel 177 Het Hof van Justitie is bevoegd , bij wijze van prejudiciƫle beslissing , een uitspraak te doen a ) over de uitlegging van dit Verdrag , b ) over de geldigheid en de uitlegging van de door de Instellingen van de Gemeenschap verrichte handelingen , c ) over de uitlegging van de statuten van bij besluit van de Raad ingestelde organen wanneer die statuten daarin voorzien . Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instantie van een der Lid-Staten , kan deze instantie , indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis , het Hof van Justitie verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen . Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep , is deze instantie gehouden zich tot het Hof van Justitie te wenden .