02020R2146 — NL — 11.01.2024 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/2146 VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2020

tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft uitzonderlijke productievoorschriften in de biologische productie

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 428 van 18.12.2020, blz. 5)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/2911 VAN DE COMMISSIE  van 16 oktober 2023

  L 

1

22.12.2023




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/2146 VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2020

tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft uitzonderlijke productievoorschriften in de biologische productie

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Erkenning van rampzalige omstandigheden

1.  
Voor de toepassing van de in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2018/848 bedoelde uitzonderlijke productievoorschriften wordt een situatie als rampzalige omstandigheden als gevolg van “ongunstige weersomstandigheden”, “dierziekten”, een “milieuongeval”, een “natuurramp”, een “rampzalige gebeurtenis” en elke vergelijkbare situatie aangemerkt, als zij als rampzalige omstandigheden wordt erkend door een formeel besluit dat is uitgevaardigd door de lidstaat waar de situatie zich voordoet.
2.  
Afhankelijk van de vraag of de rampzalige omstandigheden een specifiek gebied of een individuele exploitant treffen, wordt in het overeenkomstig lid 1 uitgevaardigde formele besluit naar het gebied of de exploitant in kwestie verwezen.

Artikel 2

Voorwaarden voor afwijkingen

1.  

Zodra het in artikel 1 bedoelde formele besluit is uitgevaardigd, kunnen de bevoegde autoriteiten, na identificatie van de getroffen exploitanten in het betrokken gebied of op verzoek van de betrokken individuele exploitant, de in artikel 3 vastgestelde relevante afwijkingen verlenen en de daaraan verbonden voorwaarden vastleggen, mits die afwijkingen en voorwaarden van toepassing zijn:

a) 

voor een beperkte periode en niet langer dan nodig is, en in geen geval langer dan twaalf maanden, om de biologische productie voort te zetten of te hervatten zoals vóór de datum van toepassing van deze afwijkingen;

b) 

ten aanzien van specifieke soorten productie of, indien van toepassing, percelen grond die zijn getroffen, en

c) 

voor alle betrokken biologische exploitanten in het getroffen gebied of enkel voor de betrokken individuele exploitant, naargelang van het geval.

2.  
De toepassing van de in lid 1 bedoelde afwijkingen laten de geldigheid van de in artikel 35 van Verordening (EU) 2018/848 bedoelde certificaten onverlet gedurende de periode waarin de afwijkingen van toepassing zijn, mits de betrokken exploitanten voldoen aan de voorwaarden waaronder de afwijkingen zijn verleend.

Artikel 3

Specifieke afwijkingen van Verordening (EU) 2018/848

1.  
In afwijking van bijlage II, deel I, punt 1.8.1, bij Verordening (EU) 2018/848 mag voor de productie van andere planten en plantaardige producten dan plantaardig teeltmateriaal, gebruik worden gemaakt van niet-biologisch plantaardig teeltmateriaal wanneer het gebruik van plantaardig biologisch teeltmateriaal of plantaardig omschakelingsteeltmateriaal niet mogelijk is, mits punt 1.8.5.3 van deel I van die bijlage en, in voorkomend geval, de in punt 1.7 van deel I van die bijlage vastgestelde vereisten zijn nageleefd.
2.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punt 1.3.1, bij Verordening (EU) 2018/848 mag de veestapel of het pluimveebeslag worden vernieuwd of opnieuw worden samengesteld met niet-biologische dieren in geval van hoge sterfte van de dieren en wanneer geen biologisch gefokte dieren beschikbaar zijn, mits de respectieve, in punt 1.2.2 van deel II van die bijlage II gespecificeerde omschakelingsperioden worden nageleefd.

De eerste alinea is van overeenkomstige toepassing op de productie van bijen en andere insecten.

3.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punt 1.4.1, onder b), bij Verordening (EU) 2018/848 mogen de dieren worden gevoederd met niet-biologisch voeder in plaats van biologisch voeder of omschakelingsvoeder wanneer de voederproductie verloren is gegaan of er beperkingen zijn opgelegd.
4.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punten 1.4.2.1, 1.6.3 en 1.6.4, bij Verordening (EU) 2018/848 mogen de begrazing van biologische grond, de bezettingsdichtheid in gebouwen en de minimale oppervlakken van binnen- en buitenruimten zoals vastgesteld in een uit hoofde van artikel 14, lid 3, van die verordening aangenomen uitvoeringshandeling worden aangepast, wanneer de productie-eenheid van dieren is getroffen.
5.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punt 1.9.1.1, onder f), bij Verordening (EU) 2018/848 mag het percentage droge stof van het dagrantsoen dat bestaat uit ruwvoer, verse of gedroogde voedergewassen of kuilvoer worden gereduceerd wanneer de voederproductie verloren is gegaan of er beperkingen zijn opgelegd, mits aan de voedingsbehoeften van het dier in de verschillende stadia van zijn ontwikkeling wordt voldaan.
6.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punt 1.9.6.2, onder b), bij Verordening (EU) 2018/848 mogen bijenkolonies worden gevoederd met biologische honing, biologisch stuifmeel, biologische suikerstropen of biologische suiker wanneer de overleving van de kolonie om andere redenen dan weersomstandigheden in gevaar is.
7.  
In afwijking van bijlage II, deel II, punt 1.9.6.5, onder a) en c), bij Verordening (EU) 2018/848 mogen bijenkolonies worden verplaatst naar plaatsen die niet voldoen aan de bepalingen voor de plaatsing van bijenstallen wanneer de overleving van de kolonie in gevaar is.
8.  
In afwijking van bijlage II, deel III, punt 3.1.2.1, onder a), bij Verordening (EU) 2018/848 mag het aquacultuurbestand worden vernieuwd of opnieuw worden samengesteld met niet-biologische aquacultuurdieren in geval van hoge sterfte van de aquacultuurdieren en wanneer geen biologisch gefokte dieren beschikbaar zijn, mits het laatste tweederdedeel van de productiecyclus volgens de biologische methode wordt beheerd.
9.  
In afwijking van de overeenkomstig artikel 24, lid 9, van Verordening (EU) 2018/848 vastgestelde uitvoeringshandeling tot vaststelling van met name de voorwaarden voor het gebruik van in de biologische productie toegestane producten en stoffen, mag zwaveldioxide worden gebruikt voor het vervaardigen van producten van de wijnsector, tot het in bijlage I, deel B, bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/934 vastgestelde maximumgehalte wanneer de gezondheidstoestand van biologische druiven de wijnmaker ertoe verplicht meer zwaveldioxide dan in vorige jaren te gebruiken om een vergelijkbaar eindproduct te verkrijgen.

Artikel 4

Monitoring en rapportage

1.  
De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld in kennis van de door hun bevoegde autoriteiten uit hoofde van deze verordening verleende afwijkingen via een door de Commissie ter beschikking gesteld computersysteem dat de elektronische uitwisseling van documenten en informatie mogelijk maakt.
2.  
Exploitanten op wie de verleende afwijkingen van toepassing zijn, bewaren bewijsstukken met betrekking tot de verleende afwijkingen alsook bewijsstukken betreffende het gebruik van die afwijkingen gedurende de periode waarin die afwijkingen van toepassing zijn.
3.  
De bevoegde autoriteiten of, in voorkomend geval, de controleautoriteiten of controleorganen van de lidstaten verifiëren of de exploitanten de voorwaarden van de verleende afwijkingen naleven.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.