02020R0427 — NL — 01.01.2021 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/427 VAN DE COMMISSIE

van 13 januari 2020

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde gedetailleerde productievoorschriften voor biologische producten

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 087 van 23.3.2020, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/269 VAN DE COMMISSIE van 4 december 2020

  L 60

24

22.2.2021




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/427 VAN DE COMMISSIE

van 13 januari 2020

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde gedetailleerde productievoorschriften voor biologische producten

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

▼M1

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

Bijlage II bij Verordening (EU) 2018/848 wordt als volgt gewijzigd:

1) 

In deel I wordt punt 1.3 vervangen door:

„1.3. 

In afwijking van punt 1.1 wordt de productie van gekiemde zaden, op voorwaarde dat de zaden biologisch zijn, en het verkrijgen van witloofkroppen, onder meer door onderdompeling in helder water, toegestaan.”.

2) 

In deel II, punt 1.9.6.2, wordt punt b) vervangen door:

„b) 

het voederen van bijenkolonies is slechts toegestaan wanneer het overleven van de kolonie door klimatologische omstandigheden in gevaar is. Voor het voederen moet in zulk geval gebruik worden gemaakt van biologische honing, biologisch stuifmeel, biologische suikerstropen of biologische suiker.”.

3) 

Deel III wordt als volgt gewijzigd:

a) 

aan punt 3.1.2 wordt het volgende punt toegevoegd:

„3.1.2.3. 

Productie van juvenielen

Bij de larvenkweek van mariene vissoorten mogen kweeksystemen worden gebruikt (bij voorkeur een „mesokosmos” of grote kweektanks („large volume rearing”)). Die systemen moeten aan de volgende eisen voldoen:

a) 

de aanvankelijke bezettingsdichtheid bedraagt minder dan 20 eieren of larven per liter;

b) 

de larvenkweektank heeft een volume van ten minste 20 m3, en

c) 

de larven voeden zich met het natuurlijke plankton dat zich in de tank ontwikkelt, indien nodig aangevuld met extern geproduceerd fytoplankton en zoöplankton.”;

b) 

In punt 3.1.3.3 wordt punt e) vervangen door:

„e) 

biologische voedermiddelen van plantaardige of dierlijke oorsprong.”.