02020D1999 — NL — 13.12.2021 — 004.002


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (GBVB) 2020/1999 VAN DE RAAD

van 7 december 2020

betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten

(PB L 410I van 7.12.2020, blz. 13)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (GBVB) 2021/372 VAN DE RAAD van 2 maart 2021

  L 71I

6

2.3.2021

►M2

BESLUIT (GBVB) 2021/481 VAN DE RAAD van 22 maart 2021

  L 99I

25

22.3.2021

►M3

BESLUIT (GBVB) 2021/2160 VAN DE RAAD van 6 december 2021

  L 436

40

7.12.2021

►M4

BESLUIT (GBVB) 2021/2197 VAN DE RAAD van 13 december 2021

  L 445I

17

13.12.2021


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 035, 17.2.2022, blz.  21 (2021/2160)




▼B

BESLUIT (GBVB) 2020/1999 VAN DE RAAD

van 7 december 2020

betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten



Artikel 1

1.  

Onderhavig besluit stelt een kader vast voor gerichte beperkende maatregelen om ernstige schendingen van de mensenrechten wereldwijd tegen te gaan. Het is van toepassing op:

a) 

genocide;

b) 

misdaden tegen de menselijkheid;

c) 

de volgende ernstige schendingen van de mensenrechten:

i) 

foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;

ii) 

slavernij;

iii) 

buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies en moorden;

iv) 

gedwongen verdwijning van personen;

v) 

willekeurige arrestatie of detentie;

d) 

andere schendingen van de mensenrechten, waaronder onderstaande, voor zover die wijdverbreid of systematisch van aard zijn of anderszins aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid in het licht van de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als omschreven in artikel 21 VEU:

i) 

mensenhandel en mensenrechtenschendingen door migrantensmokkelaars als bedoel in dit artikel;

ii) 

seksueel en gendergerelateerd geweld;

iii) 

schendingen van de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging;

iv) 

schendingen van de vrijheid van mening en meningsuiting;

v) 

schendingen van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

2.  

Voor de toepassing van lid 1 moet passend rekening worden gehouden met het internationaal gewoonterecht en de algemeen aanvaarde instrumenten van internationaal recht, zoals:

a) 

het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;

b) 

het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten;

c) 

het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide;

d) 

het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;

e) 

het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie;

f) 

het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen;

g) 

het Verdrag inzake de rechten van het kind;

h) 

het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning;

i) 

het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap;

j) 

het protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, dat het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad aanvult;

k) 

het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof;

l) 

het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

3.  

Voor de toepassing van deze verordening kunnen onder natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden verstaan:

a) 

statelijke actoren;

b) 

andere actoren die effectieve controle of gezag uitoefenen over een grondgebied;

c) 

andere niet-statelijke actoren.

4.  

Bij het opstellen of wijzigen van de lijst in de bijlage met betrekking tot andere niet-statelijke actoren als bedoeld in lid 3, onder c), houdt de Raad met name rekening met de volgende specifieke elementen:

a) 

de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als omschreven in artikel 21 van het VEU, en

b) 

de ernst en/of de impact van de schendingen.

Artikel 2

1.  

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de inreis in of de doorreis door hun grondgebied te voorkomen van:

a) 

natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor de in artikel 1, lid 1, beschreven handelingen;

b) 

natuurlijke personen die financiële, technische of materiële ondersteuning bieden aan of anderszins betrokken zijn bij in artikel 1, lid 1, beschreven handelingen, daaronder begrepen het plannen en aansturen van, opdracht geven tot, meewerken aan, voorbereiden, faciliteren en aanmoedigen van dergelijke handelingen;

c) 

natuurlijke personen die banden hebben met de onder a) en b) vallende personen,

die in de bijlage worden genoemd.

2.  
Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de inreis van eigen onderdanen in hun grondgebied te weigeren.
3.  

Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin de lidstaten gebonden zijn aan een verplichting uit hoofde van internationaal recht, en wel:

a) 

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b) 

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

c) 

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of

d) 

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.  
Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op de gevallen waarin een lidstaat als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) optreedt.
5.  
De Raad wordt naar behoren geïnformeerd indien een lidstaat een vrijstelling op grond van lid 3 of lid 4 verleent.
6.  
De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die gerechtvaardigd zijn om dringende humanitaire redenen of voor het bijwonen van intergouvernementele bijeenkomsten of bijeenkomsten die worden geïnitieerd of georganiseerd door de Unie of waarvoor een lidstaat als voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, indien daar een politieke dialoog wordt gevoerd die rechtstreeks bijdraagt tot de beleidsdoelstellingen van de beperkende maatregelen, zoals beëindiging van ernstige schendingen van de mensenrechten en de bevordering van de mensenrechten.
7.  
De lidstaten kunnen ook vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen indien inreis of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijke procedure.
8.  
Een lidstaat die de in lid 6 of lid 7 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn verleend, tenzij een of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling schriftelijk bezwaar maken. In dat geval kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.
9.  
Wanneer een lidstaat krachtens lid 3, 4, 6, 7 of 8 machtiging verleent tot inreis in of doorreis door zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de rechtstreeks daarbij betrokken personen.

Artikel 3

1.  

Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van:

a) 

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor de in artikel 1, lid 1, beschreven handelingen;

b) 

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die financiële, technische of materiële ondersteuning bieden aan of anderszins betrokken zijn bij in artikel 1, lid 1, beschreven handelingen, daaronder begrepen het plannen en aansturen van, opdracht geven tot, meewerken aan, voorbereiden, faciliteren en aanmoedigen van dergelijke handelingen;

c) 

natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met de onder a) en b) vallende natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen,

die worden genoemd in de bijlage, worden bevroren.

2.  
Er worden geen tegoeden of economische middelen op directe of indirecte wijze ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de bijlage genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
3.  

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave of beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a) 

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b) 

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria of het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c) 

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d) 

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend, of

e) 

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

4.  

In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de vrijgave van bepaalde bevroren geldmiddelen of economische middelen toestaan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitrale beslissing die is gegeven voor de datum waarop de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in de bijlage, of van een rechterlijke of administratieve beslissing die in de Unie is gegeven, of van een rechterlijke beslissing die in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en die van voor of na die datum dateert;

b) 

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c) 

de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in de bijlage geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en

d) 

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

5.  
Lid 1 belet niet dat een op de lijst in de bijlage geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam betalingen verricht die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat/overeenkomst die is gesloten vóór, of een verbintenis die is ontstaan vóór, de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betalingen niet direct of indirect worden ontvangen door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in lid 1.
6.  

Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a) 

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b) 

betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in de leden 1 en 2 vervatte maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden, of

c) 

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in de Unie zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn, mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de maatregelen van lid 1.

Artikel 4

1.  
In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening van hulp of het vergemakkelijken daarvan, met inbegrip van medische benodigdheden, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire hulpverleners en daarmee verband houdende hulp, of bijstand voor evacuaties.
2.  
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend, binnen vier weken na de verlening van de toestemming.

Artikel 5

1.  
De lijst in de bijlage wordt met eenparigheid van stemmen vastgesteld en gewijzigd door de Raad op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger.
2.  
De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, de betrokken entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks (indien het adres bekend is), hetzij door de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
3.  
Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt gepresenteerd, toetst de Raad de in lid 1 bedoelde besluiten en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, de betrokken entiteit of het betrokken lichaam op de hoogte van het resultaat van de toetsing.

Artikel 6

1.  
In de bijlage wordt de opneming van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de lijst gemotiveerd.
2.  
De bijlage bevat de informatie, indien deze beschikbaar is, die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen en aliassen; geboortedatum en geboorteplaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres indien bekend; en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit: namen; plaats en datum van registerinschrijving; registratienummer; en plaats van vestiging.

Artikel 7

1.  

De Raad en de hoge vertegenwoordiger verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van dit besluit persoonsgegevens, met name:

a) 

wat betreft de Raad, bij het opstellen en wijzigen van de bijlage;

b) 

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, bij het opstellen van wijzigingen van de bijlage.

2.  
De Raad en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van de bijlage.
3.  
Voor de toepassing van dit besluit worden de Raad en de hoge vertegenwoordiger aangewezen als „verwerkingsverantwoordelijken” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), om ervoor te zorgen dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

Artikel 8

Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavig besluit zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie of van een garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a) 

in de bijlage genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b) 

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 9

Opdat de in dit besluit opgenomen maatregelen een maximaal effect zouden hebben, moedigt de Unie derde landen aan beperkende maatregelen in de zin van de in dit besluit genoemde maatregelen te treffen.

▼M3

Artikel 10

Dit besluit is van toepassing tot en met 8 december 2023 en wordt voortdurend geëvalueerd. De in de artikelen 2 en 3 genoemde maatregelen zijn tot en met 8 december 2022 van toepassing ten aanzien van de in de bijlage vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

▼B

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.




BIJLAGE

Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in de artikelen 2 en 3

A. 

Natuurlijke personen

▼M1



 

►M2  Namen (Transliteratie naar Latijns schrift) ◄

►M2  Namen ◄

Identificatiegegevens

Motivering voor plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Alexander (Alexandr) Petrovich KALASHNIKOV

Aлександр Петрович КАЛАШНИКОВ

Functie(s): directeur van de Russische federale dienst penitentiaire inrichtingen (FSIN)

Geboortedatum: 27.1.1964

Geboorteplaats: Tatarsk, Novosibirsk Regio/Oblast, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Alexander Kalashnikov is sinds 8 oktober 2019 de directeur van de Russische federale dienst penitentiaire inrichtingen (FSIN). In die functie houdt hij toezicht op alle werkzaamheden van de FSIN. In zijn hoedanigheid van directeur van de FSIN is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, waaronder willekeurige arrestaties en detenties.

In het geval van Alexei Navalny, terwijl de heer Navalny aan het herstellen was in Duitsland (september 2020 - januari 2021) na zijn vergiftiging met een neurotoxisch middel van de novitsjokgroep, eiste de FSIN op 28 december 2020 dat hij onmiddellijk voor een reclasseringsambtenaar zou verschijnen of anders een gevangenisstraf zou moeten ondergaan wegens het schenden van een voorwaardelijke straf in het kader van een veroordeling wegens fraude. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens had in 2018 geoordeeld dat die veroordeling wegens fraude willekeurig en oneerlijk was. Op 17 januari 2021 hebben ambtenaren van de FSIN, op bevel van Alexander Kalashnikov, Alexei Navalny bij zijn aankomst op de luchthaven van Moskou in hechtenis genomen. De arrestatie van Alexei Navalny is gebaseerd op een beslissing van de rechtbank van Chimki, die uitspraak deed op verzoek van de FSIN. Eind december 2020 had de FSIN reeds gevraagd dat een rechtbank de voorwaardelijke straf van Alexei Navalny zou omzetten in een gevangenisstraf. Op 17 februari 2021 gelastte het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de regering van de Russische Federatie om Alexei Navalny vrij te laten.

2 maart 2021

2.

Alexander (Alexandr) Ivanovich BASTRYKIN

Алексaндр Ивaнович БАСТРЫКИН

Functie(s): voorzitter van de onderzoekscommissie van de Russische federatie

Geboortedatum: 27.8.1953

Geboorteplaats: Pskov, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Alexander Bastrykin is sinds januari 2011 voorzitter van de onderzoekscommissie van de Russische Federatie (de „commissie”) (en waarnemend voorzitter van oktober tot en met december 2010). In die functie houdt hij toezicht op alle werkzaamheden van de commissie. Officieel wordt de commissie voorgezeten door de Russische president. In zijn hoedanigheid van voorzitter van de commissie is Alexander Bastrykin verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, waaronder willekeurige arrestaties en detenties.

Alexander Bastrykin is verantwoordelijk voor de wijdverspreide en systematische repressieve campagnes van de commissie tegen de Russische oppositie, met name haar leden, tegen wie onderzoeken worden gevoerd. Op 29 december 2020 opende de commissie een onderzoek tegen oppositieleider Alexei Navalny en beschuldigde hem van grootschalige fraude. Alexei Navalny en anderen publiceerden artikels over het Tsjechische vastgoedbedrijf LAW Bohemia, waarvan Alexander Bastrykin in de jaren 2000 eigenaar was.

2 maart 2021

3.

Igor Viktorovich KRASNOV

Игорь Викторович КРАСНОВ

Functie(s): procureur-generaal van de Russische Federatie

Geboortedatum: 24.12.1975

Geboorteplaats: Arkhangelsk, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Igor Krasnov is sinds 22 januari 2020 procureur-generaal van de Russische Federatie en is de voormalige vicevoorzitter van de onderzoekscommissie van de Russische Federatie. In zijn functie van procureur-generaal heeft hij de leiding over de openbare ministeries in de Russische Federatie, de bijzondere openbare ministeries en het militair openbaar ministerie. In zijn hoedanigheid van procureur-generaal is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, waaronder de willekeurige detentie van demonstranten, en voor de wijdverspreide en systematische repressie van de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging en de vrijheid van mening en meningsuiting

In de aanloop naar de protesten van 23 januari 2021 waarschuwde de dienst van de procureur-generaal dat deelnemers verantwoordelijk zouden worden gesteld. Daarnaast verzocht de dienst van de procureur-generaal de federale dienst voor toezicht op communicatie, informatietechnologie en massacommunicatie (Roskomnadzor) om beperking van de toegang tot websites en socialenetwerkaccounts van de oppositie die informatie over geplande bijeenkomsten van de medestanders van Alexei Navalny bevatten. Op 29 januari 2021 vroeg de dienst van de procureur-generaal Roskomnadzor opnieuw de toegang tot websites en sociale-netwerkaccounts van de oppositie te beperken, ditmaal in de aanloop naar de pro-Navalny-protesten van 30 en 31 januari 2021. Er werden waarschuwingen verstuurd naar internetbedrijven (Facebook, TikTok, Twitter, Google, Mail.ru Group). De dienst van de procureur-generaal kondigde ook aan dat de deelnemers aan deze demonstraties zouden worden vervolgd.

Het Openbaar Ministerie steunde het verzoek van de Russische federale dienst penitentiaire inrichtingen (FSIN) om de voorwaardelijke straf die aan Alexei Navalny was opgelegd in een zaak van vermeende fraude om te zetten in een gevangenisstraf. Ondanks het feit dat zijn veroordeling in die zaak door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2018 willekeurig en oneerlijk was bevonden, werd Alexei Navalny na zijn aankomst op de luchthaven van Moskou op 17 januari 2021 gearresteerd.

2 maart 2021

▼M3

4.

Viktor Vasilievich (Vasilyevich) ZOLOTOV

Виктор Васильевич ЗОЛОТОВ

Functie(s): directeur van de federale dienst van de troepen van de nationale garde van de Russische Federatie (Rosgvardia)

Geboortedatum: 27.1.1954

Geboorteplaats: Sasovo, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Viktor Zolotov is sinds 5 april 2016 directeur van de federale dienst van de troepen van de nationale garde van de Russische Federatie (Rosgvardia) en, bijgevolg, opperbevelhebber van de troepen van de nationale garde van de Russische Federatie en bevelhebber van OMON – de in Rosgvardia geïntegreerde mobiele eenheid voor bijzondere doelen. In die functie houdt hij toezicht op alle werkzaamheden van de troepen van Rosgvardia en OMON. In zijn hoedanigheid van directeur van Rosgvardia is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, waaronder willekeurige arrestaties en detenties en systematische en wijdverspreide schendingen van de vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging, met name door protesten en demonstraties met geweld neer te slaan.

2.3.2021

 

 

 

 

Rosgvardia werd ingezet om de pro-Navalny-protesten van 23 januari en 21 april 2021 de kop in te drukken, waarbij volgens meldingen vele agenten van OMON en de nationale garde wreed en gewelddadig optraden tegen de demonstranten. De veiligheidstroepen vielen tientallen journalisten aan, onder wie Kristina Safronova, correspondent van Meduza, die geslagen werd door een agent van OMON, en Yelizaveta Kirpanova, journalist van de Novaya Gazeta, die tot bloedens toe met een wapenstok op het hoofd werd geslagen. Tijdens de protesten van 23 januari 2021 namen de veiligheidstroepen meer dan driehonderd minderjarigen in hechtenis.

 

5.

ZHU Hailun

朱海仑 (Chinese spelling)

Functie(s): Lid van het 13e Nationale Volkscongres van de Volksrepubliek China (zetelend van 2018 tot en met 2023), vertegenwoordiger van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR). Sinds 19 maart 2018 lid van het Comité toezicht en juridische zaken van het Nationale Volkscongres.

Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) en voormalig vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR (2016 tot 2019). Voormalig vicehoofd van het Permanent Comité van het 13e Volkscongres van de XUAR, een regionaal wetgevend orgaan (2019 tot 5 februari 2021, maar nog ten minste tot maart 2021 actief). Lid van het 13e Nationale Volkscongres van de Volksrepubliek China (2018 tot 2023), vertegenwoordiger van de XUAR. Sinds 19 maart 2018 lid van het Comité toezicht en juridische zaken van het Nationale Volkscongres.

22.3.2021

 

 

 

Geboortedatum: januari 1958

Geboorteplaats: Lianshui, Jiangsu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (2016 tot 2019) was Zhu Hailun verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid had hij een belangrijke politieke positie en was hij belast met het toezicht op en de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en leden van andere etnische moslimminderheden. ZhuHailun staat bekend als de „architect” van dit programma. Hij is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting op grote schaal van Oeigoeren en leden van andere etnische moslimminderheden.

Als vicehoofd van het Permanent Comité van het 13e Volkscongres van de XUAR (2019 tot 5 februari 2021) bleef Zhu Hailun beslissende invloed uitoefenen in de XUAR, waar het grootschalige bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en leden van andere etnische moslimminderheden, nog steeds loopt.

 

▼M2

6.

WANG Junzheng

王君正 (Chinese spelling)

Functie(s): Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China; Politiek commissaris van het XPCC en CEO van de China Xinjian Group

Geboortedatum: mei 1963

Geboorteplaats: Linyi, Shandong (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Partijsecretaris van het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) en vicesecretaris van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (XUAR) in China sinds april 2020, alsmede politiek commissaris van het XPCC. Voormalig secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020). Wang Junzheng bekleedt ook andere hoge ambten in het XPCC.

Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de XUAR die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als partijsecretaris en politiek commissaris van het XPCC sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van beleid die het XPCC ten uitvoer legt. In deze functie is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Voorts is hij verantwoordelijk voor feit dat het XPCC Oeigoeren en mensen die andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch inzet als dwangarbeiders, met name op katoenplantages.

Als vicesecretaris van het Partijcomité van de XUAR sinds 2020 is Wang Junzheng betrokken bij het toezicht op elke vorm van veiligheidsbeleid die in Xinjiang ten uitvoer wordt gelegd, inclusief het bovengenoemd programma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR (februari 2019-september 2020) was Wang Junzheng verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelde hij een cruciale politieke rol in het toezicht op en de uitvoering van bovengenoemd programma.

 

7.

WANG Mingshan

王明山 (Chinese spelling)

Functie(s): Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR

Geboortedatum: januari 1964

Geboorteplaats: Wuwei, Gansu (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Lid van het Permanent Comité van het Partijcomité van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR) en secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020. Voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) tussen 2017 en januari 2021.

22.3.2021

 

 

 

 

Als secretaris van het Comité politieke en juridische zaken van de XUAR sinds september 2020 is Wang Mingshan verantwoordelijk voor de interne veiligheid en de rechtshandhaving in de XUAR. In die hoedanigheid speelt hij een cruciale politieke rol in het toezicht op een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren.

 

 

 

 

 

Als voormalig directeur en vicepartijsecretaris van het XPSB (2017-januari 2021) bekleedde hij een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en was hij rechtstreeks verantwoordelijk voor de uitvoering van bovengenoemd programma. Zo rolde het XPSB het „geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en „potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen.

Uit hoofde van zijn huidige functie en vorige functies is Wang Mingshan verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

8.

CHEN Mingguo

陈明国

(Chinese spelling)

Functie(s): Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR)

Geboortedatum: oktober 1966

Geboorteplaats: Yilong, Sichuan (China)

Nationaliteit: Chinees

Geslacht: mannelijk

Directeur van het Bureau voor openbare veiligheid van Xinjiang (XPSB) sinds januari 2021 en vicevoorzitter van de Volksregering van de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang (Xinjiang Uyghur Autonomous Region — XUAR).

22.3.2021

 

 

 

 

Als directeur van het XPSB bekleedt Chen Mingguo een belangrijke functie in het veiligheidsapparaat van Xinjiang en is hij rechtstreeks betrokken bij de uitvoering van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren. Zo rolde het XPSB het „geïntegreerd platform voor gezamenlijke operaties” uit, een omvangrijk dataprogramma dat gebruikt wordt om miljoenen Oeigoeren in de regio Xinjiang te traceren en „potentieel gevaarlijk geachte elementen” naar detentiekampen te sturen. Chen Mingguo is dan ook verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

 

▼M3

9.

JONG Kyong-thaek (alias CHO’NG Kyo’ng-t’aek)

정경택 (Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: tussen 1.1.1961 en 31.12.1963

Nationaliteit: Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geslacht: mannelijk

Jong Kyong-thaek is de minister van Staatsveiligheid van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) sinds 2017. Het Ministerie van Staatsveiligheid van de DVK is een van de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, waarbij het accent ligt op het identificeren en onderdrukken van politieke dissidentie, van de instroom van „subversieve” informatie uit het buitenland, en van elk ander gedrag dat als ernstige dreiging voor het politieke systeem en zijn leiders wordt beschouwd.

Als hoofd van het Ministerie van Staatsveiligheid is Jong Kyong-thaek verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies en dodingen, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

22.3.2021

10.

RI Yong Gil (alias RI Yong Gi, RI Yo’ng-kil, YI Yo’ng-kil)

리영길 (Koreaanse spelling)

Functie(s): minister van Defensie van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geboortedatum: 1955

Nationaliteit: Democratische Volksrepubliek Korea (DVK)

Geslacht: mannelijk

Ri Yong Gil is minister van Defensie van de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK). Van januari 2021 tot juni of juli 2021 was hij minister van Maatschappelijke Veiligheid. Hij was tussen 2018 en januari 2021 chef van de Generale Staf van het Koreaans Volksleger (KPA).

Als minister van Defensie is Ri Yong Gil verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in de DVK, onder meer door leden van het Commando militaire veiligheid en andere eenheden van het KPA.

Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid van de DVK (voorheen bekend als het Ministerie van Volksveiligheid of het Ministerie van Openbare Veiligheid) en het Commando militaire veiligheid zijn de leidende instellingen belast met de uitvoering van het repressieve veiligheidsbeleid van de DVK, inclusief het ondervragen en straffen van mensen die „illegaal” uit de DVK wilden vluchten. Het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid voert via zijn Penitentiair Bureau de leiding over gevangenenkampen en werkkampen voor kortdurende detentie, waar gevangenen/gedetineerden doelbewust worden uitgehongerd en andere onmenselijke behandelingen ondergaan.

22.3.2021

 

 

 

 

Als voormalig hoofd van het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is Ri Yong Gil verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen, alsook wijdverbreide dwangarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen.

Als voormalig hoofd van de Generale Staf van het KPA is Ri Yong Gil ook verantwoordelijk voor de wijdverbreide ernstige schendingen van de mensenrechten die door het KPA zijn begaan.

 

▼M3 —————

▼M3

12.

Abderrahim AL-KANI (alias Abdul-Rahim AL-KANI, Abd-al-Rahim AL-KANI)

►C1  عبد الرحيم الكاني (Arabische spelling) ◄

Functie(s): lid van de Kaniyat-militie

Geboortedatum: 7.9.1997

Nationaliteit: Libisch

Paspoortnummer: PH3854LY

ID-nummer: 119970331820

Geslacht: mannelijk

Abderrahim Al-Kani is een belangrijk lid van de Kaniyat-militie en de broer van het militiehoofd Mohammed Khalifa Al-Khani (overleden in juli 2021). De Kaniyat-militie had tussen 2015 en juni 2020 de controle over de Libische stad Tarhuna.

Abderrahim Al-Kani is belast met de interne veiligheid voor de Kaniyat-militie. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Libië, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen tussen 2015 en juni 2020 in Tarhuna.

Begin juni 2020 vluchtten Abderrahim Al-Kani en de Kaniyat-militie vanuit Tarhuna naar Oost-Libië. Nadien werden in Tarhuna diverse massagraven ontdekt die aan de Kaniyat-militie werden toegeschreven.

22.3.2021

13.

Aiub Vakhaevich KATAEV (alias Ayubkhan Vakhaevich KATAEV)

Аюб Вахаевич КАТАЕВ (alias Аюбхан Вахаевич КАТАЕВ) (Russische spelling)

Functie(s): Voormalig hoofd van het Ministerie van Interne Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek.

Geboortedatum: 1.12.1980 of 1.12.1984

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Tot en met 2018 hoofd van het Ministerie van Interne Zaken van de Russische Federatie in de stad Argun in de Tsjetsjeense Republiek.

In zijn hoedanigheid als hoofd van het Ministerie van Interne Zaken van de Russische Federatie in Argun zag Aiub Kataev toe op de activiteiten van de plaatselijke staatsveiligheidsdiensten en politiediensten. In zijn functie hield hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn. Aiub Kataev en troepen die vroeger onder zijn bevel stonden zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies en dodingen.

Volgens vele getuigen hield Aiub Kataev persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel.

22.3.2021

14.

Abuzaid (Abuzayed) Dzhandarovich VISMURADOV

Абузайд Джандарович ВИСМУРАДОВ (Russische spelling)

Functie(s): Voormalig bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) „Terek”, vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek, onofficiële lijfwacht van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov.

Geboortedatum: 24.12.1975

Voormalig bevelhebber van de speciale snellereactie-eenheid (SOBR) „Terek”. Sinds 23 maart 2020 is hij vicepremier van de Tsjetsjeense Republiek. Onofficiële lijfwacht van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov.

Abuzaid Vismuradov was van maart 2012 tot maart 2020 bevelhebber van de SOBR „Terek”. In zijn functie hield hij persoonlijk toezicht op wijdverbreide en systematische vervolgingen in Tsjetsjenië, die in 2017 begonnen. De repressie is gericht tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI’s), mensen van wie wordt aangenomen dat zij tot LGBTI-groepen behoren en andere personen die ervan worden verdacht tegenstanders van het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, Ramzan Kadyrov, te zijn.

22.3.2021

 

 

 

Geboorteplaats: Akhmat-Yurt/Khosi-Yurt, voormalige Tsjetsjeens-Ingoesjetische Autonome Socialistische Sovjetrepubliek (ASSR), nu de Tsjetsjeense Republiek (Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Abuzaid Vismuradov en de Terek-eenheid die vroeger onder zijn bevel stond, zijn verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Rusland, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen, alsook willekeurige arrestaties en opsluitingen en buitengerechtelijke of willekeurige executies.

Volgens vele getuigen hield Abuzaid Vismuradov persoonlijk toezicht op de foltering van gedetineerden en nam hij eraan deel. Hij heeft nauwe banden met Ramzan Kadyrov, het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek, die al vele jaren een repressiecampagne voert tegen zijn politieke tegenstanders.

 

▼M2

15.

Gabriel Moses LOKUJO

Functie(s): generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (South Sudan People’s Defense Forces — SSPDF).

Nationaliteit: Zuid-Sudanees

Geslacht: mannelijk

Generaal-majoor van de Zuid-Sudanese Volksstrijdkrachten (SSPDF).

Gabriel Moses Lokujo is verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Zuid-Sudan, met name buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies.

In mei 2020 werden drie officieren van het Sudanese Bevrijdingsleger in Oppositie (Sudan People’s Liberation Army in Opposition — SPLA-IO) op bevel van generaal-majoor Lokujo ontvoerd en geëxecuteerd.

22.3.2021

 

 

 

 

Generaal-majoor Lokujo liep in september 2020 over van het SPLA-IO naar de SSPDF en is verantwoordelijk voor de schermutselingen die daardoor in en rondom het Moroto Training Centre in Central Equatoria ontstonden. Als gevolg hiervan werden in het laatste kwartaal van 2020 bij beide partijen meerdere doden en gewonden gemeld; daarnaast zijn, met name in het gebied rond Kajo-Keji in Central Equatoria, ook burgers ontheemd. De troepen van generaal-majoor Lokujo bleven in het gebied waar meerdere conflicten zijn gemeld en de veiligheid en beveiliging van de burgergemeenschappen in gevaar zijn.

 

▼M4

16.

Dimitriy (Dimitry, Dmitri, Dmitry) Valerievich UTKIN

Дмитрий Валерьевич Уткин

(Russische spelling)

Functie(s): oprichter en bevelhebber van de Wagner-groep

Rang: luitenant-kolonel (reserve)

Roepnaam: Vagner/Wagner

Wagner Group ID: M-0209

Geboortedatum: 1.6.1970 of 11.6.1970

Geboorteplaats: Asbest, oblast Sverdlovsk, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Adres: Pskov, Russische Federatie

Geslacht: mannelijk

Dimitriy Utkin, een voormalig officier van de Russische militaire inlichtingendienst (GRU), is de oprichter van de Wagner-groep en is verantwoordelijk voor de coördinatie en planning van de inzet van huurlingen van de Wagner-groep in verschillende landen.

Als bevelvoerder binnen de Wagner-groep is hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten door de groep, waaronder foltering en buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies en moorden.

Een van de voorbeelden van ernstige schendingen van de mensenrechten door de Wagner-groep is het doodmartelen van een Syrische deserteur door vier leden van de Wagner-groep in juni 2017 in het gouvernement van Homs, Syrië. Volgens een voormalig lid van de Wagner-groep gaf Dimitriy Utkin persoonlijk het bevel tot het doodmartelen van de deserteur en het filmen van die daad.

13.12.2021

17.

Stanislav Evgenievitch DYCHKO

Станислав Евгеньевич Дычко

(Russische spelling)

Functie(s): Huurlingen van de Wagner-groep

Geboortedatum: 1990

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Stanislav Dychko, voormalig politieagent in Stavropol, is een huurling van de Wagner Group.

Naast drie andere huurlingen van die groep nam hij deel aan het doodmartelen van een Syrische deserteur in juni 2017 in het gouvernement van Homs, Syrië.

Hij is bijgevolg verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Syrië.

13.12.2021

18.

Valery (Valeriy) Nikolaevich ZAKHAROV

Валерий Николаевич Захаров

(Russische spelling)

Functie(s): Veiligheidsadviseur van de president van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)

Wagner Group ID: M-5658

Geboortedatum: 12.1.1970

Geboorteplaats: Leningrad, Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (nu de Russische Federatie)

Nationaliteit: Russisch

Geslacht: mannelijk

Valery Zakharov, voormalig lid van de Russische staatsveiligheid (KGB), is de veiligheidsadviseur van de president van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR). Hij is een sleutelfiguur in de commandostructuur van de Wagner-groep en onderhoudt nauwe banden met de Russische autoriteiten.

Gezien zijn invloedrijke positie in de CAR en zijn leidende rol in de Wagner-groep, is hij verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen door de Wagner-groep in de CAR, waaronder buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies en moorden.

Een van de voorbeelden van ernstige mensenrechtenschendingen door de Wagner-groep in de CAR is de moord op drie Russische journalisten in 2018, voor wier veiligheid Valery Zakharov verantwoordelijk was.

13.12.2021

▼B

B. 

Rechtspersonen, entiteiten en lichamen

▼M2



 

Benaming (Transliteratie naar Latijns schrift)

Benaming

Identificatiegegevens

Motivering van plaatsing op de lijst

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Xinjiang Production and Construction Corps Public Security Bureau

新疆生产建设兵团公安局

(Chinese spelling)

Adres: 106 Guangming Road, Urumqi, Xinjiang Uyghur Autonomous Region (XUAR), China

Telefoon: +86 991 598 8114

Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) Public Security Bureau is belast met de uitvoering van het gehele veiligheidsbeleid van het XPCC, ook het beheer van detentiecentra. Het XPCC, dat in handen is van de staat, is een economische en paramilitaire organisatie in de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang in China, en die bestuurlijk gezag uitoefent en economische activiteiten beheert in Xinjiang.

22.3.2021

 

 

 

 

Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in China, met name de willekeurige opsluiting en onterende behandeling op grote schaal van Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, alsook voor de systematische schending van hun vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, onder meer via de uitvoering door het XPCC van een grootschalig bewakings-, detentie- en indoctrinatieprogramma ten aanzien van etnische moslimminderheden.

Als onderdeel van bovengenoemd programma zet het XPCC Oeigoeren en mensen die tot andere etnische moslimminderheden behoren, systematisch in als dwangarbeiders, met name op katoenplantages. Als organisatie die binnen het XPCC belast is met het veiligheidsbeleid, is het XPCC Public Security Bureau verantwoordelijk voor het systematisch inzetten van dwangarbeiders.

 

2.

Centraal Openbaar Ministerie (Central Public Prosecutor’s Office, ook bekend als Office of the Prosecutor of the Democratic People’s Republic of Korea (DPRK))

조선민주주의인민공화국 중앙검찰소 (Koreaanse spelling)

 

Het Centraal Openbaar Ministerie is een instelling die toezicht houdt op alle strafzaken in de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK), het onderzoek, de verhoren, voorlopige hechtenis en rechtszaken inbegrepen.

22.3.2021

 

 

 

 

Het Centraal Openbaar Ministerie wordt ingeschakeld voor het vervolgen en straffen van personen voor politiek wangedrag — de rechtsgang is wezenlijk oneerlijk. Het is ook als instelling verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in gewone gevangenissen en detentiecentra waar verhoren plaatsvinden, omdat het de rechten van personen in voorlopige hechtenis of veroordeelden niet handhaaft. In nauwe samenwerking met het Ministerie van Staatsveiligheid en het Ministerie van Maatschappelijke Veiligheid is het verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten door het veiligheidsapparaat in de DVK, met name foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, gedwongen verdwijningen van personen, en willekeurige arrestaties en opsluitingen.

 

3.

Kaniyat-militie (Kaniyat Militia, eerder bekend als 7e Brigade, Tarhuna 7e Brigade, Tarhuna Brigade) (alias 9e Brigade, Al-Kani Militia, Al-Kaniyat, Kani Brigade, Kaniat, Kaniyat, Kanyat)

مليشيا كانيات (Arabische spelling)

 

De Kaniyat-militie is een Libische gewapende militie die tussen 2015 en juni 2020 de controle had over Tarhuna (Libië). Nadat de militie in juni 2020 naar Oost-Libië was gevlucht, zijn in Tarhuna massagraven aangetroffen die aan de Kaniyat-militie worden toegeschreven. De Kaniyat-militie is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten, met name buitengerechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van personen.

22.3.2021

4.

Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering (National Security Office (alias National Security Agency) of the Government of Eritrea)

Staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa.

Het Nationaal Veiligheidsbureau van de Eritrese regering staat onder leiding van generaal-majoor Abraha Kassa en onder toezicht van het kabinet van de president. Het Nationaal Veiligheidsbureau bestaat uit zes bureaus die elk drie afdelingen tellen en verantwoordelijk zijn voor respectievelijk inlichtingen, arrestaties en verhoren. Het Nationaal Veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Eritrea, met name willekeurige arrestaties, buitengerechtelijke executies, gedwongen verdwijningen van personen en foltering door agentenn van het bureau.

22.3.2021

▼M4

5.

Wagner Group, ook bekend als Vagner Group

Группа Вагнера

(Russische spelling)

 

De Wagner-groep is een in Rusland gevestigde particuliere militaire entiteit zonder rechtspersoonlijkheid, die in 2014 werd opgericht als opvolger van het Slavonic Corps. Zij wordt geleid door Dimitriy Utkin en gefinancierd door Yevgeny Prigozhin. Via de oprichting van lokale entiteiten, en met de steun van lokale overheden, financiert de Wagner-groep haar activiteiten en voert zij ze uit.

De Wagner-groep is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten in Oekraïne, Syrië, Libië, de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR), Sudan en Mozambique, waaronder foltering en buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies en moorden.

13.12.2021



( 1 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).