02020D0440 — NL — 04.08.2020 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (EU) 2020/440 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 maart 2020

betreffende een tijdelijk pandemie-noodaankoopprogramma (ECB/2020/17)

(PB L 091 van 25.3.2020, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (EU) 2020/1143 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 28 juli 2020

  L 248

24

31.7.2020




▼B

BESLUIT (EU) 2020/440 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 maart 2020

betreffende een tijdelijk pandemie-noodaankoopprogramma (ECB/2020/17)



Artikel 1

Instelling en toepassingsgebied van het PEPP

▼M1

1.  Het Eurosysteem stelt hierbij het tijdelijke pandemie-noodaankoopprogramma (temporary pandemic emergency purchase programme — „PEPP”) in als een apart aankoopprogramma. Het totale budget van het PEPP bedraagt 1 350 miljard EUR. De aflossingen op effecten die zijn aangekocht in het kader van het PEPP en die de vervaldatum hebben bereikt, worden geherinvesteerd door het aankopen van beleenbare verhandelbare schuldbewijzen tot ten minste het einde van 2022. In ieder geval zal de toekomstige uitfasering van de PEPP-portefeuille zo worden gestuurd, dat de passende monetairbeleidskoers niet wordt gehinderd.

▼B

2.  De centrale banken van het Eurosysteem doen, tenzij expliciet anders voorzien in dit besluit, de volgende aankopen uit hoofde van het PEPP:

a) 

beleenbare verhandelbare schuldbewijzen in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2020/188 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/9);

b) 

beleenbare bedrijfsobligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2016/948 van de Europese Centrale Bank (ECB/2016/6) ( 1 );

c) 

in aanmerking komende gedekte obligaties in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2020/187 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/8) ( 2 );

d) 

beleenbare effecten op onderpand van activa (asset-backed securities — ABS) in de zin van en overeenkomstig de bepalingen van Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/45) ( 3 );

Artikel 2

Looptijd van verhandelbare overheidsschuldbewijzen

Om in aanmerking te komen voor aankopen uit hoofde van het PEPP hebben verhandelbare schudbewijzen in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), een minimumrestlooptijd van 70 dagen en een maximumrestlooptijd van dertig jaar op het moment van aankoop door de betrokken centrale bank van het Eurosysteem. Om soepele tenuitvoerlegging te bevorderen zijn verhandelbare schuldinstrumenten met een restlooptijd van 30 jaar en 364 dagen beleenbaar uit hoofde van het PEPP.

Artikel 3

Ontheffing voor door de Helleense Republiek uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen

In afwijking van de vereisten van artikel 3, lid 2, van Besluit (EU) 2020/188 (ECB/2020/9), komen door de centrale overheid van de Helleense Republiek uitgegeven in euro luidende verhandelbare schuldbewijzen in aanmerking voor aankoop uit hoofde van het PEPP op voorwaarde dat zij voldoen aan in de artikel 3, lid 4, van Besluit (EU) 2020/188 (ECB/2020/9) neergelegde criteria voor aankopen.

Artikel 4

Aankoopbedragen

Aankopen uit hoofde van het PEPP worden uitgevoerd voor zover dit noodzakelijk en evenredig wordt geacht om de bedreigingen van de buitengewone economische en marktomstandigheden voor het vermogen van het Eurosysteem om zijn mandaat uit te voeren te bestrijden. Om de doeltreffendheid van dit uitzonderlijke besluit te verzekeren is de consolidatie van effecten uit hoofde van artikel 5 van Besluit (EU) nr. 2020/188 (ECB/2020/9) niet van toepassing tot uit hoofde van PEPP aangehouden effecten.

Artikel 5

Portfolioallocatie

1.  De toewijzing van de cumulatieve netto-aankopen van verhandelbare schuldbewijzen die zijn uitgegeven door in aanmerking komende centrale, regionale of lokale overheden en erkende agentschappen aan in alle in aanmerking komende rechtsgebieden, blijft, op voorraadbasis, gebaseerd op de in artikel 29 van de ESCB-statuten bedoelde inschrijving van de respectieve NCB’s op het kapitaal van de ECB.

2.  Aankopen uit hoofde van het PEPP worden op een flexibele manier uitgevoerd, rekening houdend met schommelingen in de spreiding van de aankoopstromen in de tijd, over de verschillende activacategorieën en over de verschillende rechtsgebieden.

▼M1

3.  De Raad van bestuur delegeert aan de directie de bevoegdheid om het passende tempo en de samenstelling te bepalen van de maandelijkse PEPP-aankopen binnen het totaalbedrag van 1 350 miljard EUR. In het bijzonder kan de toewijzing van de uit hoofde van het PEPP gedane aankopen worden aangepast, rekening houdend met schommelingen in de spreiding van de aankoopstromen in de tijd, over de verschillende activacategorieën en over de verschillende rechtsgebieden.

▼B

Artikel 6

Transparantie

1.  Het Eurosysteem publiceert wekelijks in de toelichting bij zijn geconsolideerde weekstaat de geaggregeerde boekwaarde van de uit hoofde van het PEPP aangehouden effecten.

2.  Het Eurosysteem publiceert maandelijks de netto aankopen en de cumulatieve netto aankopen.

3.  De boekwaarde van uit hoofde van het PEPP aangehouden effecten wordt wekelijks op de ECB-website gepubliceerd onder de afdeling openmarkttransacties.

Artikel 7

Effectenuitleen

Teneinde de effectiviteit van het PEPP te verzekeren stelt het Eurosysteem uit hoofde van het PEPP aangekochte schuldbewijzen beschikbaar voor effectenuitleen, met inbegrip van repo's,

Artikel 8

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.



( 1 ) Besluit (EU) 2016/948 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2016 betreffende de tenuitvoerlegging van het aankoopprogramma bedrijfssector (ECB/2016/16) (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 28).

( 2 ) Besluit (EU) 2020/187 van de Europese Centrale Bank van 3 februari 2020 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (ECB/2020/8) (PB L 39 van 22.11.2014, blz. 6).

( 3 ) Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45) (PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4).