02016R1239 — NL — 20.09.2021 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1239 VAN DE COMMISSIE van 18 mei 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten (PB L 206 van 30.7.2016, blz. 44) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1964 VAN DE COMMISSIE van 17 augustus 2017 |
L 279 |
34 |
28.10.2017 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1607 VAN DE COMMISSIE van 27 september 2019 |
L 250 |
56 |
30.9.2019 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1466 VAN DE COMMISSIE van 6 juli 2021 |
L 321 |
16 |
13.9.2021 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1239 VAN DE COMMISSIE
van 18 mei 2016
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van „aangever” als omschreven in artikel 5, punt 15, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), van „risicobeheer” als omschreven in artikel 5, punt 25, van diezelfde verordening en van „exporteur” als omschreven in artikel 1, punt 19, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie ( 2 ). Voorts gelden de definities die zijn vastgesteld in artikel 1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237.
Artikel 2
Aanvraag en afgifte van certificaten
Wanneer dergelijke IT-toepassingen niet beschikbaar of niet effectief zijn of wanneer ze niet werken, mogen certificaten ook worden aangevraagd en afgegeven door middel van een afdruk van het model in bijlage I bij de onderhavige verordening en met inachtneming van de in die bijlage vermelde instructies.
Artikel 3
Termijnen
Aanvragen die zijn ontvangen op een werkdag na 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), worden geacht te zijn ingediend op de eerste werkdag na de dag waarop zij feitelijk zijn ontvangen.
Wanneer in de onderhavige verordening een termijn is vastgesteld voor bepaalde procedures en de eerste of de laatste dag van die periode een zaterdag, een zondag of een feestdag als gedefinieerd in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 is:
geldt als eerste dag de volgende werkdag vanaf 00.00 uur, rekening houdend met de officiële kantooruren van die autoriteit;
geldt als laatste dag, in afwijking van artikel 3, lid 2, onder b), en lid 4, van die verordening, de laatste werkdag die aan die zaterdag, zondag of feestdag voorafgaat; die laatste dag eindigt om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel). Met betrekking tot certificaataanvragen kunnen de lidstaten echter de nodige werkregelingen treffen om de indiening ervan op een zaterdag, zondag, of feestdag mogelijk te maken. In dat geval geldt als laatste dag de betrokken zaterdag, zondag of feestdag; die laatste dag eindigt om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel). Indien een lidstaat besluit om te voorzien in zulke werkregelingen, maakt hij die regelingen bekend.
Punt b) van de eerste alinea is ook van toepassing indien de toepasselijke laatste dag is aangeduid aan de hand van een specifieke datum en die datum op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt.
Artikel 4
Registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer
Aanvragers of met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten kunnen het EORI-nummer van de aanvrager, de titularis of de cessionaris op basis van nationale instructies vermelden in vak 20, mits de naam of het identiteitsnummer in vak 4 of 6 kan worden gelinkt aan het EORI-nummer in vak 20.
Artikel 5
Bedrag van de zekerheid
Artikel 6
Uittreksels
Artikel 7
Geldigheidsduur
Indien de geldigheidsduur krachtens specifieke wetgeving op een andere dag aanvangt, dan vermeldt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit die dag, voorafgegaan door de woorden „geldig met ingang van”, in de in de eerste alinea bedoelde velden van de certificaten.
Artikel 8
Tolerantie en afronding
Bij de berekening van de hoeveelheden zijn de volgende afrondingsregels van toepassing:
indien de eerste decimaal gelijk is aan of hoger is dan vijf, wordt de hoeveelheid naar boven afgerond tot de eerstvolgende meeteenheid als bedoeld in vak 17 van het certificaat. Indien de eerste decimaal minder dan vijf bedraagt, worden de decimalen geschrapt;
hoeveelheden die op het aantal dieren zijn gebaseerd, worden afgerond op het volgende hogere gehele getal aan dieren.
Artikel 9
Douaneaangifte
Indien de IT-toepassingen van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit of van het douanekantoor niet geschikt zijn voor toepassing van de eerste alinea, mag een papieren versie van de certificaten of uittreksels worden bezorgd.
Artikel 10
Afschrijving en visering
Artikel 11
Overdracht
Indien door de titularis om overdracht wordt verzocht, worden de gegevens van de cessionaris vermeld op het certificaat, samen met de datum van die vermelding, overeenkomstig de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. De overdracht wordt gevalideerd door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit.
In geval van retrocessie valideert de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de retrocessie en de datum ervan op het certificaat, overeenkomstig de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten.
De overdracht of retrocessie is van kracht met ingang van de datum van validatie door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit.
Artikel 12
Bewaring
Artikel 13
Integriteit en controle van het certificaat, wederzijdse bijstand
De eerste alinea is niet van toepassing indien het om een minimale of kennelijke fout gaat die kan worden rechtgezet door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit of door de bevoegde douaneautoriteit door een correcte toepassing van de wetgeving.
Indien op basis van risicobeheer blijkt dat de echtheid van een papieren certificaat of uittreksel of van de daarop aangebrachte vermeldingen of viseringen moet worden geverifieerd of dat er twijfel over bestaat, zendt de betrokken autoriteit het certificaat of uittreksel, of een fotokopie daarvan, voor controle aan de betrokken autoriteiten terug.
Het verzoek om controle en het antwoord over het resultaat worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad ( 7 ) elektronisch meegedeeld door middel van het standaardformulier als opgenomen in de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. De betrokken autoriteiten kunnen onderling een verdere vereenvoudiging overeenkomen, met onder meer rechtstreeks overleg via de op de officiële website van de Commissie bekendgemaakte lijst van douanekantoren (LDK) ( 8 ).
De aangezochte autoriteit zorgt ervoor dat binnen twintig kalenderdagen een antwoord aan de verzoekende autoriteit wordt verzonden, indien beide in dezelfde lidstaat gevestigd zijn. Indien verschillende lidstaten betrokken zijn, wordt het antwoord binnen zestig kalenderdagen verzonden.
Artikel 14
Nakoming van de verplichting en bewijs
Er wordt van uitgegaan dat van het recht om producten in het vrije verkeer te brengen of uit te voeren gebruik is gemaakt en dat de desbetreffende verplichting is nagekomen op de dag waarop de betrokken douaneaangifte tijdens de geldigheidsduur van het certificaat is aanvaard en mits:
in geval van in het vrije verkeer brengen, de producten daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht;
in geval van uitvoer, de producten het douanegebied van de Unie hebben verlaten binnen een termijn van 150 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de douaneaangifte.
Als bewijs dat de verplichting tot uitvoer is nagekomen, geldt:
het naar behoren door de douane geviseerde exemplaar van het certificaat of uittreksel van de titularis of de cessionaris, of het elektronische equivalent daarvan, en
de in artikel 334 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde bevestiging van het uitgaan van goederen aan de exporteur of de aangever door het douanekantoor van uitvoer.
Het in lid 4, onder b), bedoelde bewijs wordt als volgt ingediend en gecontroleerd:
de in lid 4, onder b), bedoelde exporteur of aangever bezorgt de bevestiging van het uitgaan van goederen aan de titularis, die het bewijs in elektronisch formaat indient bij de met afgifte van certificaten belaste autoriteit. Indien de bevestiging van het uitgaan van goederen wordt geannuleerd wegens rectificaties door het douanekantoor van uitvoer, stelt het douanekantoor van uitvoer de exporteur of zijn douanevertegenwoordiger daarvan in kennis en brengt de exporteur of zijn douanevertegenwoordiger de titularis op de hoogte, die op zijn beurt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op de hoogte brengt;
de onder a) beschreven procedure omvat de mededeling van het betrokken masterreferentienummer (MRN) als omschreven in artikel 1, punt 22, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 aan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit
de met afgifte van certificaten belaste autoriteit controleert de ontvangen informatie, waaronder de juistheid van de datum waarop de producten het douanegebied van de Unie hebben verlaten, op basis van risicobeheer. Indien passende controles op basis van het MRN en de MRN-databank ( 9 ) niet mogelijk zijn, bevestigt dan wel corrigeert de douane de datum van uitgang op verzoek van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op basis van het betrokken MRN.
Indien het douanekantoor van uitvoer in een andere lidstaat is gevestigd dan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, zijn de in artikel 13, lid 6, tweede alinea, beschreven procedures mutatis mutandis van toepassing.
De autoriteiten kunnen overeenkomen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures rechtstreeks tussen de betrokken autoriteiten worden uitgevoerd. De met afgifte van certificaten belaste autoriteiten kunnen voor de toepassing van punt a) vereenvoudigde procedures overeenkomen.
Het bewijs van uitvoer en van het verlaten van het douanegebied van de Unie moet binnen 180 kalenderdagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit worden ontvangen.
Indien de in de eerste en de tweede alinea vastgestelde termijnen door technische problemen niet kunnen worden nageleefd, kan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit deze termijnen, op verzoek van en mits bewezen door de titularis — zo nodig naderhand — verlengen tot maximaal 730 kalenderdagen, met inachtneming van artikel 23, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014.
Artikel 15
Vervangings- en duplicaatcertificaten of -uittreksels
Voor vervangingscertificaten op grond van dit lid wordt een zekerheid gesteld als vastgesteld in artikel 5.
Indien het verloren of gedeeltelijk vernietigde oorspronkelijke certificaat wordt teruggevonden, zendt de titularis het oorspronkelijke certificaat terug naar de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, die het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat onverwijld vrijgeeft.
Een vervangingscertificaat of -uittreksel mag niet worden afgegeven indien voor het betrokken product de afgifte van certificaten of uittreksels is geschorst of indien het gaat om een certificaat in het kader van een tariefcontingent voor in- of uitvoer.
Wanneer het verzoek betrekking heeft op een gedeeltelijk of volledig vernietigd certificaat of uittreksel dat is afgegeven voor andere dan de in artikel 2, lid 1, onder a), en artikel 2, lid 2, onder a) van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten, zijn de volgende bepalingen van toepassing:
de titularis of de cessionaris bewijst ten genoegen van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit dat het certificaat of uittreksel volledig of gedeeltelijk is vernietigd;
het vervangingscertificaat of -uittreksel wordt niet afgegeven indien de titularis of de cessionaris niet heeft aangetoond dat hij de nodige voorzorgen had genomen om de vernietiging van het certificaat of van het uittreksel te voorkomen of indien het door de titularis verschafte bewijs niet afdoende is;
de voor het vervangingscertificaat of -uittreksel te stellen zekerheid bedraagt 150 % van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat, met een minimum van 3 EUR per 100 kg of per hectoliter of per stuk, rekening houdend met de op het moment van de vernietiging nog beschikbare hoeveelheid en, waar van toepassing, met de positieve tolerantie. Het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat mag worden gebruikt bij het stellen van de zekerheid voor het vervangingscertificaat. Indien het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat groter is dan de zekerheid voor het vervangingscertificaat, rekening houdend met de nog beschikbare hoeveelheid, wordt het teveel onverwijld vrijgegeven.
Wanneer vervangingscertificaten of -uittreksels worden afgegeven, stelt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de Commissie onverwijld in kennis van:
het nummer van afgifte van vervangingscertificaten of -uittreksels evenals het nummer van afgifte van de vervangen certificaten of uittreksels;
de betrokken producten met hun code van de gecombineerde nomenclatuur („GN-code”) en hun hoeveelheid.
De Commissie stelt de lidstaten daarvan in kennis.
Wanneer een papieren certificaat of uittreksel verloren of vernietigd is en het verloren of vernietigde document geheel of gedeeltelijk is gebruikt, gelden de volgende bepalingen met als enig doel de vrijgave van de op het oorspronkelijke certificaat geregistreerde uitstaande zekerheid betreffende het in het vrije verkeer brengen of de uitvoer:
de titularis of de cessionaris kan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit verzoeken om afgifte van een duplicaatcertificaat of -uittreksel, dat op dezelfde wijze moet worden opgesteld en geviseerd als het oorspronkelijke document. Een duplicaatcertificaat of -uittreksel mag slechts eenmaal worden afgegeven;
de met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan de titularis of de cessionaris een duplicaatcertificaat of -uittreksel verstrekken, waarbij op elk exemplaar duidelijk de vermelding „duplicaat” is aangebracht;
het duplicaatcertificaat of -uittreksel wordt overgelegd aan de douaneautoriteit die bevoegd is voor de aangifte voor het vrije verkeer of voor uitvoer, waar die aangifte onder dekking van het verloren certificaat of uittreksel is aanvaard. Die douaneautoriteit neemt op het duplicaat de vermeldingen over betreffende de producten die in het kader van het oorspronkelijke certificaat of uittreksel in het vrije verkeer zijn gebracht of zijn uitgevoerd, en viseert het.
Artikel 16
Overmacht
De bevoegde autoriteit van de lidstaat die het certificaat of uittreksel heeft afgegeven, kan, rekening houdend met artikel 50 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie ( 10 ) een geval van overmacht erkennen en besluiten:
hetzij tot de annulering van de in artikel 14, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde verplichting om de op het certificaat vermelde producten en de op het certificaat vermelde hoeveelheid tijdens de geldigheidsduur van het certificaat in het vrije verkeer te brengen of uit te voeren, waarbij dan de zekerheid wordt vrijgegeven, hetzij tot de verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat met de termijn die op grond van alle ter zake dienende omstandigheden nodig wordt geacht, zonder dat hierbij een termijn van 180 dagen na afloop van de oorspronkelijke geldigheidsduur van het certificaat wordt overschreden;
hetzij tot de verlenging van de periode voor de indiening van het bewijs dat producten in het vrije verkeer zijn gebracht of uitgevoerd, als bedoeld in artikel 14, lid 6, van de onderhavige verordening, binnen de in dat artikel vastgestelde grenzen, zonder over te gaan tot gedeeltelijke verbeurdverklaring van de zekerheid.
Een krachtens punt a) genomen besluit geldt uitsluitend voor de hoeveelheid producten die als gevolg van het geval van overmacht niet in het vrije verkeer kon worden gebracht, respectievelijk uitgevoerd.
Dat uittreksel kan niet worden overgedragen.
Artikel 17
Informatie en kennisgevingen betreffende hennep
Indien bij de in artikel 9, lid 4, vierde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde controles onregelmatigheden aan het licht komen, deelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat dit mee aan de met de verlening van erkenningen belaste autoriteit in de lidstaat waar de betrokken importeur erkend is.
Uiterlijk op 31 januari van elk jaar delen de bevoegde autoriteiten de Commissie de sancties of maatregelen mee die zijn genomen ingevolge in het voorafgaande verkoopseizoen geconstateerde onregelmatigheden.
De bevoegde autoriteiten verstrekken de Commissie de namen en adressen van de autoriteiten die belast zijn met de in artikel 9, lid 4, vierde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde controles. De Commissie bezorgt deze namen en adressen aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.
Artikel 18
Kennisgevingen betreffende knoflook
De lidstaten stellen de Commissie elke week uiterlijk op woensdag in kennis van de totale hoeveelheden waarvoor een „B”-certificaat is afgegeven met betrekking tot aanvragen die de voorgaande week werden ontvangen.
De betrokken hoeveelheden worden uitgesplitst naar datum van indiening van de invoercertificaataanvraag, oorsprong en GN-code. Voor andere producten dan de in de afdelingen E en F van bijlage II vermelde knoflook wordt ook de naam van het product, als vermeld in vak 14 van de invoercertificaataanvraag, meegedeeld.
Artikel 19
Kennisgevingen betreffende invoercertificaten voor ethylalcohol uit landbouwproducten
Artikel 19 bis
Kennisgevingen betreffende rijst
De lidstaten stellen de Commissie dagelijks in kennis van het volgende:
wat andere invoercertificaten dan die voor het beheer van invoertariefcontingenten betreft, de totale onder de afgegeven certificaten vallende hoeveelheden, uitgesplitst naar oorsprong en naar productcode.
▼M3 —————
Artikel 20
Uitwisseling van informatie en kennisgevingen aan de Commissie
Artikel 21
Overgangsbepalingen
Artikel 22
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 6 november 2016.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
IN ARTIKEL 2, LID 1, BEDOELD MODEL
GEBRUIKSAANWIJZING
1. De certificaatformulieren hebben de vorm van een set bestaande uit, in deze volgorde, exemplaar nr. 1, exemplaar nr. 2, de aanvraag en de eventuele extra exemplaren van het certificaat.
De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan echter voorschrijven dat de aanvragers in plaats van de in de eerste alinea bedoelde set enkel de aanvraag invullen.
2. Indien de hoeveelheid waarvoor het certificaat wordt afgegeven, op grond van een maatregel van de Unie, kleiner kan zijn dan de oorspronkelijk gevraagde hoeveelheid, worden de gevraagde hoeveelheid en het bedrag van de daarop betrekking hebbende zekerheid uitsluitend in de certificaataanvraag vermeld.
3. De formulieren voor uittreksels van certificaten hebben de vorm van een set bestaande uit, in deze volgorde, exemplaar nr. 1 en exemplaar nr. 2.
4. In vak 2 wordt de lidstaat van afgifte van het document aangegeven met de desbetreffende landcode. De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan nummers toevoegen ter identificatie van het document.
Lidstaat |
Landcode |
België |
BE |
Bulgarije |
BG |
Tsjechië |
CZ |
Denemarken |
DK |
Duitsland |
DE |
Estland |
EE |
Ierland |
IE |
Griekenland |
EL |
Spanje |
ES |
Frankrijk |
FR |
Kroatië |
HR |
Italië |
IT |
Cyprus |
CY |
Letland |
LV |
Litouwen |
LT |
Luxemburg |
LU |
Hongarije |
HU |
Malta |
MT |
Nederland |
NL |
Oostenrijk |
AT |
Polen |
PL |
Portugal |
PT |
Roemenië |
RO |
Slovenië |
SI |
Slowakije |
SK |
Finland |
FI |
Zweden |
SE |
Verenigd Koninkrijk |
UK |
5. Op het moment van afgifte kunnen certificaten en uittreksels een door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit toegekend afgiftenummer bevatten in vak 23 (uitvoercertificaat) of vak 25 (invoercertificaat).
6. De aanvragen, certificaten en uittreksels worden met een schrijfmachine of elektronisch ingevuld.
7. De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan toestaan dat de aanvragen met de hand worden ingevuld, met inkt en in hoofdletters.
BIJLAGE II
DEEL I
CERTIFICAATVERPLICHTING — BIJ INVOER
Lijst van de in artikel 2, lid 1, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten
A. Rijst (artikel 1, lid 2, onder b), van en bijlage I, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
1006 20 |
Gedopte rijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten |
30 EUR/t |
tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
1006 30 |
Halfwitte of volwitte rijst, ook indien gepolijst of geglansd, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten |
30 EUR/t |
tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
1006 40 00 |
Breukrijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten |
1 EUR/t |
tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
B. Suiker (artikel 1, lid 2, onder c), van en bijlage I, deel III, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
1701 |
Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent (1) (2) |
20 EUR/t |
tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
(1)
De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.
(2)
Met uitzondering van de invoer van preferentiële suiker van GN-code 1701 99 10 van oorsprong uit de Republiek Moldavië als bedoeld in Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 260 van 30.8.2014, blz. 1) en de preferentiële invoer van suiker van GN-code 1701 van oorsprong uit Georgië als bedoeld in Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1). |
C. Zaaizaad (artikel 1, lid 2, onder e), van en bijlage I, deel V, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
ex 1207 99 20 |
Zaaizaad voor de inzaai van henneprassen |
tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald |
|
(1)
Er wordt geen zekerheid geëist. |
D. Vlas en hennep (artikel 1, lid 2, onder h), van en bijlage I, deel VIII, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
5302 10 00 |
Hennep, ruw of geroot |
tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald |
|
(1)
Er wordt geen zekerheid geëist. |
E. Groenten en fruit (artikel 1, lid 2, onder i), van en bijlage I, deel IX, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
0703 20 00 |
Knoflook, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (1) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
ex 0703 90 00 |
Andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (1) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
(1)
De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017. |
F. Verwerkte groenten en verwerkt fruit (artikel 1, lid 2, onder j), van en bijlage I, deel X, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
ex 0710 80 95 |
Knoflook (1) en Allium ampeloprasum, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (2) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
ex 0710 90 00 |
Mengsels van groenten die knoflook (1) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (2) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
ex 0711 90 80 |
Knoflook (1) en Allium ampeloprasum, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (2) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
ex 0711 90 90 |
Mengsels van groenten die knoflook (1) en/of Allium ampeloprasum bevatten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (2) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
ex 0712 90 90 |
Gedroogde knoflook (1) en Allium ampeloprasum en mengsels van gedroogde groenten die knoflook (1) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (2) |
50 EUR/t |
drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2 |
(1)
Het betreft tevens producten waarbij het woord „knoflook” slechts een onderdeel is van de benaming. Voorbeelden daarvan, niet als limitatieve opsomming bedoeld, zijn „soloknoflook”, „olifantenknoflook”, „éénteensknoflook” en „reuzenknoflook”.
(2)
De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017. |
G. Andere producten (artikel 1, lid 2, onder x), van en bijlage I, deel XXIV, afdeling 1, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
1207 99 91 |
Hennepzaad, ander dan voor zaaidoeleinden |
tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald |
|
(1)
Er wordt geen zekerheid geëist. |
H. Ethylalcohol uit landbouwproducten (artikel 1, lid 2, onder u), van en bijlage I, deel XXI, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
ex 2207 10 00 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol. of meer, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten |
1 EUR/hl |
tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2 |
ex 2207 20 00 |
Ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten |
1 EUR/hl |
tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2 |
ex 2208 90 91 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten |
1 EUR/hl |
tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2 |
ex 2208 90 99 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten |
1 EUR/hl |
tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2 |
DEEL II
CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ UITVOER
Lijst van de in artikel 2, lid 2, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten
▼M3 —————
B. Suiker (artikel 1, lid 2, onder c), van en bijlage I, deel III, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)
GN-code |
Beschrijving |
Bedrag van de zekerheid |
Geldigheidsduur |
1701 |
Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm (1) |
11 EUR/100 kg |
tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (2) |
1702 60 95 1702 90 95 |
Andere suiker in vaste vorm en suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, met uitzondering van lactose, glucose, maltodextrine en isoglucos (1) |
4,2 EUR/100 kg |
tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (2) |
2106 90 59 |
Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen, andere dan stroop van isoglucose, van lactose, van glucose en van maltodextrine (1) |
4,2 EUR/100 kg |
tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (2) |
(1)
De certificaatverplichting bij uitvoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.
(2)
Voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t mag de betrokkene niet meer dan één dergelijk certificaat per uitvoertransactie gebruiken. |
( 1 ) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
( 2 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).
( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).
( 4 ) Mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten (PB C 278 van 30.7.2016).
( 5 ) Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).
( 6 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
( 7 ) Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).
( 8 ) http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/col/col_home.jsp?Lang=nl&Screen=0
( 9 ) http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/ecs/ecs_home.jsp?Lang=nl
( 10 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).
( 11 ) Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3).
( 12 ) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair wetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).