02014L0096 — NL — 01.04.2020 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/96/EU VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2014

betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen

(PB L 298 van 16.10.2014, blz. 12)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2019/1813 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2019

  L 278

7

30.10.2019




▼B

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/96/EU VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2014

betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad vallen



Artikel 1

Voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken

De lidstaten waarborgen dat teeltmateriaal van fruitgewassen, hierna „teeltmateriaal” genoemd, dat officieel als prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal is gecertificeerd, alsmede fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, hierna „fruitgewassen” genoemd, die officieel als gecertificeerd materiaal zijn gecertificeerd, alleen in de handel worden gebracht indien zij aan de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van de artikelen 2 en 4 voldoen. In voorkomend geval mag een begeleidend document, als bedoeld in artikel 3, ter aanvulling van het etiket worden gebruikt.

De lidstaten waarborgen dat teeltmateriaal en fruitgewassen die als CAC-materiaal (Conformitas Agraria Communitatis) zijn gekwalificeerd, alleen in de handel worden gebracht indien zij aan de voorschriften van artikel 5 betreffende het document van de leverancier voldoen.

Artikel 2

Etiket voor prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal

1.  De lidstaten waarborgen dat de verantwoordelijke officiële instantie voor prebasis-, basis- of gecertificeerd materiaal een etiket overeenkomstig de leden 2 tot en met 5 vervaardigt en dit aanbrengt op de planten of delen van planten die als teeltmateriaal of fruitgewassen in de handel worden gebracht. De lidstaten kunnen bepalen dat de verantwoordelijke officiële instantie de leverancier kan toestaan het etiket onder haar toezicht te vervaardigen en aan te brengen. Het ontwerp van het etiket wordt door de verantwoordelijke officiële instantie vastgesteld, overeenkomstig de leden 2, 3 en 4.

Teeltmateriaal of fruitgewassen die deel uitmaken van dezelfde partij, mogen met een enkel etiket in de handel worden gebracht wanneer dit materiaal of deze planten deel uitmaken van dezelfde verpakking, bundel of container en wanneer dit etiket overeenkomstig lid 5, tweede alinea, is aangebracht.

De lidstaten kunnen bepalen dat fruitgewassen die één jaar of ouder zijn, individueel moeten worden geëtiketteerd. In dat geval mag de etikettering in het veld vóór of tijdens het rooien of later worden uitgevoerd. Wanneer etikettering later plaatsvindt, worden planten van dezelfde partij gelijktijdig gerooid en, totdat zij worden geëtiketteerd, in geëtiketteerde containers gescheiden gehouden van andere partijen.

2.  Het etiket bevat de volgende informatie:

a) 

de vermelding „EU-regelgeving en -normen”;

b) 

de lidstaat van etikettering of de desbetreffende code;

c) 

de verantwoordelijke officiële instantie of de desbetreffende code;

d) 

de naam van de leverancier of zijn door de verantwoordelijke officiële instantie toegekende registratienummer/code;

e) 

het referentienummer van de verpakking of bundel, het individuele volgnummer, het weeknummer of het partijnummer;

f) 

de botanische naam;

g) 

de categorie, en voor basismateriaal ook het generatienummer;

h) 

de benaming van het ras en, in voorkomend geval, de kloon. In geval van onderstammen die niet tot een ras behoren, de naam van de desbetreffende soort of interspecifieke hybride. Voor geënte fruitgewassen wordt deze informatie voor de onderstam en het erop geënte ras vermeld. Bij rassen waarvoor een aanvraag tot officiële registratie of een aanvraag van kwekersrecht in behandeling is, wordt het volgende vermeld: „voorgestelde benaming” en „aanvraag in behandeling”;

i) 

de vermelding „ras met een officieel erkende beschrijving”, indien van toepassing;

j) 

de hoeveelheid;

k) 

het land van productie en de desbetreffende code, indien dit niet de lidstaat van etikettering is;

l) 

het jaar van afgifte;

m) 

voor het geval het oorspronkelijke etiket door een ander etiket wordt vervangen: het jaar van afgifte van het oorspronkelijke etiket.

3.  Het etiket wordt in onuitwisbare letters in een van de officiële talen van de Unie gedrukt en is makkelijk zichtbaar en leesbaar.

▼M1

4.  De kleur van het etiket is:

a) 

wit met een diagonale paarse streep voor prebasismateriaal;

b) 

wit voor basismateriaal;

c) 

blauw voor gecertificeerd materiaal.

▼B

5.  Het etiket wordt op de planten of delen van planten aangebracht die als teeltmateriaal of fruitgewassen in de handel worden gebracht. Wanneer dergelijke planten of delen van planten in een verpakking, bundel of container in de handel worden gebracht, wordt het etiket op die verpakking, bundel of container aangebracht.

Wanneer teeltmateriaal of fruitgewassen overeenkomstig lid 1, tweede alinea, met een enkel etiket in de handel worden gebracht, wordt dat etiket op de verpakking, bundel of container die dat teeltmateriaal of die fruitgewassen bevatten, aangebracht.

Artikel 3

Begeleidend document voor prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal

1.  De lidstaten kunnen bepalen dat de verantwoordelijke officiële instantie, of de betrokken leverancier onder toezicht van de verantwoordelijke officiële instantie, voor partijen van verschillende rassen of soorten prebasis-, basis- of gecertificeerd materiaal dat gezamenlijk in de handel wordt gebracht, een begeleidend document ter aanvulling op het in artikel 2 bedoelde etiket kan opstellen.

2.  Het begeleidende document voldoet aan de volgende voorschriften:

a) 

het bevat de in artikel 2, lid 2, bedoelde informatie zoals op het desbetreffende etiket vermeld;

b) 

het is in een van de officiële talen van de Unie opgesteld;

c) 

het wordt ten minste in tweevoud verstrekt (leverancier en afnemer);

d) 

het vergezelt het materiaal van de plaats van de leverancier naar de plaats van de afnemer;

e) 

het bevat de naam en het adres van de afnemer;

f) 

het bevat de datum van afgifte van het document;

g) 

het bevat, indien van toepassing, aanvullende informatie over de desbetreffende partijen.

3.  Wanneer de informatie in het begeleidende document in tegenspraak is met de informatie op het in artikel 2 bedoelde etiket, heeft de informatie op dat etiket voorrang.

Artikel 4

Voorschriften voor het plomberen en verpakken van prebasismateriaal, basismateriaal of gecertificeerd materiaal

1.  De lidstaten waarborgen dat, wanneer prebasis-, basis- of gecertificeerd materiaal in partijen van twee of meer planten of delen van planten in de handel wordt gebracht, die partijen voldoende homogeen zijn.

Planten of delen van planten die deel uitmaken van dergelijke partijen, voldoen aan de voorschriften onder a) of b):

a) 

planten of delen van planten worden in een overeenkomstig lid 2 geplombeerde verpakking of container verpakt, of

b) 

planten of delen van planten maken deel uit van een overeenkomstig lid 2 geplombeerde bundel.

2.  In deze richtlijn wordt onder „plomberen” verstaan: in geval van een verpakking of container, dusdanig sluiten dat de verpakking of container niet kan worden geopend zonder de sluiting te beschadigen; in geval van een bundel, dusdanig samenbinden dat de planten of delen van planten waaruit de bundel is samengesteld niet kunnen worden losgemaakt zonder het bindsel te beschadigen. De verpakking, container of bundel moet dusdanig worden geëtiketteerd dat de verwijdering van het etiket het ongeldig maakt.

▼M1

Artikel 5

Document van de leverancier voor CAC-materiaal

1.  De lidstaten waarborgen dat CAC-materiaal in de handel wordt gebracht met een document dat de leverancier overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 heeft opgesteld (hierna het document van de leverancier genoemd).

De lidstaten zien erop toe dat het document van de leverancier niet op het in artikel 3 bedoelde begeleidende document lijkt om elke mogelijke verwarring tussen beide documenten te voorkomen.

2.  Het document van de leverancier bevat ten minste de volgende informatie:

a) 

de vermelding „EU-regelgeving en -normen”;

b) 

de naam van de lidstaat waar het document is opgesteld, of de desbetreffende code;

c) 

de verantwoordelijke officiële instantie of de desbetreffende code;

d) 

de naam van de leverancier of zijn door de verantwoordelijke officiële instantie toegekende registratienummer/code;

e) 

een individueel volgnummer, weeknummer of partijnummer;

f) 

de botanische naam;

g) 

de vermelding „CAC-materiaal”;

h) 

de benaming van het ras en, in voorkomend geval, de kloon. In geval van onderstammen die niet tot een ras behoren: de naam van de desbetreffende soort of interspecifieke hybride. Voor geënte fruitgewassen wordt deze informatie voor de onderstam en het erop geënte ras vermeld. Bij rassen waarvoor een aanvraag tot officiële registratie of een aanvraag voor een kweekproduct in behandeling is, wordt het volgende vermeld: „voorgestelde benaming” en „aanvraag in behandeling”;

i) 

de datum van afgifte van het document.

3.  Het document van de leverancier dat op het CAC-materiaal wordt aangebracht, moet geel zijn.

4.  Het document van de leverancier wordt in onuitwisbare letters in een van de officiële talen van de Unie gedrukt en is makkelijk zichtbaar en leesbaar.

▼B

Artikel 6

Omzetting

1.  De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2016 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2017.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.  De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 7

Herzieningsclausule

De Commissie bekijkt artikel 2, lid 4, vóór 1 januari 2019 opnieuw.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.