02013H0711 — NL — 03.10.2014 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 3 december 2013

inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en pcb's in levensmiddelen en diervoeders

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/711/EU)

(PB L 323 van 4.12.2013, blz. 37)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 11 september 2014

  L 272

17

13.9.2014




▼B

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 3 december 2013

inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en pcb's in levensmiddelen en diervoeders

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/711/EU)



1. De lidstaten zouden een aselecte monitoring moeten uitvoeren op de aanwezigheid van dioxinen, dioxineachtige pcb's en niet-dioxineachtige pcb's in levensmiddelen en diervoeders, in verhouding tot de productie, het gebruik en de consumptie van levensmiddelen en diervoeders.

2. Naast de in punt 1 bedoelde monitoring zouden de lidstaten een specifieke monitoring moeten uitvoeren op de aanwezigheid van dioxinen, dioxineachtige pcb's en niet-dioxineachtige pcb's in de volgende producten:

a) eieren van hennen met vrije uitloop en biologische eieren;

b) lams- en schapenlever;

c) wolhandkrab, wat betreft:

i) wit vlees uit de aanhangsels (afzonderlijk);

ii) bruin vlees (afzonderlijk);

iii) het totale product (berekend op basis van de gehalten in wit vlees uit de aanhangsels en bruin vlees en de verhouding daartussen);

d) gedroogde kruiden (levensmiddelen en diervoeders);

e) als voedingssupplement verkochte klei.

3. Indien de bepalingen van Richtlijn 2002/32/EG en Verordening (EG) nr. 1881/2006 niet worden nageleefd of indien gehalten aan dioxinen en/of dioxineachtige pcb's worden aangetroffen die hoger zijn dan de actiedrempels van de bijlage bij deze aanbeveling ten aanzien van levensmiddelen en van bijlage II bij Richtlijn 2002/32/EG ten aanzien van diervoeders, zouden de lidstaten in samenwerking met de exploitanten:

a) onderzoeken moeten instellen naar de bron van de verontreiniging;

b) maatregelen moeten nemen om de bron van verontreiniging te reduceren of te elimineren.

4. De lidstaten zouden alle gegevens over de aanwezigheid van dioxinen, dioxineachtige pcb's en niet-dioxineachtige pcb's in levensmiddelen en diervoeders aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten verstrekken. De lidstaten zouden de Commissie en de andere lidstaten moeten informeren over hun bevindingen, de resultaten van hun onderzoeken en de genomen maatregelen om de bron van verontreiniging te reduceren of te elimineren.

Deze aanbeveling komt in de plaats van Aanbeveling 2011/516/EU.

▼M1




BIJLAGE

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

a)

„dioxinen + furanen (WHO-TEQ)” : de som van polychloordibenzo-para-dioxinen (pcdd's) en polychloordibenzofuranen (pcdf's), uitgedrukt als toxiciteitsequivalenten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), met behulp van de toxiciteitsequivalentiefactoren van de WHO (WHO-TEF's);

b)

„dioxineachtige pcb's (WHO-TEQ)” : de som van polychloorbifenylen (pcb's), uitgedrukt als toxiciteitsequivalenten van de WHO met behulp van de WHO-TEF's;

c)

„WHO-TEF's” : de toxiciteitsequivalentiefactoren van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de beoordeling van de risico's voor de mens, gebaseerd op de conclusies van de vergadering van deskundigen van het International Programme on Chemical Safety van de WHO van juni 2005 in Genève (Martin van den Berg e.a., The 2005 World Health Organization Re-evaluation of Human and Mammalian Toxic Equivalency Factors for Dioxins and Dioxin-like Compounds. Toxicological Sciences 93(2), 223-241 (2006)).



Levensmiddelen

Actiedrempel voor dioxinen + furanen (WHO-TEQ) (1)

Actiedrempel voor dioxineachtige pcb's (WHO-TEQ) (1)

Vlees en vleesproducten (met uitzondering van eetbaar slachtafval) (2) van de volgende dieren:

 

 

— runderen en schapen

— pluimvee

— varkens

Gemengde vetten

1,75 pg/g vet (3)

1,25 pg/g vet (3)

0,75 pg/g vet (3)

1,00 pg/g vet (3)

1,75 pg/g vet (3)

0,75 pg/g vet (3)

0,50 pg/g vet (3)

0,75 pg/g vet (3)

Spiervlees van gekweekte vis en producten van gekweekte vis

1,50 pg/g vers gewicht

2,50 pg/g vers gewicht

Rauwe melk (2) en zuivelproducten (2), inclusief botervet

1,75 pg/g vet (3)

2,00 pg/g vet (3)

Kippeneieren en eiproducten (2)

1,75 pg/g vet (3)

1,75 pg/g vet (3)

Klei als voedingssupplement

0,50 pg/g vers gewicht

0,50 pg/g vers gewicht

Granen en oliehoudende zaden

0,50 pg/g vers gewicht

0,35 pg/g vers gewicht

Fruit en groenten (verse kruiden inbegrepen) (4)

0,30 pg/g vers gewicht

0,10 pg/g vers gewicht

(1)   Bovengrensconcentraties: bij de berekening van bovengrensconcentraties moet worden aangenomen dat de onder de bepaalbaarheidsgrens liggende waarden van de verschillende congeneren gelijk zijn aan de bepaalbaarheidsgrens.

(2)   In deze categorie opgenomen levensmiddelen zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(3)   De actiedrempels zijn niet van toepassing op levensmiddelen die minder dan 2 % vet bevatten.

(4)   Voor gedroogde vruchten en gedroogde groenten (gedroogde kruiden inbegrepen) is artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1881/2006 van toepassing. Voor gedroogde kruiden moet als gevolg van het drogen een concentratiefactor 7 in aanmerking worden genomen.