02012D0389 — NL — 27.02.2017 — 008.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

▼C1

BESLUIT 2012/389/GBVB VAN DE RAAD

van 16 juli 2012

betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia)

▼B

(PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT 2013/367/GBVB VAN DE RAAD van 9 juli 2013

  L 189

12

10.7.2013

 M2

BESLUIT 2013/660/GBVB VAN DE RAAD van 15 november 2013

  L 306

17

16.11.2013

►M3

BESLUIT 2014/485/GBVB VAN DE RAAD van 22 juli 2014

  L 217

39

23.7.2014

 M4

BESLUIT 2014/726/GBVB VAN DE RAAD van 20 oktober 2014

  L 301

29

21.10.2014

►M5

BESLUIT (GBVB) 2015/1793 VAN DE RAAD van 6 oktober 2015

  L 260

30

7.10.2015

►M6

BESLUIT (GBVB) 2015/2275 VAN DE RAAD van 7 december 2015

  L 322

50

8.12.2015

►M7

BESLUIT (GBVB) 2016/2240 VAN DE RAAD van 12 december 2016

  L 337

18

13.12.2016

►M8

BESLUIT (GBVB) 2017/349 VAN DE RAAD van 27 februari 2017

  L 50

80

28.2.2017


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 029, 3.2.2017, blz.  69 (2016/2240)




▼B

▼M7

BESLUIT 2012/389/GBVB VAN DE RAAD

van 16 juli 2012

betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van capaciteit in Somalië (EUCAP Somalia)



Artikel 1

Missie

De Unie richt een missie voor de opbouw van capaciteit in Somalië op (EUCAP Somalia).

Artikel 2

Missieverklaring

EUCAP Somalia dient Somalië bij te staan bij het versterken van zijn capaciteit voor maritieme veiligheid, zodat het de maritieme wetgeving doeltreffender kan handhaven.

Artikel 3

Doelstellingen en taken

1.  Ter uitvoering van de missieverklaring in artikel 2 heeft EUCAP Somalia de volgende taken:

a) de maritieme civiele rechtshandhavingscapaciteit van Somalië vergroten, zodat het land een doeltreffend maritiem bestuur kan voeren over zijn kustlijn, binnenlandse wateren, territoriale zee en exclusieve economische zones;

b) met name de Somalische capaciteit versterken voor inspecties en handhaving op het gebied van visserij, maritieme opsporings- en reddingsoperaties, het optreden tegen smokkel, de bestrijding van piraterij en de politiebewaking van het kustgebied te land en ter zee;

c) deze doelstellingen nastreven door de Somalische autoriteiten te steunen bij het tot stand brengen van de noodzakelijke wetgeving en justitiële instanties en door de nodige begeleiding, advies, opleiding en materieel te verstrekken aan de Somalische maritieme civiele rechtshandhavingsinstanties.

2.  Om deze doelstellingen te bereiken, handelt EUCAP Somalia overeenkomstig de richtsnoeren voor operaties en taken die zijn opgenomen in de operationeleplanningdocumenten die zijn goedgekeurd door de Raad.

3.  EUCAP Somalia verricht geen uitvoerende taken.

▼B

Artikel 4

Commandostructuur en structuur

1.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

▼M3

2.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ wordt gestructureerd overeenkomstig de desbetreffende planningdocumenten.

▼M3 —————

▼B

Artikel 5

Civiele operationele commandant

1.  De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) is de civiele operationele commandant voor ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ .

2.  De civiele operationele commandant oefent op strategisch niveau het commando en de controle uit op ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ onder het politieke toezicht en de strategische aansturing van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder het algemene gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

3.  De civiele operationele commandant zorgt, met betrekking tot de uitvoering van operaties, voor een adequate en doeltreffende uitvoering van de besluiten van de Raad, alsook van het PVC, onder meer door het hoofd van de missie, waar nodig, instructies op strategisch niveau, te geven en hem advies en technische ondersteuning te verstrekken.

4.  Het bij Besluit 2012/173/GBVB in werking gestelde operatiecentrum van de EU verstrekt rechtstreekse ondersteuning aan de civiele operationele commandant bij de operationele planning en uitvoering van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ .

5.  De civiele operationele commandant rapporteert aan de Raad via de HV.

6.  Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van de betrokken zendstaat overeenkomstig nationale voorschriften, van de betrokken instelling van de Unie of de Europese dienst voor extern optreden (EDEO). De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel, teams en eenheden over aan de civiele operationele commandant.

7.  De civiele operationele commandant heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.

8.  De civiele operationele commandant, de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (SVEU) en de hoofden van de delegaties van de Unie in de regio raadplegen elkaar indien nodig.

Artikel 6

Hoofd van de missie

1.  Het hoofd van de missie draagt in het veld de verantwoordelijkheid voor, en oefent het commando en de controle uit op ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en rapporteert rechtstreeks aan de civiele operationele commandant.

▼M3

bis.  Het hoofd van de missie vertegenwoordigt ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ in het actiegebied. Het hoofd van de missie kan beheerstaken betreffende personeels- en financiële aangelegenheden delegeren aan personeelsleden van de missie voor wie het hoofd van de missie de algemene verantwoordelijkheid draagt.

▼B

2.  Het hoofd van de missie voert het commando en de controle over het personeel, de teams en de eenheden van de bijdragende staten die door de civiele operationele commandant ter beschikking zijn gesteld, en draagt de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid voor de aan ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie.

3.  Het hoofd van de missie geeft instructies aan alle personeelsleden van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , met het oog op de effectieve uitvoering van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ in het veld, en zorgt voor de coördinatie en de dagelijkse leiding van de operatie volgens de instructies op strategisch niveau van de civiele operationele commandant.

▼M3 —————

▼B

5.  Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Gedetacheerde personeelsleden vallen tuchtrechtelijk onder de bevoegdheid van de betrokken nationale autoriteit overeenkomstig nationale voorschriften, van de betrokken instelling van de Unie of van EDEO.

6.  Het hoofd van de missie vertegenwoordigt ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ in het operatiegebied en zorgt voor passende zichtbaarheid van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ .

7.  Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere actoren van de Unie in het veld. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbieding van de commandostructuur, ter plaatse politieke aansturing van de SVEU, in nauwe samenspraak met de betrokken delegatiehoofden van de Unie in de regio.

▼M3 —————

▼B

Artikel 7

Personeel

1.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ bestaat voornamelijk uit personeel dat door de lidstaten, de instellingen van de Unie of EDEO wordt gedetacheerd. Elke lidstaat of instelling van de Unie of EDEO draagt de kosten voor ieder door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van kosten voor vervoer van en naar de plaats van detachering, salarissen, ziektekosten en andere vergoedingen dan dagvergoedingen.

2.  De detacherende staat of instelling van de Unie of EDEO is verantwoordelijk voor het behandelen van alle aan de detachering gerelateerde klachten van of betreffende het door hem/haar gedetacheerde personeelslid en voor het instellen van een vordering tegen dat personeelslid.

3.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ kan ook internationaal en lokaal personeel op contractbasis aanwerven, indien de vereiste functies niet worden vervuld door personeel dat door de lidstaten gedetacheerd is. Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen, kunnen in voorkomend geval onderdanen van deelnemende derde landen op contractbasis worden aangeworven wanneer er geen geschikte kandidaten uit de lidstaten beschikbaar zijn.

▼M3

4.  De arbeidsvoorwaarden en de rechten en plichten van het internationale en het plaatselijke personeel worden neergelegd in contracten die moeten worden gesloten tussen ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en het betrokken personeelslid.

▼B

Artikel 8

Status van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en het personeel ervan

De status van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en het personeel ervan, in voorkomend geval inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de voltooiing en de soepele werking van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , wordt vastgelegd in een overeenkomst krachtens artikel 37 VEU, overeenkomstig de procedure in artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 9

Politieke controle en strategische leiding

1.  Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, het politieke toezicht op en de strategische aansturing van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ uit. De Raad machtigt het PVC hierbij om voor dit doel de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, VEU. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voorstel van de HV, een hoofd van de missie te benoemen en om het operationeel concept (CONOPS) en het operationeel plan (OPLAN) te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ blijft berusten bij de Raad.

2.  Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.  Het PVC ontvangt, zoals voorgeschreven, op gezette tijden door de civiele operationele commandant en het hoofd van de missie opgestelde verslagen over aangelegenheden die onder hun bevoegdheid vallen.

Artikel 10

Deelneming van derde landen

1.  Met volledige inachtneming van de beslissingsautonomie van de Unie en het enkelvoudige institutionele kader van de Unie kunnen derde landen worden uitgenodigd om bij te dragen aan ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van het door hen gedetacheerde personeel, met inbegrip van salarissen, verzekering tegen alle risico’s, dagvergoedingen en kosten voor vervoer van en naar de plaats van detachering, en dat zij een passende bijdrage aan de werkingskosten van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ leveren.

2.  De derde landen die aan ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ bijdragen, hebben bij de dagelijkse leiding van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ dezelfde rechten en plichten als lidstaten.

3.  De Raad machtigt hierbij het PVC om de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen en een comité van contribuanten in te stellen.

4.  De nadere regelingen betreffende de deelneming van derde landen worden vastgesteld in krachtens artikel 37 VEU te sluiten overeenkomsten en, voor zover nodig, in aanvullende technische regelingen. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelneming van die derde staat aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie hebben gesloten, zijn in het kader van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ de bepalingen van die overeenkomst van toepassing.

Artikel 11

Veiligheid

1.  De civiele operationele commandant stuurt de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie en zorgt voor een adequate en doeltreffende uitvoering daarvan door ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ overeenkomstig artikel 5.

2.  Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en voor de naleving van de minimumbeveiligingseisen die op ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ van toepassing zijn, conform het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V VEU en de daarvan afgeleide teksten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de Unie.

3.  Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een voor de missie bestemde hoge veiligheidsfunctionaris, die aan het hoofd van de missie rapporteert en die tevens nauwe, functionele betrekkingen onderhoudt met EDEO.

4.  De personeelsleden van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ volgen, overeenkomstig het OPLAN, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de hoge veiligheidsfunctionaris.

▼M3

5.  Het hoofd van de missie zorgt voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad ( 1 ).

▼B

Artikel 12

Wachtdienst

Voor ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ wordt de wachtdienst in werking gesteld.

▼M3

Artikel 12 bis

Wettelijke regelingen

►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ heeft de bevoegdheid diensten en leveringen aan te besteden, contracten en administratieve regelingen te sluiten, personeel in dienst te nemen, bankrekeningen te bezitten, eigendommen te verkrijgen of te vervreemden en haar schulden te vereffenen, en in rechte op te treden, zoals vereist om uitvoering te geven aan dit besluit.

▼M3

Artikel 13

Financiële regelingen

▼M6

1.  Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ voor de periode van 16 juli 2012 tot en met 15 november 2013 te dekken, bedraagt 22 880 000  EUR.

Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ voor de periode van 16 november 2013 tot en met 15 oktober 2014 te dekken, bedraagt 11 950 000  EUR.

Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ voor de periode van 16 oktober 2014 tot en met 15 december 2015 te dekken, bedraagt 17 900 000  EUR.

▼M7

Het financiële referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van EUCAP Somalia voor de periode van 16 december 2015 tot en met 28 februari 2017 te dekken, bedraagt 12 000 000  EUR.

▼M8

Het financieel referentiebedrag dat is bestemd om de uitgaven van EUCAP Somalia voor de periode van 1 maart 2017 tot en met 28 februari 2018 te dekken, bedraagt 22 950 000  EUR.

▼M5

2.  De uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie. Procedures voor het gunnen van overheidsopdrachten door ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ staan zonder beperkingen open voor natuurlijke en rechtspersonen. Voorts gelden er voor de door ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ aangekochte goederen geen oorsprongsregels.

▼M3

3.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de missie. Daartoe ondertekent ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ een overeenkomst met de Commissie.

4.  Onverminderd de bestaande bepalingen betreffende de status van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en het personeel daarvan, is ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ met ingang van 16 juli 2014 verantwoordelijk voor eventuele vorderingen en verplichtingen die uit de uitvoering van het mandaat voortvloeien, met uitzondering van vorderingen met betrekking tot ernstig wangedrag van het hoofd van de missie, waarvoor de verantwoordelijkheid op het hoofd van de missie blijft rusten.

5.  De uitvoering van de financiële regelingen laat de bevelslijn zoals bepaald in de artikelen 4, 5 en 6, en de operationele vereisten van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ onverlet, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van haar teams.

6.  De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 16 juli 2012.

▼M3

Artikel 13 bis

Projectcel

1.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ beschikt over een projectcel voor het identificeren en het uitvoeren van projecten. Indien nodig faciliteert ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ projecten die de lidstaten en derde landen onder hun verantwoordelijkheid uitvoeren op gebieden die verband houden met ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ en ter ondersteuning van de doelstelling ervan, en verstrekt zij daarover advies.

2.   ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ is gemachtigd financiële bijdragen van de lidstaten of van derde staten aan te wenden voor de uitvoering van projecten die zijn aangemerkt als een consistente aanvulling op andere acties van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , op voorwaarde dat:

a) het project is opgenomen in het financieel memorandum bij dit besluit; of

b) het project tijdens de duur van het mandaat op verzoek van het hoofd van de missie wordt geïntegreerd door middel van een wijziging van het financieel memorandum.

►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ sluit een regeling met de betrokken staten, waarin met name wordt vastgelegd welke specifieke procedures worden gevolgd voor de behandeling van klachten van derden betreffende schade die is opgelopen als gevolg van handelingen of nalatigheden van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ bij de besteding van de middelen die door deze staten ter beschikking zijn gesteld. In geen geval wordt de Unie of de HV door de bijdragende staten aansprakelijk gesteld voor handelingen of nalatigheden van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ bij de besteding van de middelen van die staten.

3.  Het PVC fiatteert de aanvaarding van een financiële bijdrage van derde staten voor de projectcel.

▼B

Artikel 14

Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

1.  De HV zorgt ervoor dat de uitvoering van dit besluit samenhangt met het gehele externe optreden van de Unie, onder meer met de ontwikkelingsprogramma’s van de Unie.

2.  Met eerbiediging van de commandostructuur handelt het hoofd van de missie in nauwe samenspraak met de delegaties van de Unie in de regio om te zorgen voor de samenhang van het optreden van de Unie in de regio van de Hoorn van Afrika.

3.  Het hoofd van de missie werkt nauw samen met de hoofden van de missies van de Unie en van de lidstaten in de regio.

4.  Het hoofd van de missie werkt samen met de andere internationale actoren in de regio, met name het United Nations (UN) Political Office for Somalia, het UN Office on Drugs and Crime, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (VN) en de Internationale Maritieme Organisatie.

5.  Het hoofd van de missie werkt in nauwe samenspraak met EUNAVFOR Atalanta, de militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (EUTM Somalia), het Maritime Security Project en het programma Critical Maritime Routes.

Artikel 15

Vrijgave van informatie en documenten

1.  De HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , ten behoeve van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ opgestelde, gerubriceerde gegevens van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL EU/EU CONFIDENTIAL” overeenkomstig ►M3  Besluit 2013/488/EU ◄ vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde staten.

2.  De HV is tevens gemachtigd, naar gelang van de operationele behoeften van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ , gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau van „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ zijn opgesteld, overeenkomstig ►M3  Besluit 2013/488/EU ◄ vrij te geven aan de VN en de Afrikaanse Unie (AU). Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van de VN en de AU opgesteld.

3.  Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd ten behoeve van ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ opgestelde, gerubriceerde gegevens van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” overeenkomstig ►M3  Besluit 2013/488/EU ◄ vrij te geven aan het gastland. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van het gastland opgesteld.

4.  De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over ►M7   ►C1  EUCAP Somalia ◄  ◄ die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad ( 2 ) vallen, vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.

5.  De HV kan de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde bevoegdheden, alsook de bevoegdheid om de in de leden 2 en 3 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personen die onder zijn/haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie.

Artikel 16

Inwerkingtreding en looptijd

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

▼M7

Het is van toepassing tot en met 31 december 2018.



( 1 ) Besluit van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1.).

( 2 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).