02011R0692 — NL — 01.01.2020 — 002.003
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 692/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 6 juli 2011 betreffende Europese statistieken over toerisme en tot intrekking van Richtlijn 95/57/EG van de Raad (PB L 192 van 22.7.2011, blz. 17) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 253/2013 VAN DE COMMISSIE van 15 januari 2013 |
L 79 |
5 |
21.3.2013 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1681 VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 2019 |
L 258 |
1 |
9.10.2019 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1569 VAN DE COMMISSIE van 23 juli 2020 |
L 359 |
1 |
29.10.2020 |
VERORDENING (EU) Nr. 692/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 juli 2011
betreffende Europese statistieken over toerisme en tot intrekking van Richtlijn 95/57/EG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken over toerisme.
Hiertoe moeten de lidstaten geharmoniseerde statistieken over toeristische vraag en aanbod verzamelen, samenstellen, verwerken en verstrekken.
Artikel 2
Definities
Voor deze verordening gelden de volgende definities:
a) |
„referentieperiode” : de periode waarop de gegevens betrekking hebben; |
b) |
„referentiejaar” : een referentieperiode van één kalenderjaar; |
c) |
„NACE Rev. 2” : de gemeenschappelijke statistische classificatie van economische activiteiten binnen de Unie, zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); |
d) |
„NUTS” : de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de productie van regionale statistieken binnen de Unie, zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europeesn Parlement en de Raad ( 2 ); |
e) |
„gebruikelijke omgeving” : het geografische gebied, niet noodzakelijkerwijs aaneengesloten, waarbinnen een individu zijn dagelijks leven leidt; dit wordt vastgesteld aan de hand van de volgende criteria: het overschrijden van administratieve grenzen of de afstand vanaf de gebruikelijke verblijfplaats, de duur van het bezoek, de frequentie van het bezoek, het doel van het bezoek; |
f) |
„toerisme” : de activiteit van bezoekers die een bezoek brengen aan een hoofdbestemming buiten hun gebruikelijke omgeving gedurende minder dan een jaar, voor alle hoofddoelen met inbegrip van zaken, vrijetijdsbesteding of andere persoonlijke redenen, anders dan in dienst te zijn bij een eenheid die gevestigd is in de bezochte plaats; |
g) |
„binnenlands toerisme” : bezoeken in een lidstaat door ingezetenen van die lidstaat; |
h) |
„inkomend toerisme” : bezoeken in een lidstaat door niet-ingezetenen van die lidstaat; |
i) |
„uitgaand toerisme” : bezoeken door ingezetenen van een lidstaat buiten die lidstaat; |
j) |
„nationaal toerisme” : binnenlands en uitgaand toerisme; |
k) |
„intern toerisme” : binnenlands en inkomend toerisme; |
l) |
„logiesverstrekkend bedrijf” : een eenheid van economische activiteit op lokaal niveau zoals gedefinieerd in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap ( 3 ), die als betaalde — zij het eventueel geheel of gedeeltelijk gesubsidieerde — dienst accommodaties voor kort verblijf verschaft zoals omschreven in de groepen 55.1 (hotels en dergelijke accommodatie), 55.2 (vakantieverblijven en andere accommodatie voor kort verblijf) en 55.3 (kampeer- en caravanterreinen) van de NACE Rev. 2; |
m) |
„niet-gehuurde accommodatie” : onder andere accommodatie die kosteloos door familie of vrienden beschikbaar wordt gesteld en door de eigenaar gebruikte vakantiewoningen, inclusief timesharewoningen; |
n) |
„dagtochten” : bezoeken zonder overnachting die door ingezetenen vanuit hun gebruikelijke plaats van vestiging worden gemaakt buiten hun gebruikelijke omgeving. |
Artikel 3
Onderwerpen en kenmerken van de vereiste gegevens
Voor de toepassing van deze verordening betreffen de overeenkomstig artikel 9 door de lidstaten te verstrekken gegevens:
intern toerisme, namelijk de capaciteit en bezetting van logiesverstrekkende bedrijven voor de in bijlage I, delen 1, 2 en 3, vastgestelde variabelen, periodiciteit en onderverdelingen;
intern toerisme, namelijk door toeristen doorgebrachte nachten in niet-gehuurde accommodatie voor de in bijlage I, deel 4, vastgestelde variabelen, periodiciteit en onderverdelingen;
nationaal toerisme, namelijk de toeristische vraag die betrekking heeft op de deelname aan het toerisme en de kenmerken van toeristische reizen en bezoekers, voor de in bijlage II, delen 1 en 2, vastgestelde variabelen, periodiciteit en onderverdelingen;
nationaal toerisme, namelijk de toeristische vraag die betrekking heeft op de kenmerken van dagtochten, voor de in deel 3 van bijlage II vastgelegde variabelen, periodiciteit en onderverdelingen.
Artikel 4
Waarnemingsgebied
Het waarnemingsgebied voor de voorschriften vastgesteld in:
artikel 3, lid 1, onder a), bestaat uit alle logiesverstrekkende bedrijven zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder l), tenzij anders vermeld in bijlage I;
artikel 3, lid 1, onder b), bestaat uit alle door ingezeten en niet-ingezeten toeristen doorgebrachte nachten in niet-gehuurde accommodatie;
artikel 3, lid 1, onder c), betreffende de gegevens over de deelname aan het toerisme, bestaat uit alle personen die op het grondgebied van de lidstaat verblijven, tenzij anders vermeld in bijlage II, deel 1;
artikel 3, lid 1, onder c), betreffende de gegevens over de kenmerken van toeristische reizen en bezoekers, bestaat uit toeristische reizen met ten minste één overnachting buiten de normale omgeving die door ingezetenen worden gemaakt en die tijdens de referentieperiode zijn beëindigd, tenzij anders vermeld in bijlage II, deel 2;
artikel 3, lid 1, onder d), betreffende de kenmerken van dagtochten, bestaat uit alle dagtochten zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder n), tenzij anders wordt bepaald in deel 3 van bijlage II.
Artikel 5
Proefstudies
Artikel 6
Kwaliteitscriteria en verslagen
Artikel 7
Evaluatieverslag
De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 12 augustus 2016 en vervolgens om de vijf jaar een evaluatieverslag voor over de op grond van deze verordening opgestelde statistieken en met name over de relevantie ervan en de druk die zij op de sector leggen.
Artikel 8
Gegevensbronnen
Wat de grondslag voor de verzameling van de gegevens betreft, nemen de lidstaten alle maatregelen die zij passend achten om de kwaliteit van de resultaten te handhaven. De lidstaten mogen de noodzakelijke statistische gegevens produceren door een combinatie van de volgende bronnen te gebruiken:
enquêtes, waarbij van de rapporterende eenheden tijdige, nauwkeurige en volledige gegevens wordt gevraagd;
andere geschikte bronnen, met inbegrip van administratieve gegevens, indien deze actueel en relevant zijn;
geschikte statistische schattingsprocedures.
Artikel 9
Verstrekking van gegevens
De lidstaten verstrekken:
de in bijlage I, delen 1 en 2, opgenomen jaarlijkse gegevens binnen zes maanden na afloop van de referentieperiode, tenzij anders vermeld in bijlage I;
de in bijlage I, deel 2, opgenomen gevalideerde maandelijkse gegevens binnen acht weken na afloop van de referentieperioden voor de referentiejaren 2020 en 2021, en binnen zes weken na het einde van de referentieperiode vanaf referentiejaar 2022;
de in bijlage I, deel 4, opgenomen gevalideerde gegevens binnen negen maanden na afloop van de referentieperiode, indien de betrokken lidstaat ervoor kiest deze te verstrekken;
de in bijlage II opgenomen gegevens binnen zes maanden na afloop van de referentieperiode.
Artikel 10
Methodologische handleiding
De Commissie (Eurostat) stelt in nauwe samenwerking met de lidstaten een methodologische handleiding op met richtsnoeren voor de ingevolge deze verordening te produceren statistieken, met inbegrip van definities van de kenmerken van de vereiste gegevens en gemeenschappelijke normen om de kwaliteit van de verstrekte gegevens te waarborgen, en werkt deze handleiding regelmatig bij.
Artikel 11
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 12
Comité
Artikel 13
Intrekking
Richtlijn 95/57/EG wordt ingetrokken.
De lidstaten verstrekken resultaten overeenkomstig Richtlijn 95/57/EG voor alle referentieperioden van het jaar 2011.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
INTERN TOERISME
Deel 1
CAPACITEIT VAN LOGIESVERSTREKKENDE BEDRIJVEN
A. Te verstrekken variabelen en onderverdelingen
1. Op regionaal NUTS-niveau 2 en op nationaal niveau te verstrekken voor jaarlijkse gegevens
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
NACE 55.1 |
Aantal bedrijven Aantal bedden Aantal slaapkamers |
Type locatie a) en b) |
NACE 55.2 |
Aantal bedrijven Aantal bedden |
Type locatie a) en b) |
NACE 55.3 |
Aantal bedrijven Aantal bedden |
Type locatie a) en b) |
2. [facultatief] Op nationaal niveau te verstrekken voor jaarlijkse gegevens
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
NACE 55.1 |
Aantal bedrijven Aantal bedden Aantal slaapkamers |
Grootteklasse |
3. Op nationaal niveau te verstrekken voor driejaarlijkse gegevens
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
NACE 55.1 |
Aantal bedrijven met één of meer slaapkamers die toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, met inbegrip van rolstoelgebruikers |
|
B. Beperking van het waarnemingsgebied
1. Voor „hotels en dergelijke accommodatie” en voor „vakantieverblijven en andere accommodatie voor kort verblijf” omvat het waarnemingsgebied ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met tien bedden of meer.
2. Voor „kampeer- en caravanterreinen” omvat het waarnemingsgebied ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met tien standplaatsen of meer.
3. Lidstaten waar minder dan 1 % van het totale jaarlijkse aantal overnachtingen in logiesverstrekkende bedrijven in de Europese Unie wordt doorgebracht, mogen het waarnemingsgebied nader beperken tot ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met twintig bedden of meer (twintig standplaatsen of meer).
C. Periodiciteit
Het eerste referentiejaar voor de driejaarlijkse variabele in punt A.3 is 2015.
Deel 2
BEZETTING VAN LOGIESVERSTREKKENDE BEDRIJVEN (BINNENLANDS EN INKOMEND)
A. Te verstrekken variabelen en onderverdelingen voor jaarlijkse gegevens
1. Op regionaal NUTS-niveau 2 en op nationaal niveau
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
Totaal (alle typen logiesverstrekkende bedrijven) |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Type locatie a) en b) Regio’s op NUTS 3-niveau Maanden van het referentiejaar [facultatief indien NUTS 2-niveau de gehele lidstaat bestrijkt] |
NACE 55.1 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
|
Nettobezettingspercentage van bedden Nettobezettingspercentage van slaapkamers |
|
|
NACE 55.2 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
|
NACE 55.3 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
2. Op nationaal niveau
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
Totaal (alle typen logiesverstrekkende bedrijven) |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Type locatie a) gecombineerd met Type locatie b) Steden |
NACE 55.1 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Type locatie a) en b) Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast [facultatief] Grootteklassen |
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast |
|
Nettobezettingspercentage van bedden Nettobezettingspercentage van slaapkamers |
[facultatief] Grootteklassen |
|
NACE 55.2 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Type locatie a) en b) Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast |
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast |
|
NACE 55.3 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Type locatie a) en b) Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast |
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
Land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gast |
B. Te verstrekken variabelen en onderverdelingen voor maandelijkse gegevens op nationaal niveau
Type accommodatie |
Variabelen |
Onderverdelingen |
NACE 55.1 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
|
Nettobezettingspercentage van bedden Nettobezettingspercentage van slaapkamers |
|
|
NACE 55.2 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
|
NACE 55.3 |
Aantal overnachtingen van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aantal overnachtingen van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
Aankomsten van ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven Aankomsten van niet-ingezetenen in logiesverstrekkende bedrijven |
|
C. Beperking van het waarnemingsgebied
1. Voor „hotels en dergelijke accommodatie” en voor „vakantieverblijven en andere accommodatie voor kort verblijf” omvat het waarnemingsgebied ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met tien bedden of meer.
2. Voor „kampeer- en caravanterreinen” omvat het waarnemingsgebied ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met tien standplaatsen of meer.
3. Lidstaten waar minder dan 1 % van het totale jaarlijkse aantal overnachtingen in logiesverstrekkende bedrijven in de Europese Unie wordt doorgebracht, mogen het waarnemingsgebied nader beperken tot ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met twintig bedden of meer (twintig standplaatsen of meer).
4. Wanneer een beperking van het waarnemingsgebied zoals beschreven in punt 1, 2 of 3, van toepassing is, wordt jaarlijks een schatting ingediend van het totale aantal overnachtingen tijdens het referentiejaar van ingezetenen en niet-ingezetenen in de logiesverstrekkende bedrijven die buiten het waarnemingsgebied vallen.
5. Voor het eerste referentiejaar waarvoor door deze verordening gegevens worden vereist, worden de schattingen zoals beschreven in punt 4 ingediend binnen twaalf maanden na het einde van de referentieperiode.
6. Lidstaten mogen het waarnemingsgebied voor de netto-bezettingsgraad van slaapkamers in hotels en dergelijke accommodatie nader beperken tot ten minste alle logiesverstrekkende bedrijven met 25 slaapkamers of meer.
▼M2 —————
Deel 3
TOE TE PASSEN CLASSIFICATIES VOOR DEEL 1 EN DEEL 2
A. Type accommodatie
De drie voor type accommodatie te gebruiken categorieën, die overeenkomen met de NACE-groepen 55.1, 55.2 en 55.3, zijn:
B. Type locatie a)
De drie voor het type locatie a) te gebruiken categorieën, gebaseerd op de urbanisatiegraad van de gemeente (of gelijkwaardige plaatselijke administratieve eenheid) waar de logiesverstrekkende bedrijven zijn gevestigd, zijn:
C. Type locatie b)
De twee voor het type locatie b) te gebruiken categorieën, gebaseerd op de ligging aan zee van de gemeente (of gelijkwaardige plaatselijke administratieve eenheid) waar de logiesverstrekkende bedrijven zijn gevestigd, zijn:
D. Grootteklasse
De drie voor de grootteklasse te gebruiken categorieën, gebaseerd op het aantal slaapkamers in de logiesverstrekkende bedrijven, zijn:
E. Landen en geografische gebieden
De voor het land of geografisch gebied van ingezetenschap van de gasten van de logiesverstrekkende bedrijven te gebruiken categorieën zijn:
F. Steden
De steden waarvoor gegevens moeten worden verstrekt, moeten in overeenstemming zijn met artikel 4 ter, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1059/2003 en omvatten ten minste:
Steden zijn in dit verband de lokale bestuurseenheden waar ten minste 50 % van de bevolking in een stedelijk centrum woont; een stedelijk centrum is een cluster van aangrenzende roostercellen van 1 km2 met een dichtheid van minstens 1 500 inwoners per km2, en samen een populatie van ten minste 50 000 inwoners. De Commissie (Eurostat) werkt samen met de lidstaten de lijst van steden regelmatig bij. De lidstaten verstrekken de gegevens voor de meest recente verkrijgbare lijst van steden op 31 december van het referentiejaar.
Deel 4
INTERN TOERISME IN NIET-GEHUURDE ACCOMMODATIE
A. Te verstrekken variabelen voor jaarlijkse gegevens
[facultatief] Aantal door toeristen doorgebrachte nachten in niet-gehuurde accommodatie tijdens het referentiejaar.
B. Onderverdeling
[facultatief] De in punt A opgenomen variabele zal worden onderverdeeld naar land van ingezetenschap van de bezoekers voor zover het ingezetenen van de Unie betreft; bezoekers die buiten de Unie wonen, worden in één aanvullende categorie ondergebracht.
BIJLAGE II
NATIONAAL TOERISME
Deel 1
DEELNAME AAN TOERISME OM PERSOONLIJKE REDENEN
A. Te verstrekken variabelen en onderverdelingen voor jaarlijkse gegevens
Variabelen |
Onderverdelingen naar duur en naar bestemming van toeristische reizen om persoonlijke redenen |
Sociaaldemografische onderverdelingen |
1. Aantal ingezetenen, 15 jaar en ouder, dat tijdens het referentiejaar aan toerisme om persoonlijke redenen deelneemt 2. Aantal ingezetenen, 15 jaar en ouder, dat tijdens het referentiejaar niet aan toerisme om persoonlijke redenen deelneemt |
a) Elk type reis (d.w.z. heeft ten minste één reis met ten minste één overnachting gemaakt) b) Alleen binnenlandse reizen (d.w.z. heeft ten minste één binnenlandse reis met ten minste één overnachting, maar geen uitgaande reis gemaakt) c) Alleen uitgaande reizen (d.w.z. heeft ten minste één uitgaande reis met ten minste één overnachting, maar geen binnenlandse reis gemaakt) d) Binnenlandse en uitgaande reizen (d.w.z. heeft ten minste één binnenlandse reis met ten minste één overnachting en ten minste één uitgaande reis met ten minste één overnachting gemaakt) e) Korte reizen (d.w.z. heeft ten minste één reis met één tot drie overnachtingen gemaakt) f) Lange reizen (d.w.z. heeft ten minste één reis met vier of meer overnachtingen gemaakt) g) Lange reizen, alleen binnenlands (d.w.z. heeft ten minste één binnenlandse reis met vier of meer overnachtingen, maar geen uitgaande reis van vier of meer overnachtingen gemaakt) h) Lange reizen, alleen uitgaand (d.w.z. heeft ten minste één uitgaande reis met vier of meer overnachtingen, maar geen binnenlandse reis van vier of meer overnachtingen gemaakt) i) Lange reizen, binnenlands en uitgaand (d.w.z. heeft ten minste één binnenlandse reis met vier of meer overnachtingen, en ten minste één uitgaande reis van vier of meer overnachtingen gemaakt) |
1. Geslacht |
De onderverdelingen naar duur en naar bestemming van toeristische reizen om persoonlijke redenen moeten worden gecombineerd met de sociaalgeografische onderverdelingen.
B. Te verstrekken variabelen en onderverdelingen voor driejaarlijkse gegevens
Variabelen |
Onderverdelingen naar belangrijkste redenen voor niet-deelname aan het toerisme om persoonlijke redenen tijdens het referentiejaar. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. |
Sociaaldemografische onderverdelingen |
1. Aantal ingezetenen, 15 jaar en ouder, dat tijdens het referentiejaar niet aan toerisme om persoonlijke redenen deelneemt (d.w.z. heeft tijdens het referentiejaar geen reis om persoonlijke redenen met ten minste één overnachting gemaakt) |
a) Financiële redenen (geen geld voor vakantiereizen; kan zich geen vakantie veroorloven) b) Gebrek aan vrije tijd in verband met familieverplichtingen c) Gebrek aan vrije tijd in verband met werk- of studieverplichtingen d) Gezondheidsredenen of beperkte mobiliteit e) Blijft liever thuis, niet gemotiveerd om te reizen f) Veiligheid g) Andere redenen |
1. Geslacht |
De onderverdelingen naar belangrijkste redenen voor niet-deelname aan het toerisme om persoonlijke redenen tijdens het referentiejaar moeten worden gecombineerd met de sociaalgeografische onderverdelingen.
Het eerste referentiejaar voor de CST’s is 2013.
C. Toe te passen classificaties voor sociaalgeografische onderverdelingen
1. |
Geslacht : man, vrouw. |
2. |
Leeftijdsgroep : minder dan 15 [facultatief], 15-24, 25-34, 35-44, 45-54, 55-64, 65 of meer, met subtotalen voor 25-44 en 45-64. |
3. |
Bereikt opleidingsniveau : lager middelbaar of minder, hoger middelbaar en postsecundair (niet-tertiair), tertiair. |
4. |
Werkstatus : werkend (werknemer of zelfstandig), werkloos, student (of scholier), andere, niet actief. |
5. |
Inkomen van het huishouden : in kwartielen. |
Deel 2
TOERISTISCHE REIZEN EN TOERISTEN
A. Te verstrekken variabelen
|
Variabelen |
Te verstrekken categorieën |
Periodiciteit |
1. |
Maand van vertrek |
|
Jaarlijks |
2. |
Duur van de reis in aantal nachten |
|
Jaarlijks |
3. |
[Alleen voor uitgaande reizen] Duur van de reis: aantal overnachtingen op binnenlands grondgebied |
|
Driejaarlijks |
4. |
Belangrijkste land van bestemming |
Volgens de landenlijst in de methodologische handleiding die overeenkomstig artikel 10 van deze verordening is opgesteld |
Jaarlijks |
5. |
Hoofddoel van de reis |
a) Persoonlijk: vrijetijdsbesteding, recreatie en vakantie b) Persoonlijk: bezoek aan vrienden en familieleden c) Persoonlijk: andere (bedevaart, gezondheidsbehandeling, enz.) d) Beroepsmatig/zakelijk |
Jaarlijks |
6. |
[Alleen voor reizen om persoonlijke redenen] Type bestemming, meerdere antwoorden mogelijk |
a) Plaats b) Kust c) Platteland (ook aan een meer, rivier enz.) d) Cruiseschip e) Bergen (hooggebergte, heuvellandschap, enz.) f) Overige |
Driejaarlijks |
7. |
[Alleen voor reizen om persoonlijke redenen] Kinderen in het reisgezelschap |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
8. |
Belangrijkste vervoermiddel |
a) Vliegtuig (lijn- of chartervluchten of andere luchtvaartdiensten) b) Schip (lijn- en veerdiensten, cruises, plezierboot, huurboot enz.) c) Trein d) Bus, touringcar (lijndiensten of niet-lijndiensten) d1) [facultatief] Bus of touringcar in lijndienst d2) [facultatief] Bus of touringcar niet in lijndienst e) Eigen motorvoertuig (in eigendom of leasing, met inbegrip van auto van vrienden/familie) f) Gehuurd motorvoertuig (met inbegrip van carpooling of autodeelsysteem) g) Andere (bv. fiets) |
Jaarlijks |
9. |
Belangrijkste accommodatie |
a) Gehuurde accommodatie: hotels of dergelijke accommodatie b) Gehuurde accommodatie: kampeer- en caravanterreinen (niet voor permanente bewoning) c) Gehuurde accommodatie: huis, villa, appartement, gehuurde kamer(s) in een woning d) Gehuurde accommodatie: andere gehuurde accommodatie (zoals jeugdherbergen, ligplaatsen in jachthavens, gezondheidsinstellingen) e) Niet-gehuurde accommodatie: eigen vakantiewoning f) Niet-gehuurde accommodatie: accommodatie die kosteloos door familie of vrienden beschikbaar wordt gesteld g) Niet-gehuurde accommodatie: andere niet-gehuurde accommodatie |
Jaarlijks |
10. |
Boeking van de reis: boeking via internet van de belangrijkste accommodatie |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
11. |
Boeking van de reis: boekingskanaal voor de belangrijkste accommodatie |
a) Rechtstreeks bij de accommodatieaanbieder b) Via een reisbureau, touroperator, portaal, agentschap voor kortlopende verhuur van onroerend goed of vakantieverhuuragentschap, met een aanbod van meerdere accommodatieaanbieders c) Geen boeking noodzakelijk |
Driejaarlijks |
11a. |
[Alleen voor reizen met accommodatie die wordt geboekt met gebruikmaking van internet via een reisbureau, touroperator, portaal, agentschap voor kortlopende verhuur van onroerend goed of vakantieverhuuragentschap; alleen voor reizen met de belangrijkste accommodatie „gehuurde accommodatie: zoals huis, villa, appartement; gehuurde kamer(s) in een woning”] Boeking van de belangrijkste accommodatie via een website of een app zoals Airbnb, Booking.com, Expedia, Home Away |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
12. |
Boeking van de reis: boeking via internet van het belangrijkste vervoermiddel |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
13. |
Boeking van de reis: boekingskanaal voor het belangrijkste vervoermiddel |
a) Rechtstreeks bij de vervoersaanbieder b) Via een reisbureau, touroperator, portaalsite c) Geen boeking noodzakelijk |
Driejaarlijks |
13a. |
[Facultatief] [Alleen voor reizen met vervoer dat is geboekt met gebruikmaking van internet via een reisbureau, touroperator, portaalsite] Boeking van het belangrijkste vervoermiddel via een website of een app zoals BlaBlaCar |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
14. |
Boeking van de reis: pakketreis |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
15. |
Boeking van de reis: boeking van het pakket via internet |
a) Ja b) Neen |
Driejaarlijks |
15a. |
Uitgaven per individuele toerist tijdens de reis aan pakketten |
|
Jaarlijks |
16. |
Uitgaven per individuele toerist tijdens de reis voor het vervoer |
|
Jaarlijks |
17. |
Uitgaven per individuele toerist tijdens de reis voor de accommodatie |
|
Jaarlijks |
18. |
[facultatief] Uitgaven per individuele toerist tijdens de reis in cafés en restaurants voor voedsel en drank |
|
Jaarlijks |
19. |
Overige uitgaven per individuele toerist tijdens de reis, (19a) afzonderlijk te vermelden: duurzame en waardevolle goederen |
|
Jaarlijks |
20. |
Profiel van de toerist: geslacht, in te delen in de volgende categorieën |
a) Man b) Vrouw |
Jaarlijks |
21. |
Profiel van de toerist: leeftijd, in volle jaren |
|
Jaarlijks |
22. |
Profiel van de toerist: land van vestiging |
|
Jaarlijks |
23. |
►M1 [Facultatief] Profiel van de toerist: bereikt opleidingsniveau ◄ |
►M1
|
Jaarlijks |
24. |
[Facultatief] Profiel van de toerist: werkstatus |
a) Werkzaam (werknemer of zelfstandige) b) Werkloos c) Student (of scholier) d) Andere, niet actief |
Jaarlijks |
25. |
[Facultatief] Profiel van de toerist: inkomen van het huishouden in kwartielen |
|
Jaarlijks |
B. Beperking van het waarnemingsgebied
Het waarnemingsgebied bestaat uit alle toeristische reizen met ten minste één overnachting buiten de gebruikelijke omgeving die door ingezetenen van 15 jaar en ouder worden gemaakt en die tijdens de referentieperiode zijn beëindigd. De gegevens over de bevolking jonger dan 15 jaar kunnen afzonderlijk op facultatieve basis worden verstrekt.
C. Periodiciteit
1. Het eerste referentiejaar voor de in de punten A.3, A.6 en A.7 opgenomen driejaarlijkse variabelen en categorieën is 2013.
2. Het eerste referentiejaar voor de in de punten A.10 tot en met A.15 opgenomen driejaarlijkse variabelen en categorieën is 2014.
Deel 3
DAGTOCHTEN
A. Op jaarbasis te verstrekken variabelen en onderverdelingen (uitgaande dagtochten)
Variabelen |
[facultatief] Onderverdelingen |
[facultatief] Sociaaldemografische onderverdelingen |
1. Aantal uitgaande dagtochten om persoonlijke redenen 2. Aantal uitgaande dagtochten om beroepsredenen |
a) Naar land van bestemming |
1. Geslacht |
3. Uitgaven tijdens uitgaande dagtochten om persoonlijke redenen 4. Uitgaven tijdens uitgaande dagtochten om beroepsredenen |
a) Naar land van bestemming b) Naar categorie uitgaven: vervoer, winkelen, restaurants/cafés, overig. |
B. Op driejaarsbasis te verstrekken variabelen en onderverdelingen (binnenlandse dagtochten)
Variabelen |
[facultatief] Onderverdelingen |
[facultatief] Sociaaldemografische onderverdelingen |
1. Aantal binnenlandse dagtochten om persoonlijke redenen 2. Aantal binnenlandse dagtochten om beroepsredenen |
|
1. Geslacht |
3. Uitgaven tijdens binnenlandse dagtochten om persoonlijke redenen 4. Uitgaven tijdens binnenlandse dagtochten om beroepsredenen |
a) Naar categorie uitgaven: vervoer, winkelen, restaurants/cafés, overig. |
C. Toe te passen classificaties voor sociaaldemografische onderverdelingen
De classificaties die moeten worden toegepaste op sociaaldemografische specificaties worden opgesomd in punt C van deel 1 van deze bijlage.
D. Beperking van het waarnemingsgebied
Het waarnemingsgebied omvat alle dagtochten buiten de gebruikelijke omgeving die door de bevolking van 15 jaar en ouder worden gemaakt. Gegevens over de bevolking onder de 15 jaar kunnen facultatief worden doorgegeven.
E. Frequentie en eerste referentieperiode
1. De kenmerken van in punt A opgesomde dagtochten worden jaarlijks verstrekt, met afzonderlijke verslaglegging voor de vier kwartalen van het vorige kalenderjaar. De eerste referentieperiode gaat in op 1 januari 2014.
2. De kenmerken van in punt B opgesomde dagtochten worden driejaarlijks verstrekt, met afzonderlijke verslaglegging voor de vier kwartalen van het vorige kalenderjaar. De eerste referentieperiode gaat in op 1 januari 2015. Uitsluitend voor de eerste referentieperiode is toezending facultatief.
( 1 ) PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.
( 2 ) PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1.
( 3 ) PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1.