02011R0211 — NL — 30.05.2019 — 006.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 211/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 februari 2011

over het burgerinitiatief

(PB L 065 van 11.3.2011, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 268/2012 VAN DE COMMISSIE van 25 januari 2012

  L 89

1

27.3.2012

 M2

VERORDENING (EU) Nr. 517/2013 VAN DE RAAD van 13 mei 2013

  L 158

1

10.6.2013

►M3

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 887/2013 VAN DE COMMISSIE van 11 juli 2013

  L 247

11

18.9.2013

►M4

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 531/2014 VAN DE COMMISSIE van 12 maart 2014

  L 148

52

20.5.2014

►M5

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1070 VAN DE COMMISSIE van 31 maart 2015

  L 178

1

8.7.2015

►M6

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1239 VAN DE COMMISSIE van 9 juli 2018

  L 234

1

18.9.2018

►M7

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/714 VAN DE COMMISSIE van 7 maart 2019

  L 123

30

10.5.2019


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 094, 30.3.2012, blz.  49 (211/2011)




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 211/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 februari 2011

over het burgerinitiatief



Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt de procedures en voorwaarden vast voor het indienen van een burgerinitiatief zoals bedoeld in artikel 11 Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 24 VWEU.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.

„burgerinitiatief” : een overeenkomstig deze verordening bij de Commissie ingediend initiatief waarin de Commissie wordt verzocht om binnen het kader van haar bevoegdheden een passend voorstel in te dienen met betrekking tot een aangelegenheid waarvan burgers vinden dat er een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen, en dat door ten minste een miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit ten minste een vierde van de lidstaten, wordt gesteund;

2.

„ondertekenaars” : burgers van de Unie die een steunbetuigingsformulier voor een bepaald burgerinitiatief hebben ingevuld;

3.

„organisatoren” : de natuurlijke personen die een burgercomité vormen dat verantwoordelijk is voor de voorbereiding van een burgerinitiatief en voor de indiening ervan bij de Commissie.

Artikel 3

Vereisten voor de organisatoren en voor ondertekenaars

1.  De organisatoren moeten burgers van de Unie zijn die de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben bereikt.

2.  De organisatoren vormen een burgercomité van ten minste zeven personen die inwoners zijn van ten minste zeven verschillende lidstaten.

De organisatoren wijzen één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger aan (de „contactpersonen”), die gedurende de hele procedure de functie van contactpersoon tussen het burgercomité en de instellingen van de Unie vervullen, en die gemachtigd zijn om namens het burgercomité te spreken en te handelen.

Organisatoren die lid zijn van het Europees Parlement worden niet meegeteld om het minimumaantal te bereiken dat nodig is om een burgercomité te vormen.

Voor het doel van het registreren van een voorgesteld burgerinitiatief in overeenstemming met artikel 4, houdt de Commissie uitsluitend rekening met de informatie betreffende de zeven leden van het comité die nodig zijn om aan de in het eerste lid van dit artikel en in dit lid bepaalde vereisten te voldoen.

3.  De Commissie kan de organisatoren verzoeken het nodige bewijs te leveren dat aan de in leden 1 en 2 bepaalde vereisten is voldaan.

4.  Ondertekenaars van een voorgesteld burgerinitiatief moeten burger van de Unie zijn en de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben bereikt.

Artikel 4

Registratie van een voorgesteld burgerinitiatief

1.  De organisatoren zijn verplicht om, voordat wordt begonnen met het verzamelen van steunbetuigingen, het voorgestelde burgerinitiatief te laten registreren bij de Commissie en daarbij de in bijlage II genoemde informatie te verstrekken, met name betreffende het onderwerp en de doelstellingen.

Deze informatie wordt verstrekt in een van de officiële talen van de Unie, in een online register dat voor dat doel beschikbaar wordt gesteld door de Commissie (hierna „het register” genoemd).

De organisatoren verstrekken voor het register en indien van toepassing op hun website regelmatig bijgewerkte informatie betreffende de steun en de financieringbronnen voor het voorgesteld burgerinitiatief.

Nadat de registratie is bevestigd in overeenstemming met lid 2 kunnen de organisatoren het voorgestelde burgerinitiatief in andere officiële talen van de Unie aanbieden voor opname in het register. De organisatoren zijn verantwoordelijk voor de vertalingen van het voorgestelde burgerinitiatief in andere officiële talen van de Unie.

De Commissie zorgt voor een contactpunt voor het verschaffen van informatie en assistentie.

2.  Ten laatste twee maanden na ontvangst van de in bijlage II bedoelde informatie registreert de Commissie een voorgesteld burgerinitiatief onder een uniek registratienummer en stuurt ze de organisatoren een bevestiging, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) het burgercomité is gevormd en de contactpersonen zijn aangewezen in overeenstemming met artikel 3, lid 2;

b) het voorgesteld burgerinitiatief valt niet zichtbaar buiten het kader van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling ter uitvoering van de Verdragen;

c) het voorgesteld burgerinitiatief levert geen misbruik op en is niet lichtzinnig of ergerlijk, en

d) het voorgesteld burgerinitiatief druist niet zichtbaar in tegen de in artikel 2 VEU vastgelegde waarden van de Unie.

3.  De Commissie weigert registratie indien niet is voldaan aan de in lid 2 bepaalde voorwaarden.

Wanneer de Commissie weigert een voorgesteld burgerinitiatief te registreren, stelt zij de organisatoren in kennis van de redenen daarvoor en van alle gerechtelijke en niet-gerechtelijke beroepsmogelijkheden die voor hen open staan.

4.  Een voorgesteld burgerinitiatief dat is geregistreerd, wordt openbaar gemaakt in het register. Onverminderd de rechten van betrokkenen krachtens Verordening (EG) nr. 45/2001, mogen betrokkenen na het verstrijken van een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van registratie van een burgerinitiatief, vragen om verwijdering van hun persoonsgegevens uit het register.

5.  De organisatoren kunnen op enig moment vóór de indiening van de steunbetuigingen zoals bedoeld in artikel 8 het voorgestelde geregistreerde burgerinitiatief intrekken. In dat geval wordt de intrekking vermeld in het register.

Artikel 5

Procedures en voorwaarden voor het verzamelen van steunbetuigingen

1.  De organisatoren zijn verantwoordelijk voor het verzamelen van de steunbetuigingen voor een voorgesteld burgerinitiatief dat is geregistreerd overeenkomstig artikel 4.

Het verzamelen van steunbetuigingen gebeurt uitsluitend aan de hand van steunbetuigingsformulieren die beantwoorden aan de in bijlage III opgenomen modellen en die gesteld zijn in een van de taalversies in het register voor dat voorgesteld burgerinitiatief. Voordat wordt begonnen met het verzamelen van steunbetuigingen, vullen de organisatoren de formulieren in volgens de in bijlage III vermelde aanwijzingen. De informatie op het formulier dient overeen te komen met de informatie in het register.

2.  De organisatoren kunnen zowel papieren als elektronische steunbetuigingen verzamelen. In het geval van online steunbetuigingen is artikel 6 van toepassing.

Voor de toepassing van deze verordening worden steunbetuigingen die elektronisch ondertekend zijn met behulp van een geavanceerde elektronische handtekening, in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen ( 1 ), op dezelfde manier behandeld als papieren steunbetuigingen.

3.  Ondertekenaars moeten een door de organisatoren verstrekte steunbetuiging invullen. Zij vermelden uitsluitend de persoonsgegevens die vereist zijn voor de doelstellingen van verificatie door de lidstaten, zoals bedoeld in bijlage III.

Ondertekenaars mogen een bepaald voorgesteld initiatief slechts een keer steunen.

4.  De lidstaten stellen de Commissie in kennis van eventuele wijzigingen van de informatie in bijlage III. Op basis van deze wijzigingen kan de Commissie, via een gedelegeerde handeling, overeenkomstig artikel 17 en onder de in de artikelen 18 en 19 gestelde voorwaarden, wijzigingen van bijlage III aannemen.

5.  Alle steunbetuigingen worden verzameld binnen twaalf maanden na de datum van registratie van het voorgestelde burgerinitiatief.

Aan het eind van deze periode wordt in het register aangegeven dat de periode is verlopen en, waar nodig, dat onvoldoende steunbetuigingen zijn ingediend.

Artikel 6

Systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen

1.  Wanneer steunbetuigingen online worden verzameld, worden de gegevens die via het onlinesysteem worden verzameld, opgeslagen op het grondgebied van een lidstaat.

Het onlinesysteem wordt overeenkomstig lid 3 gecertificeerd in de lidstaat waar de middels het onlinesysteem verzamelde gegevens worden opgeslagen. De organisatoren kunnen één onlinesysteem gebruiken voor het verzamelen van steunbetuigingen in meerdere of alle lidstaten.

De modellen voor het steunbetuigingsformulier kunnen worden aangepast voor gebruik online.

2.  De organisatoren zien erop toe dat het voor het verzamelen van steunbetuigingen gebruikte onlinesysteem voldoet aan lid 4.

Voordat de organisatoren beginnen met het verzamelen van steunbetuigingen, verzoeken zij de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat erop toe te zien dat het onlinesysteem dat daarvoor wordt gebruikt, aan lid 4 voldoet.

De organisatoren mogen slechts beginnen met het verzamelen van steunbetuigingen middels het onlinesysteem als het in lid 3 bedoelde certificaat is afgeleverd. De organisatoren zorgen ervoor dat een kopie van dit certificaat publiek toegankelijk is op de voor het onlinesysteem gebruikte website.

Uiterlijk 1 januari 2012 ontwikkelt de Commissie open source-software met de technische en veiligheidskenmerken die nodig zijn voor het naleven van de bepalingen van deze verordening met betrekking tot het online verzamelsysteem, en daarna onderhoudt ze deze software. De software wordt gratis ter beschikking gesteld.

3.  Wanneer het systeem voldoet aan lid 4, geeft de bevoegde instantie binnen een maand een certificaat af volgens het model dat is opgenomen in bijlage IV.

De lidstaten erkennen de certificaten die worden afgegeven door de bevoegde instanties van andere lidstaten.

4.  De beveiliging en de technische kenmerken van de onlinesystemen voor het verzamelen van steunbetuigingen zijn van dien aard dat:

a) alleen natuurlijke personen online een steunbetuiging kunnen indienen;

b) de online verstrekte gegevens veilig worden verzameld en opgeslagen, zodat ze niet kunnen worden gewijzigd of worden gebruikt voor een ander doel dan voor het steunen van het burgerinitiatief waarvoor ze werden verstrekt, en zodat de persoonsgegevens worden beschermd tegen vernietiging, hetzij per ongeluk, hetzij onrechtmatig, tegen verlies, vervalsing, niet-toegelaten verspreiding of toegang;

c) het systeem formulieren voor steunbetuigingen kan produceren in een vorm die beantwoordt aan de modellen die zijn opgenomen in bijlage III, teneinde verificatie door de lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 2, mogelijk te maken.

5.  Uiterlijk 1 januari 2012 stelt de Commissie overeenkomstig de in artikel 20, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure, technische specificaties vast voor de tenuitvoerlegging van lid 4.

Artikel 7

Minimumaantal ondertekenaars per lidstaat

1.  De ondertekenaars van een burgerinitiatief moeten afkomstig zijn uit ten minste een vierde van de lidstaten.

2.  In ten minste een vierde van de lidstaten moet het aantal ondertekenaars ten minste het op het moment van registratie van het voorgestelde burgerinitiatief in bijlage I vastgestelde minimumaantal burgers bedragen. Deze minimumaantallen komen overeen met het aantal in elke lidstaat gekozen leden van het Europees Parlement, vermenigvuldigd met 750.

3.  De Commissie past, middels gedelegeerde handelingen, in overeenstemming met artikel 17 en met inachtneming van de voorwaarden zoals vermeld in de artikelen 18 en 19, bijlage I op passende wijze aan indien de samenstelling van het Europees Parlement wordt gewijzigd.

4.  Ondertekenaars worden beschouwd als afkomstig uit de lidstaat die verantwoordelijk is voor de verificatie van hun steunbetuiging, overeenkomstig artikel 8, lid 1, tweede alinea.

Artikel 8

Verificatie en certificering van steunbetuigingen door de lidstaten

1.  Nadat de nodige steunbetuigingen zijn verzameld overeenkomstig de artikelen 5 en 7, dienen de organisatoren voor de verificatie en certificering van de steunbetuigingen deze in papieren of elektronische vorm in bij de bevoegde instanties als bedoeld in artikel 15. Hiervoor maken de organisatoren gebruik van het formulier in bijlage V en scheiden zij de papieren steunbetuigingen van de steunbetuigingen die elektronisch ondertekend zijn met een geavanceerde elektronische handtekening, en van de steunbetuigingen die middels een onlinesysteem zijn verzameld.

De organisatoren dienen de steunbetuigingen als volgt in bij de betrokken lidstaat:

a) bij de lidstaat van verblijf van de ondertekenaar of waarvan de ondertekenaar de nationaliteit bezit, zoals bedoeld in punt 1 van bijlage III, deel C, of

b) bij de lidstaat die het in de steunbetuiging vermelde persoonlijke identificatienummer of het persoonlijke identificatiedocument heeft verstrekt, zoals bedoeld in punt 2 van bijlage III, deel C.

2.  Binnen de drie maanden na ontvangst van het verzoek verifieert de bevoegde instantie de ingediende steunbetuigingen aan de hand van representatieve steekproeven, in voorkomend geval overeenkomstig de nationale wetten en praktijken. Op basis daarvan verstrekt zij de organisatoren een certificaat volgens het model van bijlage VI, waarin het aantal geldige steunbetuigingen voor de betrokken lidstaat staat vermeld.

Voor de verificatie van de steunbetuigingen is geen authentificatie van de handtekeningen vereist.

3.  Het in lid 2 bedoelde certificaat wordt kosteloos verstrekt.

Artikel 9

Indiening van een burgerinitiatief bij de Commissie

Nadat de organisatoren de in artikel 8, lid 2, bedoelde certificaten hebben verkregen, en mits aan alle in deze verordening gestelde procedures en voorwaarden is voldaan, kunnen zij het burgerinitiatief indienen bij de Commissie, vergezeld van informatie betreffende de steun en de financiering die zij voor dat initiatief hebben gekregen. Die informatie wordt in het register bekendgemaakt.

Het bedrag aan steun en financiering uit enige bron dat boven het bedrag ligt bij overschrijding waarvan informatie moet worden verstrekt, is gelijk aan de som zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau ( 2 ).

Voor de toepassing van dit artikel maken de organisatoren gebruik van het formulier in bijlage VII, dat hij ingevuld en samen met een papieren of elektronische kopie van de in artikel 8, lid 2, bedoelde certificaten indient.

Artikel 10

Procedure voor de behandeling van een burgerinitiatief door de Commissie

1.  Wanneer de Commissie een burgerinitiatief ontvangt overeenkomstig artikel 9, doet zij het volgende:

a) zij publiceert het burgerinitiatief onverwijld in het register;

b) zij ontvangt de organisatoren op een passend niveau om hen de gelegenheid te bieden de in het burgerinitiatief aan de orde gestelde kwestie in detail uiteen te zetten;

c) zij deelt binnen drie maanden in een mededeling haar juridische en politieke conclusies over het burgerinitiatief mee, waarbij zij tevens vermeldt welke maatregelen zij eventueel gaat nemen, en waarom zij deze maatregelen (niet) neemt.

2.  De organisatoren, het Europees Parlement en de Raad worden in kennis gesteld van de in lid 1, punt c), bedoelde mededeling, die eveneens wordt gepubliceerd.

Artikel 11

Hoorzitting

Wanneer aan de voorwaarden van artikel 10, lid 1, onder a) en b), wordt voldaan, worden de organisatoren, binnen de in artikel 10, lid 1, onder c), vermelde termijn, in de gelegenheid gesteld het burgerinitiatief tijdens een openbare hoorzitting toe te lichten. De Commissie en het Europees Parlement zorgen ervoor dat deze hoorzitting in het Europees Parlement wordt georganiseerd, eventueel in samenwerking met andere instellingen en organen van de Unie die hieraan wensen deel te nemen, en zien erop toe dat de Commissie op passend niveau wordt vertegenwoordigd.

Artikel 12

Bescherming van persoonsgegevens

1.  Bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening eerbiedigen de organisatoren van een burgerinitiatief en de bevoegde instanties van de lidstaten Richtlijn 95/46/EG en de nationale bepalingen die ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.

2.  Wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft, worden de organisatoren van een burgerinitiatief en de overeenkomstig artikel 15, lid 2, aangewezen bevoegde instanties beschouwd als voor de verwerking verantwoordelijke in de zin van artikel 2, punt d), van Richtlijn 95/46/EG.

3.  De organisatoren zorgen ervoor dat de voor een bepaald burgerinitiatief verzamelde persoonsgegevens niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan de ondersteuning van dit initiatief, en vernietigen alle steunbetuigingen die zij voor dit initiatief hebben ontvangen, alsmede alle kopieën daarvan, uiterlijk een maand nadat zij het initiatief bij de Commissie hebben ingediend overeenkomstig artikel 9, of uiterlijk 18 maanden na de datum van registratie van een voorgesteld burgerinitiatief, afhankelijk van het feit welke van de twee het eerst valt.

4.  De bevoegde instantie gebruikt de persoonsgegevens die zij voor een bepaald burgerinitiatief ontvangt alleen voor de verificatie van de steunbetuigingen overeenkomstig artikel 8, lid 2, en vernietigt alle steunbetuigingen en alle kopieën daarvan uiterlijk een maand nadat het in dat artikel bedoelde certificaat is verstrekt.

5.  Steunbetuigingen voor een bepaald burgerinitiatief en kopieën daarvan mogen na de in de leden 3 en 4 vermelde termijnen worden bewaard indien zulks noodzakelijk is voor juridische of administratieve procedures in verband met een burgerinitiatief. De organisatoren en de bevoegde autoriteiten vernietigen alle steunbetuigingen en kopieën daarvan uiterlijk een week na afronding van de bedoelde procedures middels een definitief besluit.

6.  De organisatoren nemen passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen vernietiging, hetzij per ongeluk, hetzij onrechtmatig, tegen verlies, vervalsing, niet-toegelaten verspreiding of toegang, met name wanneer de verwerking doorzending van gegevens in een netwerk omvat, dan wel tegen enige andere vorm van onwettige verwerking.

Artikel 13

Aansprakelijkheid

De organisatoren van burgerinitiatieven zijn overeenkomstig het toepasselijke nationale recht aansprakelijk voor elke schade die zij daarbij veroorzaken.

Artikel 14

Sancties

1.  De lidstaten zorgen ervoor dat organisatoren onderworpen zijn aan passende sancties voor overtredingen van deze verordening, en met name voor:

a) valse verklaringen van organisatoren;

b) frauduleus gebruik van de gegevens.

2.  De in lid 1 bedoelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

Artikel 15

Bevoegde instanties van de lidstaten

1.  Met het oog op de tenuitvoerlegging van artikel 6, lid 3, wijzen de lidstaten instanties aan die bevoegd zijn voor het afgeven van het in die bepaling bedoelde certificaat.

2.  Met het oog op de tenuitvoerlegging van artikel 8, lid 2, wijst elke lidstaat één instantie aan die bevoegd is voor het coördineren van de verificatie van de steunbetuigingen en voor het afgeven van het in die bepaling bedoelde certificaat.

3.  Uiterlijk 1 maart 2012 van deze verordening verstrekken de lidstaten de namen en adressen van de bevoegde instanties aan de Commissie.

4.  De Commissie maakt de lijst van bevoegde instanties openbaar.

Artikel 16

Wijziging van de bijlagen

De Commissie kan door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 17 en met inachtneming van de voorwaarden van de artikelen 18 en 19, wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening vaststellen, binnen het toepassingsgebied van de relevante bepalingen van deze verordening.

Artikel 17

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 16 wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd.

2.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.  De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt de Commissie verleend onder de in de artikelen 18 en 19 gestelde voorwaarden.

Artikel 18

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bij artikel 16 verleende bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.  De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, brengt de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken en waarom.

3.  Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk in werking of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 19

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.  Het Europees Parlement of de Raad kan tegen de gedelegeerde handeling bezwaar maken binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze periode met twee maanden worden verlengd.

2.  Indien bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn het Europees Parlement noch de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

Indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie hebben meegedeeld dat zij voornemens zijn geen bezwaar aan te tekenen, kan de gedelegeerde handeling vóór het verstrijken van de termijn worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden.

3.  Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling binnen de in lid 1 bedoelde termijn, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling geeft aan waarom zij dit doet.

Artikel 20

Comité

1.  Bij de tenuitvoerlegging van artikel 6, lid 5, wordt de Commissie bijgestaan door een comité.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

Artikel 21

Mededeling van nationale uitvoeringsbepalingen

Iedere lidstaat deelt de Commissie mee welke specifieke bepalingen er zijn vastgesteld ter uitvoering van deze verordening.

De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 22

Evaluatie

Uiterlijk 1 april 2015, en daarna om de drie jaar, legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van deze verordening.

Artikel 23

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 april 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M4




BIJLAGE I



MINIMUMAANTAL ONDERTEKENAARS PER LIDSTAAT

België

15 750

Bulgarije

12 750

Tsjechië

15 750

Denemarken

9 750

Duitsland

72 000

Estland

4 500

Ierland

8 250

Griekenland

15 750

Spanje

40 500

Frankrijk

55 500

Kroatië

8 250

Italië

54 750

Cyprus

4 500

Letland

6 000

Litouwen

8 250

Luxemburg

4 500

Hongarije

15 750

Malta

4 500

Nederland

19 500

Oostenrijk

13 500

Polen

38 250

Portugal

15 750

Roemenië

24 000

Slovenië

6 000

Slowakije

9 750

Finland

9 750

Zweden

15 000

Verenigd Koninkrijk

54 750

▼M3




BIJLAGE II

INFORMATIE DIE MOET WORDEN VERSTREKT VOOR DE REGISTRATIE VAN EEN VOORGESTELD BURGERINITIATIEF

1. de titel van het voorgestelde burgerinitiatief, in maximaal 100 karakters;

2. het onderwerp, in maximaal 200 karakters;

3. een beschrijving van de doelstellingen van het voorgestelde burgerinitiatief waarop de Commissie wordt verzocht te reageren, in maximaal 500 karakters;

4. de bepalingen van de Verdragen die door de organisatoren relevant worden geacht voor de voorgestelde maatregel;

5. naam, adres, nationaliteit en geboortedatum van de zeven leden van het burgercomité, met een specifieke vermelding van de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger en hun e-mailadres en telefoonnummer ( 3 );

6. documenten waaruit de naam, het adres, de nationaliteit en de geboortedatum van elk van de zeven leden van het burgercomité blijkt;

7. alle bronnen waaruit steun en financiering voor het voorgestelde burgerinitiatief afkomstig zijn ten tijde van de registratie (3) .

Organisatoren kunnen nadere informatie over het onderwerp, de doelstellingen en de achtergrond van het voorgestelde burgerinitiatief verstrekken in een bijlage. Indien gewenst, kunnen zij ook een ontwerp van rechtshandeling indienen.

▼M5




BIJLAGE III

image

image

►(1) M6  

image

image

►(1) M6  

Deel C

1.    Vereisten voor de lidstaten die niet vereisen dat een persoonlijk identificatienummer/persoonlijk identificatiedocumentnummer wordt verstrekt (steunbetuigingsformulier — deel A)



Lidstaat

Ondertekenaars wier steunbetuiging bij de betrokken lidstaat wordt ingediend

België

— personen die in België verblijven

— Belgische onderdanen die buiten het land verblijven indien ze de nationale instanties van hun verblijfplaats op de hoogte hebben gesteld

Denemarken

— personen die in Denemarken verblijven

— Deense onderdanen die buiten het land verblijven indien ze de nationale instanties van hun verblijfplaats op de hoogte hebben gesteld

Duitsland

— personen die in Duitsland verblijven

— Duitse onderdanen die buiten het land verblijven indien ze de nationale instanties van hun verblijfplaats op de hoogte hebben gesteld

Estland

— personen die in Estland verblijven

— Estse onderdanen die buiten het land verblijven

Ierland

— personen die in Ierland verblijven

Luxemburg

— personen die in Luxemburg verblijven

— Luxemburgse onderdanen die buiten het land verblijven indien ze de nationale instanties van hun verblijfplaats op de hoogte hebben gesteld

Nederland

— personen die in Nederland verblijven

— Nederlandse onderdanen die buiten het land verblijven

Slowakije

— personen die in Slowakije verblijven

— Slowaakse onderdanen die buiten het land verblijven

Finland

— personen die in Finland verblijven

— Finse onderdanen die buiten het land verblijven

Verenigd Koninkrijk

— personen die in het Verenigd Koninkrijk verblijven

2.    Lijst van lidstaten die vereisen dat één van de hieronder vermelde persoonlijke identificatienummers/persoonlijke identificatiedocumentnummers die door de betrokken lidstaat zijn afgegeven, wordt verstrekt (steunbetuigingsformulier — deel B)

BULGARIJE

 Единен граждански номер (persoonlijk identificatienummer)

TSJECHIË

 Občanský průkaz (nationale identiteitskaart)

 Cestovní pas (paspoort)

GRIEKENLAND

 Δελτίο Αστυνομικής Ταυτότητας (identiteitskaart)

 Διαβατήριο (paspoort)

 Βεβαίωση Εγγραφής Πολιτών Ε.Ε./Έγγραφο πιστοποίησης μόνιμης διαμονής πολίτη Ε.Ε. (verblijfsvergunning/permanente verblijfsvergunning)

SPANJE

 Documento Nacional de Identidad (identiteitskaart)

 Pasaporte (paspoort)

 Número de Identidad de Extranjero, de la tarjeta o certificado, correspondiente a la inscripción en el Registro Central de Extranjeros (identificatienummer voor buitenlanders (NIE), van de kaart of het certificaat, dat overeenstemt met de registratie in het centraal register voor buitenlanders)

FRANKRIJK

 Passeport (paspoort)

 Carte nationale d'identité (nationale identiteitskaart)

KROATIË

 Osobni identifikacijski broj (persoonlijk identificatienummer)

ITALIË

 Passaporto, inclusa l'indicazione dell'autorità di rilascio (paspoort, met vermelding van de autoriteit van afgifte)

 Carta de identitá, inclusa l'indicazione dell'autorità di rilascio (identiteitskaart, met vermelding van de autoriteit van afgifte)

CYPRUS

 Δελτίο Ταυτότητας (identiteitskaart van onderdaan of ingezetene)

 Διαβατήριο (paspoort)

LETLAND

 Personas kods (persoonlijk identificatienummer)

LITOUWEN

 Asmens kodas (persoonlijk identificatienummer)

HONGARIJE

 személyazonosító igazolvány (identiteitskaart)

 útlevél (paspoort)

 személyi azonosító szám (személyi szám) (persoonlijk identificatienummer)

MALTA

 Karta tal-Identità (identiteitskaart)

 Dokument ta residenza (verblijfsdocument)

OOSTENRIJK

 Reisepass (paspoort)

 Personalausweis (identiteitskaart)

POLEN

 Numer ewidencyjny PESEL (PESEL-identificatienummer)

PORTUGAL

 Bilhete de identidade (identiteitskaart)

 Passaporte (paspoort)

 Cartão de Cidadão (burgerbewijs)

ROEMENIË

 carte de identitate (identiteitskaart)

 pașaport (paspoort)

 certificat de înregistrare (registratiebewijs)

 cartea de rezidență permanentă pentru cetățenii UE (permanente verblijfsvergunning voor EU-burgers)

 Cod Numeric Personal (persoonlijk identificatienummer)

SLOVENIË

 Enotna matična številka občana (persoonlijk identificatienummer)

ZWEDEN

 Personnummer (persoonlijk identificatienummer)

▼B




BIJLAGE IV

CERTIFICAAT TER BEVESTIGING VAN HET FEIT DAT HET SYSTEEM VOOR HET ONLINE VERZAMELEN VAN STEUNBETUIGINGEN IN OVEREENSTEMMING IS MET VERORDENING (EU) Nr. 211/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 16 FEBRUARI 2011 BETREFFENDE HET BURGERINITIATIEF

… (naam van de bevoegde instantie) van … (lidstaat) verklaart hierbij dat het systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen … (internetadres) dat is gebruikt voor het verzamelen van steunbetuigingen voor … (titel van het voorgestelde burgerinitiatief) voldoet aan de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 211/2011.

Datum, handtekening en officiële stempel van de bevoegde instantie:

▼M5




BIJLAGE V

FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN STEUNBETUIGINGEN BIJ DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIE

image

▼B




BIJLAGE VI

CERTIFICAAT BETREFFENDE HET AANTAL GELDIGE STEUNBETUIGINGEN VOOR … (LIDSTAAT)

… (naam van de bevoegde instantie) van … (lidstaat), verklaart hierbij, na de bij artikel 8 van Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende het burgerinitiatief vereiste verificaties te hebben verricht, dat … steunbetuigingen voor het voorgestelde burgerinitiatief met registratienummer … geldig zijn volgens de bepalingen van genoemde verordening.

Datum, handtekening en officiëel stempel van de bevoegde instantie:

▼M5




BIJLAGE VII

FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN EEN BURGERINITIATIEF BIJ DE EUROPESE COMMISSIE

image

►(1) M7  



( 1 ) PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

( 2 ) PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

( 3 ►M7  Alleen de volledige naam van de organisatoren, het e-mailadres van de contactpersonen en informatie met betrekking tot de steun- en financieringsbronnen worden in het online register van de Commissie openbaar gemaakt voor het publiek.

Betrokkenen mogen op basis van zwaarwegende legitieme gronden die met hun specifieke situatie verband houden, bezwaar aantekenen tegen de openbaarmaking van hun persoonsgegevens. ◄