02010D0573 — NL — 30.10.2021 — 013.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT 2010/573/GBVB VAN DE RAAD

van 27 september 2010

inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië

(PB L 253 van 28.9.2010, blz. 54)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

BESLUIT 2011/171/GBVB VAN DE RAAD van 21 maart 2011

  L 76

62

22.3.2011

 M2

BESLUIT 2011/641/GBVB VAN DE RAAD van 29 september 2011

  L 254

18

30.9.2011

 M3

BESLUIT 2012/170/GBVB VAN DE RAAD van 23 maart 2012

  L 87

92

24.3.2012

►M4

BESLUIT 2012/527/GBVB VAN DE RAAD van 27 september 2012

  L 263

44

28.9.2012

 M5

BESLUIT 2013/477/GBVB VAN DE RAAD van 27 september 2013

  L 257

18

28.9.2013

 M6

BESLUIT 2014/381/GBVB VAN DE RAAD van 23 juni 2014

  L 183

56

24.6.2014

 M7

BESLUIT 2014/751/GBVB VAN DE RAAD van 30 oktober 2014

  L 311

54

31.10.2014

 M8

BESLUIT (GBVB) 2015/1925 VAN DE RAAD van 26 oktober 2015

  L 281

12

27.10.2015

 M9

BESLUIT (GBVB) 2016/1908 VAN DE RAAD van 28 oktober 2016

  L 295

78

29.10.2016

 M10

BESLUIT (GBVB) 2017/1935 VAN DE RAAD van 23 oktober 2017

  L 273

11

24.10.2017

 M11

BESLUIT (GBVB) 2018/1610 VAN DE RAAD van 25 oktober 2018

  L 268

46

26.10.2018

►M12

BESLUIT (GBVB) 2019/1789 VAN DE RAAD van 24 oktober 2019

  L 272

150

25.10.2019

 M13

BESLUIT (GBVB) 2020/1586 VAN DE RAAD van 29 oktober 2020

  L 362

29

30.10.2020

►M14

BESLUIT (GBVB) 2021/1893 VAN DE RAAD van 28 oktober 2021

  L 384

108

29.10.2021




▼B

BESLUIT 2010/573/GBVB VAN DE RAAD

van 27 september 2010

inzake beperkende maatregelen tegen de leiders van de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië



Artikel 1

▼M4

1.  
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de personen die verantwoordelijk zijn voor het bedenken en uitvoeren van de intimidatie- en sluitingscampagne tegen Moldavische scholen in de regio Transnistrië van de Republiek Moldavië die het Latijnse schrift gebruiken, zoals vermeld in de bijlage.

▼B

2.  
Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.
3.  

Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin de lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, met name:

i) 

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

ii) 

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

iii) 

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent;

of

iv) 

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929, dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.  
Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
5.  
De Raad wordt naar behoren geïnformeerd over alle gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een ontheffing verleent.
6.  
De lidstaten kunnen ontheffingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in de Republiek Moldavië rechtstreeks worden bevorderd.
7.  
Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde ontheffing, schriftelijk bezwaar maken. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde ontheffing te verlenen.

▼M4

8.  
In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 of 7 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen.

Artikel 2

De Raad stelt op basis van een voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de wijzigingen van de lijsten in de bijlage vast die op grond van de relevante ontwikkelingen in de Republiek Moldavië nodig zijn.

▼M12

Artikel 2 bis

1.  

De Raad en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de „hoge vertegenwoordiger”) kunnen voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van dit besluit persoonsgegevens verwerken, met name:

a) 

wat betreft de Raad, bij het opstellen en wijzigen van de bijlage;

b) 

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, bij het opstellen van de wijzigingen van de bijlage.

2.  
De Raad en de hoge vertegenwoordiger kunnen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van dergelijke personen of op veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover dergelijke verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van de bijlage.
3.  
Voor de toepassing van dit besluit worden de Raad en de hoge vertegenwoordiger aangewezen als „verwerkingsverantwoordelijken” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) om ervoor te zorgen dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

▼B

Artikel 3

Besluit 2010/105/GBVB wordt ingetrokken.

▼M4

Artikel 4

1.  
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

▼M14

2.  
Dit besluit is van toepassing tot en met 31 oktober 2022. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.

▼M4 —————

▼M4




BIJLAGE

Personen bedoeld in artikel 1, lid 1



( 1 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).