02009R0715 — NL — 24.12.2018 — 005.003


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 715/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 juli 2009

betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 2010/685/EU van 10 november 2010

  L 293

67

11.11.2010

►M2

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 2012/490/EU van 24 augustus 2012

  L 231

16

28.8.2012

►M3

VERORDENING (EU) Nr. 347/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2013

  L 115

39

25.4.2013

►M4

BESLUIT (EU) 2015/715 VAN DE COMMISSIE Voor de EER relevante tekst van 30 april 2015

  L 114

9

5.5.2015

►M5

VERORDENING (EU) 2018/1999 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 december 2018

  L 328

1

21.12.2018


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 229, 1.9.2009, blz.  29 (715/2009)

►C2

Rectificatie, PB L 309, 24.11.2009, blz.  87 (715/2009)

 C3

Rectificatie, PB L 288, 3.9.2020, blz.  30 (715/2009)




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 715/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 juli 2009

betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening beoogt:

a) 

niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor aardgastransmissiesystemen, waarbij rekening wordt gehouden met de specificiteit van nationale en regionale markten, teneinde een goede werking van de interne markt voor gas te waarborgen;

b) 

niet-discriminerende regels vast te stellen betreffende de toegangsvoorwaarden voor LNG- en opslaginstallaties, rekening houdend met de specifieke kenmerken van nationale en regionale markten, en

c) 

het ontstaan van een goed functionerende en transparante groothandelsmarkt met een hoge zekerheid op het vlak van aardgasvoorziening te bevorderen en te voorzien in mechanismen om de regels inzake netwerktoegang voor grensoverschrijdende uitwisseling van gas te harmoniseren.

De in de eerste alinea genoemde doelstellingen omvatten onder meer de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake de tarieven voor de toegang tot het net, maar niet tot opslaginstallaties, of inzake de methoden voor de berekening daarvan, de instelling van derdentoegangsdiensten, de vaststelling van geharmoniseerde beginselen inzake capaciteitsallocatie en congestiebeheer, de bepaling van transparantievereisten, balanceringsregels en tarieven voor onbalans, alsmede de bevordering van capaciteitsverhandeling.

Deze verordening is behoudens artikel 19, lid 4, alleen van toepassing op opslaginstallaties die onder artikel 33, leden 3 of 4, van Richtlijn 2009/73/EG vallen.

De lidstaten kunnen overeenkomstig Richtlijn 2009/73/EG een entiteit of instantie instellen voor de uitoefening van een of meer normaliter aan de transmissiesysteembeheerder toegewezen functies; de eisen van deze verordening zijn daarop van toepassing. Deze entiteit of instantie wordt overeenkomstig artikel 3 van deze verordening gecertificeerd en overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2009/73/EG aangewezen.

Artikel 2

Definities

1.  Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1) 

„transmissie”: het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet en van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;

2) 

„transportcontract”: een contract tussen een transmissiesysteembeheerder en een netgebruiker voor de uitvoering van de transmissie;

3) 

„capaciteit”: de maximale flow, uitgedrukt in normale kubieke meter per tijdseenheid of in energie-eenheid per tijdseenheid, waarop de netgebruiker op grond van het transportcontract recht heeft;

4) 

„ongebruikte capaciteit”: de vaste capaciteit die een netgebruiker op grond van een transportcontract heeft verworven, maar op het moment van het contractueel vastgelegde aflopen van de termijn niet heeft genomineerd;

5) 

„congestiebeheer”: beheer van de capaciteitsportefeuille van de transmissiesysteembeheerder met het oog op het optimale en maximale gebruik van de technische capaciteit en de tijdige detectie van toekomstige congestie- en saturatiepunten;

6) 

„secundaire markt”: de markt van de niet op de primaire markt verhandelde capaciteit;

7) 

„nominatie”: het vooraf opgeven door de netgebruiker aan de transmissiesysteembeheerder van de werkelijke flow die hij wil invoeden op of onttrekken aan het systeem;

8) 

„hernominatie”: het achteraf melden van een gecorrigeerde nominatie;

9) 

„systeemintegriteit”: elke situatie met betrekking tot een transmissienet, met inbegrip van de noodzakelijke transmissiefaciliteiten, waarin de druk en de kwaliteit van het aardgas binnen de door de transmissiesysteembeheerder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen blijven, zodat de transmissie van aardgas uit een technisch oogpunt gegarandeerd is;

10) 

„balanceringsperiode”: periode waarbinnen het onttrekken van een hoeveelheid aardgas, uitgedrukt in eenheden energie, door elke netgebruiker moet worden gecompenseerd door middel van het invoeden van dezelfde hoeveelheid aardgas op het transmissienet in overeenstemming met het transportcontract of de netcode;

11) 

„netgebruiker”: een afnemer of mogelijke afnemer van een transmissiesysteembeheerder en, mits zulks nodig is om de functies met betrekking tot de transmissie uit te voeren, de transmissiebeheerder zelf;

12) 

„afschakelbare diensten”: door de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot afschakelbare capaciteit aangeboden diensten;

13) 

„afschakelbare capaciteit”: gastransmissiecapaciteit die door de transmissiesysteembeheerder kan worden afgeschakeld overeenkomstig de voorwaarden van het transportcontract;

14) 

„langetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van één jaar of meer;

15) 

„kortetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van minder dan één jaar;

16) 

„vaste capaciteit”: door de transmissiesysteembeheerder contractueel als niet-afschakelbaar gegarandeerde gastransmissiecapaciteit;

17) 

„vaste diensten”: door de transmissiesysteembeheerder met betrekking tot vaste capaciteit aangeboden diensten;

18) 

„technische capaciteit”: de maximale vaste capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan de netgebruikers kan aanbieden, rekening houdend met de systeemintegriteit en de operationele eisen van het transmissienet;

19) 

„gecontracteerde capaciteit”: capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan een netgebruiker heeft gealloceerd door middel van een transportcontract;

20) 

„beschikbare capaciteit”: het deel van de technische capaciteit dat niet is gealloceerd en op een gegeven moment nog beschikbaar is voor het systeem;

21) 

„contractuele congestie”: een situatie waarbij het niveau van de vraag naar vaste capaciteit groter is dan de technische capaciteit;

22) 

„primaire markt”: de markt van de direct door de transmissiesysteembeheerder verhandelde capaciteit;

23) 

„fysieke congestie”: een situatie waarbij op een bepaald tijdstip het niveau van de vraag naar werkelijke leveringen groter is dan de technische capaciteit;

24) 

„LNG-installatiecapaciteit”: capaciteit op een LNG-terminal voor het vloeibaar maken van aardgas of voor de invoer, verlading, bijkomende diensten, tijdelijke opslag en hervergassing van LNG;

25) 

„ruimte”: hoeveelheid gas die een gebruiker van een opslaginstallatie mag gebruiken voor de opslag van gas;

26) 

„levercapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag onttrekken aan de opslaginstallatie;

27) 

„injectiecapaciteit”: het debiet waarmee de opslaggebruiker gas mag injecteren in de opslaginstallatie;

28) 

„opslagcapaciteit”: elke combinatie van ruimte, injectiecapaciteit en levercapaciteit.

2.  Onverminderd de definities in lid 1 zijn de definities in artikel 2 van Richtlijn 2009/73/EG, die relevant zijn voor de toepassing van deze verordening, ook van toepassing, met uitzondering van de definitie van „transmissie” in punt 3 van dat artikel.

De definities in de punten 3 tot en met 23 van lid 1 die betrekking hebben op transmissie, zijn van overeenkomstige toepassing op opslag- en LNG-installaties.

Artikel 3

Certificering van transmissiesysteembeheerders

1.  De Commissie onderzoekt kennisgevingen van besluiten betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder als bepaald in artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/73/EG onmiddellijk na ontvangst. Binnen twee maanden na ontvangst van deze kennisgeving deelt de Commissie zijn advies aan de betrokken nationale regulerende instantie mee of zij het besluit verenigbaar acht met artikel 10, lid 2, of artikel 11, en artikel 9 van Richtlijn 2009/73/EG.

Bij de opstelling van het in de eerste alinea bedoelde advies kan de Commissie om het advies van het Agentschap over het besluit van de nationale regulerende instanties verzoeken. In dat geval wordt de in de eerste alinea genoemde termijn met twee verdere maanden verlengd.

Als de Commissie niet binnen de in de eerste en tweede alinea bedoelde termijn advies uitbrengt, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben tegen het besluit van de regulerende instantie.

2.  Binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie stelt de nationale regulerende instantie het definitieve besluit betreffende de certificering van de transmissiesysteembeheerder vast, waarbij zij zo veel mogelijk rekening houdt met het advies van de Commissie. Het besluit van de regulerende instantie en het advies van de Commissie worden samen bekendgemaakt.

3.  De regulerende instanties en/of de Commissie kunnen in de loop van de procedure te allen tijde bij een transmissiesysteembeheerder en/of een bedrijf dat één van de functies van productie of levering verricht, alle informatie opvragen die relevant is voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig dit artikel.

4.  De regulerende instanties en de Commissie bewaren de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens.

5.  De Commissie kan richtsnoeren vaststellen waarin de voor de toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel te volgen procedure nader wordt omschreven. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

6.  Wanneer de Commissie een kennisgeving betreffende de certificering van een transmissiesysteembeheerder bedoeld in artikel 9, lid 10, van Richtlijn 2009/73/EG ontvangt, neemt zij een beslissing over de certificering. De regulerende instantie voert de beslissing van de Commissie uit.

Artikel 4

Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas

Alle transmissiesysteembeheerders werken samen op Gemeenschapsniveau middels het ENTSB voor gas met de bedoeling de voltooiing en het functioneren van de interne markt voor aardgas en de grensoverschrijdende handel te bevorderen en een optimaal beheer, gecoördineerde werking en deugdelijke technische ontwikkeling van het aardgastransmissienet te garanderen.

Artikel 5

Oprichting van het ENTSB voor gas

1.  Uiterlijk op 3 maart 2011 dienen de transmissiesysteembeheerders voor gas bij de Commissie en het Agentschap de ontwerpstatuten, een lijst van leden en het ontwerpreglement van orde, met onder meer de procedurevoorschriften voor de raadpleging van andere belanghebbenden, van het op te richten ENTSB voor gas in.

2.  Binnen twee maanden na ontvangst brengt het Agentschap, na formele raadpleging van de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen, en in het bijzonder de systeemgebruikers, inclusief klanten, aan de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.

3.  Rekening houdend met het in lid 2 bepaalde advies van het Agentschap en binnen drie maanden na ontvangst van het advies van het Agentschap brengt de Commissie advies uit over de ontwerpstatuten, de ledenlijst en het ontwerpreglement van orde.

4.  Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de Commissie gaan de transmissiesysteembeheerders over tot de oprichting van het ENTSB voor gas en tot de aanneming en publicatie van zijn statuten en reglement van orde.

Artikel 6

Vaststelling van netcodes

1.  Na raadpleging van het Agentschap, het ENTSB voor gas en de andere betrokken belanghebbende partijen stelt de Commissie jaarlijks een prioriteitenlijst op met de in artikel 8, lid 6, vermelde terreinen waarmee bij de ontwikkeling van netcodes rekening moet worden gehouden.

2.  De Commissie verzoekt het Agentschap haar binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden een niet-bindend kaderrichtsnoer („kaderrichtsnoer”) voor te leggen waarin duidelijke en objectieve beginselen zijn vervat met inachtneming van artikel 8, lid 7, voor de ontwikkeling van specifieke netcodes met betrekking tot de terreinen die op de prioriteitenlijst zijn vermeld. Elk kaderrichtsnoer draagt bij tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt. Op een met redenen omkleed verzoek van het Agentschap kan de Commissie deze termijn verlengen.

3.  Gedurende een termijn van ten minste twee maanden raadpleegt het Agentschap het ENTSB voor gas en de andere betrokken belanghebbende partijen formeel op een open en transparante manier over het kaderrichtsnoer.

4.  Indien de Commissie van oordeel is dat het kaderrichtsnoer niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en een efficiënte werking van de markt, kan zij het Agentschap verzoeken het kaderrichtsnoer binnen een redelijke termijn te herzien en dit opnieuw aan de Commissie voor te leggen.

5.  Indien het Agentschap binnen de door de Commissie conform lid 2 of lid 4 gestelde termijn geen kaderrichtsnoer voorlegt dan wel opnieuw voorlegt, stelt de Commissie het bewuste kaderrichtsnoer op.

6.  De Commissie verzoekt het ENTSB voor gas om binnen een redelijke termijn die ten hoogste 12 maanden beloopt, een netcode aan het Agentschap voor te leggen die in overeenstemming is met het desbetreffende kaderrichtsnoer.

7.  Binnen drie maanden na de ontvangst van een netcode, gedurende welke periode het Agentschap de betrokken belanghebbende partijen formeel kan raadplegen, brengt het Agentschap een met redenen omkleed advies inzake de netcode uit aan het ENTSB voor gas.

8.  Het ENTSB voor gas kan in het licht van het advies van het Agentschap de netcode wijzigen en deze opnieuw aan het Agentschap voorleggen.

9.  Als het Agentschap vaststelt dat de netcode in overeenstemming is met de desbetreffende kaderrichtsnoeren, legt het Agentschap de netcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode binnen een redelijke termijn goed te keuren. Als de Commissie de code niet goedkeurt, geeft zij de redenen hiervoor aan.

10.  Als het ENTSB voor gas niet binnen de door de Commissie vastgestelde redelijke termijn van lid 6 een netcode heeft ontwikkeld, kan de Commissie het Agentschap verzoeken om op basis van het desbetreffende kaderrichtsnoer een ontwerpnetcode op te stellen. Het Agentschap kan tijdens het opstellen van een ontwerpnetcode overeenkomstig dit lid verder overleg voeren. Het Agentschap legt een overeenkomstig dit lid opgestelde ontwerpnetcode voor aan de Commissie, eventueel vergezeld van de aanbeveling om de netcode goed te keuren.

11.  De Commissie kan, op eigen initiatief indien het ENTSB voor gas geen netcode heeft ontwikkeld of het Agentschap geen ontwerpnetcode heeft ontwikkeld als bedoeld in lid 10 van dit artikel, of op aanbeveling van het Agentschap uit hoofde van lid 9 van dit artikel, een of meer netcodes goedkeuren op de in artikel 8, lid 6, genoemde terreinen.

Als de Commissie op eigen initiatief voorstelt een netcode goed te keuren, raadpleegt de Commissie gedurende een termijn van ten minste twee maanden het Agentschap, het ENTSB voor gas en alle betrokken belanghebbende partijen over de ontwerpnetcode. Deze maatregelen beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

12.  Dit artikel laat het in artikel 23 neergelegde recht van de Commissie om richtsnoeren vast te stellen of te wijzigen onverlet.

Artikel 7

Wijziging van netcodes

1.  Personen die belang hebben bij een netcode, waaronder het ENTSB voor gas, transmissiesysteembeheerders, netgebruikers en consumenten, kunnen het Agentschap ontwerpwijzigingen voorleggen voor een overeenkomstig artikel 6 goedgekeurde netcode. Het Agentschap kan ook op eigen initiatief wijzigingen voorstellen.

2.  Het Agentschap raadpleegt alle belanghebbenden overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 713/2009. In het kader van die procedure kan het Agentschap de Commissie met redenen omklede wijzigingsvoorstellen doen en daarbij aantonen hoe deze stroken met de doelstellingen van de in artikel 6, lid 2, van deze verordening bedoelde netcodes.

3.  De Commissie kan, rekening houdend met de voorstellen van het Agentschap, wijzigingen goedkeuren op elke overeenkomstig artikel 6 aangenomen netcode. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

4.  Van de in het kader van de in artikel 28, lid 2, bedoelde procedure voorgestelde wijzigingen worden alleen de aspecten in verband met de voorgestelde wijziging beoordeeld. Deze voorgestelde wijzigingen laten andere wijzigingen die de Commissie eventueel voorstelt, onverlet.

Artikel 8

Taken van het ENTSB voor gas

1.  Het ENTSB voor gas stelt op een door de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 6, aan hem gericht verzoek netcodes op de in lid 6 van dit artikel genoemde terreinen op.

2.  Het ENTSB voor gas kan op de in lid 6 genoemde terreinen netcodes opstellen om de in artikel 4 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, als deze netcodes geen betrekking hebben op terreinen in verband waarmee de Commissie een verzoek aan het ENTSB voor gas heeft gericht. Deze netcodes worden voor advies aan het Agentschap voorgelegd. Het ENTSB voor gas houdt naar behoren rekening met dit advies.

3.  Het ENTSB voor gas stelt het volgende vast:

a) 

gemeenschappelijke netwerkbeheersinstrumenten om te zorgen voor de coördinatie van de netwerkexploitatie onder normale omstandigheden en in noodsituaties, waaronder een gemeenschappelijk indelingsschema voor incidenten, en onderzoeksplannen;

b) 

om de twee jaar een niet-bindend tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, waarin onder meer vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering zijn opgenomen;

c) 

aanbevelingen inzake coördinatie van technische samenwerking tussen communautaire transmissiesysteembeheerders en transmissiesysteembeheerders van derde landen;

d) 

een jaarlijks werkprogramma;

e) 

een jaarverslag, en

f) 

jaarlijkse zomer- en wintervooruitzichten inzake de levering.

4.  De Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering bedoeld in lid 3, onder b), bestrijken de algemene toereikendheid van het gassysteem om gas te leverenter dekking van de huidige en de verwachte vraag naar gas in de eerstvolgende periode van vijf jaar en in de periode tussen vijf en tien jaar na de datum van die vooruitzichten. Deze Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering stoelen op de nationale leveringsvooruitzichten die door iedere individuele transmissiesysteembeheerder worden opgesteld.

5.  Het in lid 3, onder d), bedoelde jaarlijkse werkprogramma bevat een lijst en een beschrijving van de op te stellen netcodes, een plan voor de coördinatie van het beheer van het netwerk en de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in de loop van dat jaar, alsook een indicatief tijdschema.

6.  De in de leden 1 en 2 bedoelde netcodes hebben betrekking op de volgende terreinen, rekening houdend, in voorkomend geval, met specifieke regionale kenmerken:

a) 

voorschriften inzake veiligheid en betrouwbaarheid van het netwerk;

b) 

voorschriften voor netaansluiting;

c) 

voorschriften voor toegang door derden;

d) 

voorschriften voor gegevensuitwisseling en geschillenbeslechting;

e) 

voorschriften inzake interoperabiliteit;

f) 

operationele procedures in noodgevallen;

g) 

voorschriften voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer;

h) 

voorschriften voor de handel in gas in verband met de technische en operationele verstrekking van diensten voor nettoegang en systeembalancering;

i) 

transparantievoorschriften;

j) 

voorschriften inzake balancering, waaronder netgerelateerde voorschriften voor de nominatieprocedure, voorschriften voor de tarieven voor onbalans en voorschriften voor operationele balancering tussen de systemen van transmissiesysteembeheerders;

k) 

voorschriften inzake geharmoniseerde transmissietariefstructuren, en

l) 

energie-efficiëntie met betrekking tot gasnetten.

7.  De netcodes worden ontwikkeld voor grensoverschrijdende aangelegenheden en aangelegenheden betreffende de marktintegratie en doen geen afbreuk aan de rechten van de lidstaten om nationale netcodes vast te stellen die niet van invloed zijn op de grensoverschrijdende handel.

8.  Het ENTSB voor gas houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 11, zijn vastgesteld, en naar het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van de marktintegratie. Het ENTSB voor gas brengt bij het Agentschap verslag uit over zijn bevindingen en vermeldt de resultaten van het onderzoek in het in lid 3, onder e), bedoelde jaarverslag.

9.  Het ENTSB voor gas stelt alle informatie die het Agentschap nodig heeft om zijn taken overeenkomstig artikel 9, lid 1, te vervullen, ter beschikking.

10.  Om de twee jaar gaat het ENTSB voor gas over tot de opstelling en publicatie van een netwerkontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, als bedoeld in lid 3, onder b). Het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, bevat een modellering van het geïntegreerde net, een scenario-ontwikkeling, de Europese vooruitzichten inzake de toereikendheid van de levering en een beoordeling van de veerkracht van het systeem.

Het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, met name:

▼M3

a) 

berust op de nationale investeringsplannen, rekening houdend met de regionale investeringsplannen bedoeld in artikel 12, lid 1, en, in voorkomend geval, de communautaire aspecten van netwerkplanning als omschreven in Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur ( 1 ); een en ander wordt onderworpen aan een kosten-batenanalyse onder gebruikmaking van de in artikel 11 van die verordening gedefinieerde methodologie;

▼B

b) 

berust, wat grensoverschrijdende interconnecties betreft, ook op de redelijke behoeften van verschillende netgebruikers, en bevat langetermijnverbintenissen van in de artikelen 14 en 22 van Richtlijn 2009/73/EG bedoelde investeerders, en

c) 

geeft aan waar er sprake is van een tekort aan investeringen, met name met betrekking tot de grensoverschrijdende capaciteit.

In verband met punt c) van de tweede alinea kan bij het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, kan een onderzoek worden gevoegd naar de belemmeringen voor de toename van grensoverschrijdende capaciteit van het netwerk als gevolg van verschillende goedkeuringsprocedures of -praktijken.

11.  Het Agentschap onderzoekt de nationale tienjarige netontwikkelingsplannen om na te gaan of zij consistent zijn met het tienjarige netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt. Indien het Agentschap inconsistenties constateert tussen een nationale tienjarig netontwikkelingsplan en het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, beveelt het een wijziging aan van het nationale netontwikkelingsplan of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, indien nodig. Indien een dergelijk nationaal netontwikkelingsplan is opgesteld overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn 2009/73/EG, beveelt het Agentschap de bevoegde nationale regelgevende instantie aan het nationale tienjarige netontwikkelingsplan te wijzigen overeenkomstig artikel 22, lid 7, van die richtlijn en stelt het de Commissie hiervan op de hoogte.

12.  Op verzoek van de Commissie geeft het ENTSB voor gas zijn zienswijze op de vaststelling van richtsnoeren als bepaald in artikel 23.

Artikel 9

Toezicht door het Agentschap

1.  Het Agentschap houdt toezicht op de uitvoering van de in artikel 8, leden 1, 2 en 3, bedoelde taken van het ENTSB voor gas, en brengt verslag uit aan de Commissie.

Het Agentschap houdt toezicht op de toepassing van de overeenkomstig artikel 8, lid 2, opgestelde netcodes door het ENTSB voor gas, en van de netcodes die overeenkomstig artikel 6, leden 1 tot en met 10, zijn ontwikkeld, maar niet overeenkomstig artikel 6, lid 11, door de Commissie zijn goedgekeurd. Indien het ENTSB voor gas er niet in is geslaagd dergelijke netcodes toe te passen, verzoekt het Agentschap het ENTSB voor gas een naar behoren gemotiveerde uitleg te verschaffen over de redenen waarom het er niet in is geslaagd. Het Agentschap stelt de Commissie op de hoogte van deze uitleg en brengt hierover advies uit.

Het Agentschap houdt toezicht op en verricht onderzoek naar de toepassing van de netcodes en de richtsnoeren die door de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 11, zijn aangenomen, en het effect daarvan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften ter bevordering van marktintegratie, non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en efficiënte marktwerking, en brengt verslag uit aan de Commissie.

2.  Het ENTSB voor gas dient de ontwerp-versies van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, het jaarlijkse werkprogramma, met inbegrip van de informatie betreffende het raadplegingsproces en de overige in artikel 8, lid 3, bedoelde documenten, voor advies in bij het Agentschap.

Binnen twee maanden na de ontvangst daarvan verstrekt het Agentschap een naar behoren met redenen omkleed advies, alsmede aanbevelingen aan het ENTSB voor gas en de Commissie, als het van oordeel is dat de door het ENTSB voor gas ingediende ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma of van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt, niet bijdraagt tot non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging, een efficiënte werking van de markt of een voldoende niveau van voor derde partijen toegankelijke grensoverschrijdende interconnectie.

Artikel 10

Raadplegingen

1.  Bij de voorbereiding van de netcodes, het ontwerp van het netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt en het jaarlijkse werkprogramma bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 3, raadpleegt het ENTSB voor elektriciteit uitvoerig, in een vroeg stadium en op een open en transparante wijze, overeenkomstig het in artikel 5, lid 1, bedoelde reglement van orde, alle relevante marktspelers, en in het bijzonder de organisaties die alle belanghebbenden vertegenwoordigen. Bij de raadpleging worden ook nationale regulerende instanties en overige nationale autoriteiten, producenten, leveranciers, netgebruikers met inbegrip van afnemers, distributiesysteembeheerders, met inbegrip van relevante (bedrijfstak)verenigingen, technische instanties en platforms van belanghebbenden betrokken. Beoogd wordt de zienswijze en voorstellen van alle relevante partijen in het besluitvormingsproces te vernemen.

2.  Alle documenten en notulen van vergaderingen die met de in lid 1 bedoelde raadplegingen verband houden, worden openbaar gemaakt.

3.  Alvorens het jaarlijkse werkprogramma en de netcodes bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 3, vast te stellen, geeft het ENTSB voor gas aan hoe met de tijdens de raadpleging ontvangen opmerkingen rekening is gehouden. Waar geen rekening is gehouden met een opmerking, wordt dit gemotiveerd.

▼M3

Artikel 11

Kosten

De kosten die verband houden met de activiteiten als bedoeld in de artikelen 4 tot en met 12 van deze verordening, en de in artikel 11 van Verordening (EU) nr. 347/2013 genoemde werkzaamheden van het ENTSB voor gas verbonden zijn, worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en worden in aanmerking genomen bij de berekening van de tarieven. De regulerende instanties keuren deze kosten alleen goed indien deze redelijk en evenredig zijn.

▼B

Artikel 12

Regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

1.  Binnen het ENTSB voor gas brengen transmissiesysteembeheerders regionale samenwerking tot stand om bij te dragen tot de uitvoering van de in artikel 8, leden 1, 2 en 3, genoemde werkzaamheden. Zij publiceren met name om de twee jaar een regionaal investeringsplan en mogen investeringsbeslissingen nemen op basis van het regionale investeringsplan.

2.  De transmissiesysteembeheerders bevorderen het treffen van operationele regelingen om een optimaal beheer van het netwerk te garanderen en bevorderen tevens de ontwikkeling van energiebeurzen, de gecoördineerde toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit via non-discriminerende marktgeoriënteerde oplossingen met voldoende aandacht voor de specifieke verdiensten van impliciete veilingen voor kortetermijntoewijzingen en de integratie van balanceringsmechanismen.

3.  Ter verwezenlijking van de in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgestelde doelen, kan de Commissie het geografische gebied dat door elke regionale samenwerkingsstructuur wordt bestreken, afbakenen, waarbij zij rekening houdt met reeds bestaande regionale samenwerkingsstructuren. Iedere lidstaat mag de samenwerking in meer dan één geografisch gebied bevorderen. De in de eerste zin bedoelde maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door haar aan te vullen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Te dien einde raadpleegt de Commissie het Agentschap en het ENTSB voor gas.

Artikel 13

Tarieven voor de toegang tot netten

1.  De door de transmissiesysteembeheerders toegepaste tarieven, of de voor de berekening daarvan gebruikte methoden die zijn goedgekeurd door de regulerende instanties overeenkomstig artikel 41, lid 6, van Richtlijn 2009/73/EG, alsmede de tarieven die worden gepubliceerd overeenkomstig artikel 32, lid 1, van die richtlijn, zijn transparant, houden rekening met de noodzaak van systeemintegriteit en verbetering ervan en zijn een afspiegeling van de werkelijke kosten, voor zover deze overeenkomen met die van een efficiënte, structureel vergelijkbare netbeheerder en transparant zijn, waarbij tevens wordt gelet op de nodige winst op de investeringen en in voorkomende gevallen met inachtneming van de benchmarking van tarieven door de regulerende instanties. De tarieven of de voor de berekening daarvan gebruikte methoden zijn niet-discriminerend.

De lidstaten kunnen besluiten dat de tarieven ook kunnen worden vastgesteld aan de hand van marktgerichte regelingen, zoals veilingen, mits dergelijke regelingen en de eruit voortvloeiende inkomsten door de regulerende instantie worden goedgekeurd.

De tarieven, of de methoden voor de berekening daarvan, zijn bevorderlijk voor de efficiënte handel in gas en voor de concurrentie en zijn tegelijk gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en op het bieden van stimulansen voor investeringen en het handhaven of creëren van interoperabele transmissienetten.

Tarieven voor netgebruikers worden op niet-discriminerende wijze en voor elk entry- en exitpunt van het transmissiesysteem apart vastgesteld. Kostenverdelingsmechanismen en methoden voor tariefbepaling voor entry- en exitpunten worden goedgekeurd door de nationale regulerende instanties. De lidstaten zorgen ervoor dat na een overgangsperiode, d.w.z. uiterlijk op 3 september 2011 nettarieven niet berekend worden op basis van contractuele paden.

2.  De tarieven voor de toegang tot netten werken niet beperkend op de marktliquiditeit of verstorend voor de grensoverschrijdende handel van de verschillende transmissiesystemen. Indien verschillen in de tariefstructuren of balanceringsmechanismen de handel tussen transmissiesystemen zouden belemmeren, streven transmissiesysteembeheerders onverminderd artikel 41, lid 6, van Richtlijn 2009/73/EG, in nauwe samenwerking met de betrokken nationale instanties, actief naar de convergentie van tariefstructuren en tariefbeginselen, ook met betrekking tot balancering.

Artikel 14

Derdentoegangsdiensten bij transmissiesysteembeheerders

1.  Transmissiesysteembeheerders:

a) 

waarborgen dat zij op niet-discriminerende basis diensten aan alle netgebruikers aanbieden;

b) 

bieden zowel vaste als afschakelbare derdentoegangsdiensten aan. De prijs van afschakelbare capaciteit is een afspiegeling van de waarschijnlijkheid van afschakeling;

c) 

dat zij de netgebruikers zowel lange- als kortetermijndiensten aanbieden;

Wanneer in verband met punt c) van de eerste alinea een transmissiesysteembeheerder dezelfde dienst aan meerdere afnemers aanbiedt, geschiedt dit onder gelijkwaardige contractuele voorwaarden, met gebruikmaking van geharmoniseerde transportcontracten of een door de bevoegde instantie volgens de procedure van artikel 41 van Richtlijn 2009/73/EG goedgekeurde gemeenschappelijke netcode.

2.  Transportcontracten met niet-standaardaanvangsdata of van een kortere duur dan een standaardtransportcontract van een jaar, resulteren niet in willekeurig hogere of lagere tarieven die niet de marktwaarde van de dienst weerspiegelen overeenkomstig de in artikel 13, lid 1, vermelde principes.

3.  Zo nodig kunnen derdentoegangsdiensten afhankelijk worden gesteld van passende garanties van netgebruikers wat hun kredietwaardigheid betreft. Zulke garanties mogen geen oneerlijke marktbelemmering vormen en moeten niet-discriminerend, transparant en evenredig zijn.

Artikel 15

Derdentoegangsdiensten bij opslag- en LNG-installaties

1.  LNG- en opslagsysteembeheerders:

a) 

bieden op niet-discriminerende basis aan alle netgebruikers diensten aan die aan de marktbehoefte voldoen. Met name wanneer een LNG- of opslagsysteembeheerder dezelfde dienst aan meerdere afnemers aanbiedt, geschiedt dit onder gelijkwaardige contractuele voorwaarden;

b) 

bieden diensten aan die aansluiten bij het gebruik van het stelsel van onderling verbonden gastransportsystemen en de toegang vergemakkelijken door samenwerking met de transmissiesysteembeheerder, en

c) 

relevante informatie publiceren, en met name gegevens over het gebruik en de beschikbaarheid van diensten, binnen een tijdskader dat verenigbaar is met de redelijke commerciële behoeften van gebruikers van opslag- en LNG-installaties en onder toezicht van de nationale regulerende instantie.

2.  Opslagsysteembeheerders:

a) 

bieden zowel vaste als afschakelbare derdentoegangsdiensten aan; de prijs van afschakelbare capaciteit is een afspiegeling van de waarschijnlijkheid van afschakeling;

b) 

bieden opslaginstallatiegebruikers zowel lange- als kortetermijndiensten aan, en

c) 

bieden opslaginstallatiegebruikers zowel gebundelde als ontvlochten diensten aan die verband houden met opslagruimte, injectiecapaciteit en levercapaciteit.

3.  LNG- en opslaginstallatiecontracten leiden niet tot willekeurig hogere tarieven wanneer ze gesloten worden:

a) 

buiten een aardgasjaar met niet-standaardaanvangsdata, of

b) 

met een kortere duur dan een standaard-LNG- en opslaginstallatiecontract op jaarbasis.

4.  Zo nodig kunnen derdentoegangsdiensten afhankelijk worden gesteld van passende garanties van netgebruikers wat hun kredietwaardigheid betreft. Zulke garanties mogen als dusdanig geen oneerlijke marktbelemmering vormen en zijn niet-discriminerend, transparant en evenredig.

5.  Contractuele grenzen met betrekking tot de vereiste minimumomvang van LNG-installatiecapaciteit en opslagcapaciteit berusten op technische beperkingen en vormen voor kleinere opslaggebruikers geen belemmering om toegang te verkrijgen tot opslagdiensten.

Artikel 16

Beginselen inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer bij transmissiesysteembeheerders

1.  Marktspelers krijgen de beschikking over de maximale capaciteit op alle relevante punten waaraan in artikel 18, lid 3, wordt gerefereerd, met inachtneming van systeemintegriteit en efficiënte netexploitatie.

2.  Transmissiesysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie, welke

a) 

passende economische signalen geven voor een efficiënt en maximaal gebruik van de technische capaciteit en investeringen in nieuwe infrastructuur vergemakkelijken en de grensoverschrijdende uitwisseling van aardgas bevorderen;

b) 

zorgen voor compatibiliteit met de marktmechanismen, met inbegrip van spotmarkten en trading hubs en tevens flexibel zijn en in staat zijn zich aan veranderende marktomstandigheden aan te passen, en

c) 

compatibel zijn met de nettoegangssystemen van de lidstaten.

3.  Transmissiesysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante procedures voor congestiebeheer die de grensoverschrijdende uitwisseling van gas op niet-discriminerende basis bevorderen, waarbij de beginselen van non-discriminatie en vrije concurrentie worden gerespecteerd:

a) 

in geval van contractuele congestie biedt de transmissiesysteembeheerder ongebruikte capaciteit ten minste op „day-ahead”-basis en afschakelbaar op de primaire markt aan;

b) 

netgebruikers die hun ongebruikte gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen doorverkopen of -verhuren, hebben daartoe het recht.

In verband met punt b) van de eerste alinea kunnen de lidstaten kennisgeving of informatieverstrekking aan de transmissiesysteembeheerder door de netgebruikers verlangen.

4.  In geval van fysieke congestie worden door de transmissiesysteembeheerder of, in voorkomend geval, de regulerende instanties niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie toegepast.

5.  Transmissiesysteembeheerders beoordelen op gezette tijden de marktbehoefte aan nieuwe investeringen. Bij de planning van nieuwe investeringen beoordelen zij de marktbehoefte en houden zij rekening met de zekerheid van de voorziening.

Artikel 17

Beginselen inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer bij opslag- en LNG-installaties

1.  Marktdeelnemers krijgen de beschikking over de maximale opslag- en LNG-installatiecapaciteit, met inachtneming van systeemintegriteit en exploitatie.

2.  LNG- en opslagsysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie welke:

a) 

passende economische signalen geven voor een efficiënt en maximaal gebruik van de capaciteit en investeringen in nieuwe infrastructuur vergemakkelijken;

b) 

zorgen voor compatibiliteit met het marktmechanisme, met inbegrip van spotmarkten en trading hubs, en tevens flexibel zijn en in staat zijn zich aan veranderende marktomstandigheden aan te passen, en

c) 

compatibel zijn met de toegangssystemen van de netten die met de LNG-opslagsystemen verbonden zijn.

3.  LNG- en opslaginstallatiecontracten bevatten mechanismen om het hamsteren van capaciteit te voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende bij contractuele congestie geldende beginselen:

a) 

de systeembeheerder moet ongebruikte LNG-installatie- en opslagcapaciteit zonder uitstel op de primaire markt aanbieden; dit geschiedt bij opslaginstallaties ten minste op „day-ahead”-basis en afschakelbaar;

b) 

LNG- en opslaginstallatiegebruikers die hun gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen wederverkopen, moeten daartoe het recht hebben.

Artikel 18

Transparantievereisten voor transmissiesysteembeheerders

1.  De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

2.  Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het gasnet te bevorderen, publiceren de transmissiesysteembeheerders of de betrokken nationale instanties beknopte en voldoende gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur.

3.  Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceert iedere transmissiesysteembeheerder voor alle relevante punten, waaronder de entry- en exitpunten, regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke en gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over technische, gecontracteerde en beschikbare capaciteit.

4.  De relevante punten van een transmissiesysteem waarover de informatie moet worden gepubliceerd, worden door de bevoegde instanties na overleg met de netgebruikers goedgekeurd.

5.  De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

6.  Transmissiesysteembeheerders publiceren vooraf en achteraf informatie over vraag en aanbod die berust op nominaties, prognoses en de gerealiseerde flows in en uit het systeem. De nationale regelgevende instantie zorgt ervoor dat al deze informatie wordt gepubliceerd. De mate van gedetailleerdheid van de gepubliceerde informatie is een afspiegeling van de informatie die de transmissiesysteembeheerder tot zijn beschikking heeft.

Transmissiesysteembeheerders publiceren de getroffen maatregelen, de gemaakte kosten en de gegenereerde opbrengsten in verband met de balancering van het systeem.

De betrokken marktspelers verstrekken de in dit artikel bedoelde gegevens aan de transmissiesysteembeheerders.

Artikel 19

Transparantievereisten voor opslag- en LNG-installaties

1.  De LNG- en opslagsysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie over de diensten die zij aanbiedt en de toegepaste relevante voorwaarden, alsook de technische informatie die nodig is opdat LNG- en opslaginstallatiegebruikers effectieve toegang tot deze installaties verkrijgen.

2.  Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceren de LNG- en opslagsysteembeheerders regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over gecontracteerde en beschikbare opslag- en LNG-installatiecapaciteit.

3.  LNG- en opslagsysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

4.  Alle LNG- en opslagsysteembeheerders publiceren de hoeveelheid gas in elke opslag- en LNG-installatie of — als dit overeenkomt met de manier waarop de gebruikers van het systeem toegang wordt verleend — groep van opslaginstallaties, de in- en uitstroom en de beschikbare opslag- en LNG-installatiecapaciteit. Dit geldt ook voor de installaties die van derdentoegang vrijgesteld zijn. De informatie wordt ook verstrekt aan de transmissiesysteembeheerder, die deze in geaggregeerde vorm voor elk systeem of subsysteem op basis van de relevante punten publiceert. De informatie wordt ten minste dagelijks geactualiseerd.

Indien de gebruiker van een opslagsysteem de enige gebruiker van een opslaginstallatie is, kan de opslaggebruiker bij de nationale regulerende instantie een met redenen omkleed verzoek om vertrouwelijke behandeling van de in de eerste alinea bedoelde informatie indienen. Indien de nationale regulerende instantie concludeert dat het verzoek gegrond is, rekening houdend met name met de noodzaak om het belang van de opslaggebruiker bij de rechtmatige bescherming van zijn zakengeheimen waarvan de bekendmaking zijn algehele handelsstrategie zou schaden, af te wegen tegen de doelstelling om een concurrerende interne markt voor gas tot stand te brengen, kan zij de opslagsysteembeheerder toestaan om de in de eerste alinea genoemde informatie gedurende ten hoogste een jaar niet bekend te maken.

De tweede alinea laat de in de eerste alinea genoemde verplichtingen van de transmissiesysteembeheerder onverlet, tenzij de geaggregeerde gegevens identiek zijn met de afzonderlijke opslagsysteemgegevens waarvoor de regulerende instantie de niet-bekendmaking heeft toegestaan.

5.  Om te zorgen voor transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven en om een efficiënt gebruik van de infrastructuurvoorzieningen te bevorderen publiceren de beheerders van LNG- en opslaginstallaties of de betrokken nationale regelgevende instanties voldoende gedetailleerde informatie over tariefafwijkingen, methodologieën en tariefstructuren voor infrastructuur onder geregelde derdentoegang.

Artikel 20

Bijhouden van gegevens door systeembeheerders

Transmissiesysteembeheerders, opslagsysteembeheerders en LNG-systeembeheerders houden vijf jaar lang alle in de artikelen 18 en 19 en in deel 3 van de bijlage I bedoelde informatie ter beschikking van de nationale autoriteiten, waartoe ook de nationale regulerende instantie behoort, de nationale mededingingsautoriteit en de Commissie.

Artikel 21

Balanceringsregels en tarieven voor onbalans

1.  De balanceringsregels worden ontworpen op eerlijke, niet-discriminerende en transparante wijze en zijn gebaseerd op objectieve criteria. De balanceringsregels zijn een afspiegeling van de werkelijke systeembehoeften, rekening houdend met de voor de transmissiesysteembeheerder beschikbare hulpmiddelen. Balanceringsregels zijn marktgericht.

2.  Om de netgebruikers in staat te stellen tijdig corrigerende maatregelen te nemen, verstrekken de transmissiesysteembeheerders voldoende, tijdige en betrouwbare online-informatie over de balanceringsstatus van de netgebruikers.

De verstrekte informatie is een afspiegeling van het niveau van de informatie die de transmissiesysteembeheerder tot zijn beschikking heeft, en sluit aan bij de verrekeningsperiode waarover onbalanskosten worden berekend.

Voor deze informatie krachtens dit lid worden geen kosten in rekening gebracht.

3.  De tarieven voor onbalans zijn zoveel mogelijk kostengeoriënteerd en stimuleren in voorkomende gevallen de netgebruikers om hun invoeding en onttrekking van gas te balanceren. Zij zijn gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en houden geen belemmering in voor het betreden van de markt door nieuwkomers.

De methoden voor de berekening van de tarieven voor onbalans en de definitieve tarieven worden gepubliceerd door de bevoegde instanties of de transmissiesysteembeheerder, naar gelang van het geval.

4.  De lidstaten zien erop toe dat de transmissiesysteembeheerders streven naar harmonisatie van de balanceringsstelsels en naar stroomlijning van de structuren en de niveaus van de balanceringstarieven om de handel in gas te bevorderen.

Artikel 22

Verhandeling van capaciteitsrechten

Elke transmissie-, opslag- en LNG-systeembeheerder onderneemt redelijke stappen om mogelijk te maken en te bevorderen dat capaciteitsrechten vrij verhandelbaar zijn op een transparante en niet-discriminerende wijze. Ieder van deze beheerders werkt geharmoniseerde transport-, LNG-installatie- en opslagcontracten en -procedures op de primaire markt uit om de secundaire handel in capaciteit te bevorderen, en erkent de overdracht van primaire capaciteitsrechten voor zover daarvan door systeemgebruikers kennisgeving is gedaan.

Van deze transport-, LNG-installatie- en opslagcontracten en -procedures wordt aan de regulerende instantie kennisgeving gedaan.

Artikel 23

Richtsnoeren

1.  In voorkomend geval worden in de richtsnoeren inzake de minimaal vereiste harmonisatie die vereist is om het met deze verordening beoogde doel te verwezenlijken, ook het volgende gespecificeerd:

a) 

bijzonderheden over de derdentoegangsdiensten, inclusief de aard, duur en andere eisen betreffende deze diensten, in overeenstemming met de artikelen 14 en 15;

b) 

bijzonderheden over de beginselen inzake de mechanismen voor capaciteitsallocatie en inzake de toepassing van de procedures voor congestiebeheer bij contractuele congestie, in overeenstemming met de artikelen 16 en 17;

c) 

bijzonderheden over de verstrekking van informatie en definitie van de technische informatie die nodig is opdat de netgebruikers effectieve toegang kunnen verkrijgen tot het systeem, en de definitie van alle voor de transparantievereisten relevante punten, inclusief de op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema voor de publicatie van deze informatie, in overeenstemming met de artikelen 18 en 19;

d) 

bijzonderheden over de tariefmethodologie in verband met de grensoverschrijdende handel in aardgas, in overeenstemming met artikel 13, en

e) 

bijzonderheden omtrent de in artikel 8, lid 6, vermelde onderwerpen.

Daartoe raadpleegt de Commissie het Agentschap en het ENTSB voor gas.

2.  De richtsnoeren betreffende de in lid 1, onder a), b) en c), genoemde kwesties zijn wat de transmissiesysteembeheerders betreft, opgenomen in de bijlage.

De Commissie kan richtsnoeren betreffende de in lid 1 van dit artikel genoemde onderwerpen vaststellen en de in punten a), b) en c) daarvan bedoelde richtsnoeren wijzigen. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 28, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

3.  Bij de toepassing en de wijziging van de krachtens deze verordening aangenomen richtsnoeren wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de nationale gassystemen. Derhalve zullen geen uniforme voorwaarden voor de toegang van derden op communautair niveau vereist zijn. Er kunnen evenwel minimumeisen worden gesteld waaraan moet worden voldaan om de voor een interne markt voor aardgas noodzakelijke niet-discriminerende en transparante voorwaarden voor nettoegang te verwezenlijken; deze minimumeisen kunnen vervolgens worden toegepast in het licht van de verschillen tussen de nationale gassystemen.

Artikel 24

Regulerende instanties

Bij de uitoefening van hun verantwoordelijkheden uit hoofde van deze verordening zorgen de regulerende instanties ervoor dat deze verordening en de krachtens artikel 23 vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.

In voorkomend geval werken zij onderling met de Commissie en met het Agentschap samen overeenkomstig hoofdstuk VIII van Richtlijn 2009/73/EG.

Artikel 25

Informatieverstrekking

De lidstaten en de regulerende instanties verstrekken de Commissie op verzoek alle voor de toepassing van artikel 23 noodzakelijke informatie.

De Commissie stelt een redelijke termijn vast voor de informatieverstrekking, rekening houdend met de complexiteit van de gevraagde informatie en de urgentie.

Artikel 26

Recht van de lidstaten om meer gedetailleerde maatregelen te treffen

Deze verordening doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om maatregelen te handhaven of in te voeren die meer gedetailleerde voorschriften bevatten dan die welke in deze verordening en de in artikel 23 bedoelde richtsnoeren zijn vervat.

Artikel 27

Sancties

1.  De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat deze bepalingen worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en ontmoedigend. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juli 2006 van deze regels, die overeenkomen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 in kennis en delen de Commissie onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee. ►C2  Zij stellen de Commissie uiterlijk 3 maart 2011 in kennis van de regels die niet overeenstemmen met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1775/2005 en delen de Commissie onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee. ◄

2.  Sancties krachtens lid 1 zijn niet van strafrechtelijke aard.

Artikel 28

Comité

1.  De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is opgericht bij artikel 51 van Richtlijn 2009/73/EG.

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

▼M5 —————

▼B

Artikel 30

Ontheffingen en vrijstellingen

Deze verordening is niet van toepassing op:

a) 

in de lidstaten gelegen aardgastransmissiesystemen, voor de duur van ontheffingen die zijn verleend uit hoofde van artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG;

b) 

belangrijke nieuwe infrastructuur, d.w.z. de in artikel 36, leden 1 en 2, van Richtlijn 2009/73/EG bedoelde interconnectoren, LNG- en opslaginstallaties en aanzienlijke capaciteitsverhogingen van bestaande infrastructuur en wijzigingen van die infrastructuur die het mogelijk maken nieuwe bronnen voor de levering van gas te ontwikkelen, die zijn ontheven van de toepassing van de artikelen 9, 14, 32, 33 en 34 of van artikel 41, leden 6, 8 en 10, van die richtlijn, voor de duur van de ontheffing van de onder dit punt vermelde bepalingen, met uitzondering van artikel 19, lid 4, van deze verordening, of

c) 

aardgastransmissiesystemen waarvoor krachtens artikel 48 van Richtlijn 2009/73/EG ontheffingen zijn verleend.

In verband met punt a) van de eerste alinea, kunnen lidstaten waaraan krachtens dit artikel 49 van Richtlijn 2009/73/EG ontheffingen zijn verleend de Commissie verzoeken om tijdelijke ontheffing van de toepassing van deze verordening, en wel voor een periode van ten hoogste twee jaar vanaf de datum waarop de in dit punt bedoelde ontheffing verstrijkt.

Artikel 31

Intrekking

Verordening (EG) nr. 1775/2005 wordt ingetrokken vanaf 3 maart 2011. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 32

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

▼C1

Zij is van toepassing vanaf 3 maart 2011.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

RICHTSNOEREN BETREFFENDE

1.   Derdentoegangsdiensten bij transmissiesysteembeheerders

1.

De transmissiesysteembeheerders bieden vaste en afschakelbare diensten aan met een minimumduur van één dag.

2.

De geharmoniseerde transportcontracten en gemeenschappelijke netcodes worden ontworpen op een wijze die bevorderlijk is voor de handel in en het hergebruik van de door de netgebruikers gecontracteerde capaciteit zonder de vrijgave van capaciteit te belemmeren.

3.

De transmissiesysteembeheerders ontwikkelen netcodes en geharmoniseerde contracten nadat zij naar behoren overleg hebben gepleegd met de netgebruikers.

4.

De transmissiesysteembeheerders implementeren gestandaardiseerde nominatie- en hernominatieprocedures. Zij ontwikkelen informatiesystemen en elektronische communicatiemiddelen om adequate gegevens te verstrekken aan de netgebruikers en om transacties zoals nominaties, capaciteitscontractering en overdracht van capaciteitsrechten tussen netgebruikers te vereenvoudigen.

5.

De transmissiesysteembeheerders harmoniseren geformaliseerde aanvraagprocedures en reactietermijnen overeenkomstig de beste branchepraktijk met het doel de reactietijden te minimaliseren. Na overleg met de relevante netgebruikers voorzien zij uiterlijk 1 juli 2006 in onlinecapaciteitsboekings- en confirmatiesystemen via beeldscherm alsook in nominatie- en hernominatieprocedures.

6.

De transmissiesysteembeheerders rekenen de netgebruikers niet afzonderlijk de informatieaanvragen en transacties aan die verband houden met hun transportcontracten en die worden uitgevoerd overeenkomstig de standaardregels en -procedures.

7.

Informatieaanvragen die buitengewone of excessieve uitgaven vereisen, zoals haalbaarheidsstudies, mogen afzonderlijk worden aangerekend, mits de kosten naar behoren kunnen worden aangetoond.

8.

De transmissiesysteembeheerders werken met andere transmissiesysteembeheerders samen bij het coördineren van het onderhoud van hun respectieve netten teneinde elke storing van de transmissiediensten aan netgebruikers en transmissiesysteembeheerders in andere gebieden zoveel mogelijk te beperken en teneinde te zorgen voor gelijke voordelen met betrekking tot de leveringszekerheid, ook in het transitverkeer.

9.

De transmissiesysteembeheerders publiceren ten minste eenmaal per jaar, binnen een vooraf bepaalde termijn, alle geplande onderhoudsperioden die van invloed kunnen zijn op de uit de transportcontracten voortvloeiende rechten van de netgebruikers alsmede desbetreffende operationele informatie, met een adequate vooraankondiging. Dit houdt in dat onverwijld en op niet-discriminerende basis alle wijzigingen van geplande onderhoudsperioden worden gepubliceerd en dat niet-gepland onderhoud wordt bekendgemaakt zodra de transmissiesysteembeheerders over deze informatie beschikken. Gedurende de onderhoudsperioden publiceren de transmissiesysteembeheerders regelmatig geactualiseerde informatie betreffende nadere bijzonderheden over het onderhoud, alsmede de verwachte duur en het effect ervan.

10.

De transmissiesysteembeheerders houden dagelijks een logboek bij van de werkelijke onderhouds- en flowstoringen die zich hebben voorgedaan en stellen dit op verzoek ter beschikking van de bevoegde instantie. Deze informatie wordt op verzoek eveneens ter beschikking gesteld van degenen die door een storing zijn getroffen.

2.   Beginselen inzake de mechanismen voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer bij transmissiesysteembeheerders en de toepassing van deze procedures bij contractuele congestie

2.1.   beginselen inzake de mechanismen voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer bij transmissiesysteembeheerders

1.

De mechanismen voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van concurrentie en de liquide verhandeling van capaciteit en zijn compatibel met de marktmechanismen, inclusief de spotmarkten en trading hubs. Zij zijn flexibel en aanpasbaar aan veranderende marktomstandigheden.

2.

In deze mechanismen en procedures wordt rekening gehouden met de integriteit van het betrokken systeem en met de leveringszekerheid.

3.

Deze mechanismen en procedures belemmeren de toetreding van nieuwe marktspelers niet en creëren evenmin overmatige hinderpalen voor het betreden van de markt. Zij beletten niet dat de marktspelers, inclusief nieuwe marktspelers en bedrijven met een klein marktaandeel, effectief concurreren.

4.

Door middel van deze mechanismen en procedures worden passende economische signalen gegeven voor de efficiënte en maximale benutting van technische capaciteit en worden investeringen in nieuwe infrastructuur aangemoedigd.

5.

Netgebruikers worden ingelicht over het soort omstandigheden dat de beschikbaarheid van gecontracteerde capaciteit kan beïnvloeden. De informatie over afschakeling dient overeen te komen met het informatieniveau waarover de transmissiesysteembeheerder beschikt.

6.

Indien het om systeemintegriteitsredenen moeilijk is de contractuele leveringsverplichtingen na te komen, brengen de transmissiesysteem-beheerders de netgebruikers op de hoogte en zoeken ze onverwijld een niet-discriminerende oplossing.

De transmissiesysteembeheerders raadplegen netgebruikers over procedures alvorens deze uit te voeren en komen ze met de regulerende instantie overeen.

▼M2

2.2.    Procedures voor congestiebeheer bij contractuele congestie

2.2.1.    Algemene bepalingen

1. De bepalingen in punt 2.2 zijn van toepassing op interconnectiepunten tussen aangrenzende entry-exitsystemen, ongeacht of zij fysiek dan wel virtueel zijn, tussen twee of meer lidstaten of binnen dezelfde lidstaat voor zover die punten onderhevig zijn aan boekingsprocedures van gebruikers. De bepalingen kunnen ook van toepassing zijn op entrypunten van en exitpunten naar derde landen, dit naargelang van de beslissing van de relevante nationale regulerende instantie. Exitpunten naar eindgebruikers en distributienetwerken, entrypunten vanuit LNG-terminals en productiefaciliteiten en entry-exitpunten van en naar opslagfaciliteiten vallen niet onder het bepaalde in punt 2.2.

▼M4

2. Op basis van de door de transmissiesysteembeheerders bekendgemaakte informatie overeenkomstig punt 3 van deze bijlage en, waar van toepassing, gevalideerd door de nationale regulerende instanties, publiceert het Agentschap vanaf het jaar 2015 jaarlijks op 1 juni een monitoringsrapport inzake de congestie in interconnectiepunten met betrekking tot de in het voorgaande jaar verkochte vaste capaciteitsproducten; daarbij wordt, voor zover mogelijk, rekening gehouden met de handel in capaciteit op de secundaire markt en het gebruik van afschakelbare capaciteit.

▼M2

3. Alle additionele capaciteit die beschikbaar komt door de toepassing van één van de procedures voor congestiebeheer als bedoeld in de punten 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4 en 2.2.5, wordt door de respectieve transmissiesysteembeheerder(s) aangeboden in het gereguleerde allocatieproces.

4. De in de punten 2.2.2, 2.2.4 en 2.2.5 bedoelde maatregelen worden vanaf 1 oktober 2013 ten uitvoer gelegd. Punten 1 tot en met 5 van punt 2.2.3 worden van toepassing met ingang van 1 juli 2016.

2.2.2.    Capaciteitstoename door overboekings- en terugkoopregeling

1. De transmissiesysteembeheerders stellen een stimuleringsregeling voor overboeking en terugkoop voor teneinde additionele capaciteit op vaste basis aan te bieden; zij leggen die regeling ten uitvoer na goedkeuring door de nationale regulerende instantie. Voordat tot uitvoering wordt overgegaan zal de relevante nationale regulerende instantie de voorgestelde regeling voorleggen aan nationale regulerende instanties van de aangrenzende lidstaten en rekening houden met hun opvattingen. Additionele capaciteit wordt gedefinieerd als de vaste capaciteit die wordt aangeboden bovenop de technische capaciteit van een interconnectiepunt, als berekend op basis van artikel 16, lid 1, van deze verordening.

2. De overboekings- en terugkoopregeling vormt een stimulans voor transmissiesysteembeheerders om additionele capaciteit beschikbaar te stellen, rekening houdend met de technische voorwaarden, zoals de calorische waarde, de temperatuur en het verwachte verbruik, van het desbetreffende entry-exitsysteem en de capaciteiten van aangrenzende netwerken. Voor de herberekening van de technische of additionele capaciteit van het entry-exitsysteem hanteren de transmissiesysteembeheerders een dynamische aanpak.

3. De aan de overboekings- en terugkoopregeling verbonden stimulans zal de risico’s weerspiegelen welke de transmissiesysteembeheerders lopen wanneer zij additionele capaciteit aanbieden. De regeling zal zodanig worden opgezet dat de inkomsten uit de verkoop van additionele capaciteit en de kosten die het gevolg zijn van de terugkoopregeling of van maatregelen overeenkomstig punt 6, worden gedeeld tussen de transmissiesysteembeheerders en de netgebruikers. De nationale regulerende instanties beslissen over de verdeling van de inkomsten en de kosten over de transmissiesysteembeheerder en de netgebruiker.

4. Met als doel de inkomsten van de transmissiesysteembeheerder te bepalen wordt de technische capaciteit, in het bijzonder de afgestane capaciteit, alsook, wanneer van toepassing, de capaciteit ten gevolge van de toepassing van vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it”- en langetermijn-„use-it-or-lose-it”-mechanismen, geacht te zijn toegewezen vóór elke additionele capaciteit.

5. Bij de bepaling van de additionele capaciteit houdt de transmissiesysteembeheerder rekening met statistische scenario’s voor de op interconnectiepunten op enig moment verwachte hoeveelheid fysiek ongebruikte capaciteit. Daarbij wordt ook rekening gehouden met een risicoprofiel voor het aanbieden van additionele capaciteit die niet leidt tot een buitensporige terugkoopverplichting. In het kader van de overboekings- en terugkoopregeling wordt ook een raming gemaakt van de waarschijnlijkheid dat capaciteit moet worden teruggekocht op de markt en de daaraan verbonden kosten. Mede op basis daarvan wordt de hoeveelheid additioneel ter beschikking te stellen capaciteit bepaald.

6. Wanneer dat noodzakelijk is om de systeemintegriteit in stand te houden, passen de transmissiesysteembeheerders een marktgebaseerde terugkoopprocedure toe waarbij de netgebruikers capaciteit kunnen aanbieden. De netgebruikers worden geïnformeerd over de van toepassing zijnde terugkoopprocedure. De toepassing van een terugkoopprocedure laat de voor noodsituaties geldende maatregelen onverlet.

7. Voordat zij een terugkoopprocedure toepassen, verifiëren de transmissiesysteembeheerders of alternatieve technische en commerciële maatregelen de systeemintegriteit op een meer kosteneffectieve wijze in stand kunnen houden.

8. Wanneer zij een overboekings- en terugkoopregeling voorstellen, verstrekt de transmissiesysteembeheerder alle relevante gegevens, ramingen en modellen aan de nationale regulerende instantie zodat die de regeling kan beoordelen. De transmissiesysteembeheerder brengt geregeld aan de nationale regulerende instantie verslag uit over de werking van de regeling en verstrekt, op verzoek van de nationale regulerende instantie, alle relevante gegevens. De nationale regulerende instantie kan de transmissiesysteembeheerder verzoeken de regeling te herzien.

2.2.3.    Mechanisme voor vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it”

1. De nationale regulerende instanties eisen van de transmissiesysteembeheerders dat zij op interconnectiepunten minimaal de in punt 3 neergelegde regels toepassen met betrekking het wijzigen van de initiële nominatie wanneer op basis van het jaarlijkse monitoringsrapport van het Agentschap overeenkomstig punt 2 van punt 2.2.1 is aangetoond dat op interconnectiepunten, tegen de reserveprijs wanneer gebruik wordt gemaakt van veilingen, in de loop van de capaciteitstoewijzingsprocedures de vraag groter is dan het aanbod voor producten voor gebruik in hetzij dat jaar zelf hetzij een van de daaropvolgende twee jaren,

a) 

voor minimaal drie vastecapaciteitsproducten met een looptijd van één maand, of

b) 

voor minimaal twee vastecapaciteitsproducten met een looptijd van één kwartaal, of

c) 

voor minimaal één vastecapaciteitsproduct met een looptijd van één jaar of langer, of

d) 

wanneer geen vastecapaciteitsproduct met een looptijd van één maand of langer aangeboden is.

2. Wanneer op basis van het jaarlijkse monitoringsrapport is aangetoond dat een situatie als omschreven in punt 1 zich in de komende drie jaar waarschijnlijk niet opnieuw zal voordoen, bijvoorbeeld omdat capaciteit beschikbaar komt ten gevolge van fysieke uitbreiding van het netwerk of de beëindiging van langetermijncontracten, dan kunnen de betrokken nationale regulerende instanties beslissen het mechanisme voor vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it” te beëindigen.

3. Vaste hernominatie is toegestaan tot maximaal 90 % en minimaal 10 % van de door de netgebruiker op een interconnectiepunt gecontracteerde capaciteit. Indien echter de nominatie betrekking heeft op meer dan 80 % van de gecontracteerde capaciteit, dan mag de helft van het niet-genomineerde volume in opwaartse zin worden gehernomineerd. Indien de nominatie betrekking heeft op niet meer dan 20 % van de gecontracteerde capaciteit dan mag de helft van het genomineerde volume in neerwaartse zin worden gehernomineerd. De toepassing van dit punt laat de voor noodsituaties geldende maatregelen onverlet.

4. De oorspronkelijke houder van de gecontracteerde capaciteit kan het restant van zijn geboekte vaste capaciteit op afschakelbare basis hernomineren.

5. Punt 3 is niet van toepassing op netgebruikers — personen of ondernemingen en de ondernemingen waarover zij zeggenschap hebben overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 — die beschikken over minder dan 10 % van de gedurende het voorgaande jaar op het interconnectiepunt aangeboden gemiddelde technische capaciteit.

6. Op interconnectiepunten waar een mechanisme van vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it” overeenkomstig punt 3 wordt toegepast, stelt de nationale regulerende instantie een evaluatie op van de relatie met de overboekings- en terugkoopregeling overeenkomstig punt 2.2.2, wat kan uitmonden in een besluit van de nationale regulerende instantie om op die interconnectiepunten het bepaalde in punt 2.2.2 niet toe te passen. Een dergelijk besluit wordt onverwijld ter kennis gebracht van het Agentschap en de Commissie.

7. Een nationale regulerende instantie kan ertoe beslissen op een interconnectiepunt een mechanisme voor vaste day-ahead-„use-it-or-lose-it” overeenkomstig punt 3 toe te passen. Voordat zij een dergelijk besluit vaststelt, raadpleegt de nationale regulerende instantie de nationale regulerende instanties van de omringende lidstaten. Bij de vaststelling van een dergelijk besluit houdt de nationale regulerende instantie rekening met de adviezen van de nationale regulerende instanties van die omringende lidstaten.

2.2.4.    Teruggeven van gecontracteerde capaciteit

De transmissiesysteembeheerders aanvaarden elk teruggave van vaste capaciteit die door een netgebruiker op een interconnectiepunt gecontracteerd is, met uitzondering van capaciteitsproducten met een looptijd van een dag of korter. De netgebruiker behoudt zijn in het capaciteitscontract vastgelegde rechten en verplichtingen totdat de capaciteit door de transmissiesysteembeheerder geheralloceerd is en in de mate dat de capaciteit niet geheralloceerd is door de transmissiesysteembeheerder. Teruggegeven capaciteit wordt pas geacht te zijn geheralloceerd nadat alle beschikbare capaciteit gealloceerd is. De transmissiesysteembeheerder stelt de netgebruiker onverwijld in kennis van elke herallocatie van de door die gebruiker teruggegeven capaciteit. De specifieke voorwaarden voor het teruggeven van capaciteit, in het bijzonder in gevallen waarin meerdere netgebruikers hun capaciteit teruggeven, worden vastgesteld door de nationale regulerende instantie.

2.2.5.    Mechanisme voor langetermijn-„use-it-or-lose-it”

1. Nationale regulerende instanties eisen van transmissiesysteembeheerders dat zij door een netgebruiker op een interconnectiepunt systematisch onderbenutte gecontracteerde capaciteit geheel of gedeeltelijk intrekken wanneer die netgebruiker zijn ongebruikte capaciteit niet tegen redelijke voorwaarden heeft verkocht of aangeboden en wanneer andere netgebruikers om vaste capaciteit verzoeken. Gecontracteerde capaciteit wordt geacht systematisch onderbenut te zijn, met name wanneer:

a) 

de netgebruiker tussen 1 april tot en met 30 september en 1 oktober tot en met 31 maart minder dan gemiddeld 80 % van zijn gecontracteerde capaciteit met een effectieve contractduur van meer dan één jaar gebruikt, waarvoor geen afdoende rechtvaardiging kan worden gegeven, of

b) 

de netgebruiker systematisch bijna 100 % van zijn gecontracteerde capaciteit nomineert en naar beneden hernomineert met het doel de in punt 3 van punt 2.2.3 neergelegde regels te omzeilen.

2. De toepassing van een vast day-ahead-„use-it-or-lose-it”-mechanisme wordt niet beschouwd als een rechtvaardiging om de toepassing van punt 1 te voorkomen.

3. Intrekking heeft tot gevolg dat de netgebruiker zijn gecontracteerde capaciteit gedurende een bepaalde periode of tijdens de rest van de effectieve contractuele termijn geheel of gedeeltelijk verliest. De netgebruiker behoudt zijn rechten en verplichtingen overeenkomstig het capaciteitscontract totdat de capaciteit door de transmissiesysteembeheerders wordt geheralloceerd en in de mate dat de capaciteit door de transmissiesysteembeheerder niet is geheralloceerd.

4. De transmissiesysteembeheerders verstrekken de nationale regulerende instanties op gezette tijden alle gegevens die vereist zijn voor de monitoring van de mate waarin de gecontracteerde capaciteit met effectieve contractuele looptijd van meer dan één jaar of repeterende kwartalen die minimaal twee jaar bestrijken, wordt gebruikt.

▼M1

3.    Definitie van de technische informatie die netgebruikers nodig hebben om effectieve toegang tot het systeem te kunnen verkrijgen, definitie van alle voor de transparantievereisten relevante punten en de op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema voor de publicatie van deze informatie

3.1.    Definitie van de technische informatie die netgebruikers nodig hebben om effectieve toegang tot het systeem te kunnen verkrijgen

3.1.1.    Wijze van informatieverstrekking

1) De transmissiesysteembeheerders verstrekken alle in punt 3.1.2 en de punten 3.3.1) tot en met 3.3.5) bedoelde informatie op de volgende wijze:

a) 

op een website die voor het publiek toegankelijk is, gratis en zonder dat het nodig is zich te registreren of zich anderszins bij de transmissiesysteembeheerder in te schrijven;

b) 

op geregelde en voortschrijdende wijze; de frequentie waarmee de informatie wordt verstrekt hangt af van de wijzigingen die worden aangebracht en de looptijd van de dienstverlening;

c) 

op gebruiksvriendelijke wijze;

d) 

op een duidelijke, kwantificeerbare, gemakkelijk toegankelijke en niet-discriminerende wijze;

▼M2

e) 

in een downloadbaar formaat, overeengekomen tussen de transmissiesysteembeheerders en de nationale regulerende instanties op basis van een advies over een geharmoniseerd formaat dat zal worden verstrekt door het Agentschap, en dat een kwantitatieve analyse mogelijk maakt;

▼M1

f) 

in consistente eenheden; de eenheid van energie-inhoud is kWh (met een referentie-verbrandingstemperatuur van 298,15 K) en de eenheid van volume is m3 (bij 273,15 K en 1,01325 bar). De constante conversiefactor naar energie-inhoud moet worden gegeven. Bovenop het bovengenoemde formaat is ook publicatie in andere eenheden mogelijk;

g) 

in de officiële taal (talen) van de lidstaat en in het Engels;

▼M2

h) 

alle gegevens worden vanaf 1 oktober 2013 beschikbaar gesteld op een Uniebreed, op kostenefficiënte basis door ENTSOG ingericht centraal platform.

▼M1

2) De transmissiesysteembeheerders verstrekken tijdig en zo snel zij daarover beschikken nadere gegevens over alle feitelijke wijzigingen van de onder punt 3.1.2 en de punten 3.3.1) t/m 3.3.5) bedoelde informatie.

3.1.2.    Inhoud van de te verstrekken informatie

De transmissiesysteembeheerders publiceren ten minste de volgende informatie over hun systemen en diensten:

a) 

een gedetailleerde en uitvoerige beschrijving van de verschillende aangeboden diensten en de bijbehorende tarieven;

b) 

de verschillende typen transportcontracten die voor deze diensten beschikbaar zijn;

c) 

de netcode en/of de standaardvoorwaarden waarin de rechten en verantwoordelijkheden van alle netgebruikers worden beschreven, inclusief:

1. 

de geharmoniseerde transportcontracten en andere relevante documenten;

2. 

wanneer relevant voor de toegang tot het systeem, voor alle relevante punten als genoemd onder punt 3.2 van deze bijlage, een specificatie van relevante gaskwaliteitsparameters, met inbegrip van ten minste de calorimetrische warmtewaarde (gross calorific value) en de Wobbe-index, en de aansprakelijkheid van of de conversiekosten voor de gebruikers van het net in het geval het geleverde gas buiten deze specificaties valt;

3. 

indien relevant voor de toegang tot het systeem, voor alle relevante punten informatie betreffende de drukeisen;

4. 

de procedure in het geval van afschakeling van afschakelbare capaciteit, met inbegrip van, wanneer van toepassing, het tijdschema, de omvang en de classificatie van afzonderlijke afschakelingen (bijvoorbeeld pro rata of op basis van eerstgekomen-laatst afgeschakeld);

d) 

de geharmoniseerde procedures die worden toegepast wanneer gebruik wordt gemaakt van het transmissiesysteem, inclusief de definitie van kernbegrippen;

e) 

voorzieningen inzake capaciteitsallocatie en congestiebeheer en ter voorkoming van hamsteren; procedures voor hergebruik;

f) 

de regels die ten aanzien van de transmissiesysteembeheerder van toepassing zijn op de handel in capaciteit op de secundaire markt;

g) 

de regels betreffende balanceringsregels en methoden voor de berekening van tarieven voor onbalans;

h) 

in voorkomende gevallen, de flexibiliteits- en tolerantiewaarden die zonder afzonderlijke vergoeding in het transport en de andere diensten inbegrepen zijn, alsook de daar bovenop aangeboden flexibiliteit en de overeenkomstige tarieven;

i) 

een gedetailleerde beschrijving van het gassysteem van de transmissiesysteembeheerder met vermelding van de relevante interconnectiepunten daarvan, als omschreven onder punt 3.2 van deze bijlage, alsook de namen van de beheerders van de interconnectiesystemen of -faciliteiten;

j) 

de regels voor verbinding met het door de transmissiesysteembeheerder geëxploiteerde systeem;

k) 

informatie betreffende mechanismen in het geval van noodsituaties, voor zover dit de verantwoordelijkheid van de transmissiesysteembeheerder betreft, zoals maatregelen die kunnen leiden tot het afsluiten van gebruikersgroepen en andere algemene aansprakelijkheidsregels die gelden voor de transmissiesysteembeheerder;

l) 

de door de transmissiesysteembeheerders overeengekomen procedures bij interconnectiepunten, van belang voor toegang van netwerkgebruikers tot de desbetreffende transmissiesystemen, met betrekking tot de interoperabiliteit van het netwerk, overeengekomen nominatie- en matchingsprocedures en andere overeengekomen procedures die bepalingen bevatten betreffende de toewijzing van gasflows en balancering, inclusief de gebruikte methoden;

m) 

de transmissiesysteembeheerders publiceren een gedetailleerde en volledige beschrijving van de methodologie en de procedures, inclusief informatie over de gebruikte parameters en de centrale aannamen die worden gebruikt om de technische capaciteit te berekenen.

3.2.    Definitie van alle voor de transparantie-eisen relevante punten

1) Tot de relevante punten behoren ten minste:

a) 

alle entry- en exitpunten naar en van een door een transmissiesysteembeheerder beheerd net, met uitzondering van de exitpunten die zijn verbonden met een afzonderlijke eindgebruiker, met uitzondering van de entrypunten die direct verbonden zijn met een productiefaciliteit of één afzonderlijke producent binnen de Europese Unie;

b) 

alle entry- en exitpunten die de balanceringszones van een transmissiesysteembeheerder verbinden;

c) 

alle punten die het netwerk van een transmissiesysteembeheerder verbinden met een LNG-terminal, met fysieke gashubs en met opslag- en productiefaciliteiten, tenzij voor deze productiefaciliteiten een uitzondering geldt op grond van punt a);

d) 

alle punten die het net van een bepaalde transmissiesysteembeheerder verbinden met de infrastructuur voor het aanbieden van ondersteunende diensten in de zin van artikel 2, punt 14, van Richtlijn 2009/73/EG.

2) Informatie voor eindgebruikers en voor productiefaciliteiten, die zijn uitgesloten van de omschrijving van de relevante punten als gegeven onder 3.2.1), onder a), wordt, minimaal per balanceringszone, in samengevoegde vorm gepubliceerd. De samenvoeging van afzonderlijke eindgebruikers en van productiefaciliteiten die niet onder de in punt 3.2.1), onder a), vastgestelde omschrijving van relevante punten vallen, wordt voor de toepassing van deze bijlage als één relevant punt beschouwd.

3) Wanneer punten tussen twee of meer transmissiesysteembeheerders uitsluitend door de betrokken systeembeheerders worden beheerd, zonder enige contractuele of operationele betrokkenheid van de systeemgebruikers, of wanneer dergelijke punten een transmissiesysteem verbinden met een distributiesysteem en er geen contractuele congestie is in deze punten, worden de transmissiesysteembeheerders voor deze punten vrijgesteld van de verplichting tot publicatie van de in punt 3.3 van deze bijlage bedoelde informatie. De nationale regelgevende instantie kan van de transmissiesysteembeheerder eisen de overeenkomstig punt 3.3 van deze bijlage te verstrekken informatie te publiceren voor alle of voor groeperingen van de vrijgestelde punten. In een dergelijk geval wordt de informatie, wanneer die beschikbaar is voor de transmissiesysteembeheerder, in samengevoegde vorm en op betekenisvol niveau, ten minste per balanceringszone, gepubliceerd. De samenvoeging van deze punten wordt voor de toepassing van deze bijlage als één relevant punt beschouwd.

3.3.    De op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema voor de publicatie van deze informatie

1) Op alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders de hieronder onder a) t/m g) genoemde informatie voor alle geleverde diensten en ondersteunende diensten (met name informatie inzake blending, ballasting en conversie). Deze informatie wordt gepubliceerd in numerieke vorm, voor periodes van een uur of een dag, naargelang van de kleinste referentieperiode voor capaciteitsboeking en (re)nominatie en de kleinste afrekeningsperiode waarvoor tarieven voor onbalans worden aangerekend. Wanneer de kortste referentieperiode niet gelijk is aan een dag, wordt de onder a) t/m g) bedoelde informatie ook beschikbaar gesteld per periode van een dag. Deze informatie en de actualisering daarvan wordt door de systeembeheerder gepubliceerd zodra deze beschikbaar is („near real time”):

a) 

de technische capaciteit voor flows in beide richtingen;

b) 

de totale gecontracteerde vaste en afschakelbare capaciteit in beide richtingen;

c) 

de genomineerde en gerenomineerde capaciteit in beide richtingen;

d) 

de beschikbare vaste en afschakelbare capaciteit in beide richtingen;

e) 

de feitelijke fysieke flows;

f) 

de geplande en feitelijke afschakeling van afschakelbare capaciteit;

g) 

de geplande en niet-geplande afschakeling van vaste diensten, alsmede de informatie betreffende het herstel van dergelijke vaste diensten (bv. onderhoud van het systeem en de waarschijnlijke duur van afschakeling ten gevolge van dergelijk onderhoud). Geplande afschakelingen worden ten minste 42 dagen van tevoren gepubliceerd;

▼M2

h) 

het voorkomen van wettelijk geldige, maar onsuccesvolle verzoeken voor vastecapaciteitsproducten met een looptijd van één maand of langer, inclusief het aantal en het volume van dergelijke onsuccesvolle verzoeken, en

i) 

in het geval van veilingen, waar en wanneer vastecapaciteitsproducten met een looptijd van één maand of langer zijn verrekend tegen tarieven die hoger liggen dan het reservetarief;

j) 

waar en wanneer geen vastecapaciteitsproduct met een looptijd van één maand of langer is aangeboden in het kader van het normale allocatieproces;

k) 

de totale capaciteit die beschikbaar is gesteld dankzij de toepassing van de procedures voor congestiebeheer als neergelegd in de punten 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4 en 2.2.5 per gehanteerde procedure voor congestiebeheer;

l) 

de punten h) tot en met k) zijn van toepassing vanaf 1 oktober 2013.

▼M4

2) Voor alle relevante punten wordt de in punt 3.3.1, onder a), b) en d), bedoelde informatie ten minste 24 maanden van te voren gepubliceerd.

▼M1

3) Voor alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders historische gegevens betreffende de in punt 3.3.1), onder a) t/m g), bedoelde informatie, telkens voor de afgelopen vijf jaar.

4) Voor alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders de gemeten calorimetrische warmtewaarde of de Wobbe-index, op dagbasis. Voorlopige cijfers worden gepubliceerd uiterlijk drie dagen volgende op de desbetreffende gasdag. Definitieve cijfers worden gepubliceerd binnen drie maanden na het aflopen van de desbetreffende maand.

5) Voor alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders de beschikbare capaciteit, meer bepaald de geboekte en technische capaciteit, op jaarbasis gedurende alle jaren waarin capaciteit is gecontracteerd plus één jaar en dit ten minste voor de komende tien jaar. Deze informatie wordt minimaal om de maand of vaker, wanneer nieuwe informatie beschikbaar komt, geactualiseerd. De publicatie heeft betrekking op de periode waarin capaciteit op de markt wordt aangeboden.

3.4.    Te publiceren informatie betreffende het transmissiesysteem en tijdschema voor de publicatie van deze informatie

1) Wanneer deze informatie voor de transmissiesysteembeheerder beschikbaar is, zorgen de transmissiesysteembeheerders voor de publicatie, dagelijks en elke dag geactualiseerd, van de samengevoegde hoeveelheden van de op de secundaire markt aangeboden en gecontracteerde capaciteit (d.w.z. verkocht door één netgebruiker aan een andere netgebruiker). Deze informatie omvat de volgende specificaties:

a) 

de interconnectiepunten waar de capaciteit is verkocht;

b) 

het type capaciteit, i.e. entry, exit, vast, afschakelbaar;

c) 

de hoeveelheid en looptijd van de capaciteitsgebruiksrechten;

d) 

het type verkoop, bv. overdracht of toewijzing;

e) 

het totale aantal handelsverrichtingen/overdrachten;

f) 

andere bij de transmissiesysteembeheerder bekende voorwaarden als bedoeld onder punt 3.3.

Voor zover dergelijke informatie wordt verstrekt door een derde partij, worden de transmissiesysteembeheerders vrijgesteld van deze bepaling.

2) De transmissiesysteembeheerders publiceren de geharmoniseerde voorwaarden waaronder capaciteitstransacties (bv. overdrachten en toewijzingen) door hen worden aanvaard. Deze voorwaarden omvatten minimaal:

a) 

een beschrijving van de gestandaardiseerde producten die kunnen worden verkocht op de secundaire markt;

b) 

de aanlooptijd voor de uitvoering/aanvaarding/registratie van transacties op de secundaire markt. In het geval van vertragingen, moeten de redenen daarvan bekend worden gemaakt;

c) 

de door de verkoper of derde partij, als bedoeld in punt 3.4.1), aan de transmissiesysteembeheerder gerichte kennisgeving met de naam van koper en verkoper en de capaciteitsspecificaties als bedoeld in punt 3.4.1).

Wanneer dergelijke informatie wordt verstrekt door een platformbeheerder die een derde partij is, worden de transmissiesysteembeheerders vrijgesteld van deze bepaling.

3) Wat de balanceringsdienst van zijn systeem betreft, verstrekt elke transmissiesysteembeheerder elke netwerkgebruiker, voor elke balanceringsperiode, gegevens over zijn specifieke preliminaire onbalansvolumen en kosten per individuele netwerkgebruiker, en dit uiterlijk één maand na het einde van de balanceringsperiode. De definitieve gegevens met betrekking tot gebruikers die worden bevoorraad overeenkomstig gestandaardiseerde belastingsprofielen, mogen tot 14 maanden later worden verstrekt. Voor zover dergelijke informatie wordt verstrekt door een derde partij, worden de transmissiesysteembeheerders vrijgesteld van deze bepaling. Bij het verstrekken van deze informatie wordt de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie in acht genomen.

4) Wanneer flexibiliteitsdiensten, andere dan toegestane afwijkingen, worden aangeboden voor derdentoegang publiceren de transmissiesysteembeheerders dagelijks prognoses voor de volgende dag inzake de maximale hoeveelheid flexibiliteit, het geboekte flexibiliteitsniveau en de beschikbaarheid van flexibiliteit voor de markt van de volgende gasdag. De transmissiesysteembeheerders publiceren achteraf ook de samengevoegde gegevens over het gebruik van alle flexibiliteitsdiensten tegen het einde van elke gasdag. Wanneer de nationale regelgevende instantie ervan overtuigd is dat dergelijke informatie eventueel misbruik door de netwerkgebruikers tot gevolg kan hebben, kan zij de transmissiesysteembeheerder vrijstellen van deze verplichting.

5) Per balanceringszone publiceren de transmissiesysteembeheerders de hoeveelheid gas in het transmissiesysteem bij het begin van elke gasdag en de prognose betreffende de hoeveelheid gas in het transmissiesysteem op het einde van elke gasdag. De prognose betreffende de hoeveelheid gas op het einde van de gasdag wordt gedurende de gehele gasdag per uur geactualiseerd. Als tarieven voor onbalans worden aangerekend op uurbasis, maakt de transmissiesysteembeheerder de hoeveelheid gas in het transmissiesysteem op uurbasis bekend. Als alternatief kunnen de transmissiesysteembeheerders per balanceringszone ook de samengevoegde gegevens publiceren betreffende de onbalans van alle gebruikers bij het begin van elke balanceringsperiode en de prognose voor de samengevoegde onbalanspositie van alle gebruikers tegen het einde van elke gasdag. Wanneer de nationale regelgevende instantie ervan overtuigd is dat dergelijke informatie eventueel misbruik door de netwerkgebruikers tot gevolg kan hebben, kan zij de transmissiesysteembeheerder vrijstellen van deze verplichting.

6) De transmissiesysteembeheerders bieden gebruiksvriendelijke instrumenten voor de berekening van de tarieven aan.

7) De transmissiesysteembeheerders houden gedurende ten minste vijf jaar ter beschikking van de relevante nationale autoriteiten gegevens bij over alle capaciteitscontracten en andere relevante informatie in verband met de berekening van en het verstrekken van toegang tot beschikbare capaciteit, in het bijzonder de individuele nominaties en onderbrekingen van de voorziening. De transmissiesysteembeheerders houden gedurende ten minste vijf jaar documentatie bij met alle relevante informatie overeenkomstig de punten 3.3.4) en 3.3.5) en zij stellen deze informatie op verzoek ter beschikking van de regelgevende instantie. Beide partijen nemen de commerciële vertrouwelijkheid in acht.

▼B




BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL



Verordening (EG) nr. 1775/2005

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 3

Artikel 13

Artikel 4

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 5

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 6

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 7

Artikel 21

Artikel 8

Artikel 22

Artikel 9

Artikel 23

Artikel 10

Artikel 24

Artikel 11

Artikel 25

Artikel 12

Artikel 26

Artikel 13

Artikel 27

Artikel 14

Artikel 28

Artikel 15

Artikel 29

Artikel 16

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 17

Artikel 32

Bijlage

Bijlage I



( 1 ) PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39.