2004R0802 — NL — 01.01.2014 — 003.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EG) Nr. 802/2004 VAN DE COMMISSIE van ►C1 21 april 2004 ◄ tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133, 30.4.2004, p.1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
No |
page |
date |
||
VERORDENING (EG) Nr. 1792/2006 VAN DE COMMISSIE van 23 oktober 2006 |
L 362 |
1 |
20.12.2006 |
|
VERORDENING (EG) Nr. 1033/2008 VAN DE COMMISSIE van 20 oktober 2008 |
L 279 |
3 |
22.10.2008 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 519/2013 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2013 |
L 158 |
74 |
10.6.2013 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1269/2013 VAN DE COMMISSIE van 5 december 2013 |
L 336 |
1 |
14.12.2013 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 802/2004 VAN DE COMMISSIE
van ►C1 21 april 2004 ◄
tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,
Gelet op Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) ( 1 ), en met name op artikel 23, lid 1,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen ( 2 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/97 ( 3 ), en met name op artikel 23,
Na raadpleging van het Adviescomité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad is herschikt, met ingrijpende wijzigingen van diverse bepalingen van die Verordening. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 447/98 ( 4 ) van de Commissie betreffende de aanmeldingen, de termijnen en het horen van betrokkenen en derden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen dient derhalve te worden gewijzigd om die wijzigingen in aanmerking te nemen. Ter wille van de duidelijkheid dient die verordening bijgevolg te worden ingetrokken en door een nieuwe verordening te worden vervangen. |
(3) |
De Commissie heeft maatregelen goedgekeurd betreffende het mandaat van raadadviseurs-auditeurs in bepaalde mededingingsprocedures. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 139/2004 berust op het beginsel dat concentraties moeten worden aangemeld alvorens zij tot stand worden gebracht. Enerzijds heeft een aanmelding belangrijke, voor de partijen bij de voorgenomen concentratie gunstige rechtsgevolgen, terwijl anderzijds bij niet-nakoming van de aanmeldingsverplichting de aanmeldende partijen geldboeten kunnen worden opgelegd en deze niet-nakoming voor hen ook nadelige burgerrechtelijke gevolgen kan hebben. Bijgevolg moeten in het belang van de rechtszekerheid het voorwerp en de inhoud van de in de aanmelding te verstrekken gegevens nauwkeurig worden vastgesteld. |
(5) |
Het staat aan de aanmeldende partijen, de Commissie volledig en naar waarheid in te lichten over de feiten en omstandigheden die voor het geven van een beschikking over de aangemelde concentratie relevant zijn. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 139/2004 stelt de betrokken ondernemingen ook in staat vóór enige aanmelding, door middel van een gemotiveerde kennisgeving, te verzoeken dat een concentratie die aan de vereisten van die verordening voldoet, door één of meer lidstaten naar de Commissie wordt verwezen, of door de Commissie naar één of meer lidstaten wordt verwezen, naar gelang het geval. Het is belangrijk de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voldoende gegevens te verstrekken, om hen in staat stellen, op korte termijn te besluiten of een verwijzing noodzakelijk is. Daartoe dient de gemotiveerde kennisgeving een aantal specifieke gegevens te bevatten. |
(7) |
Om het onderzoek van de aanmeldingen en gemotiveerde kennisgevingen te vereenvoudigen en te bespoedigen, is het wenselijk het gebruik van een formulier voor te schrijven. |
(8) |
Daar de aanmelding volgens Verordening (EG) nr. 139/2004 wettelijke termijnen doet ingaan, moet ook worden vastgesteld aan welke voorwaarden deze wettelijke termijnen moeten voldoen en op welk tijdstip zij ingaan. |
(9) |
In het belang van de rechtszekerheid moeten regels worden vastgesteld voor het berekenen van de in Verordening (EG) nr. 139/2004 bepaalde wettelijke termijnen. Met name moeten het begin en einde van die termijnen en de omstandigheden waaronder deze termijnen worden geschorst, worden vastgesteld, met inachtneming van de vereisten die voortvloeien uit het feit dat de genoemde wettelijke termijnen uitzonderlijk kort zijn. |
(10) |
De bepalingen betreffende de procedure voor de Commissie moeten zodanig worden opgesteld, dat het recht te worden gehoord en het recht van verdediging volledig worden gewaarborgd. Daartoe dient de Commissie te onderscheiden tussen de partijen die de concentratie aanmelden, andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie, derden en de partijen ten aanzien waarvan de Commissie voornemens is een beschikking te geven waarbij een geldboete of een dwangsom wordt opgelegd. |
(11) |
De Commissie moet de aanmeldende partijen en andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie desgevraagd in de gelegenheid stellen, vóór de aanmelding informeel en strikt vertrouwelijk met haar over de voorgenomen concentratie van gedachten te wisselen. Bovendien dient de Commissie, voorzover nodig, na de aanmelding nauw contact met deze partijen te houden, om met hen praktische of juridische problemen waarop zij bij haar eerste onderzoek van het geval stuit, te bespreken en, indien mogelijk, in der minne op te lossen. |
(12) |
In overeenstemming met het beginsel van de eerbiediging van het recht van verdediging moeten de aanmeldende partijen in de gelegenheid worden gesteld hun opmerkingen te maken over alle bezwaren die de Commissie voornemens is in haar beschikkingen in aanmerking te nemen. De andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie moeten eveneens van de bezwaren van de Commissie in kennis worden gesteld en de gelegenheid krijgen hun standpunt kenbaar te maken. |
(13) |
Ook derden die daarbij een voldoende belang kunnen aantonen, moeten in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt kenbaar te maken, indien zij daarom schriftelijk verzoeken. |
(14) |
Alle personen die gerechtigd zijn opmerkingen te maken, moeten dit schriftelijk doen, zowel in hun eigen belang als uit oogpunt van behoorlijk bestuur, met dien verstande dat zij het recht moeten hebben zo nodig hun schriftelijke opmerkingen in een formele hoorzitting mondeling aan te vullen. In dringende gevallen moet de Commissie de mogelijkheid hebben de aanmeldende partijen, andere betrokkenen of derden onmiddellijk formeel te horen. |
(15) |
Bepaald moet worden wat de rechten zijn van de personen die moeten worden gehoord, in welke mate hun toegang tot het dossier van de Commissie moet worden verleend en onder welke voorwaarden zij zich kunnen laten vertegenwoordigen of bijstaan. |
(16) |
Bij het verlenen van toegang tot het dossier moet de Commissie de bescherming van hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie waarborgen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben ondernemingen die documenten of verklaringen hebben ingediend, te verzoeken aan te geven wat als vertrouwelijke informatie geldt. |
(17) |
Teneinde de Commissie in staat te stellen de verbintenissen die de aanmeldende partijen hebben aangeboden om de concentratie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar te maken, naar behoren te beoordelen, en teneinde een passende raadpleging van andere betrokkenen, derden en de autoriteiten van de lidstaten mogelijk te maken, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 139/2004, met name in artikel 18, leden 1 en 4, en artikel 19, leden 1, 2, 3 en 5, daarvan, moeten de procedure en de termijnen voor het indienen van de in artikel 6, lid 2, en artikel 8, lid 2, van die Verordening bedoelde verbintenissen worden vastgesteld. |
(18) |
Ook is het nodig de regels vast te stellen die gelden voor bepaalde door de Commissie vastgestelde termijnen. |
(19) |
Het Adviescomité voor concentraties moet advies uitbrengen op grond van een voorontwerp voor een beschikking. Bijgevolg moet het over een zaak worden geraadpleegd, nadat het onderzoek daarvan is voltooid. Deze raadpleging belet de Commissie evenwel niet zo nodig het onderzoek te heropenen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 139/2004 uitgevoerde controle op concentraties.
HOOFDSTUK II
AANMELDINGEN EN ANDERE KENNISGEVINGEN
Artikel 2
Tot indiening van aanmeldingen gerechtigden
1. Aanmeldingen worden door de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen of ondernemingen ingediend.
2. Wanneer daartoe gemachtigde externe vertegenwoordigers van personen of ondernemingen de aanmeldingen ondertekenen, tonen zij hun vertegenwoordigingsbevoegdheid met schriftelijke bewijsstukken aan.
3. Gemeenschappelijke aanmeldingen worden door een gemeenschappelijke vertegenwoordiger ingediend, die gemachtigd is namens alle aanmeldende partijen documenten over te leggen en in ontvangst te nemen.
Artikel 3
Indiening van de aanmeldingen
1. Aanmeldingen worden ingediend op de wijze die is voorgeschreven in formulier CO, waarvan het model in bijlage I is opgenomen. Op de in bijlage II beschreven voorwaarden mogen aanmeldingen worden ingediend op het verkorte formulier dat in die bijlage is vastgesteld. De gemeenschappelijke aanmeldingen worden op één enkel formulier ingediend.
2. ►M4 Het formulier CO en de daarbij gevoegde documenten worden bij de Commissie ingediend in het formaat en met het aantal afschriften dat de Commissie op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie vaststelt. De aanmelding komt in op het in artikel 23, lid 1, vermelde adres. ◄
3. De bij de aanmelding gevoegde documenten bestaan uit het origineel of uit een afschrift ervan; afschriften worden door de aanmeldende partijen voor eensluidend en volledig verklaard.
4. De aanmelding wordt in een van de officiële talen van de Gemeenschap gesteld. Deze taal is ten aanzien van de aanmeldende partijen ook de taal waarin de procedure verloopt, alsmede die van alle daaropvolgende procedures in verband met dezelfde concentratie. De bijgevoegde documenten worden in de oorspronkelijke taal ervan ingediend. Wanneer de oorspronkelijke taal niet een van de officiële talen van de Gemeenschap is, wordt een vertaling in de taal van de procedure bijgevoegd.
5. Aanmeldingen die uit hoofde van artikel 57 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte worden ingediend, mogen ook in een van de officiële talen van de EVA-Staten of in de werktaal van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden ingediend. Indien de taal die voor de aanmelding is gekozen, geen officiële taal van de Gemeenschap is, voegen de aanmeldende partijen bij elk door hen ingediend document een vertaling daarvan bij in een officiële taal van de Gemeenschap. De voor de vertaling gekozen taal, is bepalend voor de taal die door de Commissie in de procedure ten aanzien van de aanmeldende partijen wordt gebruikt.
Artikel 4
Te verstrekken inlichtingen en documenten
1. De aanmelding bevat de inlichtingen, met inbegrip van documenten, die worden verlangd in de in de bijlagen I en II opgenomen formulieren die van toepassing zijn. De inlichtingen zijn juist en volledig.
2. De Commissie kan ontheffing verlenen van de verplichting bepaalde inlichtingen, met inbegrip van documenten, te verstrekken of van andere in bijlagen I en II vastgestelde verplichtingen, wanneer zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten voor het onderzoek van de zaak niet nodig is.
3. De Commissie bevestigt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanmelding en van het antwoord op een door haar krachtens artikel 5, leden 2 en 3, gezonden brief.
Artikel 5
Datum van de aanmelding
1. Onverminderd de leden 2, 3 en 4, geldt als datum van de aanmelding die van de ontvangst ervan door de Commissie.
2. Wanneer de inlichtingen, met inbegrip van de documenten, in de aanmelding in inhoudelijk opzicht onvolledig zijn, stelt de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. In dat geval geldt het tijdstip waarop de Commissie de volledige inlichtingen ontvangt, als datum van de aanmelding.
3. Inhoudelijke wijzigingen in de in de aanmelding vermelde feiten die aan het licht komen na de aanmelding en die de aanmeldende partijen kennen of hadden moeten kennen, of eventuele nieuwe informatie die aan het licht komt en die de aanmeldende partijen kennen of hadden moeten kennen en die, indien deze op het tijdstip van de aanmelding bekend was geweest, had moeten worden aangemeld, worden de Commissie onverwijld meegedeeld. Voorzover in deze gevallen deze inhoudelijke wijzigingen of deze nieuwe informatie een aanzienlijke invloed op de beoordeling van de concentratie kunnen hebben, kan de Commissie het tijdstip waarop zij de desbetreffende inlichtingen ontvangt, als de datum van aanmelding aanmerken; de Commissie stelt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis.
4. Onjuiste of misleidende inlichtingen gelden als onvolledige inlichtingen.
5. Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 het geschied zijn van de aanmelding bekendmaakt, vermeldt zij de datum waarop zij de aanmelding heeft ontvangen. Wanneer ingevolge de leden 2, 3 en 4, van dit artikel een latere datum dan die welke in deze bekendmaking is vermeld, als datum van de aanmelding geldt, doet de Commissie een nieuwe bekendmaking waarin zij die latere datum vermeldt.
Artikel 6
Specifieke bepalingen in verband met gemotiveerde kennisgevingen, aanvullende aanmeldingen en verklaringen
1. De gemotiveerde kennisgevingen in de zin van artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bevatten de overeenkomstig Bijlage III bij deze Verordening verlangde inlichtingen, met inbegrip van documenten.
2. Artikel 2, artikel 3, lid 1, derde zin, artikel 3, leden 2 tot en met 5, artikel 4, artikel 5, leden 1 tot en met 4, en de artikelen 21 en 23 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing voor gemotiveerde kennisgevingen in de zin van artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004.
Artikel 2, artikel 3, lid 1, derde zin, artikel 3, leden 2 tot en met 5, artikel 4, artikel 5, leden 1 tot en met 4, en de artikelen 21 en 23 van de onderhavige verordening zijn van overeenkomstige toepassing voor aanvullende aanmeldingen en voor verklaringen in de zin van artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004.
HOOFDSTUK III
TERMIJNEN
Artikel 7
Aanvang van de termijnen
De termijnen gaan in op de werkdag, zoals omschreven in artikel 24 van deze verordening, die volgt op de gebeurtenis waarnaar de desbetreffende bepaling van Verordening (EG) nr. 139/2004 verwijst.
Artikel 8
Verstrijken van termijnen
Een in werkdagen uitgedrukte termijn loopt af op het einde van de laatste werkdag van die termijn.
Een door de Commissie door middel van een kalenderdag vastgestelde termijn loopt af op het einde van die dag.
Artikel 9
Opschorting van de termijnen
1. De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort indien de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, of artikel 13, lid 4, van die verordening om een van de volgende redenen een beschikking moet geven:
a) de inlichtingen waarom de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft verzocht, worden niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt;
b) de inlichtingen waarom de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een derde, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft verzocht, worden niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt wegens omstandigheden waarvoor een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, verantwoordelijk is;
c) een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft geweigerd zich aan een door de Commissie noodzakelijk geachte inspectie op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 te onderwerpen of overeenkomstig artikel 13, lid 2, van die verordening daaraan mee te werken;
d) de aanmeldende partijen hebben verzuimd de Commissie in kennis te stellen van belangrijke wijzigingen in de in de aanmelding vermelde feiten, of van nieuwe informatie van het in artikel 5, lid 3, van deze Verordening bedoelde soort.
2. De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort indien de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening een beschikking moet geven, zonder eerst een eenvoudig verzoek om inlichtingen te doen, door omstandigheden die een der bij de concentratie betrokken ondernemingen kunnen worden toegerekend.
3. De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort:
a) in de in lid 1, onder a) en b), bedoelde gevallen, voor de periode begrepen tussen het verstrijken van de in het eenvoudige verzoek om inlichtingen gestelde termijn en de ontvangst van de bij beschikking verlangde volledige en juiste inlichtingen;
b) in het in lid 1, onder c), bedoelde geval, voor de periode begrepen tussen de vergeefse poging de inspectie uit te voeren en de voltooiing van de bij beschikking gelaste inspectie;
c) in het in lid 1, onder d), bedoelde geval, voor de periode begrepen tussen het tijdstip waarop zich de wijziging in de aldaar bedoelde feiten voordoet, en de ontvangst van de volledige en juiste inlichtingen.
d) in de in lid 2 bedoelde gevallen, voor de periode begrepen tussen het verstrijken van de in de beschikking gestelde termijn en de ontvangst van de bij beschikking verlangde volledige en juiste inlichtingen.
4. De opschorting van de termijn gaat in op de werkdag, volgende op die waarop de gebeurtenis die tot de opschorting leidde, zich heeft voorgedaan. Zij verstrijkt op het einde van de dag waarop de reden voor de opschorting is weggevallen. Wanneer deze laatste dag geen werkdag is, verstrijkt de opschorting van de termijn op het einde van de eerstvolgende werkdag.
Artikel 10
Naleving van de termijnen
1. De in artikel 4, lid 4, vierde alinea, artikel 9, lid 4, artikel 10, leden 1 en 3, en artikel 22, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht te zijn nageleefd indien de Commissie de beschikking geeft alvorens de termijn verstrijkt.
2. De in artikel 4, lid 4, tweede alinea, artikel 4, lid 5, derde alinea, artikel 9, lid 2, artikel 22, lid 1, tweede alinea, en artikel 22, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht door de betrokken lidstaat te zijn nageleefd indien de lidstaat, alvorens de termijn verstrijkt, de Commissie schriftelijk in kennis stelt of een schriftelijk verzoek indient dan wel zich daarbij aansluit, al naar gelang het geval.
3. De in artikel 9, lid 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht te zijn nageleefd indien de bevoegde autoriteit van een betrokken lidstaat de betrokken onderneming overeenkomstig die bepaling in kennis stelt alvorens de termijn verstrijkt.
HOOFDSTUK IV
UITOEFENING VAN HET RECHT TE WORDEN GEHOORD; HOORZITTINGEN
Artikel 11
Te horen partijen
Voor de toepassing van het recht te worden gehoord overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 139/2004 worden de volgende partijen onderscheiden:
a) de aanmeldende partijen, zijnde de personen of ondernemingen die overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een aanmelding indienen;
b) andere betrokkenen, zijnde andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie dan de aanmeldende partijen, zoals de verkoper en de onderneming die het voorwerp van de concentratie is;
c) derden, zijnde natuurlijke of rechtspersonen, zoals afnemers, leveranciers of concurrenten die aantonen daarbij voldoende belang te hebben in de zin van artikel 18, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 139/2004, hetgeen in het bijzonder het geval is voor:
— leden van de bestuurs- of directieorganen van de betrokken ondernemingen of erkende vertegenwoordigers van de werknemers van deze ondernemingen;
— consumentenorganisaties, wanneer de voorgenomen concentratie door eindgebruikers gebruikte producten of diensten betreft;
d) partijen ten aanzien waarvan de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 14 of artikel 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven.
Artikel 12
Beschikkingen tot opschorting van de totstandbrenging van concentraties
1. Wanneer de Commissie voornemens is op grond van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een beschikking te geven, die voor een of meer van de partijen ongunstig is, doet zij overeenkomstig artikel 18, lid 1, van die verordening de aanmeldende partijen en andere betrokkenen schriftelijk mededeling van haar bezwaren en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.
2. Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 voorlopig een in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde beschikking heeft gegeven zonder de aanmeldende partijen en andere betrokkenen in de gelegenheid te hebben gesteld hun standpunt kenbaar te maken, zendt zij hun onverwijld de tekst van de voorlopige beschikking en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.
►M4 Zodra de aanmeldende partijen en andere betrokkenen hun standpunt kenbaar hebben gemaakt, stelt de Commissie een eindbesluit vast waarbij zij het voorlopige besluit intrekt, wijzigt of bevestigt. ◄ Wanneer genoemde partijen hun standpunt niet binnen de vastgestelde termijn schriftelijk kenbaar maken, wordt de voorlopige beschikking van de Commissie bij het verstrijken van deze termijn definitief.
Artikel 13
Beschikkingen ten principale
1. Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven, hoort zij de partijen overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 3, van die verordening alvorens het Adviescomité voor concentraties te raadplegen.
Artikel 12, lid 2, van deze verordening is van overeenkomstige toepassing wanneer de Commissie op grond van artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 voorlopig een beschikking heeft gegeven uit hoofde van artikel 18, lid 2, van die verordening.
2. De Commissie doet de aanmeldende partijen schriftelijk mededeling van haar bezwaren.
De Commissie stelt in de mededeling van punten van bezwaar een termijn vast waarbinnen de aanmeldende partijen hun opmerkingen schriftelijk aan de Commissie kenbaar mogen maken.
De Commissie stelt andere betrokkenen schriftelijk van deze bezwaren in kennis.
De Commissie stelt ook een termijn vast waarbinnen deze andere betrokkenen hun opmerkingen schriftelijk aan de Commissie kenbaar kunnen maken.
De Commissie is niet verplicht rekening te houden met na het verstrijken van een door haar vastgestelde termijn ontvangen opmerkingen.
3. De partijen tot welke de bezwaren van de Commissie zijn gericht of die van deze bezwaren in kennis zijn gesteld, kunnen hun opmerkingen ten aanzien van deze bezwaren kenbaar maken. Zij doen dit schriftelijk binnen de vastgestelde termijn. Zij kunnen in hun schriftelijke opmerkingen alle hun bekende feiten en elementen aanvoeren die voor hun recht van verdediging relevant zijn, en ten bewijze van hetgeen zij aanvoeren, aan hun opmerkingen alle relevante documenten toevoegen. Zij kunnen ook voorstellen dat de Commissie personen hoort die deze elementen kunnen bevestigen. Zij dienen hun opmerkingen bij de Commissie in op het in artikel 23, lid 1, vermelde adres. Het formaat waarin de opmerkingen moeten worden ingediend en het aantal vereiste afschriften worden door de Commissie op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie vastgesteld. De Commissie doet de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onverwijld een afschrift van deze schriftelijke opmerkingen toekomen.
4. Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 14 of artikel 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven, hoort zij overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 3, van die verordening, alvorens het Adviescomité voor concentraties te raadplegen, de partijen tot welke zij voornemens is deze beschikking te richten.
De procedure van lid 2, eerste en tweede alinea, en lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 14
Mondelinge toelichting
1. Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij de aanmeldende partijen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid tijdens een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten. Zij kan de aanmeldende partijen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
2. Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij ook andere betrokkenen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid in een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten. Zij kan deze betrokkenen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
3. Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 14 of 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij partijen waaraan zij voornemens is een geldboete of een dwangsom op te leggen, in de gelegenheid in een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten, indien zij in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht. Zij kan deze partijen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
Artikel 15
Verloop van de formele hoorzitting
1. De formele hoorzitting wordt door de raadadviseur-auditeur in volle onafhankelijkheid geleid.
2. De Commissie roept degenen die zij wil horen, op de door haar bepaalde datum voor de formele hoorzitting op.
3. De Commissie nodigt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uit aan formele hoorzittingen deel te nemen.
4. De uitgenodigde personen verschijnen in persoon of worden vertegenwoordigd door wettelijk of statutair daartoe gemachtigde vertegenwoordigers. Ondernemingen en ondernemersverenigingen mogen ook worden vertegenwoordigd door een naar behoren gemachtigd lid van hun vaste personeel.
5. Degenen die door de Commissie worden gehoord, mogen zich laten bijstaan door hun juristen of door andere, door de raadadviseur-auditeur aanvaarde, gekwalificeerde en naar behoren gemachtigde personen.
6. De formele hoorzitting is niet openbaar. Eenieder kan afzonderlijk of in aanwezigheid van andere uitgenodigde personen worden gehoord, met inachtneming van het rechtmatige belang van de ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie.
7. De raadadviseur-auditeur kan alle partijen in de zin van artikel 11, de diensten van de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan tijdens de formele hoorzitting vragen te stellen.
De raadadviseur-auditeur kan ter voorbereiding van de hoorzitting een vergadering met de partijen en de diensten van de Commissie beleggen, om een efficiënte organisatie van de formele hoorzitting te vergemakkelijken.
8. De verklaringen van eenieder die wordt gehoord, worden opgenomen. Desgevraagd wordt de opname van de formele hoorzitting beschikbaar gesteld aan eenieder die deze hoorzitting heeft bijgewoond. Daarbij wordt rekening gehouden met het rechtmatige belang van de ondernemingen dat hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie worden beschermd.
Artikel 16
Het horen van derden
1. Indien derden overeenkomstig artikel 18, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 139/2004 schriftelijk verzoeken te worden gehoord, stelt de Commissie hen schriftelijk van de aard en het voorwerp van de procedure in kennis en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt kenbaar kunnen maken.
2. De in lid 1 bedoelde derden maken hun standpunt binnen de vastgestelde termijn schriftelijk kenbaar. De Commissie kan in voorkomend geval degenen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid stellen aan een formele hoorzitting deel te nemen. Zij kan ook in andere gevallen deze derden in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
3. De Commissie kan op dezelfde wijze andere natuurlijke of rechtspersonen verzoeken hun standpunt kenbaar te maken, schriftelijk zowel als mondeling, waaronder begrepen tijdens een formele hoorzitting.
HOOFDSTUK V
TOEGANG TOT HET DOSSIER EN BEHANDELING VAN VERTROUWELIJKE INFORMATIE
Artikel 17
Toegang tot het dossier en gebruik van documenten
1. Op verzoek verleent de Commissie de partijen tot welke zij een mededeling van punten van bezwaar heeft gericht, toegang tot het dossier om hen in staat te stellen hun rechten van verdediging uit te oefenen. Toegang wordt verleend na de kennisgeving van de mededeling van punten van bezwaar.
2. De Commissie verleent ook de andere betrokkenen die van de bezwaren in kennis zijn gesteld, desgevraagd inzage van het dossier, voorzover zulks nodig is om hun opmerkingen te kunnen voorbereiden.
3. Het recht van toegang tot het dossier geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen of interne documenten van de Commissie of van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het recht van toegang tot het dossier geldt evenmin voor correspondentie tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onderling en tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten.
4. Documenten die door toegang tot het dossier uit hoofde van dit artikel zijn verkregen, mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van de betrokken procedure op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004.
Artikel 18
Vertrouwelijke informatie
1. Er wordt geen mededeling gedaan van, noch inzage verleend in inlichtingen, met inbegrip van documenten die bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten, waarvan de Commissie het voor de procedure niet noodzakelijk acht dat deze openbaar wordt gemaakt.
2. Eenieder die overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 16 van deze verordening zijn standpunt of opmerkingen kenbaar maakt, of die inlichtingen verschaft overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 139/2004, of die nadien in de loop van diezelfde procedure inlichtingen aan de Commissie verschaft, geeft de elementen die hij vertrouwelijk acht, onder opgave van redenen, duidelijk aan en verstrekt daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.
3. Onverminderd lid 2, kan de Commissie van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen verlangen dat zij in alle gevallen waarin zij documenten of verklaringen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 139/2004 meedelen of hebben meegedeeld, de documenten of delen van documenten aangeven die volgens hen bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten die hun toebehoort, en aangeven ten aanzien van welke ondernemingen die documenten als vertrouwelijk dienen te gelden.
De Commissie kan ook van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen verlangen dat zij aangeven welke delen van een mededeling van punten van bezwaar, samenvatting van een zaak of een door de Commissie gegeven beschikking volgens hen eventueel bedrijfsgeheimen bevatten.
Wanneer bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie worden aangegeven, geven de personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen daarvoor hun redenen op en verstrekken zij daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.
4. Wanneer personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen lid 2 of lid 3 niet naleven, mag de Commissie aannemen dat de betrokken documenten of verklaringen geen vertrouwelijke informatie bevatten.
HOOFDSTUK VI
DOOR DE BETROKKEN ONDERNEMINGEN AANGEBODEN VERBINTENISSEN
Artikel 19
Termijnen voor de indiening van verbintenissen
1. De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen moeten binnen twintig werkdagen na de datum van ontvangst van de aanmelding bij de Commissie worden ingediend.
2. De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen worden binnen 65 werkdagen na de dag waarop de procedure is ingeleid, bij de Commissie ingediend.
Wanneer de betrokken ondernemingen eerst verbintenissen aanbieden binnen 55 werkdagen na de dag waarop de procedure is ingeleid, maar nadien een gewijzigde versie van de verbintenissen indienen 55 werkdagen of meer na die dag, worden de gewijzigde verbintenissen geacht nieuwe verbintenissen te zijn voor de toepassing van artikel 10, lid 3, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 139/2004.
Wanneer overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 139/2004 de periode voor het geven van een beschikking overeenkomstig artikel 8, leden 1, 2 en 3, wordt verlengd, wordt de termijn van 65 werkdagen voor het indienen van verbintenissen automatisch met hetzelfde aantal werkdagen verlengd.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie verbintenissen aanvaarden die na het verstrijken van de in dit lid bedoelde termijn voor het indienen van verbintenissen zijn aangeboden, mits de procedure van artikel 19, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 wordt nageleefd.
3. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20
Procedure voor het indienen van verbintenissen
1. De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen worden bij de Commissie ingediend op het in artikel 23, lid 1, vermelde adres in het formaat en met het aantal afschriften dat de Commissie op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie vaststelt. De Commissie zendt de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onverwijld een afschrift van deze verbintenissen toe.
1 bis. Naast de vereisten van lid 1, dienen de betrokken ondernemingen, tegelijkertijd met het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004, één origineel in van de inlichtingen en documenten die op het in bijlage IV bij deze verordening opgenomen formulier RM betreffende corrigerende maatregelen („formulier RM”) worden verlangd, samen met het aantal afschriften dat de Commissie op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie vaststelt. De ingediende inlichtingen zijn correct en volledig.
2. Bij het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004, geven de betrokken ondernemingen terzelfder tijd duidelijk de informatie aan die zij vertrouwelijk achten onder opgave van redenen, en verstrekken daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie.
Artikel 20 bis
Gevolmachtigden
1. De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen kunnen de benoeming, op kosten van de betrokken ondernemingen, omvatten van een onafhankelijke gevolmachtigde (of gevolmachtigden) die de Commissie bijstaat (of bijstaan) bij het toezicht op de inachtneming van de verbintenissen, of die de opdracht heeft (of hebben) de verbintenissen ten uitvoer te leggen. De gevolmachtigde kan worden benoemd door de partijen, nadat de Commissie diens identiteit heeft goedgekeurd, of door de Commissie. De gevolmachtigde voert zijn taken onder toezicht van de Commissie uit.
2. De Commissie kan dergelijke in de verbintenissen vervatte bepalingen inzake gevolmachtigden als voorwaarden en verplichtingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aan haar beschikking verbinden.
HOOFDSTUK VII
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 21
Bezorging van documenten
1. De Commissie kan documenten en uitnodigingen op een van de volgende wijzen doen toekomen aan degenen voor wie zij zijn bestemd:
a) door afgifte tegen ontvangstbewijs;
b) bij aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging;
c) per faxbericht met verzoek om ontvangstbevestiging;
d) via e-mail met verzoek om ontvangstbevestiging.
2. Tenzij anders bepaald in deze verordening, is lid 1 ook van toepassing op de bezorging van documenten van de aanmeldende partijen, van andere betrokkenen of van derden aan de Commissie.
3. In geval van toezending van een document per fax of via e-mail wordt degene voor wie het is bestemd, geacht het op de dag van de verzending ervan te hebben ontvangen.
Artikel 22
Vaststelling van termijnen
Bij de vaststelling van de in artikel 12, leden 1 en 2, artikel 13, lid 2, en artikel 16, lid 1, bedoelde termijnen houdt de Commissie rekening met de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de verklaringen, en met de spoedeisendheid van het geval. Zij houdt ook rekening met de werkdagen en met de wettelijke feestdagen in het land van ontvangst van de mededeling van de Commissie.
Termijnen worden aangeduid met precieze kalenderdagen.
Artikel 23
Ontvangst van documenten door de Commissie
1. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, moeten aanmeldingen bij de Commissie inkomen op het adres van het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie dat door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.
2. Aanvullende inlichtingen die strekken tot vervollediging van aanmeldingen, moeten bij de Commissie op het in lid 1 bedoelde adres inkomen.
3. Schriftelijke opmerkingen over mededelingen van de Commissie overeenkomstig artikel 12, leden 1 en 2, artikel 13, lid 2, en artikel 16, lid 1, van deze verordening moeten vóór het verstrijken van de in elke zaak vastgestelde termijn bij de Commissie op het in lid 1 bedoelde adres inkomen.
4. Wanneer de Commissie vaststelt dat bij haar ingediende documenten of eventuele bijkomende afschriften daarvan elektronisch moeten worden ingediend, stelt zij op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie vast in welk formaat dat moet gebeuren. Verklaringen via e-mail worden toegezonden aan het e-mailadres dat de Commissie op gezette tijdstippen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaakt.
Artikel 24
Definitie van werkdagen
Onder „werkdagen” wordt in Verordening (EG) nr. 139/2004 en in de onderhavige verordening verstaan, alle andere dagen dan zaterdagen, zondagen en vakantiedagen van de Commissie zoals die vóór de aanvang van elk jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
Artikel 25
Intrekking en overgangsbepaling
1. Onverminderd het bepaalde in de leden 2 en 3, wordt Verordening (EG) nr. 447/98 met ingang van 1 mei 2004 ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
2. Verordening (EG) nr. 447/98 blijft van toepassing op concentraties die onder de toepassing van Verordening (EEG) nr. 4064/89 vallen.
3. Voor de toepassing van lid 2 worden de afdelingen 1 tot en met 12 van de Bijlage bij Verordening (EG) nr. 447/98 vervangen door de rubrieken 1 tot en met 11 van Bijlage I bij de onderhavige verordening. In dergelijke gevallen worden verwijzingen in die rubrieken naar de EG-concentratieverordening en de uitvoeringsverordening gelezen als verwijzingen naar de overeenkomstige bepalingen van onderscheidenlijk Verordening (EEG) nr. 4064/89 en Verordening (EG) nr. 447/98.
Artikel 26
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
FORMULIER CO VOOR HET AANMELDEN VAN EEN CONCENTRATIE OVEREENKOMSTIG VERORDENING (EG) Nr. 139/2004
INLEIDING
1.1. Doel van dit formulier CO
Dit formulier CO geeft aan welke informatie aanmeldende partijen moeten verstrekken wanneer zij een voornemen tot fusie, overname of andere concentratie bij de Europese Commissie aanmelden. De regels van de Europese Unie inzake concentratiecontrole zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen ( 5 ) (hierna „de concentratieverordening” genoemd) en in Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie ( 6 ) (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit formulier CO als bijlage is gehecht. De tekst van die verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ( 7 ) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd).
Om de tijd en de kosten te beperken die gepaard gaan met het voldoen aan de procedures inzake concentratiecontrole in meerdere afzonderlijke landen, heeft de Europese Unie een systeem van concentratiecontrole uitgewerkt waarbij concentraties met een Uniedimensie ( 8 ) (normaal gesproken wanneer de partijen bij de concentratie bepaalde omzetdrempels halen) ( 9 ) door de Europese Commissie worden beoordeeld in één enkele procedure (het zgn. „one stop shop”-beginsel). Concentraties die de omzetdrempels niet halen, vallen mogelijk onder de bevoegdheid van de autoriteiten in de lidstaten en/of de autoriteiten in de EVA-Staten die met concentratiecontrole zijn belast.
Volgens de concentratieverordening moet de Commissie binnen een juridisch bindende termijn tot een besluit komen. In een eerste fase heeft de Commissie normaal gesproken 25 werkdagen de tijd om toestemming te geven voor de concentratie of om te besluiten „de procedure in te leiden” — om dus een grondig onderzoek in te stellen ( 10 ). Indien de Commissie besluit de procedure in te leiden, moet zij in de regel een definitief besluit treffen over de operatie uiterlijk 90 werkdagen na het tijdstip waarop de procedure werd ingeleid ( 11 ).
In het licht van deze termijnen, en om het „one stop shop”-beginsel te laten functioneren, is het van essentieel belang dat de Commissie tijdig de informatie ontvangt die zij nodig heeft om het vereiste onderzoek te kunnen uitvoeren en om de impact van de concentratie op de betrokken markten te kunnen nagaan. Daartoe dient bepaalde informatie te worden meegedeeld op het tijdstip van de aanmelding.
1.2. Aan de aanmelding voorafgaande contacten
De informatie die in dit formulier CO wordt gevraagd, is inderdaad vrij uitgebreid. De ervaring heeft echter geleerd dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de zaak, niet steeds alle informatie nodig is om de voorgenomen concentratie naar behoren te kunnen onderzoeken. Als u dus vindt dat bepaalde in dit formulier CO gevraagde informatie misschien niet nodig is voor het onderzoek door de Commissie, wordt u aangemoedigd de Commissie om een ontheffing te verzoeken van de verplichting bepaalde informatie te geven. Meer details vindt u in punt 1.4, onder g), van deze inleiding.
De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele procedure inzake concentratiecontrole. Als zodanig kunnen aan de aanmelding voorafgaande contacten, hoewel niet verplicht, toch bijzonder nuttig zijn voor zowel de aanmeldende partijen als de Commissie, omdat dan onder meer precies kan worden bepaald welke informatie in de aanmelding moet worden verstrekt, waardoor in de meeste gevallen aanzienlijk minder informatie zal worden verlangd.
Ook al is het alleen aan de partijen om te beslissen of zij vóór de aanmelding contacten aanknopen en wanneer zij precies de aanmelding doen, toch verdient het aanbeveling dat de partijen op vrijwillige basis de Commissie raadplegen in verband met de vereiste hoeveelheid en het soort informatie waarop zij voornemens zijn hun aanmelding te baseren.
Belangrijk is voorts nog te vermelden dat bepaalde concentraties, die normaal gesproken geen mededingingsbezwaren zullen oproepen, kunnen worden aangemeld met een verkort formulier CO. Dit formulier is als bijlage II aan de uitvoeringsverordening gehecht.
De aanmeldende partijen kunnen de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings raadplegen van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (hierna „DG Concurrentie” genoemd), zoals die zijn gepubliceerd op de website van DG Concurrentie en die op gezette tijdstippen worden bijgewerkt. Deze Best Practices bieden houvast met betrekking tot aan de aanmelding voorafgaande contacten en de voorbereiding van aanmeldingen.
1.3. Wie moet de aanmelding verrichten?
In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening of in het geval van het verkrijgen van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening moeten, naar gelang van het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verwerven, de aanmelding gezamenlijk verrichten ( 12 ).
Wanneer een onderneming een zeggenschapsdeelneming in een andere onderneming verwerft, moet eerstgenoemde onderneming de aanmelding verrichten.
In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de aanmelding verrichten.
Elke aanmeldende partij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.
1.4. De aanmelding moet juist en volledig zijn
Alle informatie die in dit formulier CO wordt verlangd, moet juist en volledig zijn. Vul de gevraagde informatie in de juiste rubriek van dit formulier CO in.
Let u daarbij met name op de volgende punten:
a) Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening beginnen de met de aanmelding verband houdende termijnen van de concentratieverordening pas te lopen wanneer de Commissie alle informatie heeft ontvangen die samen met de aanmelding moet worden verstrekt. Dit vereiste moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde concentratie kan beoordelen binnen de strikte termijnen van de concentratieverordening.
b) De aanmeldende partijen moeten bij het opstellen van hun aanmelding zorgvuldig nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, vooral de faxen en e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, nauwkeurig, relevant en actueel zijn ( 13 ).
c) Onjuiste of misleidende informatie in de aanmelding zal met onvolledige informatie worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
d) Wanneer een aanmelding onvolledig is, zal de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis stellen. De aanmelding wordt pas geldig op het tijdstip dat de Commissie de volledige en juiste informatie heeft ontvangen (artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening).
e) Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening kunnen aan aanmeldende partijen die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verstrekken, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 8, lid 6, onder a), van de concentratieverordening, haar besluit waarbij een aangemelde concentratie verenigbaar werd verklaard, intrekken wanneer dit berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.
f) U kunt de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier CO verlangde informatie werd gegeven, indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijv. omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelonderneming).
De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is en u met betrekking tot ontbrekende informatie uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voor zover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou kunnen krijgen.
g) Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening kan de Commissie u ontheffing verlenen van de verplichting om bij de aanmelding bepaalde informatie (of bepaalde documenten) te verstrekken. Zij kan u ook ontheffing verlenen voor andere in dit formulier CO opgelegde eisen indien zij van mening is dat de naleving van die verplichtingen of eisen niet nodig is voor het onderzoek van de zaak. U kunt dus vóór de aanmelding schriftelijk om een ontheffing verzoeken, waarbij de u Commissie vraagt u ontheffing te verlenen van de verplichting om die informatie te verschaffen indien u vindt dat die informatie niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie.
De ervaring van de Commissie leert dat bepaalde categorieën informatie die in dit formulier CO wordt gevraagd, ook al is deze voor het onderzoek van bepaalde zaken door de Commissie nodig, in een aanzienlijk aantal andere zaken misschien niet nodig is voor het onderzoek van de Commissie. Deze categorieën informatie zijn specifiek aangegeven op dit formulier CO (zie de voetnoten 15, 16, 18, 20, 23, 27, 28, 30 en 31). Gaat u dus goed na of u een ontheffing voor een van deze categorieën informatie vraagt.
Verzoeken om ontheffing dienen samen met een ontwerpformulier CO te worden ingediend, zodat de Commissie kan nagaan of de informatie waarvoor een ontheffing wordt gevraagd, al dan niet nodig is voor het onderzoek van de zaak. Verzoeken om ontheffing moeten ofwel in de tekst van het ontwerpformulier CO worden gedaan, ofwel via e-mail of per brief aan de verantwoordelijke casemanager en/of het verantwoordelijke hoofd van eenheid.
De Commissie zal verzoeken om ontheffing onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van de zaak niet nodig is. Verzoeken om ontheffing zullen worden behandeld in het kader van het onderzoek van een ontwerpformulier CO. Daarom heeft DG Concurrentie, overeenkomstig de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie, doorgaans vijf werkdagen de tijd nodig om op verzoeken om ontheffing te kunnen antwoorden.
Voor de goede orde zij hier nog vermeld dat het feit dat de Commissie misschien heeft geaccepteerd dat bepaalde in dit formulier CO gevraagde specifieke informatie niet nodig was voor de volledige aanmelding van een concentratie (met formulier CO), de Commissie niet belet om deze specifieke informatie op een ander tijdstip te vragen, met name via een verzoek om inlichtingen overeenkomstig artikel 11 van de concentratieverordening.
1.5. Hoe de aanmelding te verrichten?
De aanmelding moet in een van de officiële talen van de Europese Unie zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle aanmeldende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd. Wanneer overeenkomstig artikel 12 van Protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst een aanmelding is gesteld in een officiële taal van een EVA-Staat die geen officiële taal van de Unie is, moet bij die aanmelding ook een vertaling in een officiële taal van de Unie worden gevoegd.
Bij het verstrekken van de in dit formulier CO verlangde informatie moeten de rubrieken en randnummers van dit formulier worden aangehouden. Voorts moet de verklaring uit rubriek 11 worden ondertekend en moeten documenten ter staving worden bijgevoegd. Het originele formulier CO moet worden ondertekend door personen die rechtens gemachtigd zijn om te handelen namens elk van de aanmeldende partijen of door één of meer daartoe gemachtigde externe vertegenwoordigers van de aanmeldende partij of partijen. Bij het invullen van de rubrieken 7, 8 en 9 van dit formulier CO dienen de aanmeldende partijen te bezien of het duidelijker is deze rubrieken in numerieke orde te presenteren, dan wel of zij kunnen worden gegroepeerd voor elke afzonderlijke betrokken markt (of groep van betrokken markten).
Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in de bijlagen op te nemen. Wat van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke informatie, met name informatie over de marktaandelen van de partijen en hun grootste concurrenten, in dit formulier CO zelf is opgenomen. Bijlagen bij dit formulier CO dienen enkel ter ondersteuning van de in het formulier CO zelf meegedeelde informatie.
Contactgegevens moeten worden verstrekt in een formaat dat DG Concurrentie op zijn website aangeeft. Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Wanneer contactgegevens meermaals onjuist blijken te zijn, kan dat een reden zijn om een aanmelding onvolledig te verklaren.
Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Unie is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd (artikel 3, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een afschrift worden overgelegd. In dit laatste geval moet de aanmeldende partij verklaren dat het afschrift eensluidend en volledig is.
Van het formulier CO moet één origineel exemplaar en het vereiste aantal afschriften, samen met alle bijgevoegde documenten, bij DG Concurrentie worden ingediend. Hoeveel afschriften moeten worden ingediend en in welk formaat (papier en/of elektronisch), zal op geregelde tijdstippen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van DG Concurrentie.
De aanmelding moet worden bezorgd op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening vermelde adres. Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en is te vinden op de website van DG Concurrentie. De aanmelding moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening tijdens de openingstijden zoals die op de website van DG Concurrentie zijn vermeld. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van DG Concurrentie worden gegeven.
Alle elektronische versies van het formulier CO en alle documenten ter staving moeten worden verschaft in een bruikbaar en doorzoekbaar formaat zoals aangegeven op de website van DG Concurrentie.
1.6. Vertrouwelijkheid
Volgens artikel 17, lid 2, van de concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 14 ), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-Staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen en die, naar haar aard, onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Ditzelfde beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.
Indien u van mening bent dat uw belangen worden geschaad, mocht bepaalde van u verlangde informatie openbaar worden gemaakt of anderszins aan anderen worden vrijgegeven, moet u deze informatie afzonderlijk indienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding „Bedrijfsgeheim” aanbrengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of niet aan anderen mag worden vrijgegeven.
In het geval van een fusie of gezamenlijke overname (of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de aanmelding verrichten), mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de aanmelding daarnaar verwijzen als naar een bijlage. De aanmelding zal eerst na ontvangst van al deze bijlagen als volledig worden beschouwd.
1.7. Definities en instructies voor het invullen van dit formulier CO
Aanmeldende partij(en) : in gevallen waarin een operatie wordt aangemeld door slechts één van de ondernemingen die daarbij partij zijn, verwijst de term „aanmeldende partijen” uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk de aanmelding indient.
Partij(en) bij de concentratie of de partijen :
hieronder worden zowel de overnemende als de overgenomen ondernemingen of de fuserende partijen verstaan, daaronder begrepen elke onderneming waarin een zeggenschapsdeelneming wordt verworven, of de onderneming waarop een openbaar overnamebod wordt uitgebracht.
Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen „aanmeldende partij(en)” en „partij(en) bij de concentratie” alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die „partijen” behoren.
Betrokken markten : in rubriek 6 van dit formulier CO moeten de aanmeldende partijen de relevante productmarkten omschrijven en voorts aangeven op welke van die relevante markten de aangemelde operatie waarschijnlijk gevolgen zal hebben. Deze marktomschrijving door de aanmeldende partijen vormt het uitgangspunt voor een aantal vragen in dit formulier CO. Deze term kan verwijzen naar een relevante markt voor hetzij producten, hetzij diensten.
Jaar :
betekent in dit formulier CO steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit formulier CO verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanmelding wordt verricht.
De in de rubriek 4 verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.
Tenzij anders bepaald, zijn in dit formulier CO alle verwijzingen naar wettelijke bepalingen verwijzingen naar de toepasselijke artikelen en leden van de concentratieverordening.
1.8. Beschrijving van door de betrokken ondernemingen verzamelde kwantitatieve economische gegevens
In gevallen waarin een kwantitatieve economische analyse van de betrokken markten waarschijnlijk nuttig is, moet u een korte beschrijving geven van de gegevens die elk van de betrokken ondernemingen verzamelt en opslaat tijdens haar normale bedrijfsvoering en die voor dit soort analyse nuttig kunnen zijn.
Hierna volgen drie voorbeelden van gevallen en de gegevens die in die gevallen nuttig kunnen zijn voor een kwantitatieve economische analyse: een concentratie van twee aanbieders van diensten die zakelijke klanten inkopen op basis van gestructureerde aankoopprocedures waarbij kandidaat-leveranciers tegen elkaar bieden en waarbij leveranciers of klanten biedgegevens verzamelen, d.w.z. gegevens over deelnemers, biedingen en resultaten van vroegere aankoopprocedures; een concentratie tussen producenten van detailhandelsproducten die worden verkocht aan eindgebruikers en waarbij de „scangegevens” over de aankopen van consumenten in winkels gedurende een aanzienlijke periode worden verzameld; een concentratie van aanbieders die mobieletelefoniediensten aan eindgebruikers leveren en waar de telecomtoezichthouders gegevens verzamelen over klanten die tussen aanbieders van mobieletelefoniediensten overstappen.
De beschrijving van de gegevens zou met name informatie moeten bevatten over welk soort gegevens het gaat (informatie over verkoop of offertes, winstmarges, details over aankoopprocedures enz.), de mate waarin die zijn uitgesplitst (per land, per product, per klant, per contract enz.), de periode waarvoor deze gegevens beschikbaar zijn, en het formaat ervan.
De in punt 1.8 van de inleiding gevraagde informatie is geen informatie die moet worden verschaft om het formulier CO als volledig te beschouwen. Gezien echter de wettelijke termijnen die voor de concentratiecontrole van de Unie gelden, worden de aanmeldende partijen aangemoedigd om dit soort beschrijvingen zo vroeg mogelijk bij de behandeling van de zaak te verschaffen en voor markten waarvoor een kwantitatieve analyse wellicht nuttig kan zijn.
Meer houvast kunnen de betrokken ondernemingen vinden in de Best Practices for the submission of economic evidence and data collection in cases concerning the application of articles 101 and 102 TFEU and in merger cases van DG Concurrentie, zoals die op de website van DG Concurrentie zijn bekendgemaakt en daar, op geregelde tijdstippen, worden bijgewerkt.
1.9. Internationale samenwerking tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten
De Commissie moedigt de betrokken ondernemingen aan om de internationale samenwerking te bevorderen tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten die dezelfde concentratie onderzoeken. Het is de ervaring van de Commissie dat een goede samenwerking tussen de Commissie en mededingingsautoriteiten in jurisdicties buiten de EER de betrokken ondernemingen aanzienlijke voordelen oplevert. Daarom moedigt de Commissie aanmeldende partijen aan om, samen met dit formulier CO, een lijst in te dienen van de jurisdicties buiten de EER waar toezichthouders, in het kader van regels inzake concentratiecontrole, vóór of na de sluiting van de transactie toestemming moeten geven voor de concentratie.
Voorts moedigt de Commissie de betrokken ondernemingen aan om verklaringen inzake afstand van vertrouwelijkheid in te dienen, waardoor de Commissie informatie kan delen met andere mededingingsautoriteiten buiten de EER die dezelfde concentratie aan het onderzoeken zijn. Dit soort afstandsverklaringen bevordert gezamenlijk overleg en onderzoek van een concentratie, omdat de Commissie daardoor de betrokken informatie kan delen met een andere mededingingsautoriteit die dezelfde concentratie aan het onderzoeken is, ook wanneer het gaat om vertrouwelijke bedrijfsgegevens die van de betrokken ondernemingen is ontvangen. Met het oog daarop moedigt de Commissie de betrokken ondernemingen aan om het door de Commissie voorgestelde model van afstandsverklaring te gebruiken, dat op de website van DG Concurrentie is bekendgemaakt en daar, op geregelde tijdstippen, wordt bijgewerkt.
1.10. Informatieverstrekking aan werknemers en hun vertegenwoordigers
De Commissie vestigt de aandacht van de partijen erop dat zij, uit hoofde van Unieregels en/of nationale regels, mogelijk verplicht zijn hun werknemers en/of hun vertegenwoordigers te informeren en te raadplegen over operaties met het karakter van een concentratie.
RUBRIEK 1
Beschrijving van de concentratie
1.1. Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bijv. fusie, overname of gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de partijen bij de concentratie actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (met inbegrip van de belangrijkste betrokken markten ( 15 )), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.
1.2. Geef een samenvatting (maximaal 500 woorden) van de informatie uit rubriek 1.1. Deze samenvatting zal dienen om bij de aanmelding te worden bekendgemaakt op de website van DG Concurrentie. Deze samenvatting moet zo zijn geredigeerd dat zij geen vertrouwelijke informatie of bedrijfsgeheimen bevat.
RUBRIEK 2
Informatie over de partijen
2.1. Informatie over de aanmeldende partij(en) en de andere partijen bij de concentratie ( 16 )
Geef voor elk van de aanmeldende partijen en voor iedere andere partij bij de concentratie:
2.1.1. de naam van de onderneming;
2.1.2. naam, adres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon. Het opgegeven adres moet een adres zijn waar documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend. Ook moet de opgegeven contactpersoon geacht worden gemachtigd te zijn om te betekenen stukken in ontvangst te nemen;
2.1.3. indien één of meer gemachtigde externe vertegenwoordigers van de onderneming worden aangesteld, de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan wie documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend:
2.1.3.1. naam, adres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van iedere vertegenwoordiger, en
2.1.3.2. het origineel van het schriftelijke bewijs dat iedere vertegenwoordiger gemachtigd is te handelen (op basis van het model van volmacht dat op de website van DG Concurrentie te vinden is).
2.2. De aard van de activiteiten van de partijen
Geef voor elk van de aanmeldende partijen en voor alle overige partijen bij de concentratie een beschrijving van de aard van de activiteiten van de onderneming.
RUBRIEK 3
Details betreffende de concentratie, eigendom en zeggenschap ( 17 )
De in deze rubriek te verstrekken informatie kan worden toegelicht met organisatieschema’s of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen vóór en na de totstandbrenging van de concentratie.
3.1. Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie. Beantwoord, aan de hand van de desbetreffende criteria van de concentratieverordening en de geconsolideerde Commissiemededeling inzake bevoegdheidskwesties, de volgende vragen ( 18 ):
3.1.1. Wie zijn de ondernemingen of personen die, al dan niet rechtstreeks, uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap uitoefenen over elk van de betrokken ondernemingen? Beschrijf ook de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen vóór de totstandbrenging van de concentratie.
3.1.2. Om welk soort concentratievoornemen gaat het?
i) een volledige fusie?
ii) de verwerving van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap?
iii) een contract of ander middel waarmee directe of indirecte zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 2, van de concentratieverordening wordt verleend?
iv) de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over een volwaardige gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening? Zo ja, leg uit waarom de gemeenschappelijke onderneming als volwaardig moet worden beschouwd ( 19 ).
3.1.3. Hoe zal de concentratie tot stand worden gebracht (bijv. door het sluiten van een overeenkomst, het uitbrengen van een openbaar overnamebod enz.)?
3.1.4. Leg aan de hand van artikel 4, lid 1, van de concentratieverordening uit welke van de volgende handelingen op het tijdstip van aanmelding heeft plaatsgevonden?
i) er is een overeenkomst gesloten;
ii) er is een zeggenschapsdeelneming verworven;
iii) er is een openbaar overnamebod aangekondigd (of het voornemen daartoe);
iv) de betrokken ondernemingen hebben aangetoond te goeder trouw voornemens te zijn een overeenkomst te sluiten.
3.1.5. Op welke datum zullen, naar wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
3.1.6. Hoe zal de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen eruitzien nadat de concentratie tot stand is gebracht?
3.2. Beschrijf de economische motieven voor de concentratie.
3.3. Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naar gelang van het geval). Gaat het hier om aandelen, contanten of andere activa?
3.4. Is er sprake van financiële of andere steun die één of meer partijen van de overheid heeft ontvangen? Om welk soort steun gaat het dan en welk bedrag is ermee gemoeid?
3.5. Geef voor de partijen bij de concentratie (niet zijnde de verkopende partij) een lijst van alle andere, op de betrokken markten actieve ondernemingen waarin de ondernemingen (of personen) van de groep alleen of gezamenlijk 10 % of meer van de stemrechten, het uitgegeven aandelenkapitaal of andere effecten bezitten. Vermeld telkens de naam van de houder en het percentage dat deze bezit ( 20 ).
3.6. Verstrek gegevens betreffende de overnames gedurende de voorbije drie jaar door de hierboven genoemde groepen (rubriek 2.1) van ondernemingen die op de betrokken markten actief zijn ( 21 ).
RUBRIEK 4
Omzet
Vermeld voor elk van de betrokken ondernemingen de volgende gegevens betreffende het afgelopen boekjaar ( 22 ):
4.1. wereldwijde omzet;
4.2. omzet in de EU;
4.3. omzet in de EER (EU plus EVA);
4.4. omzet in elke EU-lidstaat (in voorkomend geval, de lidstaat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EU werd behaald);
4.5. EVA-omzet;
4.6. omzet in elke EVA-Staat (in voorkomend geval, de EVA-Staat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EVA werd behaald; geef ook aan of de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in de EVA-Staten 25 % of meer van hun totale omzet in de EER bedraagt).
Omzetgegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de tabelsjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is.
RUBRIEK 5
Over te leggen documenten
De aanmeldende partij(en) moet(en) de volgende documenten overleggen:
5.1. afschriften van de definitieve of meest recente versie van alle documenten op grond waarvan de concentratie tot stand komt, hetzij bij overeenkomst tussen de partijen bij de concentratie, hetzij door verwerving van een zeggenschapsdeelneming, hetzij door een openbaar overnamebod;
5.2. in geval van een openbaar overnamebod, een afschrift van het biedingsbericht. Indien dit op het ogenblik van de aanmelding niet beschikbaar is, moet een afschrift worden verschaft van het meest recente document waaruit het voornemen blijkt om een openbaar overnamebod uit te brengen en een afschrift van het biedingsbericht zo spoedig mogelijk en uiterlijk op het ogenblik waarop het de aandeelhouders wordt bezorgd;
5.3. een vermelding van het internetadres waar eventueel de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van de partijen bij de concentratie te vinden zijn of, indien dit soort internetadres niet beschikbaar is, afschriften van de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van de partijen bij de concentratie, en
5.4. afschriften van de volgende documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door van één of meer leden van de raad van bestuur, de raad van commissarissen of de raad van toezicht, afhankelijk van de corporate governance-structuur, of van iedere andere persoon die vergelijkbare functies uitoefent (of aan wie zulke functies zijn gedelegeerd of toevertrouwd), of de aandeelhoudersvergadering:
i) notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur, de raad van commissarissen, de raad van toezicht en de aandeelhoudersvergadering waarop over de transactie is overlegd, of uittreksels van die notulen met betrekking tot het overleg over de transactie;
ii) analyses, rapporten, studies, onderzoeken, presentaties en andere gelijksoortige documenten die zijn opgesteld met het oog op een beoordeling of analyse van de concentratie op het punt van de motieven voor de concentratie (onder meer documenten waarin de transactie wordt besproken met betrekking tot mogelijke alternatieve overnames), de marktaandelen, de concurrentievoorwaarden, (daadwerkelijke en potentiële) concurrenten, het potentieel voor omzetgroei of expansie naar andere productmarkten of geografische markten, en/of algemene marktomstandigheden ( 23 );
iii) analyses, rapporten, studies, onderzoeken en andere gelijksoortige documenten die de voorbije twee jaar zijn opgesteld met het oog op een beoordeling van (een van) de betrokken markten ( 24 ) op het punt van marktaandelen, concurrentievoorwaarden, (daadwerkelijke en potentiële) concurrenten en/of het potentieel voor omzetgroei of expansie naar andere productmarkten of geografische markten ( 25 ).
Geef een lijst van alle in rubriek 5.4 genoemde documenten, waarbij u per document telkens aangeeft wanneer het is opgesteld en wat de naam en functie is van degene(n) voor wie het bestemd is.
RUBRIEK 6
Marktomschrijvingen
De relevante productmarkt en de relevante geografische markt dienen om te bepalen binnen welke grenzen de marktmacht van de uit de concentratie ontstane nieuwe entiteit moet worden beoordeeld ( 26 ). Wanneer aanmeldende partijen relevante productmarkten en geografische markten voorstellen, moeten zij niet alleen de omschrijvingen van de productmarkten en geografische markten geven die zij relevant achten, maar ook alle plausibele alternatieve omschrijvingen van productmarkten en geografische markt. Omschrijvingen van plausibele alternatieve productmarkten en geografische markten kunnen worden bepaald op basis van vroegere besluiten van de Commissie en arresten van de EU-rechter en (met name wanneer er geen precedenten zijn in de praktijk van de Commissie of de rechtspraak van het Hof van Justitie) aan de hand van brancherapporten, marktstudies en interne documenten van de aanmeldende partijen.
De aanmeldende partij(en) moet(en) de in dit formulier CO verlangde informatie verstrekken, rekening houdende met de volgende marktomschrijvingen:
6.1. Relevante productmarkten
Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante productmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke producten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling substitueerbaar zijn.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante productmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde producten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de bovenstaande marktomschrijving wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid van producten en diensten, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde of andere relevante factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).
6.2. Relevante geografische markten
De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar de betrokken producten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante geografische markt is, zijn onder meer de aard en de kenmerken van de betrokken producten of diensten, het bestaan van toetredingsbelemmeringen, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.
6.3. Betrokken markten
Voor het verstrekken van de in dit formulier CO verlangde informatie worden de betrokken markten gevormd door alle relevante productmarkten en geografische markten en door alle plausibele alternatieve relevante productmarkten en geografische markten, op grond waarvan binnen de EER:
a) twee of meer van de partijen bij de concentratie op dezelfde relevante markt bedrijfsactiviteiten verrichten en de concentratie zou resulteren in een gezamenlijk marktaandeel van 20 % of meer. Dit zijn horizontale banden;
b) één of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een relevante markt die upstream of downstream ligt van een markt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide niveaus 30 % of meer bedragen, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat ( 27 ). Dit zijn verticale banden.
Geef aan de hand van de marktomschrijvingen en marktaandeeldrempels in rubriek 6 elk van de betrokken markten ( 28 ).
6.4. Overige markten waarop de aangemelde operatie een significante impact kan hebben
Geef aan de hand van de marktomschrijvingen in rubriek 6 een beschrijving van de omvang van de andere productmarkten en geografische markten volgens alle plausibele alternatieve marktomschrijvingen (wanneer dergelijke markten de EER geheel of ten dele omvatten) dan die van de betrokken markten welke in rubriek 6.1 zijn onderscheiden, en waarop de betrokken operatie een significante impact kan hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer:
a) één of meer van de partijen bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 30 % heeft en één of meer andere partijen bij de concentratie een potentiële concurrent op die markt is. Een partij geldt met name als potentiële concurrent wanneer zij plannen heeft om een markt te betreden of in de voorbije drie jaar plannen in die zin heeft ontwikkeld of doorgevoerd;
b) één of meer van de partijen bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 30 % heeft en één of meer andere partijen bij de concentratie eigenaar is van voor die markt belangrijke intellectuele-eigendomsrechten;
c) één of meer van de partijen bij de concentratie actief zijn op een productmarkt die een nauw met die productmarkt verbonden aangrenzende markt is waarop een andere partij (of meerdere andere partijen) bij de concentratie actief is, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide markten 30 % of meer bedragen. Productmarkten zijn nauw verbonden aangrenzende markten wanneer de producten onderling complementair zijn ( 29 ) of wanneer zij tot een scala van producten behoren die doorgaans door hetzelfde soort klanten voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen ( 30 ).
Om de Commissie in staat te stellen van bij de aanvang na te gaan wat de impact is van de voorgenomen concentratie op de mededinging op de in deze rubriek 6.4 onderscheiden markten, wordt de aanmeldende partijen verzocht ook voor die markten de in rubrieken 7 en 8 van dit formulier CO verlangde informatie te verstrekken.
RUBRIEK 7
Informatie over de betrokken markten
Geef voor elke horizontaal betrokken markt, voor elke verticaal betrokken markt en voor iedere andere markt waar de aangemelde operatie een significante impact kan hebben, telkens voor de voorbije drie jaar ( 31 ):
7.1. voor elk van de partijen bij de concentratie: de aard van de activiteiten van de onderneming, haar belangrijkste actieve dochterondernemingen en/of merken, productnamen en/of handelsmerken die op elk van deze markten worden gebruikt;
7.2. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen ( 32 ). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voor zover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;
7.3. de verkopen in waarde en in volume én het geraamde marktaandeel van elk van de partijen bij de concentratie;
7.4. een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval in volume) van alle concurrenten (met inbegrip van importeurs) met een aandeel van ten minste 5 % op de betrokken relevante markt. Vermeld de bronnen voor de berekening van deze marktaandelen en verschaf, voor zover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;
7.5. een raming van de totale capaciteit binnen de EU en binnen de EER. Geef voor elk van de partijen bij de concentratie aan wat tijdens de voorbije drie jaar hun aandeel in deze capaciteit was en wat hun respectieve percentages inzake capaciteitsbenutting waren. Geef, voor zover van toepassing, de locatie en capaciteit van de productie-installaties van elk van de partijen bij de concentratie op de betrokken markten ( 33 ).
RUBRIEK 8
Aanbodstructuur op de betrokken markten
8.1. Beschrijf kort de aanbodstructuur op elk van de betrokken markten. Geef daarbij met name aan:
a) hoe productie, prijszetting en afzet van de producten en/of diensten van de partijen bij de concentratie verlopen (bijv. of zij lokaal produceren, verkopen en prijzen bepalen);
b) hoe en in welke mate elk van de partijen bij de concentratie verticaal geïntegreerd is, vergeleken met haar belangrijkste concurrenten;
c) welke distributiesystemen er op de markt bestaan en hoe belangrijk deze zijn, en in welke mate de distributie wordt verricht door derden en/of door ondernemingen die tot dezelfde groep als de partijen behoren. Geef ook aan hoe belangrijk exclusieve-distributieovereenkomsten en andere soorten langlopende overeenkomsten zijn, en
d) welke servicenetwerken (bijv. voor onderhoud en reparatie) er op deze markten bestaan en hoe belangrijk deze zijn. In welke mate worden deze diensten verricht door derden en/of door ondernemingen die tot dezelfde groep als de partijen behoren?
Vermeld hier elke andere overweging in verband met de aanbodzijde die u relevant acht.
Vraagstructuur op de betrokken markten
8.2. Beschrijf kort de vraagstructuur op elk van de betrokken markten. Geef daarbij met name aan:
a) in welke fase de markt zich bevindt (is het bijvoorbeeld een jonge markt, een groeiende markt, een volgroeide markt of een markt die achteruitgaat) en geef een prognose van het groeipercentage van de vraag;
b) hoe belangrijk de klantenvoorkeuren zijn, op het punt van bijvoorbeeld merkentrouw, de levering van pre- en aftersalesservice, het aanbieden van een volledig productassortiment, of netwerkeffecten;
c) welke rol overschakelingskosten (wat betreft tijd en kosten) spelen voor klanten wanneer deze van leverancier veranderen,
i) voor bestaande producten, en
ii) voor nieuwe producten die bestaande producten vervangen (rekening houdende met de normale duur van klantencontracten);
d) hoe geconcentreerd of gefragmenteerd de vraag is;
e) hoe klanten de betrokken producten of diensten aankopen, met name of zij gebruikmaken van aankoopprocedures zoals procedures met verzoeken om een voorstel in te dienen en biedprocedures.
Productdifferentiatie en nauwe concurrentie
8.3. Beschrijf kort de mate van productdifferentiatie op elk van de betrokken markten. Geef daarbij met name aan:
a) wat de rol en het belang van productdifferentiatie zijn in termen van kwaliteit („verticale differentiatie”) en andere productkenmerken („horizontale differentiatie” en „ruimtelijke differentiatie”);
b) wat de eventuele segmentatie van klanten in verschillende categorieën is. Schets voor elke categorie het profiel van de „typische klant”, en
c) hoe de strijd tussen de partijen bij de concentratie in het algemeen eruitziet, alsmede hoe sterk de producten van de partijen bij de concentratie onderling substitueerbaar zijn. Doe dit ook voor alle categorieën klanten en de „typische klanten” die u in uw antwoord onder b) hebt gegeven.
Markttoetreding en -uittreding
8.4. Hebben de voorbije vijf jaar op één of meer betrokken markten belangrijke toetredingen plaatsgevonden?
Zo ja, wie waren deze nieuwkomers? Geef een raming van het huidige marktaandeel van elk van deze nieuwkomers.
8.5. Zijn er naar het oordeel van de aanmeldende partijen ondernemingen (ook ondernemingen die thans uitsluitend buiten de EU of de EER actief zijn) die waarschijnlijk een van de betrokken markten zullen betreden?
Zo ja, leg uit waarom dergelijke toetreding te verwachten valt. Geef een raming van de termijn waarbinnen dergelijke toetreding naar verwachting zal plaatsvinden.
8.6. Beschrijf kort de belangrijkste factoren die invloed hebben op toetreding tot elk van de betrokken markten, waarbij u toetreding onderzoekt zowel uit geografisch oogpunt als wat de producten betreft. Beantwoord, voor zover van toepassing, de volgende vragen:
a) Hoe hoog zijn de totale kosten (O&O, productie, het opzetten van distributiesystemen, promotie, reclame, serviceverlening enz.) van toetreding op een schaalgrootte die neerkomt op die van een belangrijke, levensvatbare concurrent? Hoe groot is het marktaandeel van dit soort concurrent?
b) Bestaan er wettelijke of bestuursrechtelijke toetredingsbelemmeringen, zoals in enigerlei vorm van overheidswege vereiste vergunningen of opgelegde normen?
c) Zijn er belemmeringen voor de toegang tot klanten, zoals procedures inzake productcertificatie of het belang van reputatie en een bewezen staat van dienst?
d) Is het noodzakelijk en mogelijk om toegang te krijgen tot octrooien, knowhow en andere intellectuele-eigendomsrechten op deze markten?
e) In welke mate is elk van de partijen bij de concentratie eigenaar, licentienemer of licentiegever met betrekking tot octrooien, knowhow en andere rechten op de relevante markten?
f) Hoe belangrijk zijn schaal- en toepassingsvoordelen en netwerkeffecten voor de productie of distributie van producten en/of diensten op de betrokken markten?
g) Hoe toegankelijk zijn de voorzieningsbronnen, zoals de beschikbaarheid van grondstoffen en de noodzakelijke infrastructuur?
8.7. Geef aan of partijen bij de concentratie, of hun concurrenten, producten „in de pijplijn hebben”, d.w.z. producten die waarschijnlijk op korte of middellange termijn op de markt zullen worden gebracht, dan wel of zij plannen hebben om productie- of afzetcapaciteit uit te breiden op een van de betrokken markten. Zo ja, geef een raming van de prognoses voor omzet en marktaandelen van de partijen bij de concentratie voor de komende drie tot vijf jaar.
8.8. Hebben de voorbije vijf jaar op één of meer betrokken markten ondernemingen de markt verlaten?
Zo ja, welke onderneming heeft de markt verlaten? Geef een raming van haar marktaandeel in het jaar voordat zij de markt heeft verlaten.
Onderzoek en ontwikkeling
8.9. Leg voor de betrokken markten uit hoe belangrijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) voor een onderneming zijn om op lange termijn als concurrent te kunnen standhouden. Beschrijf de O&O-activiteiten van de partijen bij de concentratie op de betrokken markten.
Ga hierbij, voor zover van toepassing, op de volgende punten in:
a) Wat zijn de O&O-trends en hoe hoog is de O&O-intensiteit ( 34 ) op deze markten en bij de partijen bij de concentratie?
b) Beschrijf het verloop van de technologische ontwikkeling op deze markten over een passende periode (onder meer hoe frequent nieuwe producten en/of diensten worden geïntroduceerd, de ontwikkelingen op het gebied van producten en/of diensten, productieprocessen, distributiesystemen enz.).
c) Hoe zien voor de komende drie jaar de onderzoeksplanning en -prioriteiten van de partijen eruit?
Samenwerkingsovereenkomsten
8.10. In welke mate bestaan er op de betrokken markten (horizontale, verticale of andere) samenwerkingsovereenkomsten?
8.11. Verstrek, voor zover relevant, details over de belangrijkste samenwerkingsovereenkomsten waaraan de partijen bij de concentratie op de betrokken markten deelnemen, zoals O&O-overeenkomsten, licentieovereenkomsten, overeenkomsten inzake gezamenlijke productie, specialisatieovereenkomsten, distributieovereenkomsten, langlopende leveringsovereenkomsten en overeenkomsten inzake informatie-uitwisseling. Voeg, voor zover u dit nuttig acht, een exemplaar van deze overeenkomsten toe ( 35 ).
Handel tussen lidstaten en invoer van buiten de EER
8.12. In hoeverre wordt voor de betrokken producten de handel binnen de EER beïnvloed door vervoerskosten en andere kosten?
8.13. Geef voor de betrokken markten een raming van de totale waarde, het totale volume en de herkomst van de invoer van buiten de EER. Geef daarbij aan:
a) welk gedeelte van deze invoer afkomstig is van de groepen waartoe de partijen bij de concentratie behoren;
b) in welke mate — volgens uw raming — quota, invoerrechten of niet-tarifaire handelsbelemmeringen deze invoer beïnvloeden, en
c) in welke mate — volgens uw raming — vervoerkosten en andere kosten deze invoer beïnvloeden.
Brancheorganisaties
8.14. Vermeld met betrekking tot de brancheorganisaties op de betrokken markten:
a) bij welke van die organisaties de partijen bij de concentratie zijn aangesloten;
b) welke de belangrijkste brancheorganisaties zijn waarbij de klanten van de partijen bij de concentratie zijn aangesloten, en
c) voor elk van de onder deze rubriek genoemde brancheorganisaties naam, adres, telefoon- en fax en e-mailadres van de geschikte contactpersoon ( 36 ).
Contactgegevens
8.15. Geef naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een andere persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijke persoon is, van de algemeen directeur) voor ( 37 ):
a) de onder rubriek 7.4 genoemde concurrenten;
b) elk van vijf grootste klanten van de partijen op elk van de betrokken markten;
c) de onder rubriek 8.4 genoemde recente nieuwkomers, en
d) de onder rubriek 8.5 genoemde potentiële nieuwkomers.
Contactgegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de sjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is.
RUBRIEK 9
Efficiëntievoordelen
Ingeval u wilt dat de Commissie van bij de aanvang ( 38 ) specifiek nagaat of de kans bestaat dat door de concentratie gegenereerde efficiëntieverbeteringen het vermogen van en de prikkel voor de nieuwe entiteit versterkt om concurrentiebevorderend te handelen in het belang van consumenten, geef dan een beschrijving, gestaafd door de desbetreffende documenten, van elk van deze efficiëntieverbeteringen (onder meer kostenbesparingen, introductie van nieuwe producten, en verbeterde dienstverlening of producten) die volgens de verwachting van de partijen voor de betrokken producten uit de voorgenomen concentratie zullen voortvloeien ( 39 ).
Geef voor elke aangevoerde efficiëntieverbetering:
i) een gedetailleerde beschrijving van hoe de voorgenomen concentratie de nieuwe entiteit in staat zou stellen deze efficiëntieverbetering tot stand te brengen. Vermeld de verschillende stappen die de partijen denken te nemen om deze efficiëntieverbetering te bereiken, de risico’s die aan het behalen van deze efficiëntieverbetering zijn verbonden, en de tijd en kosten die nodig zijn om deze te behalen;
ii) voor zover redelijkerwijs mogelijk een kwantificering van de efficiëntieverbetering en een gedetailleerde verklaring van hoe deze kwantificering werd berekend. Geef, voor zover relevant, ook een raming van de omvang van de efficiëntieverbeteringen die zijn verbonden aan de introductie van nieuwe producten of de verbetering van de kwaliteit. Vermeld, in het geval van efficiëntieverbeteringen die kostenbesparingen opleveren, afzonderlijk de besparingen voor eenmalige vaste kosten, voor doorlopende vaste kosten en voor variabele kosten (in EUR/eenheid en EUR/per jaar);
iii) de mate waarin klanten naar verwachting zullen profiteren van de efficiëntieverbetering en een gedetailleerde beschrijving van hoe u tot deze conclusie komt, en
iv) de reden waarom de partij(en) de efficiëntieverbetering van een dergelijke omvang niet kon(den) bereiken via een ander middel dan de voorgenomen concentratie, op een manier die waarschijnlijk geen mededingingsbezwaren doet rijzen.
RUBRIEK 10
Samenwerkingseffecten van een gemeenschappelijke onderneming
10. In het geval van een gemeenschappelijke onderneming, beantwoord, met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening, de volgende vragen:
a) Blijven twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een upstream- of downstreammarkt van de markt van de gemeenschappelijke onderneming, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt ( 40 )?
Zo ja, geef dan voor elk van de hier genoemde markten:
— de omzet van elke moedermaatschappij in het afgelopen boekjaar;
— het economische belang van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, gerelateerd aan die omzet;
— het marktaandeel van elke moedermaatschappij.
b) Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord, en leidt de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming volgens u niet tot coördinatie tussen onafhankelijke ondernemingen die de mededinging beperkt in de zin van artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „VWEU” genoemd), en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 41 ), geef de redenen aan waarop u dat oordeel baseert.
c) Geef, ongeacht uw antwoorden op de vragen a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, aan waarom volgens u is voldaan aan de criteria van artikel 101, lid 3, VWEU en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 42 ). Volgens artikel 101, lid 3, VWEU kunnen de bepalingen van artikel 101, lid 1, VWEU namelijk buiten toepassing worden verklaard:
i) indien de operatie bijdraagt tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten, of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang,
ii) mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt,
iii) zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, en
iv) deze ondernemers de mogelijkheid te geven om voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.
RUBRIEK 11
Verklaring
De aanmelding moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle aanmeldende partijen moet worden ondertekend:
„De aanmeldende partij of partijen verklaart of verklaren dat, naar hun beste weten en geweten, de in deze aanmelding verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in het formulier CO verlangde documenten zijn overgelegd en dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, alsmede dat alle geuite meningen oprecht zijn.
Zij hebben kennis genomen van artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening.”.
BIJLAGE II
VERKORT FORMULIER VOOR HET AANMELDEN VAN EEN CONCENTRATIE OVEREENKOMSTIG VERORDENING (EG) Nr. 139/2004
INLEIDING
1.1. Doel van dit verkorte formulier CO
Het verkorte formulier CO geeft aan welke informatie de aanmeldende partijen moeten verstrekken wanneer zij bij de Europese Commissie aanmelding doen van bepaalde voornemens tot fusie, overname of andere concentratie die normaal gesproken geen mededingingsbezwaren doen rijzen.
Houdt u bij het invullen van dit verkorte formulier CO rekening met Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen ( 43 ) (hierna „de concentratieverordening” genoemd) en Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie ( 44 ) (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit verkorte formulier CO als bijlage is gehecht. De tekst van die verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Houdt u ook rekening met de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ( 45 ) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd). Houdt u bij het invullen van dit verkort formulier CO ook rekening met de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties ( 46 ).
Als algemene regel geldt dat dit verkorte formulier CO voor het aanmelden van concentraties kan worden gebruikt, wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
1. in het geval van een gemeenschappelijke onderneming: wanneer de gemeenschappelijke onderneming niet, of slechts in geringe mate, actief is of zal zijn binnen de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER” genoemd). Dit is het geval wanneer:
a) op het tijdstip van de aanmelding de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten binnen de EER minder dan 100 miljoen EUR bedraagt, en
b) op het tijdstip van de aanmelding de totale waarde van de aan de gemeenschappelijke onderneming overgedragen activa binnen de EER minder dan 100 miljoen EUR bedraagt;
2. twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap verwerven over een andere onderneming, mits geen van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt ( 47 ) of op een productmarkt die upstream of downstream ligt van een productmarkt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn ( 48 ) ( 49 );
3. twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap verwerven over een andere onderneming, en:
a) het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt (horizontale banden), minder dan 20 % bedraagt ( 50 ), en
b) geen individuele of gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is voor een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (verticale banden), op geen van beide niveaus 30 % of meer bedraagt ( 51 ).
Wat betreft de voorwaarden in punt 3, onder a) en b), in geval van een verwerving van gezamenlijke zeggenschap worden banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verwerven, voor dit verkorte formulier CO niet beschouwd als horizontale of verticale banden, maar kunnen zij worden behandeld als concentraties waar coördinatie problematisch kan zijn;
4. een partij uitsluitende zeggenschap verwerft over een onderneming waarover zij al gezamenlijke zeggenschap uitoefent.
De Commissie kan ook een aanmelding met een verkort formulier CO accepteren wanneer er tussen twee of meer partijen bij de concentratie een horizontale relatie bestaat ( 52 ), mits de toename van de Herfindahl-Hirschmann Index (hierna „HHI-delta” genoemd) als gevolg van de concentratie minder dan 150 bedraagt ( 53 ) en het gezamenlijke marktaandeel van de partijen minder dan 50 % ( 54 ). De Commissie zal van geval tot geval beslissen of, in de specifieke omstandigheden van de betrokken zaak, de toename in de concentratiegraad van de markt die de HHI-delta oplevert, zodanig is dat een verkort formulier CO kan worden geaccepteerd. De kans is kleiner dat de Commissie een verkort formulier CO accepteert indien een van de bijzondere omstandigheden speelt waarvan sprake in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies ( 55 ). Dit is bijvoorbeeld — onder meer — het geval op een reeds geconcentreerde markt in het geval van een fusie die een belangrijke concurrentiefactor uitschakelt, van een concentratie tussen belangrijke innovatoren of bij een concentratie waarbij een onderneming betrokken is die veelbelovende producten „in de pijplijn heeft zitten”.
De Commissie kan steeds een aanmelding met het formulier CO verlangen wanneer blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden om het verkorte formulier CO te gebruiken of, in uitzonderlijke gevallen, wanneer weliswaar aan die voorwaarden is voldaan, maar de Commissie toch bepaalt dat een aanmelding met het formulier CO noodzakelijk is om mogelijke mededingingsbezwaren behoorlijk te kunnen onderzoeken.
Voorbeelden van zaken waarin een aanmelding met het formulier CO noodzakelijk kan zijn, zijn concentraties waarbij de relevante markten moeilijk te omschrijven zijn (bijv. op opkomende markten of wanneer er nog geen vaste beschikkingspraktijk is); wanneer een partij een (potentiële) nieuwkomer is of eigenaar is van een belangrijk octrooi; wanneer het niet mogelijk is om de marktaandelen van de partijen naar behoren te bepalen; op markten met hoge toetredingsdrempels, met een hoge mate van concentratie of met bekende mededingingsproblemen; wanneer ten minste twee partijen bij de concentratie aanwezig zijn op nauw verbonden aangrenzende markten ( 56 ), en bij concentraties waarbij coördinatieproblemen kunnen rijzen als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening. Evenzo kan aanmelding met het formulier CO worden verlangd ingeval een partij uitsluitende zeggenschap verwerft over een gemeenschappelijke onderneming waarover zij momenteel gezamenlijke zeggenschap uitoefent, indien de overnemende partij en de gemeenschappelijke onderneming tezamen een sterke marktpositie hebben of indien de gemeenschappelijke onderneming en de overnemende partij op verticaal verbonden markten sterke posities hebben ( 57 ).
1.2. Terugkeer naar de normale procedure en aanmelding met het formulier CO
Bij de beoordeling van de vraag of een concentratie met het verkorte formulier CO kan worden aangemeld, zal de Commissie zich ervan vergewissen of alle relevante omstandigheden voldoende duidelijk zijn vastgesteld. In dit verband berust de verantwoordelijkheid om met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige informatie te verstrekken, bij de aanmeldende partijen.
Is de Commissie, na de aanmelding van de concentratie, van mening dat de zaak niet geschikt is voor een aanmelding met het verkorte formulier CO, dan kan zij een volledige — of in voorkomend geval gedeeltelijke — aanmelding met het formulier CO verlangen. Dit kan het geval zijn wanneer:
a) blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden om het verkorte formulier CO te gebruiken;
b) weliswaar is voldaan aan de voorwaarden om het verkorte formulier CO te gebruiken, maar een volledige of gedeeltelijke aanmelding met het formulier CO noodzakelijk blijkt om mogelijke mededingingsbezwaren naar behoren te kunnen onderzoeken, of om vast te stellen dat de operatie een concentratie is in de zin van artikel 3 van de concentratieverordening;
c) het verkorte formulier CO onjuiste of misleidende informatie bevat;
d) een lidstaat of een EVA-Staat binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde mededingingsbezwaren heeft gemaakt betreffende de aangemelde concentratie, of
e) een derde partij gegronde mededingingsbezwaren heeft gemaakt binnen de termijn die door de Commissie voor dergelijke opmerkingen is vastgesteld.
In dergelijke gevallen kan de aanmelding worden beschouwd als onvolledig in inhoudelijk opzicht in de zin van artikel 5, lid 2, van de uitvoeringsverordening. De Commissie stelt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. De aanmelding zal eerst geldig worden op het tijdstip waarop alle verlangde informatie is ontvangen.
1.3. Aan de aanmelding voorafgaande contacten
De informatie die in dit verkorte formulier CO wordt gevraagd, kan inderdaad vrij uitgebreid zijn. De ervaring heeft echter geleerd dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de zaak, niet steeds alle informatie nodig is om de voorgenomen concentratie naar behoren te kunnen onderzoeken. Als u dus vindt dat bepaalde in dit verkorte formulier CO gevraagde informatie misschien niet nodig is voor het onderzoek door de Commissie, wordt u aangemoedigd de Commissie om een ontheffing („waiver”) te verzoeken van de verplichting bepaalde informatie te geven (zie punt 1.6, onder g), van de inleiding voor meer details).
Volgens de concentratieverordening hebben aanmeldende partijen het recht een concentratie te allen tijde aan te melden, mits de aanmelding volledig is. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele procedure inzake concentratiecontrole. Als zodanig kunnen aan de aanmelding voorafgaande contacten, hoewel niet verplicht, toch bijzonder nuttig zijn voor zowel de aanmeldende partijen als de Commissie, omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in de aanmelding moet worden verstrekt, waardoor in de meeste gevallen aanzienlijk minder informatie zal worden verlangd.
Ook al is het alleen aan de partijen om te beslissen of zij vóór de aanmelding contacten aanknopen en wanneer zij precies de aanmelding doen, toch verdient het aanbeveling dat de partijen de Commissie raadplegen in verband met de hoeveelheid en het soort informatie waarop zij voornemens zijn hun aanmelding te baseren. Ook in gevallen waarbij de partijen een aanmelding met een verkort formulier CO willen indienen, verdient het aanbeveling om vóór de aanmelding met de Commissie contacten aan te knopen om te overleggen of in de betrokken zaak een verkort formulier CO kan worden gebruikt.
De aanmeldende partijen worden ook aangemoedigd om vóór de aanmelding contacten aan te knopen wanneer zij een verkort formulier CO willen indienen in situaties waarin twee of meer partijen bij de concentratie een horizontale relatie hebben en de concentratie een HHI-delta van minder dan 150 oplevert.
Niettemin zijn aan de aanmelding voorafgaande contacten, met name het indienen van een ontwerpaanmelding, misschien minder nuttig in zaken die vallen onder punt 5, onder b), van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties. Dit betreft gevallen waarin de partijen niet zakelijk actief zijn op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt of op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is voor een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is. In die omstandigheden geven aanmeldende partijen er misschien de voorkeur aan om onmiddellijk een aanmelding in te dienen, zonder eerst een ontwerpaanmelding in te dienen ( 58 ).
De aanmeldende partijen kunnen de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings raadplegen van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (hierna „DG Concurrentie” genoemd), zoals die zijn gepubliceerd op de website van DG Concurrentie en die op gezette tijdstippen worden bijgewerkt. Deze Best Practices bieden houvast met betrekking tot aan de aanmelding voorafgaande contacten en de voorbereiding van aanmeldingen.
1.4. Wie moet de aanmelding verrichten?
In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening of in het geval van het verkrijgen van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening moeten, naar gelang van het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verwerven, de aanmelding gezamenlijk verrichten ( 59 ).
Wanneer een onderneming een zeggenschapsdeelneming in een andere onderneming verwerft, moet eerstgenoemde onderneming de aanmelding verrichten.
In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de aanmelding verrichten.
Elke aanmeldende partij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.
1.5. Te verschaffen informatie
Afhankelijk van de redenen waarom de concentratie voor een vereenvoudigde procedure en aanmelding met het verkorte formulier CO in aanmerking komt ( 60 ), moeten verschillende rubrieken van dit verkorte formulier CO worden ingevuld:
a) de rubrieken 1, 2, 3, 4, 5 en 10 moeten voor alle zaken worden ingevuld. Rubriek 9 moet worden ingevuld in het geval van een gemeenschappelijke onderneming;
b) indien de concentratie met zich meebrengt dat één of meer markten in de aanmelding moeten worden behandeld ( 61 ), moeten de rubrieken 6 en 7 worden ingevuld;
c) indien de concentratie niet met zich meebrengt dat één of meer markten in de aanmelding moeten worden behandeld ( 62 ), moet rubriek 8 worden ingevuld. In dat geval hoeven de rubrieken 6 en 7 niet te worden ingevuld.
1.6. De aanmelding moet juist en volledig zijn
Alle informatie die in dit verkorte formulier CO wordt verlangd, moet juist en volledig zijn. Vul de gevraagde informatie in de juiste rubriek van dit verkorte formulier CO in.
Let u daarbij met name op de volgende punten:
a) Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening beginnen de met de aanmelding verband houdende termijnen van de concentratieverordening pas te lopen wanneer de Commissie alle informatie die samen met de aanmelding moet worden verstrekt, heeft ontvangen. Dit vereiste moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde concentratie kan beoordelen binnen de strikte termijnen van de concentratieverordening.
b) De aanmeldende partij(en) moet(en) bij het opstellen van hun aanmelding zorgvuldig nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, vooral de faxs en e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, nauwkeurig, relevant en actueel zijn ( 63 ).
c) Onjuiste of misleidende informatie in de aanmelding zal met onvolledige informatie worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
d) Wanneer een aanmelding onvolledig is, zal de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis stellen. De aanmelding wordt pas geldig op het tijdstip dat de Commissie de volledige en juiste informatie heeft ontvangen (artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening).
e) Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening kunnen aan aanmeldende partijen die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verstrekken, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 8, lid 6, onder a), van de concentratieverordening, haar besluit waarbij een aangemelde concentratie verenigbaar werd verklaard, intrekken wanneer dit berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.
f) U kunt de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit verkorte formulier CO verlangde informatie werd gegeven, indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijv. omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelonderneming).
De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is en u met betrekking tot ontbrekende informatie uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voor zover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou kunnen krijgen.
g) Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening kan de Commissie u ontheffing verlenen van de verplichting om bij de aanmelding bepaalde informatie (of bepaalde documenten) te verstrekken. Zij kan u ook ontheffing verlenen voor andere in dit verkorte formulier CO opgelegde eisen indien zij van mening is dat de naleving van die verplichtingen of eisen niet nodig is voor het onderzoek van de zaak. U kunt dus vóór de aanmelding schriftelijk om een ontheffing verzoeken, waarbij u de Commissie vraagt u ontheffing te verlenen van de verplichting om die informatie te verschaffen indien u vindt dat die informatie niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie.
Verzoeken om ontheffing moeten samen met het ontwerp-verkort formulier CO worden gedaan, zodat de Commissie kan bepalen of de informatie waarvoor een ontheffing wordt gevraagd, nodig is voor het onderzoek van de zaak. Verzoeken om ontheffing moeten ofwel in de tekst van het ontwerp-verkort formulier CO worden gedaan, ofwel via e-mail of per brief aan de verantwoordelijke casemanager en/of het verantwoordelijke hoofd van eenheid.
De Commissie zal verzoeken om ontheffing onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van de zaak niet nodig is. Verzoeken om ontheffing zullen worden behandeld in het kader van het onderzoek van het ontwerp-verkort formulier CO. Daarom heeft DG Concurrentie, overeenkomstig de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie, doorgaans vijf werkdagen de tijd nodig om op verzoeken om ontheffing te kunnen antwoorden.
Voor de goede orde zij hier nog vermeld dat het feit dat een rubriek niet wordt vermeld in punt 1.5 van de inleiding, noch het feit dat de Commissie misschien, overeenkomstig punt 1.6, heeft geaccepteerd dat bepaalde in dit verkorte formulier CO gevraagde specifieke informatie niet nodig was voor de volledige aanmelding van een concentratie (met het verkorte formulier CO), de Commissie niet belet om deze specifieke informatie op een ander tijdstip te vragen, met name via een verzoek om inlichtingen overeenkomstig artikel 11 van de concentratieverordening.
1.7. Hoe de aanmelding te verrichten?
De aanmelding moet in een van de officiële talen van de Europese Unie zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle aanmeldende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd. Wanneer overeenkomstig artikel 12 van Protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst een aanmelding is gesteld in een officiële taal van een EVA-Staat die geen officiële taal van de Unie is, moet bij die aanmelding ook een vertaling in een officiële taal van de Unie worden gevoegd.
Bij het verstrekken van de in dit verkorte formulier CO verlangde informatie moeten de rubrieken en randnummers van dit verkorte formulier CO worden aangehouden. Voorts moet de verklaring uit rubriek 10 worden ondertekend en moeten documenten ter staving worden bijgevoegd. Het originele verkorte formulier CO moet worden ondertekend door personen die rechtens gemachtigd zijn om te handelen namens elk van de aanmeldende partijen of door één of meer daartoe gemachtigde externe vertegenwoordigers van de aanmeldende partij of partijen. Bij het invullen van rubriek 7 van dit verkorte formulier CO dienen de aanmeldende partijen te bezien of het duidelijker is deze rubriek in numerieke orde te presenteren, dan wel of deze kan worden gegroepeerd voor elke in de aanmelding te behandelen markt (of groep van markten).
Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in de bijlagen op te nemen. Wat van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke informatie, met name informatie over de marktaandelen van de partijen en hun grootste concurrenten, in dit verkorte formulier CO zelf is opgenomen. Bijlagen bij dit verkorte formulier CO dienen enkel ter ondersteuning van de in het verkorte formulier CO zelf meegedeelde informatie.
Contactgegevens moeten worden verstrekt in een formaat dat DG Concurrentie op zijn website aangeeft. Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Wanneer contactgegevens meermaals onjuist blijken te zijn, kan dat een reden zijn om een aanmelding onvolledig te verklaren.
Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Unie is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd (artikel 3, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een afschrift worden overgelegd. In dit laatste geval moet de aanmeldende partij verklaren dat het afschrift eensluidend en volledig is.
Van het verkorte formulier CO moet één origineel exemplaar en het vereiste aantal afschriften, samen met alle bijgevoegde documenten, bij DG Concurrentie van de Commissie worden ingediend. Hoeveel afschriften moeten worden ingediend en in welk formaat (papier of elektronisch), heeft de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van DG Concurrentie bekendgemaakt.
De aanmelding moet worden bezorgd op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening vermelde adres. Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en is te vinden op de website van DG Concurrentie. De aanmelding moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening tijdens de openingstijden zoals die op de website van DG Concurrentie zijn vermeld. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van het DG Concurrentie worden gegeven.
Alle elektronische versies van het verkorte formulier CO en alle documenten ter staving moeten worden verschaft in een bruikbaar en doorzoekbaar formaat zoals verder aangegeven op de website van DG Concurrentie.
1.8. Vertrouwelijkheid
Volgens artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „VWEU” genoemd), en artikel 17, lid 2, van de concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 64 ), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-Staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen en die naar haar aard onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Ditzelfde beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.
Indien u van mening bent dat uw belangen worden geschaad, mocht bepaalde van u verlangde openbaar worden gemaakt of anderszins aan anderen wordt vrijgegeven, moet u deze informatie afzonderlijk indienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding „Bedrijfsgeheim” aanbrengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of niet aan anderen mag worden vrijgegeven.
In het geval van een fusie of gezamenlijke overname (of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de aanmelding verrichten), mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de aanmelding daarnaar verwijzen als naar een bijlage. De aanmelding zal eerst na ontvangst van al deze bijlagen als volledig worden beschouwd.
1.9. Definities en instructies voor het invullen van dit verkorte formulier CO
Aanmeldende partij(en): in gevallen waarin een operatie wordt aangemeld door slechts één van de ondernemingen die daarbij partij zijn, verwijst de term „aanmeldende partijen” uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk de aanmelding indient.
Partij(en) bij de concentratie of de partijen: hieronder worden zowel de overnemende als de overgenomen ondernemingen of de fuserende partijen verstaan, daaronder begrepen elke onderneming waarin een zeggenschapsdeelneming wordt verworven, of de onderneming waarop een openbaar overnamebod wordt uitgebracht.
Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen „aanmeldende partij(en)” en „partij(en) bij de concentratie” alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die „partijen” behoren.
Jaar: betekent in dit verkorte formulier CO steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit verkorte formulier CO verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanmelding wordt verricht.
De in de rubriek 4 verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.
Tenzij anders bepaald, zijn in dit verkorte formulier CO alle verwijzingen naar wettelijke bepalingen verwijzingen naar de toepasselijke artikelen en leden van de concentratieverordening.
1.10. Internationale samenwerking tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten
De Commissie moedigt de betrokken ondernemingen aan om de internationale samenwerking te bevorderen tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten die dezelfde concentratie onderzoeken. Het is de ervaring van de Commissie dat een goede samenwerking tussen de Commissie en mededingingsautoriteiten in jurisdicties buiten de EER de betrokken ondernemingen aanzienlijke voordelen oplevert. Daarom moedigt de Commissie aanmeldende partijen aan om, samen met dit verkorte formulier CO, een lijst in te dienen van de jurisdicties buiten de EER waar toezichthouders, in het kader van regels inzake concentratiecontrole, vóór of na de sluiting van de transactie toestemming moeten geven voor de concentratie.
1.11. Informatieverstrekking aan werknemers en hun vertegenwoordigers
De Commissie vestigt de aandacht van de partijen erop dat zij, uit hoofde van Unieregels en/of nationale regels, mogelijk verplicht zijn hun werknemers en/of hun vertegenwoordigers te informeren en te raadplegen over operaties met het karakter van een concentratie.
RUBRIEK 1
Beschrijving van de concentratie
1.1. Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bijv. fusie, overname of gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de partijen bij de concentratie actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (met inbegrip van de belangrijkste in de aanmelding te behandelen markten ( 65 )), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.
1.2. Geef een niet-vertrouwelijke samenvatting (maximaal 500 woorden) van de informatie uit rubriek 1.1. Deze samenvatting zal dienen om bij de aanmelding te worden bekendgemaakt op de website van DG Concurrentie. Deze samenvatting moet zo zijn geredigeerd, dat zij geen vertrouwelijke of bedrijfsgevoelige informatie bevat.
1.3. Leg, aan de hand van de desbetreffende bepalingen van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, uit waarom de concentratie in aanmerking komt voor een vereenvoudigde procedure.
RUBRIEK 2
Informatie over de partijen
Geef voor elk van de aanmeldende partijen en voor iedere andere partij bij de concentratie ( 66 ):
2.1.1. de naam van de onderneming;
2.1.2. naam, adres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon. Het opgegeven adres moet een adres zijn waar documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend. Ook moet de opgegeven contactpersoon geacht worden gemachtigd te zijn om te betekenen stukken in ontvangst te nemen;
2.1.3. indien één of meer gemachtigde externe vertegenwoordigers van de onderneming worden aangesteld, de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan wie documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend:
2.1.3.1. naam, bezorgadres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van iedere vertegenwoordiger, en
2.1.3.2. het origineel van het schriftelijke bewijs dat iedere vertegenwoordiger gemachtigd is te handelen (op basis van het model van volmacht dat op de website van DG Concurrentie te vinden is).
RUBRIEK 3
Details betreffende de concentratie, eigendom en zeggenschap ( 67 )
De in deze rubriek te verstrekken informatie kan worden toegelicht met organisatieschema’s of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen vóór en ná de totstandbrenging van de concentratie.
3.1. Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie. Beantwoord, aan de hand van de desbetreffende criteria van de concentratieverordening en de geconsolideerde Commissiemededeling inzake bevoegdheidskwesties ( 68 ), de volgende vragen:
3.1.1. Wie zijn de ondernemingen of personen die, al dan niet rechtstreeks, uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap uitoefenen over elk van de betrokken ondernemingen? Beschrijf ook de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen vóór de totstandbrenging van de concentratie.
3.1.2. Om welk soort concentratievoornemen gaat het?
i) een volledige fusie?
ii) de verwerving van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap?
iii) een contract of ander middel waarmee directe of indirecte zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 2, van de concentratieverordening wordt verleend?
iv) de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over een volwaardige gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening? Zo ja, leg uit waarom de gemeenschappelijke onderneming als volwaardig moet worden beschouwd ( 69 ).
3.1.3. Hoe zal de concentratie tot stand worden gebracht (bijv. door het sluiten van een overeenkomst, het uitbrengen van een openbaar overnamebod enz.)?
3.1.4. Leg aan de hand van artikel 4, lid 1, van de concentratieverordening uit welke van de volgende handelingen op het tijdstip van aanmelding heeft plaatsgevonden?
i) er is een overeenkomst gesloten;
ii) er is een zeggenschapsdeelneming verworven;
iii) er is een openbaar overnamebod aangekondigd (of het voornemen daartoe);
iv) de betrokken ondernemingen hebben aangetoond te goeder trouw voornemens te zijn een overeenkomst te sluiten;
3.1.5. Op welke datum zullen, naar wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
3.1.6. Hoe zal de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen eruitzien nadat de concentratie tot stand is gebracht?
3.2. Beschrijf de economische motieven voor de concentratie.
3.3. Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naargelang van het geval). Gaat het hier om aandelen, contanten of andere activa?
3.4. Is er sprake van financiële of andere steun die één of meer partijen van de overheid heeft ontvangen? Om welk soort steun gaat het dan en welk bedrag is ermee gemoeid?
RUBRIEK 4
Omzet
Vermeld voor elk van de betrokken ondernemingen de volgende gegevens betreffende het afgelopen boekjaar ( 70 ):
4.1. wereldwijde omzet;
4.2. omzet in de EU;
4.3. omzet in de EER (EU plus EVA);
4.4. omzet in elke EU-lidstaat (in voorkomend geval, de lidstaat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EU werd behaald);
4.5. EVA-omzet;
4.6. omzet in elke EVA-Staat (in voorkomend geval, de EVA-Staat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EVA werd behaald; geef ook aan of de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in de EVA-Staten 25 % of meer van hun totale omzet in de EER bedraagt).
Omzetgegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de tabelsjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is.
RUBRIEK 5
Over te leggen documenten
De aanmeldende partijen moeten de volgende documenten overleggen:
5.1. Afschriften van de definitieve of meest recente versie van alle documenten op grond waarvan de concentratie tot stand komt, hetzij bij overeenkomst tussen de partijen bij de concentratie, hetzij door verwerving van een zeggenschapsdeelneming, hetzij door een openbaar overnamebod; en
5.2. Een vermelding van het internetadres waar eventueel de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van de partijen bij de concentratie te vinden zijn of, indien dit soort internetadres niet beschikbaar is, afschriften van de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van de partijen bij de concentratie.
5.3. De volgende informatie moet alleen worden verschaft wanneer de concentratie met zich meebrengt dat er in de aanmelding één of meer te behandelen EER-markten zijn: exemplaren van alle presentaties die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door één of meer leden van de raad van bestuur, of de raad van commissarissen of de raad van toezicht, afhankelijk van de corporate governance-structuur, of van iedere andere persoon die vergelijkbare functies uitoefent (of aan wie zulke functies zijn gedelegeerd of toevertrouwd), of de aandeelhoudersvergadering, en waarin de aangemelde concentratie wordt geanalyseerd.
Geef een lijst van alle in rubriek 5.3 genoemde documenten, waarbij u per document telkens aangeeft wanneer het is opgesteld en wat de naam en functie is van degene(n) voor wie het bestemd is.
RUBRIEK 6
Marktomschrijvingen
Deze rubriek moet u invullen voor concentraties waarbij sprake is van één of meer in de aanmelding te behandelen markten ( 71 ).
6.1. Marktomschrijvingen
De relevante productmarkt en de relevante geografische markt dienen om te bepalen binnen welke grenzen de marktmacht van de uit de concentratie ontstane nieuwe entiteit moet worden beoordeeld ( 72 ).
De aanmeldende partij(en) moet(en) de in dit verkorte formulier CO verlangde informatie verstrekken, rekening houdende met de volgende marktomschrijvingen.
6.1.1. Relevante productmarkten
Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante productmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke producten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling substitueerbaar zijn.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante productmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde producten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de marktomschrijving wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde of andere relevante factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).
6.1.2. Relevante geografische markten
De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar de betrokken producten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante geografische markt is, zijn onder meer de aard en de kenmerken van de betrokken producten of diensten, het bestaan van toetredingsbelemmeringen, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.
6.2. In de aanmelding te behandelen markten
Voor het verstrekken van de in dit verkorte formulier CO verlangde informatie worden de in de aanmelding te behandelen markten gevormd door alle relevante productmarkten en geografische markten en door alle plausibele alternatieve relevante productmarkten en geografische markten ( 73 ), op grond waarvan binnen de EER:
a) twee of meer van de partijen bij de concentratie (bij de verwerving van gezamenlijke zeggenschap in een gemeenschappelijke onderneming, de gemeenschappelijke onderneming en ten minste één van de overnemende partijen) bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde relevante markt (horizontale banden);
b) één of meer van de partijen bij de concentratie (bij de verwerving van gezamenlijke zeggenschap in een gemeenschappelijke onderneming, de gemeenschappelijke onderneming en ten minste één van de overnemende partijen) bedrijfsactiviteiten verrichten op een productmarkt die upstream of downstream ligt van een markt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat (verticale banden).
Geef op basis van de marktomschrijvingen in rubriek 6 elk van de in de aanmelding te behandelen markten.
Indien de concentratie binnen het toepassingsgebied valt van punt 5, onder c), van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, moet u bevestigen dat er, ongeacht de plausibele omschrijvingen van productmarkten en geografische markten, geen betrokken markt is in de zin van rubriek 6.3 van het formulier CO.
RUBRIEK 7
Informatie over markten
Deze rubriek moet u invullen voor concentraties waarbij sprake is van één of meer in de aanmelding te behandelen markten.
7.1. Geef voor elke in de aanmelding te behandelen markt als beschreven in rubriek 6, voor het jaar voorafgaand aan de operatie de volgende gegevens:
7.1.1. voor elk van de partijen bij de concentratie: de aard van de activiteiten van de onderneming, haar belangrijkste actieve dochterondernemingen en/of merken, productnamen en/of handelsmerken die op elk van deze markten worden gebruikt;
7.1.2. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen ( 74 ). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voor zover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;
7.1.3. de verkopen in waarde en in volume én het geraamde marktaandeel van elk van de partijen bij de concentratie. Geef aan of er voor de voorbije drie boekjaren belangrijke veranderingen in verkopen en marktaandelen hebben plaatsgevonden, en
7.1.4. bij horizontale en verticale banden: een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval, in volume) van de drie grootste concurrenten (onder vermelding van de basis voor die ramingen). Geef voor deze concurrenten naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een andere persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijke persoon is, van de algemeen directeur).
7.2. Indien de concentratie binnen het toepassingsgebied valt van punt 6 van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, geef de volgende toelichtingen voor elk van de in de aanmelding te behandelen markten waar de partijen een gezamenlijk horizontaal marktaandeel van 20 % of meer hebben:
7.2.1. Spelen er bepaalde van de bijzondere omstandigheden waarvan sprake in punt 20 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies ( 75 )? Bespreek met name de mate van concentratie van de markt, of met de voorgenomen concentratie belangrijke innovatoren zouden samengaan, of door de voorgenomen concentratie een belangrijke concurrentiefactor wordt uitgeschakeld, en of bij de voorgenomen concentratie een onderneming betrokken is die veelbelovende producten „in de pijplijn heeft zitten”.
7.2.2. Geef de verkopen in waarde en in volume én het geraamde marktaandeel van elk van de partijen bij de concentratie tijdens elk van de voorbije drie jaar.
7.2.3. Geef voor elk van de partijen bij de concentratie een korte beschrijving van:
7.2.3.1. de O&O-intensiteit ( 76 );
7.2.3.2. de belangrijkste innovaties in producten en/of diensten die de voorbije drie jaar naar de markt zijn gebracht, de producten die de partijen „in de pijplijn hebben zitten” om binnen de komende drie jaar naar de markt te brengen, alsmede belangrijke intellectuele-eigendomsrechten waarvan zij eigenaar zijn of waarover zij zeggenschap hebben.
RUBRIEK 8
Activiteiten van de doelondernemingen indien er geen in de aanmelding te behandelen markten zijn
Deze rubriek moet u invullen voor concentraties waarbij er geen in de aanmelding te behandelen markten zijn.
8.1. Bedrijfsactiviteiten van de overnemende partij of partijen
Beschrijf voor elk van de overnemende partijen de aard van de activiteiten van de onderneming.
8.2. Bedrijfsactiviteiten van de doelonderneming
8.2.1. Leg uit wat de bestaande en toekomstige bedrijfsactiviteiten zijn van de onderneming(en) waarover zeggenschap wordt verworven.
8.2.2. In het geval van een gemeenschappelijke onderneming zonder daadwerkelijke of geplande activiteiten binnen de EER in de zin van punt 5, onder a), van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, is het voldoende om uit te leggen:
8.2.2.1. welke producten of diensten de gemeenschappelijke onderneming momenteel en in de toekomst levert, en
8.2.2.2. waarom de gemeenschappelijke onderneming — direct noch indirect — enig effect zal hebben op de markten binnen de EER.
8.3. Geen in de aanmelding te behandelen markten
Leg uit waarom u vindt dat de voorgenomen concentratie geen in de aanmelding te behandelen markten in de EER oplevert.
RUBRIEK 9
Samenwerkingseffecten van een gemeenschappelijke onderneming
Beantwoord, in het geval van een gemeenschappelijke onderneming, met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening, de volgende vragen:
a) Blijven twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een upstream- of downstreammarkt van de markt van de gemeenschappelijke onderneming, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt ( 77 )?
Zo ja, vermeld dan voor elk van voornoemde markten:
i) de omzet van elke moedermaatschappij in het afgelopen boekjaar;
ii) het economische belang van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, gerelateerd aan die omzet;
iii) het marktaandeel van elke moedermaatschappij.
b) Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord en zijn volgens u de criteria van artikel 101, lid 1, VWEU en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst niet vervuld ( 78 ), leg uit waarom.
c) Geef, ongeacht uw antwoorden op de punten a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, aan waarom volgens u is voldaan aan de criteria van artikel 101, lid 3, VWEU en, in voorkomend geval, de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 79 ). Volgens artikel 101, lid 3, VWEU kunnen de bepalingen van artikel 101, lid 1, VWEU namelijk buiten toepassing worden verklaard:
i) indien de operatie bijdraagt tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten, of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang,
ii) mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt,
iii) zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, en
iv) deze de mogelijkheid te geven om voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.
RUBRIEK 10
Verklaring
De aanmelding moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle aanmeldende partijen moet worden ondertekend:
„De aanmeldende partij of partijen verklaart of verklaren dat, naar hun beste weten en geweten, de in deze aanmelding verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in het verkorte formulier CO verlangde documenten zijn overgelegd en dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, alsmede dat alle geuite meningen oprecht zijn.
Zij hebben kennis genomen van artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening.”.
BIJLAGE III
FORMULIER RS
(RS = gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004)
FORMULIER RS VOOR GEMOTIVEERDE KENNISGEVINGEN
OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4, LEDEN 4 EN 5, VAN VERORDENING (EG) Nr. 139/2004
INLEIDING
1.1. Doel van dit formulier RS
Dit formulier RS geeft aan welke informatie kennisgevende partijen zouden moeten verstrekken wanneer zij, overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen ( 80 ) (hierna „de concentratieverordening” genoemd), een gemotiveerde kennisgeving tot verwijzing vóór aanmelding indienen.
Uw aandacht wordt gevestigd op de concentratieverordening en op Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie ( 81 ) (hierna „de uitvoeringsverordening” genoemd), waaraan dit formulier RS als bijlage is gehecht. De tekst van die verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie. Houdt u ook rekening met de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ( 82 ) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd).
De informatie die in dit formulier RS wordt gevraagd, kan inderdaad vrij uitgebreid zijn. De ervaring heeft echter geleerd dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de zaak, niet steeds alle informatie nodig is voor een afdoende gemotiveerde kennisgeving. Als u dus vindt dat bepaalde in dit formulier RS gevraagde informatie in uw geval misschien niet nodig is voor de gemotiveerde kennisgeving, wordt u aangemoedigd de Commissie om een ontheffing te verzoeken van de verplichting bepaalde informatie te geven. Zie, voor meer details, punt 1.3, onder e), van deze inleiding.
De mogelijkheid van voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de kennisgevende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele indiening van dit formulier RS. Zowel voor de kennisgevende partijen als voor de Commissie is het bijzonder nuttig vooraf contacten te leggen. Er kan dan nauwkeurig worden bepaald welke informatie bij de gemotiveerde kennisgeving moet worden verstrekt, en dit zal in de meeste gevallen ertoe leiden dat aanzienlijk minder informatie wordt verlangd. Het verdient dan ook aanbeveling dat de partijen de Commissie en de betrokken lidstaat (of lidstaten) of EVA-Staat (of EVA-Staten) op vrijwillige basis raadplegen in verband met de vereiste hoeveelheid en het soort informatie waarop zij voornemens zijn hun gemotiveerde kennisgeving te baseren.
De partijen kunnen de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings raadplegen van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (hierna „DG Concurrentie” genoemd), zoals die zijn gepubliceerd op de website van DG Concurrentie en die op gezette tijdstippen worden bijgewerkt. Deze Best Practices bieden houvast met betrekking tot voorafgaande contacten en de voorbereiding van aanmeldingen en gemotiveerde kennisgevingen.
1.2. Personen gerechtigd tot het doen van een gemotiveerde kennisgeving
In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening of in het geval van het verwerven van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening moeten, naargelang van het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verwerven, de gemotiveerde kennisgeving gezamenlijk doen.
Wanneer een onderneming een zeggenschapsdeelneming in een andere onderneming verwerft, moet de overnemer de gemotiveerde kennisgeving doen.
In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de gemotiveerde kennisgeving doen.
Elke partij die een gemotiveerde kennisgeving doet, is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.
1.3. De gemotiveerde kennisgeving moet juist en volledig zijn
Alle informatie die in dit formulier RS wordt verlangd, moet juist en volledig zijn. Vul de gevraagde informatie in de juiste rubriek van dit formulier RS in.
Onjuiste of misleidende informatie in de gemotiveerde kennisgeving zal met onvolledige informatie worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
Let u daarbij met name op de volgende punten:
a) Overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van de concentratieverordening is de Commissie verplicht gemotiveerde kennisgevingen onverwijld aan de lidstaten en de EVA-Staten door te zenden. De termijnen voor het onderzoeken van een gemotiveerde kennisgeving beginnen te lopen bij de ontvangst van de kennisgeving door de betrokken lidstaat (of lidstaten) of EVA-Staat (of EVA-Staten). Het besluit om al dan niet gevolg te geven aan een gemotiveerde kennisgeving, wordt normaal gesproken genomen op basis van de daarin vervatte informatie, zonder dat de betrokken autoriteiten verder onderzoek uitvoeren.
b) De kennisgevende partijen moeten bij het voorbereiden van hun gemotiveerde kennisgeving dan ook nagaan of alle informatie en argumenten waarop zij zich baseren, voldoende door onafhankelijke bronnen zijn onderbouwd.
c) Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening kunnen aan partijen die een gemotiveerde kennisgeving doen en die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verschaffen, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd.
d) Overeenkomstig de uitvoeringsverordening kan de Commissie u ontheffing verlenen van de verplichting om bij de gemotiveerde kennisgeving bepaalde informatie te verstrekken, of van iedere in dit formulier RS genoemde verplichting. U kunt dus schriftelijk om een ontheffing verzoeken, waarbij u de Commissie vraagt u ontheffing te verlenen van de verplichting om die informatie te verschaffen indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijv. omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelonderneming).
Verzoeken om ontheffing moeten samen met het ontwerpformulier RS worden ingediend. Verzoeken om ontheffing moeten ofwel in de tekst van het ontwerpformulier RS worden gedaan, ofwel via e-mail of per brief aan de verantwoordelijke casemanager en/of het verantwoordelijke hoofd van eenheid.
De Commissie zal verzoeken om ontheffing onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is en u met betrekking tot ontbrekende gegevens uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voor zover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie of de betrokken lidstaat (of lidstaten) en EVA-Staat (of EVA-Staten) de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou (of zouden) kunnen krijgen.
Verzoeken om ontheffing zullen worden behandeld overeenkomstig de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie. DG Concurrentie heeft doorgaans vijf werkdagen de tijd nodig om op verzoeken om ontheffing te kunnen antwoorden.
e) Overeenkomstig de uitvoeringsverordening kan de Commissie u ontheffing verlenen van de verplichting om bij de gemotiveerde kennisgeving bepaalde informatie te verstrekken, of van iedere in het formulier RS genoemde verplichting, indien zij van mening is dat de naleving van die verplichtingen of eisen niet nodig is voor het onderzoek van het verzoek om verwijzing vóór aanmelding. U kunt dus schriftelijk om een ontheffing verzoeken, waarbij u de Commissie vraagt u ontheffing te verlenen van de verplichting om die informatie te verschaffen indien u vindt dat bepaalde in dit formulier RS gevraagde informatie niet nodig is voor het onderzoek door de Commissie of de betrokken lidstaat (of lidstaten) of EVA-Staat (of EVA Staten) van het verzoek om verwijzing vóór aanmelding.
Verzoeken om ontheffing moeten samen met het ontwerpformulier RS worden gedaan, zodat de Commissie kan bepalen of de informatie waarvoor een ontheffing wordt gevraagd, nodig is voor het onderzoek van het verzoek om verwijzing vóór aanmelding. Verzoeken om ontheffing moeten ofwel in de tekst van een ontwerpformulier RS worden gedaan, ofwel via e-mail of per brief aan de verantwoordelijke casemanager en/of het verantwoordelijke hoofd van eenheid.
De Commissie zal verzoeken om ontheffing onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de desbetreffende informatie voor het onderzoek van het verzoek om verwijzing vóór aanmelding niet nodig is. De Commissie kan de bevoegde autoriteit of autoriteiten in de betrokken lidstaat (of lidstaten) of EVA-Staat (of EVA-Staten) raadplegen alvorens te besluiten of een dergelijk verzoek kan worden ingewilligd.
Verzoeken om ontheffing zullen worden behandeld overeenkomstig de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie. DG Concurrentie heeft doorgaans vijf werkdagen de tijd nodig om op verzoeken om ontheffing te kunnen antwoorden.
Voor de goede orde zij hier nog vermeld dat het feit dat de Commissie misschien heeft geaccepteerd dat bepaalde in dit formulier RS gevraagde specifieke informatie niet nodig was voor de volledige gemotiveerde kennisgeving van een concentratie, de Commissie niet belet om deze specifieke informatie op een ander tijdstip te vragen, met name met een verzoek om inlichtingen overeenkomstig artikel 11 van de concentratieverordening.
1.4. Hoe een gemotiveerde kennisgeving te doen?
De gemotiveerde kennisgeving moet in een van de officiële talen van de Europese Unie zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle kennisgevende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd.
Om de behandeling van een formulier RS door de autoriteiten in de lidstaten en de EVA-Staten te vergemakkelijken, wordt de partijen ten stelligste aangeraden de Commissie een vertaling van hun gemotiveerde kennisgeving mee te delen in een taal (of in talen) die gemakkelijk te begrijpen is (of zijn) voor al degenen voor wie de informatie is bestemd. Wat verzoeken tot verwijzing naar een lidstaat (of lidstaten) of naar een EVA-Staat (of EVA-Staten) betreft, wordt de partijen ten stelligste aangeraden een exemplaar in te sluiten van het verzoek in de taal (of talen) van de lidstaat (of lidstaten) of EVA-Staat (of EVA-Staten) waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.
Bij het verstrekken van de in dit formulier RS verlangde informatie moeten de rubrieken en randnummers worden aangehouden en moet de verklaring op het eind worden ondertekend. Alle overgelegde documenten moeten als bijlage bij de kennisgeving worden gevoegd. Het originele formulier RS moet worden ondertekend door personen die rechtens gemachtigd zijn om te handelen namens elk van de kennisgevende partijen of door één of meer daartoe gemachtigde externe vertegenwoordigers van de kennisgevende partij of partijen.
Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in de bijlagen op te nemen. Wat echter van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke gegevens in het formulier RS zelf zijn opgenomen. Bijlagen bij dit formulier RS dienen enkel ter ondersteuning van de in het formulier RS zelf meegedeelde informatie.
Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Unie is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd.
Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een afschrift worden overgelegd. In dit laatste geval moet de kennisgevende partij verklaren dat het afschrift eensluidend en volledig is.
Van het formulier RS moet één origineel exemplaar en het vereiste aantal afschriften, samen met alle bijgevoegde documenten, bij de Commissie worden ingediend. Hoeveel afschriften moeten worden ingediend en in welk formaat (papier of elektronisch), zal op geregelde tijdstippen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van DG Concurrentie.
De kennisgeving moet worden bezorgd op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening vermelde adres. Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en is te vinden op de website van DG Concurrentie. De kennisgeving moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening tijdens de openingstijden zoals die op de website van DG Concurrentie zijn vermeld. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van het DG Concurrentie worden gegeven.
Alle elektronische versies van het formulier RS en alle documenten ter staving moeten worden verschaft in een bruikbaar en doorzoekbaar formaat zoals aangegeven op de website van DG Concurrentie.
1.5. Vertrouwelijkheid
Volgens artikel 287 van het Verdrag en artikel 17, lid 2, van de concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-overeenkomst ( 83 ), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-Staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen en die, naar haar aard, onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Ditzelfde beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de kennisgevende partijen.
Indien u van mening bent dat uw belangen worden geschaad, mocht bepaalde van u verlangde informatie openbaar worden gemaakt of anderszins aan anderen worden vrijgegeven, moet u deze informatie afzonderlijk indienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding „Bedrijfsgeheim” aanbrengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of niet aan anderen mag worden vrijgegeven.
In het geval van een fusie of gezamenlijke overname of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de gemotiveerde kennisgeving doen, mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de kennisgeving daarnaar verwijzen als naar een bijlage. Al deze bijlagen moeten in de gemotiveerde kennisgeving zijn opgenomen.
1.6. Definities en instructies voor het invullen van dit formulier RS
Kennisgevende partij(en): in gevallen waarin een gemotiveerde kennisgeving wordt ingediend door slechts één van de ondernemingen die partij zijn bij een operatie, verwijst de term „kennisgevende partijen” uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk kennisgeving doet.
Partij(en) bij de concentratie of de partijen: hieronder worden zowel de overnemende als de overgenomen ondernemingen of de fuserende partijen verstaan, daaronder begrepen elke onderneming waarin een zeggenschapsdeelneming wordt verworven, of de onderneming waarop een openbaar overnamebod wordt uitgebracht.
Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen „kennisgevende partij(en)” en „partij(en) bij de concentratie” alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die „partijen” behoren.
Betrokken markten: in rubriek 4 van dit formulier RS moeten de kennisgevende partijen de relevante productmarkten omschrijven, en voorts aangeven op welke van die relevante markten de operatie waarschijnlijk gevolgen zal hebben. Deze marktomschrijving vormt het uitgangspunt voor een aantal vragen in dit formulier RS. De omschrijvingen die de kennisgevende partijen hebben voorgesteld, worden in dit formulier RS „de betrokken markt(en)” genoemd. Deze term kan verwijzen naar een relevante markt voor hetzij producten, hetzij diensten.
Jaar: betekent in dit formulier RS steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit formulier RS verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de gemotiveerde kennisgeving plaatsvindt.
De in dit formulier RS verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.
Tenzij anders bepaald, zijn in dit formulier RS alle verwijzingen naar wettelijke bepalingen verwijzingen naar de toepasselijke artikelen en leden van de concentratieverordening.
1.7. Internationale samenwerking tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten
De Commissie moedigt de betrokken ondernemingen aan om de internationale samenwerking te bevorderen tussen de Commissie en andere mededingingsautoriteiten die dezelfde concentratie onderzoeken. Het is de ervaring van de Commissie dat een goede samenwerking tussen de Commissie en mededingingsautoriteiten in jurisdicties buiten de EER de betrokken ondernemingen aanzienlijke voordelen oplevert. Daarom moedigt de Commissie kennisgevende partijen aan om, samen met dit formulier RS, een lijst in te dienen van de jurisdicties buiten de EER waar toezichthouders, in het kader van regels inzake concentratiecontrole, vóór of na de sluiting van de transactie toestemming moeten geven voor de concentratie.
RUBRIEK 1
1.1. Algemene informatie
1.1.1. Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bijv. fusie, overname of gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de partijen bij de concentratie actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (daaronder begrepen de belangrijkste betrokken markten), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.
1.1.2. Gaat het om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, dan wel artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening en/of overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst?
— verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, naar één of meerdere lidstaten en/of verwijzing naar een EVA-Staat of EVA-Staten;
— verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, naar de Commissie.
1.2. Informatie over de kennisgevende partij(en) en andere partijen bij de concentratie ( 84 )
Geef voor elke partij die de gemotiveerde kennisgeving doet en voor iedere andere partij bij de concentratie:
1.2.1. de naam van de onderneming;
1.2.2. naam, adres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon. Het opgegeven adres moet een adres zijn waar documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend. Ook moet de opgegeven contactpersoon geacht worden gemachtigd te zijn om te betekenen stukken in ontvangst te nemen;
1.2.3. indien één of meer gemachtigde externe vertegenwoordigers van de onderneming worden aangesteld aan wie documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend:
1.2.3.1. naam, adres, telefoon- en fax, e-mailadres en functie van iedere vertegenwoordiger, en
1.2.3.2. het origineel van het schriftelijke bewijs dat iedere vertegenwoordiger gemachtigd is te handelen (op basis van het model van volmacht dat op de website van DG Concurrentie te vinden is).
RUBRIEK 2
Algemene achtergrond en details over de concentratie
De in deze rubriek te verstrekken informatie kan worden toegelicht met organisatieschema’s of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen.
2.1. Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie. Beantwoord, aan de hand van de desbetreffende criteria van de concentratieverordening en de geconsolideerde Commissiemededeling inzake bevoegdheidskwesties, de volgende vragen ( 85 ).
2.1.1. Wie zijn de ondernemingen of personen die, al dan niet rechtstreeks, uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap uitoefenen over elk van de betrokken ondernemingen? Beschrijf ook de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen vóór de totstandbrenging van de concentratie;
2.1.2. Om welk soort concentratievoornemen gaat het?
i) een volledige fusie?
ii) de verwerving van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap?
iii) een contract of ander middel waarmee directe of indirecte zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 2, van de concentratieverordening wordt verleend?
iv) de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over een volwaardige gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening? Zo ja, leg uit waarom de gemeenschappelijke onderneming als volwaardig moet worden beschouwd ( 86 ).
2.1.3. Hoe zal de concentratie tot stand worden gebracht (bijv. door het sluiten van een overeenkomst, het uitbrengen van een openbaar overnamebod enz.)?
2.1.4. Leg aan de hand van artikel 4, lid 1, van de concentratieverordening uit of met het oog op het tot stand brengen van de concentratie op het tijdstip van kennisgeving:
i) een overeenkomst is gesloten?
ii) een zeggenschapsdeelneming is verworven?
iii) een openbaar overnamebod is aangekondigd (of het voornemen daartoe)?
iv) de betrokken ondernemingen hebben aangetoond te goeder trouw voornemens te zijn een overeenkomst te sluiten?
2.1.5. Op welke datum zullen, naar wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
2.1.6. Hoe zal de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van elk van de betrokken ondernemingen eruitzien nadat de concentratie tot stand is gebracht?
2.2. Beschrijf de economische motieven voor de concentratie.
2.3. Vermeld de waarde van de concentratie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naargelang van het geval). Gaat het hier om aandelen, contanten of andere activa?
2.4. Is er sprake van financiële of andere steun die één of meer partijen van de overheid heeft ontvangen? Om welk soort steun gaat het dan en welk bedrag is ermee gemoeid?
2.5. Geef voldoende financiële of andere gegevens waaruit blijkt dat de concentratie voldoet OF niet voldoet aan de bevoegdheidsdrempels van artikel 1 van de concentratieverordening. Verschaf met het oog daarop voor elk van de bij de concentratie betrokken ondernemingen de volgende gegevens betreffende het afgelopen boekjaar ( 87 ):
2.5.1. wereldwijde omzet;
2.5.2. omzet in de EU;
2.5.3. omzet in de EER (EU plus EVA);
2.5.4. omzet in elke EU-lidstaat (in voorkomend geval, de lidstaat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EU werd behaald);
2.5.5. EVA-omzet;
2.5.6. omzet in elke EVA-Staat (in voorkomend geval, de EVA-Staat waar meer dan twee derde van de omzet in de gehele EVA werd behaald; Geef ook aan of de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen in de EVA-Staten 25 % of meer van hun totale omzet in de EER bedraagt).
Omzetgegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de tabelsjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is.
RUBRIEK 3
Marktomschrijvingen
De relevante productmarkt en de relevante geografische markt dienen om te bepalen binnen welke grenzen de marktmacht van de uit de concentratie ontstane nieuwe entiteit moet worden beoordeeld ( 88 ). Wanneer kennisgevende partijen relevante productmarkten en geografische markten voorstellen, moeten zij niet alleen de omschrijvingen van de productmarkten en geografische markten geven die zij relevant achten, maar ook alle plausibele alternatieve omschrijvingen van productmarkten en geografische markten. Omschrijvingen van plausibele alternatieve productmarkten en geografische markten kunnen worden bepaald op basis van vroegere besluiten van de Commissie en arresten van de EU-rechter en (met name wanneer er geen precedenten zijn in de praktijk van de Commissie of de rechtspraak van het Hof van Justitie) aan de hand van brancherapporten, marktstudies en interne documenten van de kennisgevende partijen.
De kennisgevende partij(en) moet(en) de in dit formulier RS verlangde informatie verstrekken, rekening houdende met de volgende marktomschrijvingen:
3.1. Relevante productmarkten
Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante productmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke producten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling substitueerbaar zijn.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante productmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde producten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de marktomschrijving wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid van producten en diensten, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde of andere relevante factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).
3.2. Relevante geografische markten
De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar de betrokken producten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.
Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante geografische markt is, zijn onder meer de aard en de kenmerken van de betrokken producten of diensten, het bestaan van toetredingsbelemmeringen, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.
3.3. Betrokken markten
Voor het verstrekken van de in dit formulier RS verlangde informatie worden de betrokken markten gevormd door alle relevante productmarkten en geografische markten en door alle plausibele alternatieve relevante productmarkten en geografische markten, op grond waarvan binnen de EER:
a) twee of meer van de partijen bij de concentratie op dezelfde relevante markt bedrijfsactiviteiten verrichten en de concentratie zou resulteren in een gezamenlijk marktaandeel van 20 % of meer. Dit zijn horizontale banden;
b) één of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een relevante markt die upstream of downstream ligt van een markt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide niveaus 30 % of meer bedragen, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat ( 89 ). Dit zijn verticale banden.
Geef aan de hand van de omschrijvingen in rubriek 3 (daaronder begrepen alle plausibele alternatieve marktomschrijvingen) en marktaandeeldrempels elk van de betrokken markten ( 90 ).
RUBRIEK 4
Informatie over de betrokken markten
Geef voor elk van de betrokken markten, voor het laatste boekjaar, de volgende informatie:
4.1. voor elk van de partijen bij de concentratie: de aard van de activiteiten van de onderneming, haar belangrijkste actieve dochterondernemingen en/of merken, productnamen en/of handelsmerken die op elk van deze markten worden gebruikt;
4.2. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen ( 91 ). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voor zover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;
4.3. de verkopen in waarde en in volume én het geraamde marktaandeel van elk van de partijen bij de concentratie. Indien u in uw antwoord op deze vraag geen marktaandelen op lidstaatniveau geeft, geef dan voor elk van de partijen bij de concentratie de geografische locatie van de vijf grootste klanten aan;
4.4. een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval, in volume) van de drie grootste concurrenten (onder vermelding van de basis voor die ramingen);
4.5. ingeval de concentratie een gemeenschappelijke onderneming is, blijven er twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een downstream- of upstreammarkt van de markt van de gemeenschappelijke onderneming ( 92 )?
4.6. een beschrijving van de impact die de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal hebben op de mededinging op de betrokken markten. Beschrijf ook welke invloed de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal hebben op de belangen van de afnemers in tussenstadia en de eindverbruikers.
RUBRIEK 5
Details over het verzoek om verwijzing en redenen waarom de zaak moet worden verwezen
5.1. Gaat het om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, dan wel artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening en/of overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst? Vul enkel de desbetreffende subrubriek in:
— verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, naar één of meerdere lidstaten en/of verwijzing naar een EVA-Staat of EVA-Staten;
— verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, naar de Commissie.
5.2. (voor verwijzingen op grond van artikel 4, lid 4, en/of verwijzingen overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst)
5.2.1. Vermeld de lidstaat (of lidstaten) en EVA-Staat (of EVA-Staten) die volgens u, overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening de concentratie zou (of zouden) moeten onderzoeken. Geef daarbij aan of u al dan niet informeel contact met die lidstaat (of lidstaten) en/of EVA-Staat (of EVA-Staten) hebt gehad.
5.2.2. Geef aan of u verzoekt de zaak in haar geheel of ten dele te verwijzen.
Verzoekt u de zaak gedeeltelijk te verwijzen, geef dan duidelijk aan voor welk onderdeel (of welke onderdelen) van de zaak u om verwijzing verzoekt.
Verzoekt u om verwijzing van de volledige zaak, dan dient u te bevestigen dat er geen betrokken markten zijn buiten het grondgebied van de lidstaat (of lidstaten) en EVA-Staat (of EVA-Staten) waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.
5.2.3. Leg uit hoe elk van de betrokken markten in de lidstaat (of lidstaten) en EVA-Staat (of EVA-Staten) waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen, alle kenmerken van een afzonderlijke markt in de zin van artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening vertoont.
5.2.4. Leg uit hoe de mededinging op elk van bovengenoemde afzonderlijke markten in significante mate kan worden beïnvloed in de zin van artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening ( 93 ).
5.2.5. Ingeval een lidstaat (of lidstaten) en/of een EVA-Staat (of EVA-Staten) bevoegd wordt (of worden) om de hele zaak of een onderdeel ervan te onderzoeken na een verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening, stemt u er dan in toe dat de in dit formulier RS verschafte informatie wordt gebruikt door de betrokken lidstaat (of lidstaten) en/of EVA-Staat (of EVA-Staten) in het kader van zijn (of hun) nationale procedures ten aanzien van die zaak of een onderdeel daarvan? JA of NEEN.
5.3. (voor verwijzingen op grond van artikel 4, lid 5, en/of verwijzingen overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst)
5.3.1. Geef voor elke lidstaat en/of EVA-Staat aan of de concentratie al dan niet vatbaar is voor toetsing krachtens de nationale mededingingswetgeving. Deze gegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de tabelsjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is. Daarbij dient u voor elke lidstaat en/of EVA-Staat telkens één vakje aan te kruisen ( 94 ).
5.3.2. Geef voor elke lidstaat en/of EVA-Staat voldoende financiële of andere gegevens die aantonen dat de concentratie volgens het toepasselijke nationale mededingingsrecht al dan niet aan de vereiste bevoegdheidsdrempels voldoet.
5.3.3. Leg uit waarom de zaak door de Commissie dient te worden onderzocht. Leg met name uit of de concentratie ook buiten het grondgebied van een bepaalde lidstaat of EVA-Staat de mededinging ongunstig zou kunnen beïnvloeden ( 95 ).
RUBRIEK 6
Verklaring
De gemotiveerde kennisgeving moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle kennisgevende partijen moet worden ondertekend:
„De kennisgevende partij of partijen verklaart of verklaren dat, na zorgvuldige controle, de in deze gemotiveerde kennisgeving verstrekte inlichtingen naar hun beste weten en geweten met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in dit formulier RS verlangde documenten zijn overgelegd en dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, alsmede dat alle geuite meningen oprecht zijn.
Zij hebben kennis genomen van artikel 14, lid 1, onder a), van de concentratieverordening.”.
BIJLAGE IV
Formulier RM betreffende informatie over overeenkomstig artikel 6, lid 2, en artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 ingediende verbintenissen
FORMULIER RM BETREFFENDE CORRIGERENDE MAATREGELEN
INLEIDING
In dit formulier wordt aangegeven welke gegevens en documenten de betrokken ondernemingen, tegelijkertijd met het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004, moeten indienen. De Commissie heeft de verlangde gegevens nodig om te kunnen nagaan of, dankzij de verbintenissen, de concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden verklaard, doordat zij beletten dat de daadwerkelijke mededinging aanzienlijk wordt belemmerd. De Commissie kan ontheffing verlenen van de verplichting bepaalde inlichtingen ten aanzien van de aangeboden verbintenissen, daaronder begrepen documenten, te verstrekken of van enige andere in dit formulier vastgestelde vereisten, wanneer zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten voor het onderzoek van de zaak niet nodig is. De hoeveelheid verlangde inlichtingen varieert naar gelang het type en de structuur van de voorgestelde corrigerende maatregel. Zo zijn bijvoorbeeld voor corrigerende maatregelen in de vorm van een afsplitsing doorgaans gedetailleerdere gegevens nodig dan bij afstoting van zelfstandig functionerende bedrijfsonderdelen. De Commissie staat open voor voorafgaand overleg met de partijen over de omvang van de verlangde inlichtingen. Wanneer u van opvatting bent dat bepaalde in dit formulier verlangde inlichtingen niet noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de Commissie, kunt u met de Commissie contact opnemen en vragen van bepaalde verplichtingen ontheven te worden. Geeft u afdoende redenen waarom deze gegevens niet relevant zijn.
RUBRIEK 1
Beschrijving van de verbintenis
1.1. |
Verschaf nadere gegevens over: i) het doel van de aangeboden verbintenissen, en ii) de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging ervan. |
1.2. |
Bestaan de aangeboden verbintenissen in de afstoting van een bedrijfsonderdeel, dan vermeldt u de specifieke gegevens in rubriek 5. |
RUBRIEK 2
Zijn de verbintenissen geschikt om mededingingsbezwaren weg te nemen?
2. |
Verschaf inlichtingen waaruit blijkt dat de aangeboden verbintenissen geschikt zijn om de door de Commissie vastgestelde aanzienlijke belemmering van een daadwerkelijke mededinging weg te nemen. |
RUBRIEK 3
Afwijking van modelteksten
3. |
Geef aan waarin de aangeboden verbintenissen afwijken van de desbetreffende teksten met modelverbintenissen die door de diensten van de Commissie zijn bekendgemaakt, zoals die van tijd tot tijd worden herzien. Licht toe waarom u van deze modellen afwijkt. |
RUBRIEK 4
Samenvatting van de verbintenissen
4. |
Geef een niet-vertrouwelijke samenvatting van de aard en de omvang van de aangeboden verbintenissen. Geef ook aan waarom deze verbintenissen volgens u geschikt zijn om eventuele aanzienlijke belemmeringen van een daadwerkelijke mededinging weg te nemen. De Commissie kan deze samenvatting gebruiken bij de markttest van de door de partijen aangeboden verbintenissen. |
RUBRIEK 5
Gegevens over een af te stoten bedrijfsonderdeel
5. |
Bestaan de aangeboden verbintenissen in de afstoting van een bedrijfsonderdeel, verschaf dan de volgende inlichtingen en documenten. Algemene informatie over het af te stoten bedrijfsonderdeel Verstrek de volgende gegevens over de bestaande bedrijfsvoering van het af te stoten bedrijfsonderdeel en de reeds geplande veranderingen.
Algemene gegevens over het af te stoten bedrijfsonderdeel zoals dat in de verbintenissen is beschreven
Verwerving door een geschikte koper
|
( 1 ) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
( 2 ) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1.
( 3 ) PB L 180 van 9.7.1997, blz. 1.
( 4 ) PB L 61 van 2.3.1998, blz. 1. Verordening zoals gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 2003.
( 5 ) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
( 6 ) PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1.
( 7 ) Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de Protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtsovereenkomst” genoemd). Telkens wanneer hier sprake is van de EVA-Staten, moet dit worden begrepen als een verwijzing naar de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst. Per 1 mei 2004 gaat het om IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
( 8 ) Met ingang van 1 december 2009 heeft het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) een aantal wijzigingen geïntroduceerd, zoals de vervanging van „Gemeenschap” door „Unie” en „gemeenschappelijke markt” door „interne markt”. In dit formulier CO wordt de terminologie van het VWEU aangehouden.
( 9 ) Het begrip „concentratie” wordt gedefinieerd in artikel 3 van de concentratieverordening en het begrip „Uniedimensie” in artikel 1 van diezelfde verordening. Daarnaast kunnen de aanmeldende partijen, volgens artikel 4, lid 5, in bepaalde omstandigheden waarin de omzetdrempels binnen de Unie niet worden gehaald, verzoeken dat de Commissie hun voorgenomen concentratie beoordeelt als een concentratie met een Uniedimensie.
( 10 ) Zie artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening.
( 11 ) Zie artikel 10, lid 3, van de concentratieverordening.
( 12 ) Zie artikel 4, lid 2, van de concentratieverordening.
( 13 ) Alle persoonsgegevens die op dit formulier CO worden verschaft, zullen worden verwerkt met naleving van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
( 14 ) Zie met name artikel 122 van de EER-overeenkomst, artikel 9 van Protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.
( 15 ) Zie rubriek 6.3 voor de omschrijving van de betrokken markten.
( 16 ) Hiertoe behoort, in het geval van een omstreden overnamebod, de doelonderneming; in dat geval moeten de gegevens voor zover mogelijk worden verstrekt.
( 17 ) Zie artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5, lid 4, van de concentratieverordening.
( 18 ) Zie de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 19 ) Zie deel B IV van de geconsolideerde mededeling inzake bevoegdheidskwesties.
( 20 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, gegevens over deelnemingen in andere ondernemingen) passend is. Daartegenover staat dan dat de Commissie voor bepaalde concentraties de volgende gegevens kan eisen wil een aanmelding met dit formulier CO volledig zijn: voor de partijen bij de concentratie en voor iedere onderneming of persoon vermeld in antwoord op de rubriek 3.1.1 of 3.1.6, een lijst van de leden van haar bestuursorganen die ook lid zijn van de bestuurs- of toezichthoudende organen van één of meer andere ondernemingen die op de betrokken markten actief zijn en, in voorkomend geval, voor elke onderneming een lijst van de leden van haar toezichthoudende organen die ook lid zijn van het bestuursorgaan van één of meer andere ondernemingen die op de betrokken markten actief zijn. Vermeld in dat geval telkens de naam van de andere onderneming en de functie van het lid van bestuurs- of toezichthoudende organen.
( 21 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, gegevens over vroegere deelnemingen in andere ondernemingen) passend is.
( 22 ) Zie, over de begrippen „betrokken onderneming” en „berekening van de omzet”, de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 23 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, documenten) passend is.
( 24 ) Zie rubriek 6.3 voor de omschrijving van de betrokken markten.
( 25 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, documenten) passend is.
( 26 ) Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5).
( 27 ) Wanneer bijvoorbeeld een partij bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 30 % bezit op een markt die een upstreammarkt vormt ten opzichte van de markt waarop de andere partij actief is, dan zijn zowel de upstream- als de downstreammarkt betrokken markten. Hetzelfde geldt voor een zaak waarin een verticaal geïntegreerde onderneming fuseert met een andere partij die op downstreamniveau actief is: resulteert de concentratie in een gezamenlijk downstreammarktaandeel van ten minste 30 %, dan gelden zowel de upstream- als de downstreammarkt als betrokken markten.
( 28 ) Zoals aangegeven in de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie, geven de aanmeldende partijen best vóór de aanmelding informatie vrij over alle potentiële betrokken markten, zelfs indien zij uiteindelijk van mening zijn dat het niet om betrokken markten gaat en ook al hebben zij een specifiek standpunt ten aanzien van de kwestie van de marktomschrijving. In dat verband, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en), zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, voor bepaalde betrokken markten of voor bepaalde andere markten als beschreven onder rubriek 6.4) passend is.
( 29 ) Producten (of diensten) worden complementair genoemd wanneer bijvoorbeeld het gebruik (of verbruik) van één product het gebruik (of verbruik) van het andere product vooronderstelt, zoals bijv. nietjesmachines en nietjes of printers en inktpatronen.
( 30 ) Enkele voorbeelden van producten die tot een dergelijk scala behoren: aan de horeca verkochte whisky en gin, of verschillende soorten verpakkingsmaterialen voor een bepaalde categorie goederen die aan producenten van die goederen worden verkocht.
( 31 ) Onverminderd artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening.
( 32 ) De waarde en het volume van een markt moeten de productie in de betrokken geografische gebieden weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer. Zoals in de inleiding in de punten 1.2. en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, op waarde of volume gebaseerde gegevens over marktomvang en marktaandelen) passend is.
( 33 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2. en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, capaciteitsgegevens) passend is. Een reden voor een ontheffing zou kunnen zijn dat de capaciteit niet relevant blijkt te zijn voor de mededinging op de betrokken markt.
( 34 ) De O&O-intensiteit kan bijvoorbeeld worden geïllustreerd door de O&O-uitgaven uit te drukken als een percentage van de omzet.
( 35 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie passend is.
( 36 ) Zoals in de inleiding in de punten 1.2 en 1.4, onder g), werd aangegeven, kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie passend is.
( 37 ) De Commissie kan steeds, ook bij een volledige aanmelding van een concentratie op basis van dit formulier CO, een groter aantal contactgegevens vragen voor elk van de in dit formulier CO vermelde categorieën marktdeelnemers en ook contactgegevens vragen voor andere categorieën marktdeelnemers, zoals bijv. leveranciers.
( 38 ) Het is belangrijk te weten dat het verschaffen van informatie in antwoord op de vragen uit rubriek 9 niet verplicht is om een volledige aanmelding te kunnen indienen en dus vrijwillig is. De aanmeldende partij(en) hoeft (hoeven) niet te verantwoorden waarom zij deze rubriek open laat (laten). Het niet verstrekken van informatie over efficiëntieverbeteringen zal niet worden geïnterpreteerd als zou de voorgenomen concentratie geen efficiëntieverbeteringen opleveren of de motivering voor de concentratie het versterken van marktmacht zijn. Deelt u de verlangde informatie over efficiëntieverbeteringen niet in de fase van de aanmelding mee, dan betekent dit nog niet dat u deze informatie niet in een latere fase kunt meedelen. Hoe vroeger u deze informatie echter meedeelt, des te beter kan de Commissie de aangevoerde efficiëntieverbeteringen nagaan.
( 39 ) Voor meer aanwijzingen in verband met de beoordeling van efficiëntieverbeteringen, zie de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5).
( 40 ) Zie rubriek 6 voor de marktomschrijvingen.
( 41 ) Zie artikel 53, lid 1, van de EER-overeenkomst.
( 42 ) Zie artikel 53, lid 3, van de EER-overeenkomst.
( 43 ) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
( 44 ) PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1.
( 45 ) Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de Protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtsovereenkomst” genoemd). Telkens wanneer hier sprake is van de EVA-Staten, moet dit worden begrepen als een verwijzing naar de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst. Per 1 mei 2004 gaat het om IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
( 46 ) Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 366 van 14.12.2013, blz. 1).
( 47 ) Wanneer in dit verkorte formulier CO sprake is van activiteiten van ondernemingen op markten, dient dit te worden begrepen als activiteiten op markten binnen de EER of op markten die de EER omvatten, maar die ruimer kunnen zijn dan de EER.
( 48 ) Verticale banden vooronderstellen normaal gesproken dat het product of de dienst van de op de betrokken upstreammarkt actieve onderneming een belangrijke input is voor het product of de dienst van de op de downstreammarkt actieve onderneming; zie, voor meer details, punt 34 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6).
( 49 ) In geval van een verwerving van gezamenlijke zeggenschap worden banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verwerven, voor dit verkorte formulier CO niet beschouwd als horizontale of verticale banden, maar kunnen zij worden behandeld als concentraties waar coördinatie problematisch kan zijn.
( 50 ) De drempels voor horizontale en verticale banden gelden voor elke plausibele alternatieve omschrijving van de productmarkt en de geografische markt waarmee in een bepaalde zaak eventueel rekening dient te worden gehouden. Het is belangrijk dat de onderliggende marktomschrijvingen die in de aanmelding zijn uiteengezet, voldoende precies zijn om de beoordeling te rechtvaardigen dat deze drempels niet worden bereikt, en dat alle eventueel te onderzoeken plausibele alternatieve marktomschrijvingen worden vermeld (waaronder geografische markten die enger zijn dan nationale markten).
( 51 ) Zie de voetnoten 5 en 7.
( 52 ) In geval van een verwerving van gezamenlijke zeggenschap worden banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verwerven buiten het werkterrein van de gemeenschappelijke onderneming, voor dit verkorte formulier CO niet beschouwd als horizontale of verticale banden, maar kunnen zij worden behandeld als concentraties waar coördinatie problematisch kan zijn.
( 53 ) De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt. De verandering in de HHI als gevolg van een concentratie kan onafhankelijk van de totale marktconcentratie worden berekend, aan de hand van uitsluitend de marktaandelen van de partijen bij de concentratie; zie punt 16 en voetnoot 19 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5). Om echter de HHI-delta te berekenen die de concentratie oplevert, is het voldoende om van het kwadraat van de som van de marktaandelen van de partijen bij de concentratie (m.a.w. het kwadraat van het marktaandeel van de uit de concentratie ontstane onderneming nà de concentratie) de som van de kwadraten van de individuele marktaandelen van de partijen bij de concentratie af te trekken (de marktaandelen van alle overige concurrenten op de markt blijven immers ongewijzigd zodat er geen invloed is op de uitkomst van de vergelijking). Met andere woorden, de HHI-delta kan worden berekend op basis van uitsluitend de marktaandelen van de partijen bij de concentratie, zonder dat de marktaandelen van andere concurrenten op de markt bekend hoeven te zijn.
( 54 ) Zie voetnoot 7.
( 55 ) Zie met name punt 20 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen.
( 56 ) Productmarkten zijn nauw verbonden aangrenzende markten wanneer de producten onderling complementair zijn of wanneer zij tot een scala van producten behoren die doorgaans door hetzelfde soort klanten voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen; zie punt 91 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6).
( 57 ) Zie de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, punten 8 t/m 19.
( 58 ) Gelet op de goede praktijken van DG Concurrentie (DG Competition Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings)zou de Commissie de partijen wel willen aanmoedigen om vooraf een verzoek in te dienen om de zaak aan een caseteam binnen DG Concurrentie toe te wijzen.
( 59 ) Zie artikel 4, lid 2, van de concentratieverordening.
( 60 ) Zie de voorwaarden in de punten 5 en 6 van de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 366 van 14.12.2013, blz. 1).
( 61 ) In de aanmelding te behandelen markten in de zin van rubriek 6 van dit verkorte formulier CO.
( 62 ) In de aanmelding te behandelen markten in de zin van rubriek 6 van dit verkorte formulier CO.
( 63 ) Alle persoonsgegevens die op dit verkorte formulier CO worden verschaft, zullen worden verwerkt met naleving van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
( 64 ) Zie met name artikel 122 van de EER-overeenkomst, artikel 9 van Protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.
( 65 ) In de aanmelding te behandelen markten in de zin van rubriek 6.
( 66 ) Hiertoe behoort, in het geval van een omstreden overnamebod, de doelonderneming; in dat geval moeten de gegevens voor zover mogelijk worden verstrekt.
( 67 ) Zie artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5, lid 4, van de concentratieverordening.
( 68 ) Zie de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 69 ) Zie deel B IV van de geconsolideerde mededeling inzake bevoegdheidskwesties.
( 70 ) Zie, over de begrippen „betrokken onderneming” en „berekening van de omzet”, de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 71 ) In de aanmelding te behandelen markten in de zin van rubriek 6.
( 72 ) Zie de bekendmaking van de Commissie betreffende de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5).
( 73 ) Omschrijvingen van plausibele alternatieve productmarkten en geografische markten kunnen worden bepaald op basis van vroegere besluiten van de Commissie en arresten van de EU-rechter en (met name wanneer er geen precedenten zijn in de praktijk van de Commissie of de rechtspraak van het Hof van Justitie) aan de hand van brancherapporten, marktstudies en interne documenten van de aanmeldende partijen.
( 74 ) De waarde en het volume van een markt moeten de productie in de betrokken geografische gebieden weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer.
( 75 ) Zie de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5).
( 76 ) De O&O-intensiteit kan bijvoorbeeld worden geïllustreerd door de O&O-uitgaven uit te drukken als een percentage van de omzet.
( 77 ) Zie rubriek 6 voor de marktomschrijvingen.
( 78 ) Zie artikel 53, lid 1, van de EER-overeenkomst.
( 79 ) Zie artikel 53, lid 3, van de EER-overeenkomst.
( 80 ) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
( 81 ) PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1.
( 82 ) Zie met name artikel 57 van de EER-overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, de Protocollen nr. 21 en nr. 24 bij de EER-overeenkomst, alsmede Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtsovereenkomst” genoemd). Telkens wanneer hier sprake is van de EVA-Staten, moet dit worden begrepen als een verwijzing naar de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst. Per 1 mei 2004 gaat het om IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
( 83 ) Zie met name artikel 122 van de EER-overeenkomst, artikel 9 van Protocol nr. 24 bij de EER-overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van Protocol nr. 4 bij de Toezichtsovereenkomst.
( 84 ) Hiertoe behoort, in het geval van een omstreden overnamebod, de doelonderneming; in dat geval moeten de gegevens voor zover mogelijk worden verstrekt.
( 85 ) Zie de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 86 ) Zie deel B IV van de geconsolideerde mededeling inzake bevoegdheidskwesties.
( 87 ) Zie, over de begrippen „betrokken onderneming” en „berekening van de omzet”, de geconsolideerde mededeling van de Commissie over bevoegdheidskwesties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 95 van 16.4.2008, blz. 1).
( 88 ) Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5).
( 89 ) Wanneer bijvoorbeeld een partij bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 30 % bezit op een markt die een upstreammarkt vormt ten opzichte van de markt waarop de andere partij actief is, dan zijn zowel de upstream- als de downstreammarkt betrokken markten. Hetzelfde geldt voor een zaak waarin een verticaal geïntegreerde onderneming fuseert met een andere partij die op downstreamniveau actief is: resulteert de concentratie in een gezamenlijk downstreammarktaandeel van ten minste 30 %, dan gelden zowel de upstream- als de downstreammarkt als betrokken markten.
( 90 ) Zoals aangegeven in de Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings van DG Concurrentie, geven de kennisgevende partijen best informatie vrij over alle potentiële betrokken markten, zelfs indien zij uiteindelijk van mening zijn dat het niet om betrokken markten gaat en ook al hebben zij een specifiek standpunt ten aanzien van de kwestie van de marktomschrijving.
( 91 ) De waarde en het volume van een markt moeten de productie in de betrokken geografische gebieden weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer. Zoals in de inleiding in de punten 1.1. en 1.3, punt e), werd aangegeven, kan (kunnen) de kennisgevende partij(en) best vóór de aanmelding met de Commissie overleggen in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van een deel van de verlangde informatie (in dit geval, op waarde of volume gebaseerde gegevens over marktomvang en marktaandelen) passend is.
( 92 ) Zie rubriek 3 voor de marktomschrijvingen.
( 93 ) Zie de verwijzingsmededeling voor de leidbeginselen met betrekking tot de verwijzing van zaken (PB C 56 van 5.3.2005, blz. 2). In de praktijk zou het bestaan van „betrokken markten” in de zin van formulier RS meestal als voldoende worden beschouwd om de voorwaarden van artikel 4, lid 4, op dit punt als vervuld te beschouwen. Toch is het bestaan van „betrokken markten” in de zin van formulier RS geen noodzakelijke voorwaarde om die voorwaarden te vervullen; zie punt 17 en voetnoot 21 van de verwijzingsmededeling.
( 94 ) Wordt voor een lidstaat en/of EVA-Staat geen JA of NEEN aangegeven, dan geldt zulks als een JA voor die lidstaat en/of EVA-Staat.
( 95 ) Zie de verwijzingsmededeling voor de leidbeginselen met betrekking tot de verwijzing van zaken (PB C 56 van 5.3.2005, blz. 2). Zaken waar de markt of markten waarop zich potentiële gevolgen voor de mededinging kunnen voordoen, een ruimere geografische dimensie heeft of hebben dan een nationale markt, of waar bepaalde van de potentieel getroffen markten ruimer dan nationaal zijn en waarbij de economische gevolgen van de concentratie vooral met die markten verband houden, zijn zaken die potentieel het meest geschikt zijn om naar de Commissie te worden verwezen; zie punt 28 van de verwijzingsmededeling.