02004L0042 — NL — 10.12.2010 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2004/42/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 april 2004 (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 87) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EG) Nr. 1137/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008 |
L 311 |
1 |
21.11.2008 |
|
L 345 |
68 |
23.12.2008 |
||
L 304 |
18 |
20.11.2010 |
RICHTLIJN 2004/42/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 21 april 2004
inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG
Artikel 1
Doel en werkingssfeer
1. Deze richtlijn is erop gericht het totaalgehalte van VOS in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen te beperken ter voorkoming of vermindering van luchtverontreiniging ten gevolge van de bijdrage van VOS aan de vorming van troposferische ozon.
2. Ter verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstelling strekt deze richtlijn tot onderlinge aanpassing van de technische specificaties voor bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen.
3. Deze richtlijn is van toepassing op de in bijlage I genoemde producten.
4. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan op communautair of nationaal niveau genomen maatregelen, waaronder etiketteringsvereisten, ter bescherming van de gezondheid van consumenten en werknemers en hun arbeidsmilieu.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
1. |
bevoegde autoriteiten : de autoriteiten of organen die krachtens de wettelijke bepalingen van de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de uit deze richtlijn voortvloeiende taken; |
2. |
stoffen : chemische elementen en hun verbindingen die in de natuur voorkomen of door de industrie worden geproduceerd, in vaste of vloeibare of gasvorm; |
3. |
►M2 mengsel ◄ : een mengsel of oplossing, bestaande uit twee of meer stoffen; |
4. |
organische verbinding : een verbinding die ten minste het element koolstof bevat en daarnaast één of meer van de volgende elementen: waterstof, zuurstof, zwavel, fosfor, silicium, stikstof of halogeen met uitzondering van koolstofoxiden en anorganische carbonaten en bicarbonaten; |
5. |
vluchtige organische stof (VOS) : een organische verbinding met een beginkookpunt van 250 °C of lager, gemeten bij een standaarddruk van 101,3 kPa; |
6. |
VOS-gehalte : de massa van vluchtige organische stoffen uitgedrukt in gram/liter (g/l) bij de bereiding van het product in gebruiksklare vorm. De massa van vluchtige organische stoffen in een bepaald product die, tijdens het drogen, door een chemische reactie deel gaan uitmaken van de coating, wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het VOS-gehalte; |
7. |
oplosmiddel : een VOS die alleen of in combinatie met andere agentia wordt gebruikt om grondstoffen, producten of afvalmaterialen op te lossen of te verdunnen, of als schoonmaakmiddel om verontreinigingen op te lossen, dan wel als dispergeermiddel, om de viscositeit aan te passen, om de oppervlaktespanning aan te passen, als weekmaker of als conserveermiddel; |
8. |
coating : een ►M2 mengsel ◄ , met inbegrip van alle voor een juist gebruik benodigde organische oplosmiddelen of ►M2 mengsel ◄ die organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een oppervlak een film met decoratief, beschermend of ander functioneel effect te bereiken; |
9. |
film : een continue laag ten gevolge van het opbrengen van één of meer coatings op een ondergrond; |
10. |
watergedragen coating (WG) : coating waarvan de viscositeit door middel van water wordt aangepast; |
11. |
solventgedragen coating (SG) : coating waarvan de viscositeit door middel van een oplosmiddel wordt aangepast; |
12. |
in de handel brengen : het al dan niet tegen betaling beschikbaar stellen aan derden. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt invoer in het douanegebied van de Gemeenschap ook beschouwd als in de handel brengen. |
Artikel 3
Vereisten
1. De lidstaten zien erop toe dat op hun grondgebied de in bijlage I genoemde producten na de in bijlage II aangegeven data uitsluitend in de handel worden gebracht indien zij een VOS-gehalte hebben dat de in bijlage II genoemde grenswaarden niet overschrijdt, en aan artikel 4 voldoen.
Om na te gaan of voldaan is aan de in bijlage II opgenomen grenswaarden voor het VOS-gehalte, worden de in bijlage III genoemde analytische methoden gebruikt.
Voor in bijlage I genoemde producten waaraan oplosmiddelen of andere bestanddelen die oplosmiddelen bevatten, moeten worden toegevoegd om het product gebruiksklaar te maken, gelden de in bijlage II genoemde grenswaarden voor het VOS-gehalte van het product in gebruiksklare vorm.
2. In afwijking van lid 1 stellen de lidstaten producten die worden verkocht om uitsluitend te worden gebruikt bij een door Richtlijn 1999/13/EG bestreken activiteit die wordt verricht in een installatie waarvoor registratie heeft plaatsgevonden of een vergunning is verleend overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van die richtlijn, vrij van de verplichting om aan de bovengenoemde eisen te voldoen.
3. Ten behoeve van de restauratie en het onderhoud van gebouwen en klassieke voertuigen die door de bevoegde autoriteiten als van bijzonder historisch en cultureel belang zijn aangemerkt, kunnen de lidstaten individuele vergunningen afgeven voor de aan- en verkoop van strikt beperkte hoeveelheden producten die niet voldoen aan de in bijlage II opgenomen grenswaarden voor het VOS-gehalte.
4. De onder de werkingssfeer van deze richtlijn vallende producten die kennelijk vóór de in bijlage II opgenomen data zijn geproduceerd en niet aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden voldoen, mogen gedurende 12 maanden na de datum waarop het vereiste voor het betrokken product van kracht wordt, in de handel worden gebracht.
Artikel 4
Etikettering
De lidstaten zien erop toe dat de in bijlage I genoemde producten met een etiket in de handel worden gebracht. Op het etiket staan vermeld:
a) de subcategorie van het product en de betrokken VOS-grenswaarden in g/l als bedoeld in bijlage II;
b) het maximale VOS-gehalte in g/l van het product in gebruiksklare vorm.
Artikel 5
Bevoegde instantie
De lidstaten wijzen een bevoegde instantie aan die verantwoordelijk is voor de naleving van de in deze richtlijn neergelegde verplichtingen en stellen de Commissie uiterlijk 30 april 2005 daarvan in kennis.
Artikel 6
Monitoring
De lidstaten zetten een monitoringprogramma op om na te gaan of aan de richtlijn wordt voldaan.
Artikel 7
Rapportage
De lidstaten brengen verslag uit over de resultaten van het monitoringprogramma, om aan te tonen dat de richtlijn wordt nageleefd, en over de categorieën en hoeveelheden producten waarvoor overeenkomstig artikel 3, lid 3, een vergunning is afgegeven. De eerste twee verslagen worden bij de Commissie ingediend 18 maanden na de data voor naleving van de in bijlage II vermelde VOS-grenswaarden; vervolgens wordt om de vijf jaar een verslag ingediend. De Commissie ontwikkelt vooraf volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure een gemeenschappelijk formaat voor de indiening van de monitoringgegevens. De jaarlijkse gegevens worden de Commissie desgevraagd ter beschikking gesteld.
Artikel 8
Vrij verkeer
Het is de lidstaten niet toegestaan om op de onder deze richtlijn vallende gronden, het in de handel brengen van onder deze richtlijn vallende producten die in hun gebruiksklare vorm aan de vereisten van deze richtlijn voldoen, te verbieden, te beperken of te verhinderen.
Artikel 9
Evaluatie
De Commissie wordt verzocht bij het Europees Parlement en de Raad:
1. uiterlijk in 2008 een verslag in te dienen over de resultaten van de evaluatie als bedoeld in artikel 10 van Richtlijn 2001/81/EG. In dit verslag wordt het volgende onderzocht:
a) de ruimte en het potentieel om het VOS-gehalte van producten die buiten de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, te verlagen, met inbegrip van aërosols voor verven en vernissen;
b) een eventuele verdere vermindering (fase II) van het VOS-gehalte van producten voor het overspuiten van voertuigen;
c) elk nieuw element dat verband houdt met de sociaal-economische gevolgen van de toepassing van fase II zoals voorzien voor verven en vernissen.
2. uiterlijk 30 maanden na de data voor implementatie van de VOS-grenswaarden van bijlage II fase II een verslag in te dienen waarin met name rekening wordt gehouden met de verslagen als bedoeld in artikel 7 en met alle technische ontwikkelingen bij de vervaardiging van verven, vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen. In dit verslag worden de ruimte en het potentieel onderzocht om het VOS-gehalte van producten die binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, nog verder te verlagen, onder meer door eventueel onderscheid te maken tussen verven voor binnen- en buitendecoratie in subcategorieën d) en e) van bijlagen I, punt 1.1, en bijlage II.A.
Deze verslagen gaan, in voorkomend geval, vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze richtlijn.
Artikel 10
Sancties
De lidstaten stellen voorschriften vast met betrekking tot de sancties die van toepassing zijn bij inbreuken op de op grond van deze richtlijn aangenomen nationale bepalingen en treffen de nodige maatregelen voor de uitvoering ervan. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten delen deze bepalingen uiterlijk op 30 oktober 2005 aan de Commissie mee en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen.
Artikel 11
Aanpassing aan de technische vooruitgang
De Commissie past bijlage III aan aan de technische vooruitgang. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 12
Comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 13 van Richtlijn 1999/13/EG van de Raad ingestelde comité, hierna het „comité” genoemd.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
Artikel 13
Wijziging van Richtlijn 1999/13/EG
1. Richtlijn 1999/13/EG wordt als volgt gewijzigd:
in het hoofdstuk „overspuiten van voertuigen” van bijlage I wordt het streepje geschrapt dat als volgt luidt:
„— het aanbrengen van een laklaag op wegvoertuigen, zoals gedefinieerd in Richtlijn 70/156/EEG, of een deel daarvan, als onderdeel van de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek, of”.
2. Onverminderd lid 1, kunnen de lidstaten nationale maatregelen handhaven of invoeren voor de controle van emissies van activiteiten voor het overspuiten van voertuigen die uit de werkingssfeer van Richtlijn 1999/13/EG zijn geschrapt.
Artikel 14
Omzetting
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden omuiterlijk op 30 oktober 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede een transponeringstabel, waarin wordt aangegeven in welke nationale bepalingen de bepalingen van deze richtlijn zijn verwerkt.
Artikel 15
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 16
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
TOEPASSINGSGEBIED
1. |
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder verven en vernissen verstaan de in onderstaande subcategorieën genoemde producten, met uitsluiting van aërosols. Het betreft coatings voor gebouwen, houtwerk en bijbehorende structuren bestemde coatings met een decoratief, functioneel en beschermend effect.
|
2. |
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de in onderstaande subcategorieën genoemde producten. Zij worden gebruikt op wegvoertuigen, als gedefinieerd in Richtlijn 70/156/EEG, of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek.
|
BIJLAGE II
A. MAXIMALE GRENSWAARDEN VOOR HET VOS-GEHALTE VAN VERVEN EN VERNISSEN
|
Productsubcategorie |
Type |
Fase I (g/l (1)) (vanaf 1.1.2007) |
Fase II (g/l (1)) (vanaf 1.1.2010) |
a |
Matte coatings voor wanden en plafonds (glans ≤ 25@60°) |
WG |
75 |
30 |
SG |
400 |
30 |
||
b |
Glanzende coatings voor wanden en plafonds (glans > 25@60°) |
WG |
150 |
100 |
SG |
400 |
100 |
||
c |
Buitenmuren met minerale ondergrond |
WG |
75 |
40 |
SG |
450 |
430 |
||
d |
Hout- en metaalverven voor binnen- en buitendecoratie en voor interieur- en gevelbekleding |
WG |
150 |
130 |
SG |
400 |
300 |
||
e |
Vernissen en houtbeitsen voor houtwerk binnen en buiten, inclusief dekkende houtbeitsen |
WG |
150 |
130 |
SG |
500 |
400 |
||
f |
Houtbeitsen met minimale laagdikte voor binnen en buiten |
WG |
150 |
130 |
SG |
700 |
700 |
||
g |
Primers |
WG |
50 |
30 |
SG |
450 |
350 |
||
h |
Hechtprimers |
WG |
50 |
30 |
SG |
750 |
750 |
||
i |
Performante eencomponentscoatings |
WG |
140 |
140 |
SG |
600 |
500 |
||
j |
Performante tweecomponenten-coatings voor specifiek eindgebruik zoals vloeren |
WG |
140 |
140 |
SG |
550 |
500 |
||
k |
Meerkleurige coatings |
WG |
150 |
100 |
SG |
400 |
100 |
||
l |
Coatings met decoratief effect |
WG |
300 |
200 |
SG |
500 |
200 |
||
(*1) g/l gebruiksklaar product |
B. MAXIMALE GRENSWAARDEN VOOR HET VOS-GEHALTE VAN PRODUCTEN VOOR HET OVERSPUITEN VAN VOERTUIGEN
|
Productsubcategorie |
Coatings |
VOS g/l (1) (1.1.2007) |
a |
Voorbehandeling en reiniging |
Voorbehandeling |
850 |
Oppervlaktereinigers |
200 |
||
b |
Plamuur/stopmiddelen |
Alle types |
250 |
c |
Primers |
Surfacer/vulmiddel en algemene (metaal-)primers |
540 |
Washprimers |
780 |
||
d |
Aflakken |
Alle types |
420 |
e |
Speciale aflakken |
Alle types |
840 |
(*1) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van subcategorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. |
BIJLAGE III
IN ARTIKEL 3, LID 1, BEDOELDE METHODEN
Toegelaten methode voor producten met een VOS-gehalte dat lager is dan 15 % (m/m), wanneer er geen reactieve verdunningsmiddelen aanwezig zijn:
Parameter |
Eenheid |
Test |
|
Methode |
Datum bekendmaking |
||
VOS-gehalte |
g/l |
ISO 11890-2 |
2006 |
Toegelaten methoden voor producten met een VOS-gehalte dat gelijk is aan of hoger is dan 15 % (m/m), wanneer er geen reactieve verdunningsmiddelen aanwezig zijn
Parameter |
Eenheid |
Test |
|
Methode |
Datum bekendmaking |
||
VOS-gehalte |
g/l |
ISO 11890-1 |
2007 |
VOS-gehalte |
g/l |
ISO 11890-2 |
2006 |
Toegelaten methode voor producten met een VOS-gehalte wanneer er reactieve verdunningsmiddelen aanwezig zijn
Parameter |
Eenheid |
Test |
|
Methode |
Datum bekendmaking |
||
VOS-gehalte |
g/l |
ASTMD 2369 |
2003 |
( 1 ) PB C 220 van 16.9.2003, blz. 43.
( 2 ) Advies van het Europees Parlement van 25 september 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 7 januari 2004 (PB C 79 E van 30.3.2004, blz. 1) en standpunt van het Europees Parlement van 30 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
( 3 ) PB L 309 van 27.11.2001, blz. 22.
( 4 ) PB L 85 van 29.3.1999, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
( 5 ) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/3/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 49 van 19.2.2004, blz. 36).
( 6 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.