02002D0002 — NL — 17.12.2016 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2001

overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming van persoonsgegevens geboden door de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 4539)

(2002/2/EG)

(PB L 002 van 4.1.2002, blz. 13)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/2295 VAN DE COMMISSIE Voor de EER relevante tekst van 16 december 2016

  L 344

83

17.12.2016




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2001

overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming van persoonsgegevens geboden door de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 4539)

(2002/2/EG)



Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG wordt Canada geacht een passend beschermingsniveau te waarborgen voor de doorgifte van persoonsgegevens van de Gemeenschap naar ontvangers die onder de Personal Information Protection and Electronic Documents Act („de Canadese wet”) vallen.

Artikel 2

Deze beschikking heeft alleen betrekking op de gepastheid van de bescherming die in Canada door de Canadese wet wordt geboden, teneinde aan de vereisten van artikel 25, lid 1, van Richtlijn 95/46/EG te voldoen en laat andere voorwaarden of beperkingen tot uitvoering van andere bepalingen van die richtlijn die op de verwerking van persoonsgegevens in de lidstaten betrekking hebben, onverlet.

▼M1

Artikel 3

Wanneer de bevoegde autoriteiten in een lidstaat hun bevoegdheden uit hoofde van artikel 28, lid 3, van Richtlijn 95/46/EG uitoefenen en dit leidt tot de opschorting van of een definitief verbod op gegevensstromen naar een ontvanger in Canada van wie de activiteiten onder de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act vallen, teneinde natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens te beschermen, stelt de betrokken lidstaat de Commissie hiervan onverwijld in kennis, waarna de Commissie de andere lidstaten op de hoogte brengt.

▼M1

Artikel 3 bis

1.  De Commissie monitort op permanente basis de ontwikkelingen in de Canadese rechtsorde die de werking van deze beschikking zouden kunnen beïnvloeden, met inbegrip van ontwikkelingen met betrekking tot de toegang van overheidsinstanties tot persoonsgegevens, om na te gaan of Canada nog steeds een passend beschermingsniveau van persoonsgegevens waarborgt.

2.  De lidstaten en de Commissie brengen elkaar op de hoogte van gevallen waarin de instanties die in Canada verantwoordelijk zijn voor de naleving van de beschermingsnorm, niet in staat zijn de naleving daarvan te garanderen.

3.  De lidstaten en de Commissie stellen elkaar in kennis van eventuele aanwijzingen dat de ingrepen van de Canadese overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de nationale veiligheid, de rechtshandhaving en andere openbare belangen, in het recht van natuurlijke personen op de bescherming van hun persoonsgegevens, verder gaan dan hetgeen strikt noodzakelijk is, of dat er geen doeltreffende rechtsbescherming tegen dergelijke ingrepen is.

4.  Wanneer blijkt dat er niet langer een passend beschermingsniveau wordt gewaarborgd, ook in situaties als bedoeld in de leden 2 en 3, stelt de Commissie de bevoegde Canadese autoriteit hiervan in kennis en stelt zij zo nodig, overeenkomstig de in artikel 31, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG bedoelde procedure, ontwerpmaatregelen voor om deze beschikking in te trekken of op te schorten dan wel de werkingssfeer ervan te beperken.

▼B

Artikel 4

1.  Deze beschikking kan te allen tijde worden gewijzigd in het licht van de bij de werking ervan opgedane ervaringen of van wijzigingen in de Canadese wetgeving, met inbegrip van maatregelen tot erkenning van wezenlijke overeenstemming tussen de wetgeving van een Canadese provincie en de federale wetgeving. De Commissie evalueert op basis van de beschikbare informatie de werking van deze beschikking drie jaar nadat de lidstaten ervan in kennis zijn gesteld, en deelt alle relevante vaststellingen aan het bij artikel 31 van Richtlijn 95/46/EG ingestelde Comité mee, inclusief alle gegevens die van invloed kunnen zijn op de overeenkomstig artikel 1 van deze beschikking gedane vaststelling dat het beschermingsniveau passend is in de zin van artikel 25 van Richtlijn 95/46/EG, alsmede alle gegevens waaruit blijkt dat deze beschikking op discriminerende wijze wordt uitgevoerd.

2.  De Commissie legt zo nodig overeenkomstig de in artikel 31, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG bedoelde procedure een ontwerp van de te nemen maatregelen voor.

Artikel 5

De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om uiterlijk negentig dagen na de kennisgeving ervan aan de lidstaten aan deze beschikking te voldoen.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.