02001L0081 — NL — 01.07.2018 — 006.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

RICHTLIJN 2001/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 oktober 2001

inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen

(PB L 309 van 27.11.2001, blz. 22)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

RICHTLIJN 2006/105/EG VAN DE RAAD van 20 november 2006

  L 363

368

20.12.2006

 M2

VERORDENING (EG) Nr. 219/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 maart 2009

  L 87

109

31.3.2009

►M3

RICHTLIJN 2013/17/EU VAN DE RAAD van 13 mei 2013

  L 158

193

10.6.2013

►M4

RICHTLIJN (EU) 2016/2284 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voor de EER relevante tekst van 14 december 2016

  L 344

1

17.12.2016


Gewijzigd bij:

 A1

AKTE betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond

  L 236

33

23.9.2003




▼B

RICHTLIJN 2001/81/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 oktober 2001

inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen



Artikel 1

Doel

Deze richtlijn heeft tot doel de emissies van verzurende en eutrofiërende verontreinigende stoffen en van precursoren van ozon te beperken om aldus in de Gemeenschap de bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid tegen de risico's van schadelijke gevolgen van verzuring, bodemeutrofiëring en ozon op leefniveau te verbeteren, en nader tot het einddoel te komen, namelijk dat de kritische niveaus en de kritische belasting niet worden overschreden en dat eenieder effectief wordt beschermd tegen de bekende gezondheidsrisico's van luchtverontreiniging door het opstellen van nationale emissieplafonds — waarbij de jaren 2010 en 2020 als richtdata worden genomen — en door opeenvolgende herzieningen zoals omschreven in artikel 4 en 10.

▼M4 —————

▼B

Artikel 4

Nationale emissieplafonds

1.  De lidstaten beperken uiterlijk in 2010 hun jaarlijkse nationale emissies van de verontreinigende stoffen zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS) en ammoniak (NH3) tot hoeveelheden die niet groter zijn dan de emissieplafonds van bijlage I, rekening houdend met eventuele wijzigingen die worden voorgeschreven door communautaire maatregelen welke naar aanleiding van de in artikel 9 bedoelde verslagen worden genomen.

2.  De lidstaten dragen er zorg voor dat de in bijlage I aangegeven emissieplafonds na het jaar 2010 niet worden overschreden.

▼M4 —————

▼M3




BIJLAGE I



UITERLIJK IN 2010 TE BEREIKEN NATIONALE EMISSIEPLAFONDS VOOR SO2, NOx, VOS EN NH3  (1)

Land

SO2

kiloton

NOx

kiloton

VOS

kiloton

NH3

kiloton

België

99

176

139

74

Bulgarije (2)

836

247

175

108

Tsjechië

265

286

220

80

Denemarken

55

127

85

69

Duitsland

520

1 051

995

550

Estland

100

60

49

29

Ierland

42

65

55

116

Griekenland

523

344

261

73

Spanje

746

847

662

353

Frankrijk

375

810

1 050

780

Kroatië (3)

70

87

90

30

Italië

475

990

1 159

419

Cyprus

39

23

14

9

Letland

101

61

136

44

Litouwen

145

110

92

84

Luxemburg

4

11

9

7

Hongarije

500

198

137

90

Malta

9

8

12

3

Nederland

50

260

185

128

Oostenrijk

39

103

159

66

Polen

1 397

879

800

468

Portugal

160

250

180

90

Roemenië (2)

918

437

523

210

Slovenië

27

45

40

20

Slowakije

110

130

140

39

Finland

110

170

130

31

Zweden

67

148

241

57

Verenigd Koninkrijk

585

1 167

1 200

297

EU-28

8 367

9 090

8 938

4 324

(1)   Deze nationale emissieplafonds hebben tot doel dat in grote lijnen de tussentijdse milieudoelstellingen van artikel 5 worden bereikt. Het bereiken van die doelstellingen leidt naar verwachting tot een zodanige reductie van de bodemeutrofiëring, dat het areaal van de Unie waar de depositie van voedingsstikstof de kritische belasting overschrijdt, vergeleken met de situatie in 1990 met ongeveer 30 % zal afnemen.

(2)   Deze nationale emissieplafonds zijn tijdelijk en doen niet af aan het herzieningsonderzoek volgens artikel 10 van deze richtlijn, dat in 2008 moet zijn afgerond.

(3)   De nationale emissieplafonds voor Kroatië moeten bereikt zijn op de datum van toetreding tot de Unie.

▼M4 —————