1998D0600 — NL — 02.08.2001 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 12 oktober 1998

betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

(kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2926)

(Voor de EER relevante tekst)

(98/600/EG)

(PB L 287, 24.10.1998, p.35)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

Beschikking van de Commissie van 8 januari 2001

  L 209

33

2.8.2001




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 12 oktober 1998

betreffende de procedure voor de conformiteitsverklaring van voor de bouw bestemde producten overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad voor bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

(kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2926)

(Voor de EER relevante tekst)

(98/600/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten ( 1 ), gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG ( 2 ), inzonderheid op artikel 13, lid 4,

Overwegende dat de Commissie bij de keuze tussen de twee in artikel 13, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG bedoelde procedures voor de conformiteitsverklaring van een product de „minst kostbare veiligheidsconforme procedure” moet kiezen; dat dit inhoudt dat het noodzakelijk is vast te stellen of voor een bepaald product of bepaalde familie van producten het bestaan van een onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallend productiecontrolesysteem in de fabriek een noodzakelijke en toereikende voorwaarde is voor een conformiteitsverklaring, dan wel of daarvoor, om redenen die verband houden met de naleving van de in artikel 13, lid 4, genoemde criteria, een erkende certificatie-instantie moet worden ingeschakeld;

Overwegende dat artikel 13, lid 4, voorschrijft dat de aldus gekozen procedure in de mandaten en technische specificaties moet worden genoemd; dat het derhalve wenselijk is het in de mandaten en technische specificaties gebruikte begrip producten of families van producten vast te leggen;

Overwegende dat de twee procedures van artikel 13, lid 3, nader in bijlage III van Richtlijn 89/106/EEG zijn beschreven; dat het derhalve noodzakelijk is voor elk product of elke familie van producten duidelijk de methoden voor de toepassing van de twee procedures aan te geven, onder verwijzing naar genoemde bijlage III, daar bijlage III aan bepaalde systemen de voorkeur geeft;

Overwegende dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder a), overeenkomt met de systemen die in mogelijkheid 1 zonder permanente bewaking en in de mogelijkheden 2 en 3 van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd en dat de procedure van artikel 13, lid 3, onder b), overeenkomt met de systemen die in punt 2, onder i), van bijlage III en in mogelijkheid 1 met permanente bewaking van punt 2, onder ii), van bijlage III zijn vastgelegd;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



Artikel 1

De conformiteit van de in bijlage I genoemde producten en families van producten wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij de fabrikant als enige verantwoordelijk is voor een productiecontrolesysteem in de fabriek dat waarborgt dat de producten in overeenstemming zijn met de desbetreffende technische specificaties.

Artikel 2

De conformiteit van de in bijlage II genoemde producten wordt vastgesteld aan de hand van een procedure waarbij, naast een door de fabrikant uitgevoerd productiecontrolesysteem in de fabriek, bij de beoordeling en de bewaking van de productiecontrole of het product zelf een erkende certificatie-instantie wordt ingeschakeld.

Artikel 3

De procedure voor de conformiteitsverklaring overeenkomstig bijlage III wordt vermeld in de mandaten voor richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.




BIJLAGE I

Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

Voor alle toepassingen, met uitzondering van de toepassingen die onderworpen zijn aan de brandprestatievoorschriften voor producten vervaardigd van materialen die onder de euroklassen ►M1  A1 ( 3 ), A2 ( 4 ), B ( 5 ), C ( 6 ) ◄ vallen.




BIJLAGE II

Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

Voor toepassingen die onderworpen zijn aan de brandprestatievoorschriften voor producten vervaardigd van materialen die onder de euroklassen ►M1  A1 ( 7 ), A2 ( 8 ), B ( 9 ), C ( 10 ) ◄ vallen.




BIJLAGE III

Opmerking:

voor bouwpakketten uit ondertaande productfamilies met meer dan één beoogd gebruik, zijn de taken voor de erkende instantie, gebaseerd op de relevante systemen van verklaring van overeenstemming, cumulatief.

PRODUCTFAMILIE

BOUWPAKKETTEN VOOR ZELFDRAGENDE DOORSCHIJNENDE DAKEN (MET UITZONDERING VAN BOUWPAKKETTEN MET GLAZEN ELEMENTEN) (1/3)

1.   Systemen van verklaring van overeenstemming

EOTA (Europese Organisatie voor technische goedkeuring) wordt verzocht om in de desbetreffende richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van verklaring van overeenstemming te vermelden:



Product

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Systeem van verklaring van overeenstemming

Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

Voor gebruik in daken en dakafwerkingen

3

Systeem 3: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), tweede mogelijkheid.

2.   Voorwaarden waaraan EOTA moet voldoen inzake de specificatie van het systeem van verklaring van overeenstemming

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast al hoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen is voor de fabrikant de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil mededelen.

PRODUCTFAMILIE

BOUWPAKKETTEN VOOR ZELFDRAGENDE DOORSCHIJNENDE DAKEN (MET UITZONDERING VAN BOUWPAKKETTEN MET GLAZEN ELEMENTEN) (2/3)

1.   Systemen van verklaring van overeenstemming

EOTA wordt verzocht om in de desbetreffende richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van verklaring van overeenstemming te vermelden:



Product

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n)

Systeem van verklaring van overeenstemming

Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

Toepassingen die onderworpen zijn aan de brandprestatievoorschriften (buiten)

Producten die moeten worden getest

Producten die „worden geacht te voldoen” zonder te worden getest (1)

3

4

(1)   Moet worden bevestigd in het overleg binnen de „Fire Regulators Group”.

Systeem 3: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), tweede mogelijkheid.

Systeem 4: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), derde mogelijkheid.

2.   Voorwaarden waaraan EOTA moet voldoen inzake de specificatie van het systeem van verklaring van overeenstemming

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast al hoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen is voor de fabrikant de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil mededelen.

PRODUCTFAMILIE

BOUWPAKKETTEN VOOR ZELFDRAGENDE DOORSCHIJNENDE DAKEN (MET UITZONDERING VAN BOUWPAKKETTEN MET GLAZEN ELEMENTEN) (3/3)

1.   Systemen van verklaring van overeenstemming

EOTA wordt verzocht om in de desbetreffende richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen voor de onderstaande producten en het beoogde gebruik daarvan het volgende systeem van verklaring van overeenstemming te vermelden:



Product

Beoogd gebruik

Niveau(s) of klasse(n) (Brandprestaties)

Systeem van verklaring van overeenstemming

Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken (met uitzondering van bouwpakketten met glazen elementen)

Toepassingen die onderworpen zijn aan de brandprestatievoorschriften

►M1  A1  (1), A2 (1), B (1), C  (1)  ◄

►M1  A1  (2), A2 (2), B (2), C  (2), D, E ◄

►M1  (A1 tot E)  (3), F ◄

1

3

4

(1)    ►M1  Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen). ◄

(2)    ►M1  Producten/materialen die niet onder voetnoot (1) vallen. ◄

(3)    ►M1  Producten/materialen waarvan het materiaalgedrag bij brand niet behoeft te worden getest (bv. producten/materialen van klasse A1, overeenkomstig Beschikking 96/603/EG van de Commissie). ◄

Systeem 1: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder i), zonder steekproefsgewijze controle van monsters.

Systeem 3: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), tweede mogelijkheid.

Systeem 4: zie Richtlijn 89/106/EEG, bijlage III, punt 2, onder ii), derde mogelijkheid.

2.   Voorwaarden waaraan EOTA moet voldoen inzake de specificatie van het systeem van verklaring van overeenstemming

De specificatie van het systeem moet zodanig zijn dat het ook kan worden toegepast al hoeft de prestatie ten aanzien van een bepaalde eigenschap niet te worden vastgesteld, omdat minstens één lidstaat voor een dergelijke eigenschap geen wettelijk voorschrift heeft (zie artikel 2, lid 1, van Richtlijn 89/106/EEG en, wanneer van toepassing, punt 1.2.3 van de basisdocumenten). In die gevallen is voor de fabrikant de verificatie van een dergelijke eigenschap niet verplicht indien hij in dit opzicht niets over de prestatie van dit product wil mededelen.



( 1 ) PB L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

( 2 ) PB L 220 van 30. 8. 1993, blz. 1.

( 3 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 4 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 5 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 6 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 7 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 8 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 9 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).

( 10 ) Producten/materialen waarbij in een duidelijk identificeerbare fase van het productieproces een verbetering van de klassenindeling naar materiaalgedrag bij brand wordt bewerkstelligd (bv. door toevoeging van brandvertragende middelen of beperking van de organische stoffen).