01997R0338 — NL — 19.01.2022 — 022.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 338/97 VAN DE RAAD van 9 december 1996 (PB L 061 van 3.3.1997, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 338/97 VAN DE RAAD
van 9 december 1996
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
Artikel 1
Doel
Deze verordening heeft ten doel, in het wild levende dier- en plantesoorten te beschermen en in stand te houden door de controle op het desbetreffende handelsverkeer overeenkomstig de in de volgende artikelen vastgestelde bepalingen.
Deze verordening is van toepassing met inachtneming van de doelstellingen, beginselen en bepalingen van de in artikel 2 omschreven Overeenkomst.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
„het comité”: het bij artikel 18 opgerichte comité voor de handel in wilde dier- en plantesoorten;
„de Overeenkomst”: de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten (CITES);
„land van herkomst”: land waar een specimen is gevangen of aan de natuur is onttrokken, in gevangenschap is gekweekt of door kunstmatige voortplanting is verkregen;
„kennisgeving van invoer”: de kennisgeving die op het moment dat een specimen van een in bijlage C of D genoemde soort in de Gemeenschap wordt binnengebracht, door de invoerder, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger wordt gedaan op een formulier dat de Commissie volgens de procedure van artikel 18 heeft voorgeschreven;
„aanvoer vanuit zee”: het rechtstreeks binnenbrengen in de Gemeenschap van een specimen dat is onttrokken aan het mariene milieu dat niet tot het rechtsgebied van enige staat behoort, met inbegrip van het luchtruim boven de zee en de zeebodem en ondergrond daaronder;
„afgifte”: de afhandeling van de gehele procedure van het opstellen en valideren van een vergunning of certificaat, alsmede de overhandiging daarvan aan de aanvrager;
„administratieve instantie”: een nationale administratieve instantie die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder a), waar het een Lid-Staat betreft en overeenkomstig artikel IX van de Overeenkomst waar het een derde land betreft dat partij is bij de Overeenkomst;
„Lid-Staat van bestemming”: de Lid-Staat van bestemming die wordt vermeld in het document voor de uitvoer of de wederuitvoer van een specimen; in geval van aanvoer vanuit zee de Lid-Staat waaronder de plaats van bestemming van een specimen ressorteert;
„tekoopstelling”: het te koop aanbieden alsmede elke handeling die redelijkerwijs als dusdanig uitgelegd kan worden, met inbegrip van rechtstreekse of onrechtstreekse reclame met het oog op verkoop en het uitnodigen tot zaken doen;
„persoonlijke bezittingen of huisraad”: dode specimens alsmede delen en produkten daarvan, die een particulier toebehoren en die deel uitmaken van zijn gewone persoonlijke bezittingen of daartoe bestemd zijn;
„plaats van bestemming”: de plaats die op het moment van het binnenbrengen van de specimens in de Gemeenschap geldt als hun voorziene gewone bewaarplaats; voor levende specimens is dit de eerste plaats waar zij naar verwachting zullen worden ondergebracht na afloop van een eventuele quarantaine of enige andere vorm van isolatie ten behoeve van sanitaire keuring en controle;
„populatie”: een volledige in biologisch of geografisch opzicht onderscheiden groep individuen;
„overwegend commerciële doeleinden”: alle doeleinden waarvan de niet-commerciële aspecten niet duidelijk de overhand hebben;
„wederuitvoer uit de Gemeenschap”: uitvoer uit de Gemeenschap van een specimen dat daar eerder is binnengebracht;
„reïntroductie in de Gemeenschap”: het binnenbrengen van een specimen dat eerder werd uitgevoerd of wederuitgevoerd;
„verkoop”: alle vormen van verkoop. Voor de toepassing van deze verordening worden huur, ruil of uitwisseling gelijkgesteld met verkoop; uitdrukkingen van dezelfde strekking worden in dezelfde zin geïnterpreteerd;
„wetenschappelijke autoriteit”: een door een Lid-Staat overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder b), of door een derde land dat partij is bij de Overeenkomst conform artikel IX van de Overeenkomst, aangewezen wetenschappelijke autoriteit;
„wetenschappelijke studiegroep”: het bij artikel 17 ingestelde adviesorgaan;
„soort”: een soort, ondersoort of populatie daarvan;
„specimen”: elk dier of elke plant, dood of levend, van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen produkt, al dan niet in andere goederen vervat, alsmede alle goederen waarvan op grond van een bewijsstuk, verpakking, merkteken of etiket of enige andere omstandigheid moet worden aangenomen dat het gaat om delen of produkten van tot deze soorten behorende dieren of planten, tenzij deze delen of produkten door middel van een aanduiding in die zin in de bijlagen waarin de betrokken soorten genoemd worden, expliciet van het toepassingsgebied van deze verordening of van de bepalingen met betrekking tot de betrokken bijlage zijn uitgesloten.
Een specimen wordt beschouwd als een specimen behorend tot één van de in de bijlagen A tot en met D genoemde soorten indien het een dier of een plant is, dan wel een deel of een afgeleid produkt van een dier of een plant, waarvan ten minste één „ouder” tot een dergelijke soort behoort. Wanneer de „ouders” van een dergelijk dier of een dergelijke plant behoren tot soorten die in verschillende bijlagen worden genoemd, of tot soorten waarvan er slechts één in een bijlage wordt genoemd, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage van toepassing. Voor specimens van hybride planten waarvan slechts een „ouder” behoort tot een in bijlage A genoemde soort, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage evenwel slechts van toepassing indien zulks met betrekking tot deze soort in de bijlage is vermeld;
„handel”: het binnenbrengen in de Gemeenschap met inbegrip van de aanvoer vanuit zee, de uitvoer en wederuitvoer vanuit de Gemeenschap en het gebruik, het vervoer en de overdracht van eigendom, in de Gemeenschap of in een Lid-Staat, van specimens waarop de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn;
„doorvoer”: het vervoeren van specimens tussen twee punten buiten de Gemeenschap via het grondgebied van de Gemeenschap, naar een met name genoemde consignataris en zonder andere onderbrekingen van de reis dan die welke bij deze vorm van vervoer onvermijdelijk zijn;
„meer dan 50 jaar geleden verkregen bewerkte specimens”: specimens die meer dan 50 jaar vóór de inwerkingtreding van deze verordening ter vervaardiging van juwelen, decoratie, kunstvoorwerpen, gebruiksvoorwerpen of muziekinstrumenten zijn gebracht in een toestand die grondig verschilt van hun natuurlijke ruwe staat en waarvan ten genoegen van de administratieve instantie van de betrokken Lid-Staat is aangetoond dat zij onder die voorwaarden zijn verworven. Dergelijke specimens gelden enkel als bewerkt indien zij duidelijk passen in een van de genoemde categorieën en indien zij de beoogde functie kunnen vervullen zonder dat daarvoor nog snijwerk, bewerking of verdere afwerking nodig zijn;
„controles bij het binnenbrengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de doorvoer”: de documentcontrole betreffende de bij deze verordening vereiste certificaten, vergunningen en kennisgevingen en, indien communautaire bepalingen zulks voorschrijven of in de overige gevallen door een representatieve steekproef van de zendingen, het onderzoek van specimens, eventueel vergezeld van een monsterneming voor een grondiger onderzoek of controle.
Artikel 3
Toepassingsgebied
Bijlage A bij deze verordening omvat:
de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor de Lid-Staten geen voorbehoud hebben gemaakt;
soorten
die voor gebruik in de Gemeenschap afgenomen worden of kunnen worden of die het voorwerp van internationale handel uitmaken of kunnen uitmaken, en die met uitsterven bedreigd worden dan wel zo zeldzaam zijn dat ook het meest beperkte handelsverkeer het voortbestaan van de soort in gevaar zou brengen,
of
die behoren tot een genus waarvan de meeste soorten, of die een soort vormen waarvan de meeste ondersoorten, op basis van de onder a) of onder b), i), vermelde criteria in bijlage A zijn opgenomen en die zelf ook in die bijlage dienen te worden opgenomen, omdat anders een doeltreffende bescherming van de beoogde taxa onmogelijk is.
Bijlage B bij deze verordening omvat:
de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A zijn opgenomen, en waarvoor de Lid-Staten geen voorbehoud hebben gemaakt;
de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt;
niet in de bijlagen I of II bij de Overeenkomst opgenomen soorten:
die het voorwerp uitmaken van zoveel internationale handel dat deze een bedreiging zou kunnen vormen:
of
waarvan de opneming in de bijlage, gezien hun uiterlijke gelijkenis met andere in bijlage A of bijlage B opgenomen soorten, onontbeerlijk is om de handel in tot deze soorten behorende specimens daadwerkelijk te kunnen controleren;
soorten waarvan vaststaat dat het binnenbrengen van levende specimens in het natuurlijk milieu van de Gemeenschap een ecologische bedreiging vormt voor inheemse, in het wild levende dier- en plantesoorten van de Gemeenschap.
Bijlage C bij deze verordening omvat:
de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in de bijlagen A of B zijn opgenomen en waarvoor de Lid-Staten geen voorbehoud hebben gemaakt;
de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt.
Bijlage D bij deze verordening omvat:
niet in de bijlagen A, B en C vermelde soorten waarvan de omvang van de invoer in de Gemeenschap een controle rechtvaardigt,
en
de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is gemaakt.
Artikel 4
Binnenbrengen in de Gemeenschap
Die invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep is de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van mening dat het binnenbrengen in de Gemeenschap:
geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
geschiedt:
de aanvrager bewijst dat de specimens zijn verkregen overeenkomstig de wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort, hetgeen, in het geval van de invoer uit derde landen van specimens van een in de bijlagen bij de Overeenkomst opgenomen soort inhoudt dat een conform de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of een kopie daarvan, dient te worden overgelegd;
voor de afgifte van een invoervergunning voor de soorten die in bijlage A zijn opgenomen op grond van artikel 3, lid 1, onder a), is een dergelijk bewijsstuk evenwel niet vereist, maar de originele invoervergunning wordt pas aan de aanvrager overhandigd, nadat hij een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat heeft voorgelegd;
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft de zekerheid verkregen dat levende specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;
de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat het specimen niet voor overwegend commerciële doeleinden gebruikt zal worden;
de administratieve instantie heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen de afgifte van de invoervergunning; en
in geval van aanvoer vanuit zee heeft de administratieve instantie de zekerheid verkregen dat levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer worden gereedgemaakt en verzonden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe behandeling worden voorkomen.
De invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6 opgelegde beperkingen en wanneer:
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit, na onderzoek van de beschikbare gegevens en uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep, oordeelt dat het binnenbrengen in de Gemeenschap, rekening houdend met het huidige of te verwachten niveau van de handel, geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort. Dit advies blijft geldig voor latere invoer, zolang de bovenvermelde elementen niet ingrijpend zijn gewijzigd;
de aanvrager aan de hand van documenten staaft dat levende specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;
aan de voorwaarden van lid 1, onder b), i), e) en f), is voldaan.
Specimens van de in bijlage C genoemde soorten mogen slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan, en:
de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat met betrekking tot de betrokken soort in bijlage C is genoemd, door middel van een overeenkomstig de Overeenkomst door een daartoe bevoegde autoriteit van het betrokken land afgegeven uitvoervergunning staaft dat de specimens zijn verkregen in overeenstemming met de nationale wetgeving inzake de instandhouding van de betrokken soort, of
de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat niet met betrekking tot de betrokken soort in bijlage C is genoemd, of in geval van wederuitvoer uit welk land ook, een overeenkomstig de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of certificaat van oorsprong voorlegt.
De in lid 1, onder a) en d), en in lid 2, onder a), b) en c), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een invoervergunning zijn niet van toepassing op specimens waarvoor de aanvrager aan de hand van een document bewijst:
dat zij voorheen langs legale weg in de Gemeenschap zijn binnengebracht of verworven en dat zij, al dan niet gewijzigd, opnieuw in de Gemeenschap worden binnengebracht, of
dat het bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen.
In overleg met de betrokken landen van herkomst kan de Commissie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure en met inachtneming van de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep, algemene — of bepaalde landen van herkomst betreffende — beperkingen opleggen ten aanzien van het binnenbrengen in de Gemeenschap:
van specimens van in bijlage A genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder a), i), of e), genoemde voorwaarden,
van specimens van in bijlage B genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder e), of lid 2, onder a), genoemde voorwaarden, en
van levende specimens van in bijlage B genoemde soorten die een grote sterfte tijdens het vervoer vertonen of waarvan vaststaat dat zij in gevangenschap een drastisch verlaagde levensverwachting hebben, of
van levende specimens van soorten waarvan vaststaat dat introductie in het natuurlijk milieu van de Gemeenschap een ecologische bedreiging vormt voor inheemse in het wild levende dier- en plantesoorten van de Gemeenschap.
De Commissie maakt elk kwartaal een lijst van de eventuele beperkingen in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 5
Uitvoer of wederuitvoer uit de Gemeenschap
Voor de in bijlage A genoemde specimens mag enkel een uitvoervergunning worden afgegeven indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft in een schriftelijk advies gesteld dat het vangen of verzamelen van de specimens of de uitvoer daarvan geen nadelig effect heeft op de instandhouding van de soort of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
de aanvrager staaft aan de hand van documenten dat de specimens verkregen zijn overeenkomstig de vigerende wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort; indien de aanvraag wordt ingediend bij een andere Lid-Staat dan de Staat van herkomst, kan zulks geschieden door middel van een certificaat waarin wordt verklaard dat het specimen aan zijn natuurlijk milieu is onttrokken overeenkomstig de vigerende wetgeving op zijn grondgebied;
de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat:
levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer gereed gemaakt en verzonden zullen worden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum beperkt zijn, en
en
de administratieve instantie van de Lid-Staat heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen afgifte van de uitvoervergunning.
Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2, onder c) en d), genoemde voorwaarden en de aanvrager aan de hand van documenten bewijst dat de specimens:
overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in de Gemeenschap werden binnengebracht, of
overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3626/82 in de Gemeenschap werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening, of
in de internationale handel zijn gebracht overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst, indien het gaat om vóór 1984 in de Gemeenschap binnengebrachte specimens, of
langs wettelijke weg op het grondgebied van een Lid-Staat binnengebracht werden voordat de in de onder a) en b) bedoelde verordeningen of de Overeenkomst op die specimens, of in die Lid-Staat, van toepassing werden.
Een uitvoervergunning mag enkel worden afgegeven indien aan de in lid 2, onder a), b), c), i), en d), genoemde voorwaarden is voldaan.
Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2, onder c), i) en d), en in lid 3, onder a), b), c), en d), genoemde voorwaarden.
De in lid 2, onder a) en c), ii), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat zijn niet van toepassing op:
bewerkte specimens die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen, of
dode specimens, delen daarvan en van deze specimens verkregen produkten waarvoor de aanvrager aan de hand van documenten kan bewijzen dat zij langs legale weg zijn verkregen voordat de bepalingen van deze verordening, van Verordening (EEG) nr. 3626/82 of van de Overeenkomst daarop van toepassing werden.
De bevoegde wetenschappelijke autoriteit van elke Lid-Staat controleert de door die Lid-Staat afgegeven uitvoervergunningen voor specimens van de in bijlage B opgenomen soorten alsmede de daadwerkelijke uitvoer van deze specimens. Zodra een wetenschappelijke autoriteit van oordeel is dat de uitvoer van specimens behorend tot een dergelijke soort beperkt dient te worden met het oog op de instandhouding van die soort in haar gehele areaal op een niveau waarop zij haar rol in het ecosysteem waarin ze voorkomt naar behoren kan vervullen, en ver boven het niveau waarop zij overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), of onder b), i), voor opneming in bijlage A in aanmerking zou komen, deelt de wetenschappelijke autoriteit de bevoegde administratieve instantie schriftelijk mee welke de gepaste maatregelen zijn die moeten worden genomen om de afgifte van uitvoervergunningen voor de specimens van deze soort te beperken.
Wanneer een administratieve instantie van dergelijke maatregelen op de hoogte is gebracht, deelt zij die — tezamen met haar opmerkingen — mee aan de Commissie; volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure beveelt de Commissie eventueel uitvoerbeperkingen met betrekking tot de betrokken soort aan.
Artikel 6
Afwijzing van aanvragen voor in de artikelen 4, 5 en 10 bedoelde vergunningen en certificaten
De Lid-Staten erkennen de afwijzing van aanvragen door de bevoegde instanties van de andere Lid-Staten wanneer deze op bepalingen van de onderhavige verordening gebaseerd zijn.
Dit geldt evenwel niet indien de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn of indien een aanvraag stoelt op nieuwe documenten. Indien een administratieve instantie in dergelijke gevallen een vergunning of certificaat afgeeft, brengt zij de Commissie van deze afgifte en van de redenen daarvoor op de hoogte.
Artikel 7
Afwijkingen
Met uitzondering van de toepassing van artikel 8 zijn op specimens van de in bijlage A genoemde soorten die in gevangenschap zijn geboren en gefokt of kunstmatig zijn gekweekt, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens van in bijlage B genoemde soorten.
Voor kunstmatig gekweekte planten kan van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 worden afgeweken onder welbepaalde, door de Commissie vast te stellen voorwaarden met betrekking tot:
het gebruik van fytosanitaire certificaten,
de transacties van ingeschreven handelaren en van de in lid 4 van dit artikel bedoelde wetenschappelijke instellingen, en
de handel in hybride specimens.
De Commissie stelt naast de onder b) bedoelde bijzondere voorwaarden, ook de criteria vast aan de hand waarvan moet worden uitgemaakt of een specimen in gevangenschap geboren en gefokt of kunstmatig gekweekt is en of dit al dan niet voor handelsdoeleinden gebeurde. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
In afwijking van artikel 4 zijn, indien een specimen via de Gemeenschap wordt doorgevoerd, de controle en de overlegging van de voorgeschreven vergunningen, certificaten en kennisgevingen in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht, niet vereist.
In het geval van soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1 en lid 2, onder a) en b), in de bijlagen zijn opgenomen, is de onder a) bedoelde afwijking alleen van toepassing indien een geldig document voor uitvoer of wederuitvoer zoals in de Overeenkomst is bepaald, dat overeenkomt met de specimens waarvoor het als begeleidend document dient, en waarin de bestemming van het specimen nader wordt vermeld, is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer of wederuitvoer.
Indien het onder b) bedoelde document niet vóór de uitvoer of wederuitvoer is afgegeven, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het in voorkomend geval verbeurd worden verklaard, tenzij het document achteraf toch wordt overgelegd onder de door de Commissie vastgestelde voorwaarden. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
In afwijking van de artikelen 4 en 5 zijn de daarin vervatte bepalingen niet van toepassing op dode specimens, delen daarvan of daaruit verkregen producten van soorten genoemd in de bijlagen A tot en met D bij deze verordening die vallen onder persoonlijke bezittingen of huisraad die in de Gemeenschap worden binnengebracht dan wel uit de Gemeenschap worden uitgevoerd of wederuitgevoerd, in overeenstemming met de bepalingen die door de Commissie worden vastgesteld. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
De in de artikelen 4, 5, 8 en 9 bedoelde documenten behoeven niet te worden overgelegd wanneer het gaat om uitlening, schenking of uitwisseling voor niet-commerciële doeleinden tussen wetenschappers en wetenschappelijke instellingen die door een administratieve instantie van de staat waarin ze zijn gevestigd, zijn ingeschreven, van specimens uit herbaria en van andere geconserveerde gedroogde of ingesloten specimens uit musea en van levende planten die voorzien zijn van een etiket waarvan het model wordt vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure of van een gelijksoortig etiket, afgegeven of goedgekeurd door een administratieve instantie van een derde land.
Artikel 8
Bepalingen betreffende de controle op handelsactiviteiten
In overeenstemming met de voorschriften van andere Gemeenschapswetgeving betreffende de instandhouding van wilde fauna en flora kan per geval ontheffing van de in lid 1 genoemde verbodsbepalingen worden verleend door afgifte van een daartoe strekkend certificaat door een administratieve instantie van de Lid-Staat waarin de specimens zich bevinden, indien de specimens:
werden verkregen of werden binnengebracht voordat de bepalingen betreffende de soorten als genoemd in bijlage I bij de Overeenkomst of in bijlage C 1 bij Verordening (EEG) nr. 3626/82 of in bijlage A bij de onderhavige verordening, van toepassing werden op die specimens; of
bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden zijn verkregen; of
in de Gemeenschap werden binnengebracht overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en bestemd zijn om te worden gebruikt voor doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet nadelig beïnvloeden; of
in gevangenschap geboren en gefokte specimens zijn van een diersoort of kunstmatig gekweekte specimens van een plantesoort of een deel van zo'n dier of zo'n plant zijn of daaruit zijn verkregen; of
onder bijzondere omstandigheden en met naleving van Richtlijn 86/609/EEG van de Raad van 24 november 1986 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt ( 1 ) nodig zijn met het oog op de vooruitgang van de wetenschap of voor belangrijke biomedische doeleinden indien de betrokken soort de enige blijkt te zijn die daarvoor geschikt is, en geen in gevangenschap geboren en gefokte specimens van die soort beschikbaar zijn; of
bestemd zijn voor fok- of kweekdoeleinden en dientengevolge zullen bijdragen tot de instandhouding van de betrokken soorten; of
bestemd zijn voor onderzoek of onderwijs dat de bescherming of de instandhouding van de soort op het oog heeft; of
van oorsprong zijn uit een Lid-Staat en overeenkomstig de in die Lid-Staat geldende wetgeving aan hun natuurlijk milieu werden onttrokken.
Artikel 9
Vervoer van levende specimens
Toestemming wordt:
alleen verleend wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van die Lid-Staat of — indien het vervoer naar een andere Lid-Staat plaatsvindt — wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van deze laatste zich ervan heeft vergewist dat de geplande accommodatie op de plaats van bestemming van een levend specimen voldoende is uitgerust om het in stand te houden en goed te verzorgen;
bevestigd door afgifte van een certificaat; en
indien van toepassing, onmiddellijk meegedeeld aan een administratieve instantie van de Lid-Staat waarnaar het specimen zal worden verzonden.
Artikel 10
Af te geven certificaten
Wanneer zij van de betrokkene een van de nodige bewijsstukken vergezelde aanvraag ontvangt en wanneer is voldaan aan de voorwaarden inzake afgifte, kan een administratieve instantie van een Lid-Staat een certificaat afgeven voor de doeleinden van artikel 5, lid 2, onder b), artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 2, onder b).
Artikel 11
Geldigheid van en speciale voorwaarden met betrekking tot vergunningen en certificaten
Elke vergunning of elk certificaat evenwel, alsmede elke vergunning of elk certificaat die/dat op basis daarvan werd afgegeven, wordt als nietig beschouwd indien door een bevoegde autoriteit of door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteit die de vergunning of het certificaat heeft afgeleverd, wordt bewezen dat dit is geschied aan de hand van de foute veronderstelling dat aan de voorwaarden voor afgifte was voldaan.
Specimens die zich bevinden op het grondgebied van een Lid-Staat en waarvoor dat soort documenten werd opgemaakt, worden in beslag genomen door de bevoegde autoriteiten van die Lid-Staat en kunnen verbeurd worden verklaard.
Artikel 12
Plaats van binnenkomst en uitvoer
Artikel 13
Administratieve instanties, wetenschappelijke autoriteiten en andere bevoegde instanties
Iedere Lid-Staat wijst een administratieve hoofdinstantie aan die belast wordt met de uitvoering van deze verordening en de contacten met de Commissie.
Iedere Lid-Staat kan tevens nog meer administratieve instanties en andere bevoegde instanties aanwijzen die bijstand verlenen bij de uitvoering, in welk geval de administratieve hoofdinstantie ervoor verantwoordelijk is dat de instanties die assistentie verlenen alle informatie krijgen die voor een correcte toepassing van de verordening nodig is.
Uiterlijk drie maanden vóór de toepassingsdatum van deze verordening delen de Lid-Staten aan de Commissie de namen en adressen mee van de administratieve instanties, de wetenschappelijke autoriteiten en andere autoriteiten die bevoegd zijn om vergunningen en certificaten af te geven; deze informatie wordt binnen een maand bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Iedere in lid 1, onder a), bedoelde administratieve instantie deelt op verzoek van de Commissie binnen twee maanden de namen en voorbeelden van handtekeningen mee van personen die gemachtigd zijn om vergunningen of certificaten te ondertekenen, alsmede stempelafdrukken, zegels of andere merken die gebruikt worden om vergunningen of certificaten te legaliseren.
De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van elke verandering in de reeds verstrekte informatie, en zulks niet later dan twee maanden nadat een wijziging is doorgevoerd.
Artikel 14
Controle op de uitvoering en onderzoek naar inbreuken
De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten zien toe op de naleving van de bepalingen van deze verordening.
Indien de bevoegde autoriteiten op een bepaald ogenblik redenen hebben om te geloven dat deze bepalingen niet worden nageleefd, nemen zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden nageleefd of om een rechtsvordering in te stellen.
De Lid-Staten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in de bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, alle maatregelen mee die de bevoegde autoriteiten ten aanzien van significante overtredingen van deze verordening hebben genomen, waaronder inbeslagname en verbeurdverklaring.
Er wordt een Toezichtsgroep opgericht, bestaande uit de vertegenwoordigers van de autoriteiten van iedere Lid-Staat, die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze verordening. De Groep wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.
De Toezichtsgroep bestudeert ieder technisch vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van deze verordening dat de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de leden van de Groep of het comité aan de orde stelt.
De Commissie deelt de in de Toezichtsgroep geuite opvattingen mee aan het comité.
Artikel 15
Verstrekken van informatie
De Lid-Staten en de Commissie zien erop toe dat de nodige maatregelen worden genomen om het publiek bewust te maken van en te informeren over de toepassingsbepalingen van de Overeenkomst en van deze verordening, en van de uitvoeringsmaatregelen daarvan.
De administratieve instanties van de Lid-Staten delen de Commissie elk jaar vóór 15 juni alle informatie mee betreffende het voorafgaande jaar die nodig is om de in artikel 8, lid 7, van de Overeenkomst bedoelde rapporten op te stellen, alsmede gelijkwaardige informatie over de internationale handel in alle specimens van de in de bijlagen A, B en C genoemde soorten en over het binnenbrengen in de Gemeenschap van specimens van de in bijlage D genoemde soorten. ►M14 De Commissie bepaalt volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. ◄
Op basis van de door de lidstaten verstrekte, in punt a), bedoelde informatie maken de diensten van de Commissie vóór 31 oktober van elk jaar een overzicht voor de hele Unie openbaar over het binnenbrengen in de Unie en de uitvoer en wederuitvoer uit de Unie van de specimens van de soorten waarop deze verordening van toepassing is, en verstrekken zij het secretariaat van de Overeenkomst informatie over de onder de Overeenkomst vallende soorten.
Onverminderd artikel 20 van deze verordening verstrekken de administratieve instanties van de lidstaten de Commissie één jaar vóór elke vergadering van de Conferentie van de Partijen bij de Overeenkomst alle relevante informatie betreffende de voorgaande periode die vereist is voor het opstellen van de in artikel VIII, lid 7, onder b), van de overeenkomst bedoelde verslagen en gelijkwaardige informatie over de bepalingen van deze verordening die buiten het toepassingsgebied van de Overeenkomst vallen. Het format voor de indiening ervan wordt door de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De Commissie maakt op basis van de door de lidstaten verstrekte, onder c), bedoelde informatie een overzicht voor de hele Unie over de tenuitvoerlegging en handhaving van deze verordening openbaar.
De administratieve instanties van de lidstaten voorzien de Commissie elk jaar vóór 15 juni van alle informatie betreffende het voorafgaande jaar die vereist is voor het opstellen van het jaarlijkse verslag inzake illegale handel dat wordt genoemd in de Cites-resolutie Conf. 11.17 (rev. CoP17).
Artikel 16
Sancties
De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken worden gemaakt:
binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de Gemeenschap van specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;
niet voldoen aan de bepalingen die op een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat zijn vermeld;
afleggen van een valse verklaring of het bewust verstrekken van verkeerde informatie om zodoende een vergunning of een certificaat te kunnen verkrijgen;
gebruik van een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel van een vergunning of certificaat waarin zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht, met de bedoeling om een communautaire vergunning of een communautair certificaat te verkrijgen dan wel met het oog op een ander officieel doel dat met deze verordening in verband staat;
niet of niet naar waarheid kennisgeven van invoer;
vervoer van levende specimens die niet op zodanige wijze zijn gereedgemaakt dat risico's van verwondingen, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt;
ander gebruik van de specimens van soorten genoemd in bijlage A dan dat waarvoor bij afgifte van de invoervergunning of daarna toestemming werd verleend;
handel in kunstmatig gekweekte planten in strijd met de overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), vastgestelde bepalingen;
vervoer van specimens naar of uit de Gemeenschap of doorvoer via de Gemeenschap zonder dat er in overeenstemming met deze verordening of, in het geval van uitvoer of wederuitvoer uit een derde land dat partij is bij de Overeenkomst, in overeenstemming met die Overeenkomst, een passende vergunning of passend certificaat is afgegeven, of een bevredigend bewijs van het bestaan daarvan geleverd is;
in strijd met artikel 8 aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, gebruiken voor commerciële doeleinden, ten toon stellen voor commerciële doeleinden, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop van specimens;
gebruiken van een vergunning of certificaat voor een ander specimen dan dat waarvoor zij werd afgegeven;
vervalsen of wijzigen van een overeenkomstig deze verordening afgegeven vergunning of certificaat;
verzwijgen van het feit dat een aanvraag voor een vergunning of certificaat overeenkomstig artikel 6, lid 3, werd afgewezen.
Indien een specimen verbeurd wordt verklaard, wordt het toevertrouwd aan een bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die tot verbeurdverklaring is overgegaan, die:
na overleg met een wetenschappelijke autoriteit van die Lid-Staat, het specimen ergens onderbrengt of het van de hand doet op een manier die zij geschikt en verenigbaar acht met de doelstellingen en bepalingen van de onderhavige verordening; en
in het geval van een levend specimen dat in de Gemeenschap is binnengebracht, na overleg met het land van uitvoer, dat specimen op kosten van degene die veroordeeld is, naar dat land kan terugsturen.
Artikel 17
De wetenschappelijke studiegroep
De wetenschappelijke studiegroep onderzoekt alle wetenschappelijke vraagstukken met betrekking tot de uitvoering van deze verordening — met name die inzake artikel 4, leden 1, onder a), 2, onder a), en 6 — die door haar voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de leden van de groep of van het comité, aan de orde worden gesteld.
De Commissie deelt de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep aan het comité mee.
Artikel 18
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden. Voor de taken waarvoor het comité krachtens artikel 19, punten 1 en 2, bevoegd is, worden de voorgestelde maatregelen, indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, door de Commissie vastgesteld.
De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk één maand, één maand en twee maanden.
Artikel 19
Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure neemt de Commissie de maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 6, artikel 5, lid 7, onder b), artikel 7, lid 4, artikel 15, lid 4, onder a) en c), artikel 15, lid 5, en artikel 21, lid 3.
De Commissie stelt het model vast van de in artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10 bedoelde documenten, volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure.
De Commissie stelt uniforme bepalingen en criteria vast voor:
de afgifte, de geldigheid en het gebruik van de documenten bedoeld in artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10;
het gebruik van de in artikel 7, lid 1, onder b), i), bedoelde fytosanitaire certificaten;
het opstellen, wanneer zulks nodig is, van procedures voor het merken van specimens als hulpmiddel bij de identificatie ervan en ter naleving van de verordening.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 20
Slotbepalingen
Elke Lid-Staat stelt de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst in kennis van de specifieke bepalingen die hij met het oog op de uitvoering van deze verordening treft, en van alle rechtsinstrumenten die worden aangewend en de maatregelen die zijn genomen om deze ten uitvoer te leggen en toe te passen.
De Commissie stelt de overige Lid-Staten daarvan in kennis.
Artikel 21
Twee maanden voor de toepassing van deze verordening handelt de Commissie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure en in overleg met de wetenschappelijke studiegroep als volgt:
zij onderzoekt of beperkingen op het binnenbrengen in de Gemeenschap van de niet in bijlage A van deze verordening opgenomen soorten van bijlage C1 van Verordening (EEG) nr. 3626/82 op grond van enig element verantwoord zijn;
zij stelt een verordening vast waarbij bijlage D wordt gewijzigd in een representatieve lijst van soorten die beantwoorden aan de criteria van artikel 3, lid 4, onder a).
Artikel 22
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 1997.
De artikelen 12 en 13, artikel 14, lid 3, de artikelen 16, 17, 18, 19 en 21, lid 3, zijn van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
BIJLAGE
Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D
1. De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:
met de naam van de soort, of
met de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel daarvan.
2. De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon.
3. Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven.
4. Vetgedrukte soorten in bijlage A zijn daarin opgenomen overeenkomstig hun bescherming uit hoofde van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ) of Richtlijn 92/43/EEG van de Raad ( 6 ).
5. De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke plantentaxa:
„ssp.” ter aanduiding van een ondersoort (subspecies);
„var.” ter aanduiding van een variëteit (varietas); en
„fa.” ter aanduiding van een vorm (forma).
6. De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7, 8 en 9. Indien geen van deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de overeenkomst opgenomen.
7. (I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst.
8. (II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst.
9. (III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage III bij de overeenkomst. In dat geval wordt tevens het land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is opgenomen.
10. Onder „cultivar” wordt, overeenkomstig de definitie in de 8e editie van de International Code of Nomenclature for Cultivated Plants, een verzameling planten verstaan die a) geselecteerd is op een bepaald kenmerk of een bepaalde combinatie van kenmerken, b) wat deze kenmerken betreft onderscheidbaar, uniform en stabiel is, en c) bij toepassing van passende vermeerderingsmethoden deze kenmerken behoudt. Geen nieuw cultivar-taxon kan als zodanig worden erkend alvorens de categorische naam en omschrijving ervan officieel zijn gepubliceerd in de meest recente editie van de International Code of Nomenclature for Cultivated Plants.
11. Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, is deze verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.
12. Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn het hele dier of de hele plant, al dan niet levend, en alle delen en producten van die soort tevens daarin opgenomen. Met betrekking tot de in bijlage C opgenomen diersoorten en de in de bijlagen B of C opgenomen plantensoorten geldt dat ook alle delen en producten van de soort in dezelfde bijlage zijn opgenomen, tenzij voor die soort door middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten daarin zijn opgenomen. Overeenkomstig artikel 2, punt t), dient het teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit verband ter fine van deze verordening zijn vermeld, als volgt:
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
zaden, sporen en pollen (met inbegrip van pollinia);
in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;
afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten; en
vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
zaden en pollen; en
verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
Ter omschrijving van complete en versneden wortels en delen van wortels, maar niet van verwerkte delen of producten zoals poeders, pillen, extracten, tonica, theeën en snoepjes.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
zaden (met inbegrip van zaadhulsels van Orchidaceae), sporen en pollen (met inbegrip van pollinia). De uitzondering is niet van toepassing op uit Mexico uitgevoerde zaden van Cactaceae spp. en op uit Madagaskar uitgevoerde zaden van Beccariophoenix madagascariensis en Dypsis decaryi;
in vitro, zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;
afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten;
vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla (Orchidaceae) en van de familie Cactaceae;
stengels, bloemen en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van de geslachten Opuntia subgenus Opuntia en Selenicereus (Cactaceae); en
verpakte eindproducten van Aloe ferox en Euphorbia antisyphilitica die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer en gelaagd/geplakt hout.
Ter omschrijving van stammen of blokken, houtspanen, poeders en extracten.
Ter omschrijving van ondergrondse delen (d.w.z. wortels, wortelstokken): compleet, in stukken of in poedervorm.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van die waarop een etiket is aangebracht met de vermelding „Produced from Hoodia spp. material obtained through controlled harvesting and production under the terms of an agreement with the relevant CITES Management Authority of [Botswana under agreement No. BW/xxxxxx] [Namibia under agreement No. NA/xxxxxx] [South Africa under agreement No. ZA/xxxxxx]”.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer, met inbegrip van niet-afgewerkte houten artikelen bestemd voor de fabricage van strijkstokken voor muziekinstrumenten.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout, poeders en extracten. Verpakte eindproducten die dergelijke extracten als ingrediënt hebben, met inbegrip van parfums, worden niet geacht onder deze annotatie te vallen.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout en extracten. Verpakte eindproducten die dergelijke extracten als ingrediënt hebben, met inbegrip van parfums, worden niet geacht onder deze annotatie te vallen.
Ter omschrijving van de zaadkern (ook „endosperm”, „kokosvlees” of „kopra” genoemd) en alle daarvan afgeleide producten, behalve verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
zaden en pollen;
in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;
vruchten;
bladeren;
afgewerkt agarhoutpoeder, met inbegrip van alle vormen van compactpoeder; en
verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel, deze vrijstelling geldt niet voor spaanders, kralen, bidsnoerkralen en snijwerk.
Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
bladeren, bloemen, pollen, vruchten en zaden;
eindproducten met een maximaal gewicht van hout van de in de lijst opgenomen soorten tot 10 kg per zending;
afgewerkte muziekinstrumenten, afgewerkte onderdelen van muziekinstrumenten en afgewerkte accessoires voor muziekinstrumenten;
delen en producten van Dalbergia cochinchinensis die onder annotatie #4 vallen;
delen en producten van Dalbergia spp. van oorsprong en uitgevoerd uit Mexico die onder annotatie #6 vallen.
Ter omschrijving van zaden, vruchten en oliën.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout en bewerkt hout.
Met uitzondering van delen en afgeleide producten daarvan, behalve eieren.
13. De onderstaande termen en uitdrukkingen uit de annotaties in deze bijlagen worden als volgt gedefinieerd:
Extract
Alle stoffen die direct via natuurkundige of scheikundige middelen uit plantaardig materiaal zijn verkregen, ongeacht het productieproces. Een extract kan vast zijn (bv. kristallen, hars, fijne of grove deeltjes), halfvast (bv. gommen, was) of vloeibaar (bv. oplossingen, tincturen, olie en essentiële oliën).
Afgewerkte muziekinstrumenten
Een muziekinstrument (als vermeld in hoofdstuk 92 van het geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie; muziekinstrumenten, delen en toebehoren van muziekinstrumenten) dat direct bespeeld kan worden of enkel de installatie van onderdelen benodigt om het te kunnen bespelen. Hieronder vallen antieke instrumenten (zoals gedefinieerd in de codes 97.05 en 97.06 van het geharmoniseerd systeem; Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten).
Afgewerkte accessoires voor muziekinstrumenten
Een accessoire voor een muziekinstrument (als vermeld in hoofdstuk 92 van het geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie; muziekinstrumenten, delen en toebehoren van muziekinstrumenten) dat losstaat van het muziekinstrument en specifiek is ontworpen of gevormd om expliciet te worden gebruikt in combinatie met een instrument, en waarvoor geen verdere wijzigingen hoeven te worden aangebracht.
Afgewerkte onderdelen voor muziekinstrumenten
Een onderdeel (als vermeld in hoofdstuk 92 van het geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie; muziekinstrumenten, delen en toebehoren van muziekinstrumenten) van een muziekinstrument dat klaar is om te worden geïnstalleerd en dat specifiek is ontworpen en gevormd om expliciet te worden gebruikt in combinatie met het instrument om het bespeelbaar te maken.
Verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel
Producten die afzonderlijk of in bulk worden vervoerd en geen verdere verwerking vergen, die verpakt en geëtiketteerd zijn voor eindgebruik of voor de detailhandel in een toestand die geschikt is om door het publiek te worden gekocht of gebruikt.
Poeder
Een droge, vaste stof in de vorm van fijne of grove deeltjes.
Zending
Vracht die wordt vervoerd onder de voorwaarden van één cognossement of luchtvrachtbrief, ongeacht de hoeveelheid of het aantal containers of colli; of voorwerpen die worden gedragen, vervoerd of die zijn opgenomen in persoonlijke bagage.
10 kg per zending
Voor de term „10 kg per zending” moet de grenswaarde van 10 kg worden geïnterpreteerd als betrekking hebbend op het gewicht van de afzonderlijke porties van elke zending van hout van de betrokken soort. Met andere woorden, de grens van 10 kg moet worden beoordeeld aan de hand van het gewicht van de afzonderlijke porties hout van de soorten Dalbergia/Guibourtia in elk artikel van de zending, in plaats van aan de hand van het totale gewicht van de zending.
Bewerkt hout
Omschreven in code 44.09 van het geharmoniseerd systeem. Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden.
Houtspaanders
Hout dat tot kleine stukjes is verkleind.
14. Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan artikel 4, lid 1, van toepassing is, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder deze verordening vallen.
15. Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder deze verordening.
16. Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, is deze verordening alleen van toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
Complete of in essentie complete, al dan niet gelooide huiden.
17. Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, is deze verordening alleen van toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat de desbetreffende bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
Gedroogde en verse planten, zo nodig met inbegrip van: bladeren, wortels/stammen, stengels/stammen, zaden/sporen, schors en vruchten.
Ter omschrijving van alle delen en afgeleide producten, met uitzondering van:
zaden en pollen;
verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout en bewerkt hout. (*)
(*) Omschreven in code 44.09 van het geharmoniseerd systeem: Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden.
|
Bijlage A |
Bijlage B |
Bijlage C |
Gewone naam |
FAUNA |
||||
CHORDATA (CHORDADIEREN) |
||||
MAMMALIA |
|
|
|
Zoogdieren |
ARTIODACTYLA |
|
|
|
Evenhoevigen |
Antilocapridae |
|
|
|
Gaffelantilopen |
|
Antilocapra americana (I) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen) |
|
|
Gaffelantiloop (populatie in Mexico) |
Bovidae |
|
|
|
Holhoornigen |
|
Addax nasomaculatus (I) |
|
|
Addax of Mendes-antiloop |
|
|
Ammotragus lervia (II) |
|
Manenschaap |
|
|
|
Antilope cervicapra (III Nepal / Pakistan) |
Indische antiloop |
|
Bos gaurus (I) (Omvat niet de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop deze verordening niet van toepassing is) |
|
|
Gaur |
|
Bos mutus (I) (Omvat niet de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop deze verordening niet van toepassing is) |
|
|
Wilde jak |
|
Bos sauveli (I) |
|
|
Kouprey |
|
|
|
Boselaphus tragocamelus (III Pakistan) |
Nijlgau of nilgai |
|
|
|
Bubalus arnee (III Nepal) (Omvat niet de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop deze verordening niet van toepassing is) |
Aziatische wilde buffel of waterbuffel |
|
Bubalus depressicornis (I) |
|
|
Laaglandbuffel |
|
Bubalus mindorensis (I) |
|
|
Tamarou |
|
Bubalus quarlesi (I) |
|
|
Berganoa |
|
|
Budorcas taxicolor (II) |
|
Takin |
|
Capra falconeri (I) |
|
|
Schroefhoorngeit |
|
|
Capra caucasica (II) |
|
West-Kaukasische toer of Koebantoer |
|
|
|
Capra hircus aegagrus (III Pakistan) (Op specimens van de gedomesticeerde vorm is deze verordening niet van toepassing) |
Wilde geit |
|
|
|
Capra sibirica (III Pakistan) |
Siberische steenbok |
|
Capricornis milneedwardsii (I) |
|
|
Chinese bosgems |
|
Capricornis rubidus (I) |
|
|
Rode bosgems |
|
Capricornis sumatraensis (I) |
|
|
Sumatraanse bosgems |
|
Capricornis thar (I) |
|
|
Himalaya-bosgems |
|
|
Cephalophus brookei (II) |
|
Brooke’s duiker |
|
|
Cephalophus dorsalis (II) |
|
Zwartrugduiker |
|
Cephalophus jentinki (I) |
|
|
Jentink’s duiker |
|
|
Cephalophus ogilbyi (II) |
|
Ogilby's duiker |
|
|
Cephalophus silvicultor (II) |
|
Geelrugduiker |
|
|
Cephalophus zebra (II) |
|
Zebraduiker |
|
|
Damaliscus pygargus pygargus (II) |
|
Bontebok |
|
|
|
Gazella bennettii (III Pakistan) |
Indische gazelle |
|
Gazella cuvieri (I) |
|
|
Cuvier’s gazelle |
|
|
|
Gazella dorcas (III Algerije / Tunesië) |
Dorcasgazelle |
|
Gazella leptoceros (I) |
|
|
Duingazelle |
|
Hippotragus niger variani (I) |
|
|
Reuzenpaardantiloop |
|
|
Kobus leche (II) |
|
Litschie-waterbok |
|
Naemorhedus baileyi (I) |
|
|
Rode goral |
|
Naemorhedus caudatus (I) |
|
|
Langstaartgoral |
|
Naemorhedus goral (I) |
|
|
Gewone goral |
|
Naemorhedus griseus (I) |
|
|
Grijze goral |
|
Nanger dama (I) |
|
|
Damagazelle |
|
Oryx dammah (I) |
|
|
Algazelle |
|
Oryx leucoryx (I) |
|
|
Arabische oryx |
|
|
Ovis ammon (II) |
|
Altai argali |
|
|
Ovis arabica (II) |
|
Arabische wilde schapen |
|
|
Ovis bochariensis (II) |
|
Bukhara oerial |
|
|
Ovis canadensis (II) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen) |
|
Dikhoornschaap (Mexicaanse populatie) |
|
|
Ovis collium (II) |
|
Kazakhstan argali |
|
|
Ovis cycloceros (II) |
|
Afghaanse oerial |
|
|
Ovis darwini (II) |
|
Gobi argali |
|
Ovis gmelini (I) (populatie in Cyprus) |
|
|
Anatolische schapen |
|
Ovis hodgsoni (I) |
|
|
Tibetaanse argali |
|
|
Ovis jubata (II) |
|
Shansi argali |
|
|
Ovis karelini (II) |
|
Tianshan argali |
|
Ovis nigrimontana (I) |
|
|
Karatau argali |
|
|
Ovis polii (II) |
|
Marco Polo argali |
|
|
Ovis punjabiensis (II) |
|
Punjab oerial |
|
|
Ovis severtzovi (II) |
|
Severtzov’s agali |
|
Ovis vignei (I) |
|
|
Ladakh-oerial |
|
Pantholops hodgsonii (I) |
|
|
Tibetaanse antiloop |
|
|
Philantomba monticola (II) |
|
Blauwe duiker |
|
|
|
Pseudois nayaur (III Pakistan) |
Blauwschaap, naur of bharal |
|
Pseudoryx nghetinhensis (I) |
|
|
Saola of Aziatische eenhoorn |
|
Rupicapra pyrenaica ornata (II) |
|
|
Apennijnengems |
|
|
Saiga borealis (II) (Een nulquotum voor wilde soorten die voor commerciële doeleinden worden verhandeld) |
|
Mongoolse saiga |
|
|
Saiga tatarica (II) (Er is een exportquotum van nul vastgesteld voor voor commerciële doeleinden aan de natuur onttrokken specimens) |
|
Saiga-antiloop |
|
|
|
Tetracerus quadricornis (III Nepal) |
Vierhoornantiloop |
Camelidae |
|
|
|
Kameelachtigen |
|
|
Lama guanicoe (II) |
|
Guanaco |
|
Vicugna vicugna (I) (Met uitzondering van de populiaties in: Argentinië [de populaties in de provincies Jujuy, Catamarca en Salta, en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia [de hele populatie]; Chili [populaties in de regio Tarapacá en de regio Arica en Parinacota]; Ecuador [de hele populatie] en Peru [de hele populatie]; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
Vicugna vicugna (II) (Uitsluitend de populaties in: Argentinië [de populaties in de provincies Jujuy, Catamarca en Salta, en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia [de hele populatie]; Chili [populaties in de regio Tarapacá en de regio Arica en Parinacota]; Ecuador [de hele populatie] en Peru [de hele populatie]; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. (1) |
|
Vicuña |
Cervidae |
|
|
|
Herten |
|
Axis calamianensis (I) |
|
|
Filipijns zwijnshert |
|
Axis kuhlii (I) |
|
|
Bawean-zwijnshert |
|
|
|
Axis porcinus (III Pakistan (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen ondersoort)) |
Zwijnshert of varkenshert |
|
Axis porcinus annamiticus (I) |
|
|
Annam-zwijnshert |
|
Blastocerus dichotomus (I) |
|
|
Moerashert |
|
|
Cervus elaphus bactrianus (II) |
|
Afghaans edelhert |
|
|
|
Cervus elaphus barbarus (III Algerije / Tunesië) |
Noord-Afrikaans edelhert |
|
Cervus elaphus hanglu (I) |
|
|
Kasjmir-edelhert |
|
Dama dama mesopotamica (I) |
|
|
Iraans damhert |
|
Hippocamelus spp. (I) |
|
|
Andesherten |
|
|
|
Mazama temama cerasina (III Guatemala) |
Midden-Amerikaans spieshert |
|
Muntiacus crinifrons (I) |
|
|
Zwarte muntjak |
|
Muntiacus vuquangensis (I) |
|
|
Indochinese muntjak |
|
|
|
Odocoileus virginianus mayensis (III Guatemala) |
Guatemalteeks waaierstaarthert |
|
Ozotoceros bezoarticus (I) |
|
|
Pampahert |
|
|
Pudu mephistophiles (II) |
|
Ecuadoraanse poedoe |
|
Pudu puda (I) |
|
|
Chileense poedoe |
|
Rucervus duvaucelii (I) |
|
|
Barasingha |
|
Rucervus eldii (I) |
|
|
Lierhert |
Giraffidae |
|
Giraffa camelopardalis (II) |
|
Giraffes Giraf |
Hippopotamidae |
|
|
|
Nijlpaarden |
|
|
Hexaprotodon liberiensis (II) |
|
Dwergnijlpaard |
|
|
Hippopotamus amphibius (II) |
|
Nijlpaard |
Moschidae |
|
|
|
Muskusherten |
|
Moschus spp. (I) (Alleen de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
Moschus spp. (II) (Met uitzondering van de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan, die in bijlage A zijn opgenomen) |
|
Muskusherten |
Suidae |
|
|
|
Varkens |
|
Babyrousa babyrussa (I) |
|
|
Gouden babiroessa of hertzwijn |
|
Babyrousa bolabatuensis (I) |
|
|
Bola Batu-babiroessa |
|
Babyrousa celebensis (I) |
|
|
Sulawesi-babiroessa |
|
Babyrousa togeanensis (I) |
|
|
Malenge- of Togian-babiroessa |
|
Sus salvanius (I) |
|
|
Dwergzwijn |
Tayassuidae |
|
|
|
Pecari’s |
|
|
Tayassuidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) |
|
Pecari’s |
|
Catagonus wagneri (I) |
|
|
Chaco-pecari |
CARNIVORA |
|
|
|
|
Ailuridae |
|
|
|
|
|
Ailurus fulgens (I) |
|
|
Kleine panda |
Canidae |
|
|
|
Hondachtigen |
|
|
|
Canis aureus (III India) |
Goudjakhals |
|
Canis lupus (I/II) (Alle populaties behalve die in Spanje ten noorden van de Duero en die in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad die in bijlage B zijn opgenomen. De populaties in Bhutan, India, Nepal en Pakistan zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage II. Uitgesloten zijn de gedomesticeerde vorm en de dingo die zijn vermeld als Canis lupus familiaris en Canis lupus dingo) |
Canis lupus (II) (Betreft uitsluitend populaties in Spanje ten noorden van de Duero en populaties in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad. Alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. Uitgesloten zijn de gedomesticeerde vorm en de dingo die respectievelijk Canis lupus familiaris en Canis lupus dingo worden genoemd) |
|
Wolf |
|
Canis simensis |
|
|
Ethiopische wolf |
|
|
Cerdocyon thous (II) |
|
Krabbenetende vos |
|
|
Chrysocyon brachyurus (II) |
|
Manenwolf |
|
|
Cuon alpinus (II) |
|
Aziatische boshond of dhole |
|
|
Lycalopex culpaeus (II) |
|
Andes-jakhalsvos |
|
|
Lycalopex fulvipes (II) |
|
Darwinvos |
|
|
Lycalopex griseus (II) |
|
Argentijnse jakhalsvos |
|
|
Lycalopex gymnocercus (II) |
|
Pampajakhalsvos |
|
Speothos venaticus (I) |
|
|
Zuid-Amerikaanse boshond |
|
|
|
Vulpes bengalensis (III India) |
Bengaalse vos |
|
|
Vulpes cana (II) |
|
Grijze vos |
|
|
Vulpes zerda (II) |
|
Fennek |
Eupleridae |
|
|
|
Madagaskar-civetkatten |
|
|
Cryptoprocta ferox (II) |
|
Fretkat of fossa |
|
|
Eupleres goudotii (II) |
|
Mierencivetkat of kleine falanoek |
|
|
Fossa fossana (II) |
|
Fanaloka of grote falanoek |
Felidae |
|
|
|
Katachtigen |
|
|
Felidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm is deze verordening niet van toepassing. Voor de Afrikaanse populaties van Panthera leo zijn de volgende voorwaarden van toepassing: Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht van beenderen, stukken van beenderen, producten van beenderen, klauwen, skeletten, schedels en tanden. Voor beenderen, stukken van beenderen, producten van beenderen, klauwen, skeletten, schedels en tanden die afkomstig zijn van fokkerijactiviteiten in gevangenschap in Zuid-Afrika zullen jaarlijkse exportquota worden vastgesteld die jaarlijks aan het Cites-secretariaat zullen worden meegedeeld.) |
|
Katachtigen |
|
Acinonyx jubatus (I) (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1. |
|
|
Jachtluipaard of cheetah |
|
Caracal caracal (I) (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Aziatische caracal |
|
Catopuma temminckii (I) |
|
|
Aziatische goudkat |
|
Felis nigripes (I) |
|
|
Zwartvoetkat |
|
Felis silvestris (II) |
|
|
Wilde kat |
|
Herpailurus yagouaroundi (I) (Alleen de populaties in Midden- en Noord-Amerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Jaguarundi |
|
Leopardus geoffroyi (I) |
|
|
Geoffroys kat |
|
Leopardus guttulus (I) |
|
|
Zuidelijke tijgerkat |
|
Leopardus jacobita (I) |
|
|
Bergkat |
|
Leopardus pardalis (I) |
|
|
Ocelot |
|
Leopardus tigrinus (I) |
|
|
Oncilla of Amerikaanse tijgerkat |
|
Leopardus wiedii (I) |
|
|
Margay |
|
Lynx lynx (II) |
|
|
Euraziatische lynx |
|
Lynx pardinus (I) |
|
|
Pardellynx |
|
Neofelis diardi (I) |
|
|
Soenda-nevelplanter |
|
Neofelis nebulosa (I) |
|
|
Nevelpanter |
|
Panthera leo (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Aziatische leeuw |
|
Panthera onca (I) |
|
|
Jaguar |
|
Panthera pardus (I) |
|
|
Luipaard |
|
Panthera tigris (I) |
|
|
Tijger |
|
Panthera uncia (I) |
|
|
Sneeuwpanter |
|
Pardofelis marmorata (I) |
|
|
Marmerkat |
|
Prionailurus bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Bengaalse kat |
|
Prionailurus bengalensis euptilurus (II) |
|
|
Iriomote-kat |
|
Prionailurus planiceps (I) |
|
|
Platkopkat |
|
Prionailurus rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Roestkat |
|
Puma concolor (I) (Alleen de populaties van Costa Rica en Panama; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Costa Ricaanse poema |
Herpestidae |
|
|
|
Mangoesten |
|
|
|
Herpestes edwardsi (III India / Pakistan) |
Indische grijze mangoest |
|
|
|
Herpestes fuscus (III India) |
Indische bruine mangoest |
|
|
|
Herpestes javanicus (III Pakistan) |
Indische mangoest |
|
|
|
Herpestes javanicus auropunctatus (III India) |
Indische mangoest |
|
|
|
Herpestes smithii (III India) |
Rode mangoest |
|
|
|
Herpestes urva (III India) |
Krabbenmangoest |
|
|
|
Herpestes vitticollis (III India) |
Gestreepte mangoest |
Hyaenidae |
|
|
|
Hyena's |
|
|
|
Hyaena hyaena (III Pakistan) |
Gestreepte hyena |
|
|
|
Proteles cristata (III Botswana) |
Aardwolf |
Mephitidae |
|
|
|
Stinkdieren |
|
|
Conepatus humboldtii (II) |
|
Patagonische varkenssnuitskunk |
Mustelidae |
|
|
|
Marterachtigen |
Lutrinae |
|
|
|
Otters |
|
|
Lutrinae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Otters |
|
Aonyx capensis microdon (I) (Alleen de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Afrikaanse of Kaapse otter |
|
Aonyx cinerea (I) |
|
|
Kleinklauwotter |
|
Enhydra lutris nereis (I) |
|
|
Zuidelijke zeeotter |
|
Lontra felina (I) |
|
|
Chungungo-otter |
|
Lontra longicaudis (I) |
|
|
Langstaartotter |
|
Lontra provocax (I) |
|
|
Zuidelijke rivierotter |
|
Lutra lutra (I) |
|
|
Euraziatische otter |
|
Lutra nippon (I) |
|
|
Japanse otter |
|
Lutrogale perspicillata (I) |
|
|
Slanke otter |
|
Pteronura brasiliensis (I) |
|
|
Reuzenotter |
Mustelinae |
|
|
|
Marters en wezels |
|
|
|
Eira barbara (III Honduras) |
Tayra |
|
|
|
Martes flavigula (III India) |
Maleise bonte marter |
|
|
|
Martes foina intermedia (III India) |
Indiase steenmarter |
|
|
|
Martes gwatkinsii (III India) |
Zuid-Indiase marter |
|
|
|
Mellivora capensis (III Botswana) |
Honingdas of ratel |
|
Mustela nigripes (I) |
|
|
Zwartvoetbunzing |
Odobenidae |
|
|
|
Walrussen |
|
|
Odobenus rosmarus (III Canada) |
|
Walrussen |
Otariidae |
|
|
|
Pelsrobben |
|
|
Arctocephalus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.) |
|
Pelsrobben |
|
Arctocephalus philippii (II) |
|
|
Juan Fernandez-pelsrob |
|
Arctocephalus townsendi (I) |
|
|
Guadeloupe-pelsrob |
Phocidae |
|
|
|
Zeehonden, robben |
|
|
Mirounga leonina (II) |
|
Zuidelijke zeeolifant |
|
Monachus spp. (I) |
|
|
Monniksrobben |
Procyonidae |
|
|
|
Wasbeerachtigen |
|
|
|
Nasua narica (III Honduras) |
Neusbeer |
|
|
|
Nasua nasua solitaria (III Uruguay) |
Zuid-Braziliaanse neusbeer |
|
|
|
Potos flavus (III Honduras) |
Rolstaartbeer |
Ursidae |
|
|
|
Beren |
|
|
Ursidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Beren |
|
Ailuropoda melanoleuca (I) |
|
|
Grote panda |
|
Helarctos malayanus (I) |
|
|
Maleise beer |
|
Melursus ursinus (I) |
|
|
Lippenbeer |
|
Tremarctos ornatus (I) |
|
|
Brilbeer |
|
Ursus arctos (I/II) (Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.) |
|
|
Bruine beer |
|
Ursus thibetanus (I) |
|
|
Kraagbeer of Aziatische zwarte beer |
Viverridae |
|
|
|
Echte civetkatten |
|
|
|
Arctictis binturong (III India) |
Binturong |
|
|
|
Civettictis civetta (III Botswana) |
Afrikaanse civetkat |
|
|
Cynogale bennettii (II) |
|
Ottercivetkat |
|
|
Hemigalus derbyanus (II) |
|
Bandcivetkat |
|
|
|
Paguma larvata (III India) |
Gemaskerde larvenroller |
|
|
|
Paradoxurus hermaphroditus (III India) |
Loeak |
|
|
|
Paradoxurus jerdoni (III India) |
Jerdons palmcivetkat |
|
|
Prionodon linsang (II) |
|
Gestreepte linsang |
|
Prionodon pardicolor (I) |
|
|
Gevlekte linsang |
|
|
|
Viverra civettina (III India) |
Grote gevlekte civetkat |
|
|
|
Viverra zibetha (III India) |
Aziatische civetkat |
|
|
|
Viverricula indica (III India) |
Kleine civetkat |
CETACEA |
|
|
|
Walvisachtigen |
|
CETACEA spp. (I/II) (2) |
|
|
Walvisachtigen |
CHIROPTERA |
|
|
|
Vleermuizen |
Phyllostomidae |
|
|
|
Bladneusvleermuizen |
|
|
|
Platyrrhinus lineatus (III Uruguay) |
Witstreepvampier |
Pteropodidae |
|
|
|
Vliegende honden |
|
|
Acerodon spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Schijnkalongs |
|
Acerodon jubatus (I) |
|
|
Filipijnse vliegende hond |
|
|
Pteropus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Pteropus brunneus.) |
|
Schijnkalongs |
|
Pteropus insularis (I) |
|
|
Vliegende hond van Truk |
|
Pteropus livingstonii (II) |
|
|
Vliegende hond van de Comoren |
|
Pteropus loochoensis (I) |
|
|
Japanse vliegende hond |
|
Pteropus mariannus (I) |
|
|
Vliegende hond van de Marianen |
|
Pteropus molossinus (I) |
|
|
Vliegende hond van Pohnpei |
|
Pteropus pelewensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Palau |
|
Pteropus pilosus (I) |
|
|
Grote vliegende hond van Palau |
|
Pteropus rodricensis (II) |
|
|
Vliegende hond van Rodriguez |
|
Pteropus samoensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Samoa |
|
Pteropus tonganus (I) |
|
|
Pacifische vliegende hond |
|
Pteropus ualanus (I) |
|
|
Vliegende hond van Kosrae |
|
Pteropus voeltzkowi (II) |
|
|
Vliegende hond van Pemba |
|
Pteropus yapensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Yap |
CINGULATA |
|
|
|
Gordeldierachtigen |
Dasypodidae |
|
|
|
Gordeldieren |
|
|
|
Cabassous tatouay (III Uruguay) |
Zuid-Amerikaans kaalstaartgordeldier |
|
|
Chaetophractus nationi (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) |
|
Boliviaans harig gordeldier |
|
Priodontes maximus (I) |
|
|
Reuzengordeldier |
DASYUROMORPHIA |
|
|
|
Roofbuideldieren |
Dasyuridae |
|
|
|
Echte roofbuideldieren |
|
Sminthopsis longicaudata (I) |
|
|
Langstaartsmalvoetbuidelmuis |
|
Sminthopsis psammophila (I) |
|
|
Smalvoetbuidelmuis |
DIPROTODONTIA |
|
|
|
Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes |
Macropodidae |
|
|
|
Kangoeroes en wallaby's |
|
|
Dendrolagus inustus (II) |
|
Bruine boomkangoeroe |
|
|
Dendrolagus ursinus (II) |
|
Zwarte boomkangoeroe |
|
Lagorchestes hirsutus (I) |
|
|
Westelijke haaskangoeroe |
|
Lagostrophus fasciatus (I) |
|
|
Gestreepte haaskangoeroe |
|
Onychogalea fraenata (I) |
|
|
Geteugelde spoorstaartkangoeroe |
Phalangeridae |
|
|
|
Koeskoezen |
|
|
Phalanger intercastellanus (II) |
|
Oostelijke koeskoes |
|
|
Phalanger mimicus (II) |
|
Zuidelijke koeskoes |
|
|
Phalanger orientalis (II) |
|
Grijze koeskoes |
|
|
Spilocuscus kraemeri (II) |
|
Krämers koeskoes |
|
|
Spilocuscus maculatus (II) |
|
Gevlekte koeskoes |
|
|
Spilocuscus papuensis (II) |
|
Papoea-koeskoes |
Potoroidae |
|
|
|
Ratkangoeroes |
|
Bettongia spp. (I) |
|
|
Buidelkonijnen |
Vombatidae |
|
|
|
Wombats |
|
Lasiorhinus krefftii (I) |
|
|
Breedkopwombat |
LAGOMORPHA |
|
|
|
Haasachtigen |
Leporidae |
|
|
|
Hazen en konijnen |
|
Caprolagus hispidus (I) |
|
|
Borstelige haas of Assam-konijn |
|
Romerolagus diazi (I) |
|
|
Vulkaankonijn |
MONOTREMATA |
|
|
|
Eierleggende zoogdieren |
Tachyglossidae |
|
|
|
Mierenegels |
|
|
Zaglossus spp. (II) |
|
Vachtegels |
PERAMELEMORPHIA |
|
|
|
|
Peramelidae |
|
|
|
Echte buideldassen |
|
Perameles bougainville (I) |
|
|
Gestreepte spitsneusbuideldas |
Thylacomyidae |
|
|
|
Langoorbuideldassen |
|
Macrotis lagotis (I) |
|
|
Grote langoorbuideldas |
PERISSODACTYLA |
|
|
|
Onevenhoevigen |
Equidae |
|
|
|
Paardachtigen |
|
Equus africanus (I) ((Omvat niet de gedomesticeerde vorm die Equus asinus wordt genoemd, waarop deze verordening niet van toepassing is) |
|
|
Wilde ezel |
|
Equus grevyi (I) |
|
|
Grevyzebra |
|
Equus hemionus (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II maar de ondersoorten Equus hemionus hemionus en Equus hemionus khur zijn opgenomen in bijlage I) |
|
|
Koelan |
|
Equus kiang (II) |
|
|
Kiang |
|
Equus przewalskii (I) |
|
|
Przewalskipaard |
|
|
Equus zebra hartmannae (II) |
|
Hartmanns bergzebra |
|
|
Equus zebra zebra (II) |
|
Kaapse bergzebra |
Rhinocerotidae |
|
|
|
Neushoorns |
|
Rhinocerotidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen ondersoort) |
|
|
Neushoorns |
|
|
Ceratotherium simum simum (II) (Alleen de populaties in Eswatini en Zuid-Afrika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, voor zover daaraan een passende en aanvaardbare bestemming is gegeven, alsook handel in jachttrofeeën. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) |
|
Zuidelijke breedlipneushoorn |
Tapiridae |
|
|
|
Tapirs |
|
Tapiridae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen subspecies) |
|
|
Tapirs |
|
|
Tapirus terrestris (II) |
|
Zuid-Amerikaanse tapir |
PHOLIDOTA |
|
|
|
Schubdierachtigen |
Manidae |
|
|
|
Schubdieren |
|
|
Manis spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Schubdieren |
|
Manis crassicaudata (I) |
|
|
Indisch schubdier |
|
Manis culionensis (I) |
|
|
Palawanschubdier |
|
Manis gigantea (I) |
|
|
Reuzenschubdier |
|
Manis javanica (I) |
|
|
Javaans schubdier |
|
Manis pentadactyla (I) |
|
|
Chinees schubdier |
|
Manis temminckii (I) |
|
|
Temmincks schubdier |
|
Manis tetradactyla (I) |
|
|
Langstaartschubdier |
|
Manis tricuspis (I) |
|
|
Afrikaans boomschubdier |
PILOSA |
|
|
|
Luiaarden en miereneters |
Bradypodidae |
|
|
|
Drievingerluiaards |
|
|
Bradypus pygmaeus (II) |
|
Escudo-eilandluiaard |
|
|
Bradypus variegatus (II) |
|
Westelijke drievingerluiaard |
Myrmecophagidae |
|
|
|
Miereneters |
|
|
Myrmecophaga tridactyla (II) |
|
Reuzenmiereneter |
|
|
|
Tamandua mexicana (III Guatemala) |
Boommiereneter |
PRIMATES |
|
|
|
Opperdieren of primaten |
|
|
PRIMATES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Opperdieren of primaten |
Atelidae |
|
|
|
Grijpstaartapen |
|
Alouatta coibensis (I) |
|
|
Coiba-brulaap |
|
Alouatta palliata (I) |
|
|
Mantelbrulaap |
|
Alouatta pigra (I) |
|
|
Guatemalteekse brulaap |
|
Ateles geoffroyi frontatus (I) |
|
|
Zwarthandslingeraap |
|
Ateles geoffroyi ornatus (I) |
|
|
Roodbuikslingeraap |
|
Brachyteles arachnoides (I) |
|
|
Spinaap |
|
Brachyteles hypoxanthus (I) |
|
|
Gele spinaap of gele muriqui |
|
Oreonax flavicauda (I) |
|
|
Geelstaartwolaap |
Cebidae |
|
|
|
Klauwaapjes |
|
Callimico goeldii (I) |
|
|
Springtamarin |
|
Callithrix aurita (I) |
|
|
Witoorpenseelaapje |
|
Callithrix flaviceps (I) |
|
|
Geelkoppenseelaapje |
|
Leontopithecus spp. (I) |
|
|
Leeuwaapjes |
|
Saguinus bicolor (I) |
|
|
Mantelaapje |
|
Saguinus geoffroyi (I) |
|
|
Geoffroy’s tamarin |
|
Saguinus leucopus (I) |
|
|
Witvoettamarin |
|
Saguinus martinsi (I) |
|
|
Martins’ mantelaapje |
|
Saguinus oedipus (I) |
|
|
Pinché-aapje |
|
Saimiri oerstedii (I) |
|
|
Geel doodshoofdaapje |
Cercopithecidae |
|
|
|
Smalneusapen excl. mensapen |
|
Cercocebus galeritus (I) |
|
|
Kuifmangabey |
|
Cercopithecus diana (I) |
|
|
Dianameerkat |
|
Cercopithecus roloway (I) |
|
|
Roloway-meerkat |
|
Cercopithecus solatus (II) |
|
|
Zonstaartmeerkat |
|
Colobus satanas (II) |
|
|
Zwarte franjeaap |
|
Macaca silenus (I) |
|
|
Baardaap |
|
Macaca sylvanus (I) |
|
|
Berberaap |
|
Mandrillus leucophaeus (I) |
|
|
Dril |
|
Mandrillus sphinx (I) |
|
|
Mandril |
|
Nasalis larvatus (I) |
|
|
Neusaap |
|
Piliocolobus foai (II) |
|
|
Centraal-Afrikaanse rode franjeaap |
|
Piliocolobus gordonorum (II) |
|
|
Uzungwa-franjeaap |
|
Piliocolobus kirkii (I) |
|
|
Zanzibar-franjeaap |
|
Piliocolobus pennantii (II) |
|
|
Pennant’s franjeaap |
|
Piliocolobus preussi (II) |
|
|
Preuss' franjeaap |
|
Piliocolobus rufomitratus (I) |
|
|
Tana-franjeaap |
|
Piliocolobus tephrosceles (II) |
|
|
Oegandese rode franjeaap |
|
Piliocolobus tholloni (II) |
|
|
Thollon’s franjeaap |
|
Presbytis potenziani (I) |
|
|
Mentawai-langoer |
|
Pygathrix spp. (I) |
|
|
Doeklangoeren |
|
Rhinopithecus spp. (I) |
|
|
Stompneusapen |
|
Semnopithecus ajax (I) |
|
|
Kasjmir-hoelman |
|
Semnopithecus dussumieri (I) |
|
|
Dussumiers hoelman |
|
Semnopithecus entellus (I) |
|
|
Hoelman |
|
Semnopithecus hector (I) |
|
|
Tarai-hoelman |
|
Semnopithecus hypoleucos (I) |
|
|
Zwartvoethoelman |
|
Semnopithecus priam (I) |
|
|
Ceylon-hoelman |
|
Semnopithecus schistaceus (I) |
|
|
Berghoelman |
|
Simias concolor (I) |
|
|
Simakobou |
|
Trachypithecus delacouri (II) |
|
|
Delacour’s langoer |
|
Trachypithecus francoisi (II) |
|
|
Tonkin-langoer |
|
Trachypithecus geei (I) |
|
|
Gee’s golden langoer |
|
Trachypithecus hatinhensis (II) |
|
|
Ha tinh-langoer |
|
Trachypithecus johnii (II) |
|
|
Nilgiri-langoer |
|
Trachypithecus laotum (II) |
|
|
Laos-langoer of witbrauwlangoer |
|
Trachypithecus pileatus (I) |
|
|
Kuiflangoer |
|
Trachypithecus poliocephalus (II) |
|
|
Witkoplangoer |
|
Trachypithecus shortridgei (I) |
|
|
Shortridge’s langoer |
Cheirogaleidae |
|
|
|
Dwerg- en katmaki's |
|
Cheirogaleidae spp. (I) |
|
|
Dwergmaki's, katmaki's |
Daubentoniidae |
|
|
|
Vingerdieren |
|
Daubentonia madagascariensis (I) |
|
|
Vingerdieren |
Hominidae |
|
|
|
Echte mensapen |
|
Gorilla beringei (I) |
|
|
Oostelijke gorilla |
|
Gorilla gorilla (I) |
|
|
Westelijke gorilla |
|
Pan spp. (I) |
|
|
Chimpansee en Bonobo |
|
Pongo abelii (I) |
|
|
Sumatraanse orang-oetan |
|
Pongo pygmaeus (I) |
|
|
Borneose orang-oetan |
Hylobatidae |
|
|
|
Gibbons |
|
Hylobatidae spp. (I) |
|
|
Gibbons |
Indriidae |
|
|
|
Indri's, sifaka's en wolmaki's |
|
Indriidae spp. (I) |
|
|
Indri's, sifaka's en wolmaki's |
Lemuridae |
|
|
|
Maki's |
|
Lemuridae spp. (I) |
|
|
Maki's |
Lepilemuridae |
|
|
|
Wezelmaki's |
|
Lepilemuridae spp. (I) |
|
|
Wezelmaki's |
Lorisidae |
|
|
|
Lori's |
|
Nycticebus spp. (I) |
|
|
Plompe lori's |
Pitheciidae |
|
|
|
Sakiachtigen |
|
Cacajao spp. (I) |
|
|
Oeakari's |
|
Callicebus barbarabrownae (II) |
|
|
Noord-Bahiaanse blonde springaap |
|
Callicebus melanochir (II) |
|
|
Zwarthandspringaap |
|
Callicebus nigrifrons (II) |
|
|
Zwartkopspringaap |
|
Callicebus personatus (II) |
|
|
Zwartkopspringaap |
|
Chiropotes albinasus (I) |
|
|
Witneussaki |
Tarsiidae |
|
|
|
Spookdiertjes |
|
Tarsius spp. (II) |
|
|
Spookdiertjes |
PROBOSCIDEA |
|
|
|
Slurfdieren |
Elephantidae |
|
|
|
Olifanten |
|
Elephas maximus (I) |
|
|
Aziatische olifant |
|
Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B) |
Loxodonta africana (II) (Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (3); alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A) |
|
Afrikaanse olifant |
RODENTIA |
|
|
|
Knaagdieren |
Chinchillidae |
|
|
|
Chinchilla's |
|
Chinchilla spp. (I) (Op specimens van de gedomesticeerde vorm is deze verordening niet van toepassing.) |
|
|
Chinchilla's |
Cuniculidae |
|
|
|
Paca's |
|
|
|
Cuniculus paca (III Honduras) |
Laaglandpaca |
Dasyproctidae |
|
|
|
Agoeti's |
|
|
|
Dasyprocta punctata (III Honduras) |
Midden-Amerikaanse agoeti |
Erethizontidae |
|
|
|
Boomstekelvarkens |
|
|
|
Sphiggurus mexicanus (III Honduras) |
Mexicaans boomstekelvarken |
|
|
|
Sphiggurus spinosus (III Uruguay) |
Paraguayaans boomstekelvarken |
Hystricidae |
|
|
|
Stekelvarkens |
|
Hystrix cristata |
|
|
Stekelvarken |
Muridae |
|
|
|
Muizen en ratten |
|
|
Leporillus conditor (II) |
|
Langoorhaasrat |
|
|
Pseudomys fieldi (II) |
|
Vale schijnmuis |
|
|
Xeromys myoides (II) |
|
Onechte waterrat |
|
|
Zyzomys pedunculatus (II) |
|
Macdonnells rotsrat |
Sciuridae |
|
|
|
Eekhoorns |
|
Cynomys mexicanus (I) |
|
|
Mexicaanse prairiehond |
|
|
|
Marmota caudata (III India) |
Langstaartmarmot |
|
|
|
Marmota himalayana (III India) |
Himalaya-marmot |
|
|
Ratufa spp. (II) |
|
Reuzeneekhoorns |
SCANDENTIA |
|
|
|
Boomspitsmuizen |
|
|
SCANDENTIA spp. (II) |
|
Boomspitsmuizen |
SIRENIA |
|
|
|
Zeekoeien |
Dugongidae |
|
|
|
Doejong |
|
Dugong dugon (I) |
|
|
Doejong |
Trichechidae |
|
|
|
Lamantijnen |
|
Trichechus inunguis (I) |
|
|
|
|
Trichechus manatus (I) |
|
|
|
|
Trichechus senegalensis (I) |
|
|
|
AVES |
|
|
|
Vogels |
ANSERIFORMES |
|
|
|
Eendachtigen |
Anatidae |
|
|
|
Eenden, ganzen en zwanen |
|
Anas aucklandica (I) |
|
|
Auckland-taling |
|
|
Anas bernieri (II) |
|
Madagaskar-eend |
|
Anas chlorotis (I) |
|
|
Nieuw-Zeelandse bruine taling |
|
|
Anas formosa (II) |
|
Baikal-taling |
|
Anas laysanensis (I) |
|
|
Laysan-taling |
|
Anas nesiotis (I) |
|
|
Campbell Island-taling |
|
Anas querquedula |
|
|
Zomertaling |
|
Asarcornis scutulata (I) |
|
|
Witvleugelboseend |
|
Aythya innotata |
|
|
Madagaskar-witoogeend |
|
Aythya nyroca |
|
|
Witoogeend |
|
Branta canadensis leucopareia (I) |
|
|
Canadese gans (ondersoort van de Aleoeten) |
|
Branta ruficollis (II) |
|
|
Roodhalsgans |
|
Branta sandvicensis (I) |
|
|
Hawaii-gans |
|
|
Coscoroba coscoroba (II) |
|
Coscoroba |
|
|
Cygnus melancoryphus (II) |
|
Zwarthalszwaan |
|
|
Dendrocygna arborea (II) |
|
West-Indische fluiteend |
|
|
|
Dendrocygna autumnalis (III Honduras) |
Zwartbuikfluiteend |
|
|
|
Dendrocygna bicolor (III Honduras) |
Rosse fluiteend |
|
Mergus octosetaceus |
|
|
Braziliaanse zaagbek |
|
Oxyura leucocephala (II) |
|
|
Witkopeend |
|
Rhodonessa caryophyllacea (I) |
|
|
Rozekopeend |
|
|
Sarkidiornis melanotos (II) |
|
Knobbeleend |
|
Tadorna cristata |
|
|
Kuifcasarca |
APODIFORMES |
|
|
|
Salanganen, gierzwaluwen en kolobries |
Trochilidae |
|
|
|
Kolibries |
|
|
Trochilidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kolibries |
|
Glaucis dohrnii (I) |
|
|
Bronsstaartheremietkolibrie |
CHARADRIIFORMES |
|
|
|
Steltlopers, meeuwen, sterns en alken |
Burhinidae |
|
|
|
Grielen |
|
|
|
Burhinus bistriatus (III Guatemala) |
Caribische griel |
Laridae |
|
|
|
Meeuwen en sterns |
|
Larus relictus (I) |
|
|
Mongoolse zwartkopmeeuw |
Scolopacidae |
|
|
|
Snippen, wulpen, ruiters en strandlopers |
|
Numenius borealis (I) |
|
|
Arctische wulp |
|
Numenius tenuirostris (I) |
|
|
Dunbekwulp |
|
Tringa guttifer (I) |
|
|
Gevlekte groenpootruiter |
CICONIIFORMES |
|
|
|
Reigers, ooievaars, ibissen en flamingo's |
Ardeidae |
|
|
|
Reigers |
|
Ardea alba |
|
|
Grote zilverreiger |
|
Bubulcus ibis |
|
|
Koereiger |
|
Egretta garzetta |
|
|
Kleine zilverreiger |
Balaenicipitidae |
|
|
|
Schoenbekooievaars |
|
|
Balaeniceps rex (II) |
|
Schoenbekooievaar |
Ciconiidae |
|
|
|
Ooievaars |
|
Ciconia boyciana (I) |
|
|
Zwartsnavelooievaar |
|
Ciconia nigra (II) |
|
|
Zwarte ooievaar |
|
Ciconia stormi |
|
|
Storms ooievaar |
|
Jabiru mycteria (I) |
|
|
Jabiru |
|
Leptoptilos dubius |
|
|
Argala-maraboe of Indische maraboe |
|
Mycteria cinerea (I) |
|
|
Maleise nimmerzat |
Phoenicopteridae |
|
|
|
Flamingo's |
|
|
Phoenicopteridae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Flamingo's |
|
Phoenicopterus ruber (II) |
|
|
Rode flamingo |
Threskiornithidae |
|
|
|
Ibissen en lepelaars |
|
|
Eudocimus ruber (II) |
|
Rode ibis |
|
Geronticus calvus (II) |
|
|
Kaapse ibis |
|
Geronticus eremita (I) |
|
|
Kaalkopibis of heremietibis |
|
Nipponia nippon (I) |
|
|
Japanse kuifibis |
|
Platalea leucorodia (II) |
|
|
Lepelaar |
|
Pseudibis gigantea |
|
|
Reuzenibis |
COLUMBIFORMES |
|
|
|
Duifachtigen |
Columbidae |
|
|
|
Duiven |
|
Caloenas nicobarica (I) |
|
|
Manenduif |
|
Claravis godefrida |
|
|
Purperbandgrondduif |
|
Columba livia |
|
|
Rotsduif |
|
Ducula mindorensis (I) |
|
|
Mindoro-muskaatduif |
|
|
Gallicolumba luzonica (II) |
|
Luzon-dolksteekduif |
|
|
Goura spp. (II) |
|
Kroonduiven |
|
Leptotila wellsi |
|
|
Grenada-loopduif |
|
|
|
Nesoenas mayeri (III Mauritius) |
Mauritius-duif |
|
Streptopelia turtur |
|
|
Tortel |
CORACIIFORMES |
|
|
|
Scharrelvogels |
Bucerotidae |
|
|
|
Neushoornvogels |
|
|
Aceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Neushoornvogels |
|
Aceros nipalensis (I) |
|
|
Himalaya-jaarvogel |
|
|
Anorrhinus spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Anthracoceros spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Berenicornis spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Buceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Neushoornvogels |
|
Buceros bicornis (I) |
|
|
Dubbelhoornige neushoornvogel |
|
|
Penelopides spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
Rhinoplax vigil (I) |
|
|
Gehelmde neushoornvogel |
|
|
Rhyticeros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Neushoornvogels |
|
Rhyticeros subruficollis (I) |
|
|
Kleine jaarvogel |
CUCULIFORMES |
|
|
|
Koekoekachtigen |
Musophagidae |
|
|
|
Toerako’s |
|
|
Tauraco spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Toerako’s |
|
Tauraco bannermani (II) |
|
|
Bannermans toerako |
FALCONIFORMES |
|
|
|
Dagroofvogels |
|
|
FALCONIFORMES spp. (II) Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies; met uitzondering van één soort van de familie van de Cathartidae, opgenomen in bijlage C; de overige species van die familie zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen; en met uitzondering van Caracara lutosa, waarop deze verordening niet van toepassing is) |
|
Dagroofvogels |
Accipitridae |
|
|
|
Haviken, arenden en gieren |
|
Accipiter brevipes (II) |
|
|
Balkansperwer |
|
Accipiter gentilis (II) |
|
|
Havik |
|
Accipiter nisus (II) |
|
|
Sperwer |
|
Aegypius monachus (II) |
|
|
Monniksgier |
|
Aquila adalberti (I) |
|
|
Spaanse keizersarend |
|
Aquila chrysaetos (II) |
|
|
Steenarend |
|
Aquila clanga (II) |
|
|
Bastaardarend |
|
Aquila heliaca (I) |
|
|
Keizersarend |
|
Aquila pomarina (II) |
|
|
Schreeuwarend |
|
Buteo buteo (II) |
|
|
Buizerd |
|
Buteo lagopus (II) |
|
|
Ruigpootbuizerd |
|
Buteo rufinus (II) |
|
|
Arendbuizerd |
|
Chondrohierax uncinatus wilsonii (I) |
|
|
Cubaanse langsnavelwouw |
|
Circaetus gallicus (II) |
|
|
Slangenarend |
|
Circus aeruginosus (II) |
|
|
Bruine kiekendief |
|
Circus cyaneus (II) |
|
|
Blauwe kiekendief |
|
Circus macrourus (II) |
|
|
Steppekiekendief |
|
Circus pygargus (II) |
|
|
Grauwe kiekendief |
|
Elanus caeruleus (II) |
|
|
Grijze wouw |
|
Eutriorchis astur (II) |
|
|
Madagaskar-slangenarend |
|
Gypaetus barbatus (II) |
|
|
Lammergier |
|
Gyps fulvus (II) |
|
|
Vale gier |
|
Haliaeetus spp. (I/II) (Haliaeetus albicilla is opgenomen in bijlage I; de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II) |
|
|
Zeearenden |
|
Harpia harpyja (I) |
|
|
Harpij |
|
Hieraaetus fasciatus (II) |
|
|
Havikarend |
|
Hieraaetus pennatus (II) |
|
|
Dwergarend |
|
Leucopternis occidentalis (II) |
|
|
Salvins bonte buizerd |
|
Milvus migrans (II) (Met uitzondering van Milvus migrans lineatus die in bijlage B is opgenomen) |
|
|
Zwarte wouw |
|
Milvus milvus (II) |
|
|
Rode wouw |
|
Neophron percnopterus (II) |
|
|
Aasgier |
|
Pernis apivorus (II) |
|
|
Wespendief |
|
Pithecophaga jefferyi (I) |
|
|
Apenarend |
Cathartidae |
|
|
|
Gieren van de Nieuwe Wereld |
|
Gymnogyps californianus (I) |
|
|
Californische condor |
|
|
|
Sarcoramphus papa (III Honduras) |
Koningsgier |
|
Vultur gryphus (I) |
|
|
Andes-condor |
Falconidae |
|
|
|
Valken |
|
Falco araeus (I) |
|
|
Seychellen-torenvalk |
|
Falco biarmicus (II) |
|
|
Lannervalk |
|
Falco cherrug (II) |
|
|
Sakervalk |
|
Falco columbarius (II) |
|
|
Smelleken |
|
Falco eleonorae (II) |
|
|
Eleonora's valk |
|
Falco jugger (I) |
|
|
Indische lannervalk |
|
Falco naumanni (II) |
|
|
Kleine torenvalk |
|
Falco newtoni (I) (Alleen de populatie op de Seychellen) |
|
|
Madagaskar-torenvalk |
|
Falco pelegrinoides (I) |
|
|
Barbarijse valk |
|
Falco peregrinus (I) |
|
|
Slechtvalk |
|
Falco punctatus (I) |
|
|
Mauritius-torenvalk |
|
Falco rusticolus (I) |
|
|
Giervalk |
|
Falco subbuteo (II) |
|
|
Boomvalk |
|
Falco tinnunculus (II) |
|
|
Torenvalk |
|
Falco vespertinus (II) |
|
|
Roodpootvalk |
Pandionidae |
|
|
|
Visarenden |
|
Pandion haliaetus (II) |
|
|
Visarend |
GALLIFORMES |
|
|
|
Hoenderachtigen |
Cracidae |
|
|
|
Hokko’s en sjakohoenders |
|
Crax alberti (III Colombia) |
|
|
Blauwknobbelhokko |
|
Crax blumenbachii (I) |
|
|
Roodsnavelhokko |
|
|
|
Crax daubentoni (III Colombia) |
Geelknobbelhokko |
|
|
Crax fasciolata |
|
Maskerhokko |
|
|
|
Crax globulosa (III Colombia) |
Knobbelhokko |
|
|
|
Crax rubra (III Colombia / Guatemala / Honduras) |
Bruine hokko |
|
Mitu mitu (I) |
|
|
Mesbekpauwies |
|
Oreophasis derbianus (I) |
|
|
Gehoornde goean |
|
|
|
Ortalis vetula (III Guatemala / Honduras) |
Bruine chachalaca |
|
|
|
Pauxi pauxi (III Colombia) |
Helmhokko |
|
Penelope albipennis (I) |
|
|
Witvleugelgoean |
|
|
|
Penelope purpurascens (III Honduras) |
Kuifsjakohoen |
|
|
|
Penelopina nigra (III Guatemala) |
Berggoean |
|
Pipile jacutinga (I) |
|
|
Spix' fluitgoean |
|
Pipile pipile (I) |
|
|
Trinidad-blauwkeelgoean |
Megapodiidae |
|
|
|
Grootpoothoenders |
|
Macrocephalon maleo (I) |
|
|
Hamerhoen |
Phasianidae |
|
|
|
Fazantachtigen |
|
|
Argusianus argus (II) |
|
Argusfazant |
|
Catreus wallichii (I) |
|
|
Wallichs fazant |
|
Colinus virginianus ridgwayi (I) |
|
|
Noordwest-Mexicaanse boomkwartel |
|
Crossoptilon crossoptilon (I) |
|
|
Witte oorfazant |
|
Crossoptilon mantchuricum (I) |
|
|
Bruine oorfazant |
|
|
Gallus sonneratii (II) |
|
Sonnerats hoen |
|
|
Ithaginis cruentus (II) |
|
Bloedfazant |
|
Lophophorus impejanus (I) |
|
|
Himalaya-glansfazant |
|
Lophophorus lhuysii (I) |
|
|
Chinese glansfazant |
|
Lophophorus sclateri (I) |
|
|
Sclaters glansfazant |
|
Lophura edwardsi (I) |
|
|
Edwards' fazant |
|
|
|
Lophura leucomelanos (III Pakistan) |
Nepalfazant |
|
Lophura swinhoii (I) |
|
|
Swinhoe's fazant |
|
|
|
Meleagris ocellata (III Guatemala) |
Pauwkalkoen |
|
Odontophorus strophium |
|
|
Witkeeltandkwartel |
|
Ophrysia superciliosa |
|
|
Himalaya-patrijs |
|
|
|
Pavo cristatus (III Pakistan) |
Blauwe pauw |
|
|
Pavo muticus (II) |
|
Groene pauw |
|
|
Polyplectron bicalcaratum (II) |
|
Spiegelpauw |
|
|
Polyplectron germaini (II) |
|
Germains spiegelpauw |
|
|
Polyplectron malacense (II) |
|
Maleise spiegelpauw |
|
Polyplectron napoleonis (I) |
|
|
Palawan-spiegelpauw |
|
|
Polyplectron schleiermacheri (II) |
|
Schleiermachers pauwfazant |
|
|
|
Pucrasia macrolopha (III Pakistan) |
Koklasfazant |
|
Rheinardia ocellata (I) |
|
|
Gekuifde argusfazant |
|
Syrmaticus ellioti (I) |
|
|
Elliots fazant |
|
Syrmaticus humiae (I) |
|
|
Humes fazant |
|
Syrmaticus mikado (I) |
|
|
Mikadofazant |
|
|
Syrmaticus reevesii (II) |
|
Koningsfazant |
|
Tetraogallus caspius (I) |
|
|
Kaspisch berghoen |
|
Tetraogallus tibetanus (I) |
|
|
Tibetaans berghoen |
|
Tragopan blythii (I) |
|
|
Blyths saterhoen |
|
Tragopan caboti (I) |
|
|
Cabots saterhoen |
|
Tragopan melanocephalus (I) |
|
|
Westelijk saterhoen |
|
|
|
Tragopan satyra (III Nepal) |
Rood saterhoen |
|
|
Tympanuchus cupido attwateri (II) |
|
Attwaters prairiehoen |
GRUIFORMES |
|
|
|
Kraanvogels en rallen |
Gruidae |
|
|
|
Kraanvogels |
|
|
Gruidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)) |
|
Kraanvogels |
|
Balearica pavonina (I) |
|
|
Zwarte kroonkraanvogel |
|
Grus americana (I) |
|
|
Trompetkraanvogel |
|
Grus canadensis (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II, maar de ondersoorten Grus canadensis nesiotes en Grus canadensis pulla zijn opgenomen in bijlage I) |
|
|
Canadese kraanvogel |
|
Grus grus (II) |
|
|
Kraanvogel |
|
Grus japonensis (I) |
|
|
Chinese kraanvogel |
|
Grus leucogeranus (I) |
|
|
Siberische witte kraanvogel |
|
Grus monacha (I) |
|
|
Monnikskraanvogel |
|
Grus nigricollis (I) |
|
|
Zwarthalskraanvogel |
|
Grus vipio (I) |
|
|
Withalskraanvogel |
Otididae |
|
|
|
Trappen |
|
|
Otididae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Trappen |
|
Ardeotis nigriceps (I) |
|
|
Indische trap |
|
Chlamydotis macqueenii (I) |
|
|
Macqueen’s kraagtrap |
|
Chlamydotis undulata (I) |
|
|
Kraagtrap |
|
Houbaropsis bengalensis (I) |
|
|
Baardtrap |
|
Otis tarda (II) |
|
|
Grote trap |
|
Sypheotides indicus (II) |
|
|
Kleine Indische trap |
|
Tetrax tetrax (II) |
|
|
Kleine trap |
Rallidae |
|
|
|
Rallen |
|
Gallirallus sylvestris (I) |
|
|
Lord Howe-ral |
Rhynochetidae |
|
|
|
Kagoes |
|
Rhynochetos jubatus (I) |
|
|
Kagoes |
PASSERIFORMES |
|
|
|
Zangvogels |
Alaudidae |
|
|
|
Leeuwerikken |
|
|
|
Alauda arvensis (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Veldleeuwerik |
|
|
|
Galerida cristata (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Kuifleeuwerik |
|
|
|
Lullula arborea (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Boomleeuwerik |
|
|
|
Melanocorypha calandra (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Kalanderleeuwerik |
Atrichornithidae |
|
|
|
Doornkruipers |
|
Atrichornis clamosus (I) |
|
|
West-Australische doornkruiper |
Cotingidae |
|
|
|
Cotinga's |
|
|
|
Cephalopterus ornatus (III Colombia) |
Amazone-parasolvogel |
|
|
|
Cephalopterus penduliger (III Colombia) |
Ecuadoraanse parasolvogel |
|
Cotinga maculata (I) |
|
|
Halsbandcotinga |
|
|
Rupicola spp. (II) |
|
Rotshanen |
|
Xipholena atropurpurea (I) |
|
|
Zwartpurperen cotinga |
Emberizidae |
|
|
|
Leden van het geslacht Emberiza, kardinaalachtigen, tangaren |
|
|
|
Emberiza citrinella (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Geelgors |
|
|
|
Emberiza hortulana (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Tuingors |
|
|
Gubernatrix cristata (II) |
|
Groene kardinaal |
|
|
Paroaria capitata (II) |
|
Geelsnavelkardinaal |
|
|
Paroaria coronata (II) |
|
Roodkuifkardinaal |
|
|
Tangara fastuosa (II) |
|
Veelkleurige tangara |
Estrildidae |
|
|
|
Astrilden |
|
|
Amandava formosa (II) |
|
Olijfastrilde |
|
|
Lonchura fuscata |
|
Bruine rijstvogel |
|
|
Lonchura oryzivora (II) |
|
Rijstvogel |
|
|
Poephila cincta cincta (II) |
|
Gordelamadine |
Fringillidae |
|
|
|
Vinken, sijzen en kruisbekken |
|
|
|
Carduelis cannabina (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Kneu |
|
|
|
Carduelis carduelis (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Putter |
|
Carduelis cucullata (I) |
|
|
Kapoetsensijs |
|
|
|
Carduelis flammea (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Grote barmsijs |
|
|
|
Carduelis hornemanni (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Witstuitbarmsijs |
|
|
|
Carduelis spinus (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Sijs |
|
|
Carduelis yarrellii (II) |
|
Geelwangsijs |
|
|
|
Carpodacus erythrinus (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Roodmus |
|
|
|
Loxia curvirostra (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Kruisbek |
|
|
|
Pyrrhula pyrrhula (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Goudvink |
|
|
|
Serinus serinus (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Europese kanarie |
Hirundinidae |
|
|
|
Zwaluwen |
|
Pseudochelidon sirintarae (I) |
|
|
Siantara-zwaluw |
Icteridae |
|
|
|
Troepialen |
|
Xanthopsar flavus (I) |
|
|
Saffraantroepiaal |
Meliphagidae |
|
|
|
Honingeters |
|
|
Lichenostomus melanops cassidix (II) |
|
Helmhoningeter |
Muscicapidae |
|
|
|
Vliegenvangers |
|
Acrocephalus rodericanus (III Mauritius) |
|
|
Rodriguez-struikzanger |
|
|
Cyornis ruckii (II) |
|
Ruecks niltava |
|
|
Dasyornis broadbenti litoralis (II) |
|
Borstelvogel |
|
|
Dasyornis longirostris (II) |
|
Westelijke borstelvogel |
|
|
|
Erithacus rubecula (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Roodborst |
|
|
|
Ficedula parva (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Kleine vliegenvanger |
|
|
Garrulax canorus (II) |
|
Witbrauwlijstergaai |
|
|
Garrulax taewanus (II) |
|
Taiwanese lijstergaai |
|
|
|
Hippolais icterina (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Spotvogel |
|
|
Leiothrix argentauris (II) |
|
Zilveroortimalia |
|
|
Leiothrix lutea (II) |
|
Japanse nachtegaal |
|
|
Liocichla omeiensis (II) |
|
Omei-timalia |
|
|
|
Luscinia svecica (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Blauwborst |
|
|
|
Luscinia luscinia (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Noordse nachtegaal |
|
|
|
Luscinia megarhynchos (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Nachtegaal |
|
|
|
Monticola saxatilis (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Rode rotslijster |
|
Picathartes gymnocephalus (I) |
|
|
Witnekkaalkopkraai |
|
Picathartes oreas (I) |
|
|
Grijsnekkaalkopkraai |
|
|
|
Sylvia atricapilla (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Zwartkop |
|
|
|
Sylvia borin (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Tuinfluiter |
|
|
|
Sylvia curruca (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Braamsluiper |
|
|
|
Sylvia nisoria (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Sperwergrasmus |
|
|
|
Terpsiphone bourbonnensis (III Mauritius) |
Mascarenen-paradijsvliegenvanger |
|
|
|
Turdus merula (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Merel |
|
|
|
Turdus philomelos (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Zanglijster |
Oriolidae |
|
|
|
Wielewalen en vijgvogels |
|
|
|
Oriolus oriolus (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Wielewaal |
Paradisaeidae |
|
|
|
Paradijsvogels |
|
|
Paradisaeidae spp. (II) |
|
Paradijsvogels |
Paridae |
|
|
|
Mezen |
|
|
|
Parus ater (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Zwarte mees |
Pittidae |
|
|
|
Pitta's |
|
|
Pitta guajana (II) |
|
Blauwstaartpitta |
|
Pitta gurneyi (I) |
|
|
Gurneys pitta |
|
Pitta kochi (I) |
|
|
Kochs pitta |
|
|
Pitta nympha (II) |
|
Chinese pitta |
Pycnonotidae |
|
|
|
Buulbuuls |
|
|
Pycnonotus zeylanicus (II) |
|
Geelkruinbuulbuul |
Sturnidae |
|
|
|
Spreeuwen |
|
|
Gracula religiosa (II) |
|
Beo |
|
Leucopsar rothschildi (I) |
|
|
Bali-spreeuw |
Troglodytidae |
|
|
|
Winterkoningen |
|
|
|
Troglodytes troglodytes (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Winterkoning |
Zosteropidae |
|
|
|
Brilvogels |
|
Zosterops albogularis (I) |
|
|
Witkeelbrilvogel |
PELECANIFORMES |
|
|
|
Pelikaanachtigen |
Fregatidae |
|
|
|
Fregatvogels |
|
Fregata andrewsi (I) |
|
|
Witbuikfregatvogel |
Pelecanidae |
|
|
|
Pelikanen |
|
Pelecanus crispus (I) |
|
|
Kroeskoppelikaan |
Sulidae |
|
|
|
Jan-van-genten |
|
Papasula abbotti (I) |
|
|
Abbotts gent |
PICIFORMES |
|
|
|
Spechtachtigen |
Capitonidae |
|
|
|
Baardvogels |
|
|
|
Semnornis ramphastinus (III Colombia) |
Toekanbaardvogel |
Picidae |
|
|
|
Spechten |
|
Dryocopus javensis richardsi (I) |
|
|
Witbuikspecht |
Ramphastidae |
|
|
|
Toekans |
|
|
|
Baillonius bailloni (III Argentina) |
Goudtoekan |
|
|
Pteroglossus aracari (II) |
|
Zwarte toekan |
|
|
|
Pteroglossus castanotis (III Argentina) |
Buinoorarassari |
|
|
Pteroglossus viridis (II) |
|
Groene arassari |
|
|
|
Ramphastos dicolorus (III Argentina) |
Roodborsttoekan |
|
|
Ramphastos sulfuratus (II) |
|
Zwavelborsttoekan |
|
|
Ramphastos toco (II) |
|
Reuzentoekan |
|
|
Ramphastos tucanus (II) |
|
Roodsnaveltoekan |
|
|
Ramphastos vitellinus (II) |
|
Groefsnaveltoekan |
|
|
|
Selenidera maculirostris (III Argentina) |
Vleksnavelpepervreter |
PODICIPEDIFORMES |
|
|
|
Fuutachtigen |
Podicipedidae |
|
|
|
Futen |
|
Podilymbus gigas (I) |
|
|
Atitlan-fuut |
PROCELLARIIFORMES |
|
|
|
Stormvogelachtigen |
Diomedeidae |
|
|
|
Albatrossen |
|
Phoebastria albatrus (I) |
|
|
Stellers albatros |
PSITTACIFORMES |
|
|
|
Papegaaiachtigen |
|
|
PSITTACIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) |
|
Papegaaiachtigen |
Cacatuidae |
|
|
|
Kaketoes |
|
Cacatua goffiniana (I) |
|
|
Goffins kaketoe |
|
Cacatua haematuropygia (I) |
|
|
Filipijnse kaketoe |
|
Cacatua moluccensis (I) |
|
|
Molukken-kaketoe |
|
Cacatua sulphurea (I) |
|
|
Kleine geelkuifkaketoe |
|
Probosciger aterrimus (I) |
|
|
Palmkaketoe |
Loriidae |
|
|
|
Lori's |
|
Eos histrio (I) |
|
|
Diadeemlori |
|
Vini spp. (I/II) (Vini ultramarina is opgenomen in bijlage I, de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II) |
|
|
Vinilori's |
Psittacidae |
|
|
|
Papegaaien en parkieten |
|
Amazona arausiaca (I) |
|
|
Roodkeelamazone |
|
Amazona auropalliata (I) |
|
|
Geelnekamazone |
|
Amazona barbadensis (I) |
|
|
Geelvleugelamazone |
|
Amazona brasiliensis (I) |
|
|
Roodstaartamazone |
|
Amazona finschi (I) |
|
|
Finchs amazone |
|
Amazona guildingii (I) |
|
|
Sint Vincent- of koningsamazone |
|
Amazona imperialis (I) |
|
|
Keizeramazone |
|
Amazona leucocephala (I) |
|
|
Cubaanse amazone |
|
Amazona oratrix (I) |
|
|
Geelkopamazone |
|
Amazona pretrei (I) |
|
|
Roodbrilamazone |
|
Amazona rhodocorytha (I) |
|
|
Roodkruinamazone |
|
Amazona tucumana (I) |
|
|
Tucuman-amazone |
|
Amazona versicolor (I) |
|
|
Sint Lucia-amazone |
|
Amazona vinacea (I) |
|
|
Wijnkleurige amazone |
|
Amazona viridigenalis (I) |
|
|
Groenwangamazone |
|
Amazona vittata (I) |
|
|
Portoricaanse amazone |
|
Anodorhynchus spp. (I) |
|
|
Hyacinthara's |
|
Ara ambiguus (I) |
|
|
Buffons ara |
|
Ara glaucogularis (I) |
|
|
Blauwkeelara |
|
Ara macao (I) |
|
|
Geelvleugelara |
|
Ara militaris (I) |
|
|
Soldatenara |
|
Ara rubrogenys (I) |
|
|
Roodwangara |
|
Cyanopsitta spixii (I) |
|
|
Spix' ara |
|
Cyanoramphus cookii (I) |
|
|
De Norfolkkakariki |
|
Cyanoramphus forbesi (I) |
|
|
Geelvoorhoofdkakariki |
|
Cyanoramphus novaezelandiae (I) |
|
|
Roodvoorhoofdkakariki |
|
Cyanoramphus saisseti (I) |
|
|
Nieuw-Caledonische kakariki |
|
Cyclopsitta diophthalma coxeni (I) |
|
|
Coxens dubbeloogvijgpapegaai |
|
Eunymphicus cornutus (I) |
|
|
Hoornparkiet |
|
Guarouba guarouba (I) |
|
|
Goudparkiet |
|
Neophema chrysogaster (I) |
|
|
Oranjebuikparkiet |
|
Ognorhynchus icterotis (I) |
|
|
Geeloorparkiet |
|
Pezoporus occidentalis (I) |
|
|
Australische nachtpapegaai |
|
Pezoporus wallicus (I) |
|
|
Grondpapegaai |
|
Pionopsitta pileata (I) |
|
|
Roodkappapegaai |
|
Primolius couloni (I) |
|
|
Blauwkopara |
|
Primolius maracana (I) |
|
|
Illigers ara |
|
Psephotus chrysopterygius (I) |
|
|
Goudschouderparkiet |
|
Psephotus dissimilis (I) |
|
|
Kapparkiet |
|
Psephotus pulcherrimus (I) |
|
|
Paradijsparkiet |
|
Psittacula echo (I) |
|
|
Mauritius-papegaai |
|
Psittacus erithacus (I) |
|
|
Grijze roodstaartpapegaai |
|
Pyrrhura cruentata (I) |
|
|
Blauwkeelconure |
|
Rhynchopsitta spp. (I) |
|
|
Dikbekpapegaaien |
|
Strigops habroptilus (I) |
|
|
Kakapo of uilpapegaai |
RHEIFORMES |
|
|
|
Nandoes |
Rheidae |
|
|
|
Nandoes |
|
Pterocnemia pennata (I) ((Met uitzondering van Pterocnemia pennata pennata, die in bijlage B is opgenomen.) |
|
|
Darwins nandoe |
|
|
Pterocnemia pennata pennata (II) |
|
Darwins nandoe |
|
|
Rhea americana (II) |
|
Nandoe |
SPHENISCIFORMES |
|
|
|
Pinguïns |
Spheniscidae |
|
|
|
Pinguïns |
|
|
Spheniscus demersus (II) |
|
Zwartvoetpinguin |
|
Spheniscus humboldti (I) |
|
|
Humboldtpinguin |
STRIGIFORMES |
|
|
|
Uilen |
|
|
STRIGIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Sceloglaux albifacies) |
|
Uilen |
Strigidae |
|
|
|
Uilen |
|
Aegolius funereus (II) |
|
|
Ruigpootuil |
|
Asio flammeus (II) |
|
|
Velduil |
|
Asio otus (II) |
|
|
Ransuil |
|
Athene noctua (II) |
|
|
Steenuil |
|
Bubo bubo (II) (Met uitzondering van Bubo bubo bengalensis, die in bijlage B is opgenomen) |
|
|
Oehoe |
|
Glaucidium passerinum (II) |
|
|
Dwerguil |
|
Heteroglaux blewitti (I) |
|
|
Bossteenuil |
|
Mimizuku gurneyi (I) |
|
|
Grote dwergooruil |
|
Ninox natalis (I) |
|
|
Christmas Island-valkuil |
|
Nyctea scandiaca (II) |
|
|
Sneeuwuil |
|
Otus ireneae (II) |
|
|
Sokoke-dwergooruil |
|
Otus scops (II) |
|
|
Dwergooruil |
|
Strix aluco (II) |
|
|
Bosuil |
|
Strix nebulosa (II) |
|
|
Laplanduil |
|
Strix uralensis (II) (Met uitzondering van Strix uralensis davidi die in bijlage B is opgenomen) |
|
|
Oeraluil |
|
Surnia ulula (II) |
|
|
Sperweruil |
Tytonidae |
|
|
|
Kerkuilen |
|
Tyto alba (II) |
|
|
Kerkuil |
|
Tyto soumagnei (I) |
|
|
Madagaskar-grasuil |
STRUTHIONIFORMES |
|
|
|
Struisvogels |
Struthionidae |
|
|
|
Struisvogels |
|
Struthio camelus (I) (Alleen de populaties in Algerije, Burkina Faso, Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Marokko, Niger, Nigeria, Senegal en Soedan; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
|
Struisvogel |
TINAMIFORMES |
|
|
|
Tinamoes of stuithoenders |
Tinamidae |
|
|
|
Tinamoes of stuithoenders |
|
Tinamus solitarius (I) |
|
|
Kluizenaarstuithoen |
TROGONIFORMES |
|
|
|
Trogons |
Trogonidae |
|
|
|
Trogons |
|
Pharomachrus mocinno (I) |
|
|
Quetzal |
REPTILIA |
|
|
|
Reptielen |
CROCODYLIA |
|
|
|
Krokodilachtigen |
|
|
CROCODYLIA spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Krokodilachtigen |
Alligatoridae |
|
|
|
Alligators en kaaimannen |
|
Alligator sinensis (I) |
|
|
Chinese alligator |
|
Caiman crocodilus apaporiensis (I) |
|
|
Apaporis-brilkaaiman |
|
Caiman latirostris (I) (Met uitzondering van de populatie in Argentinië, die is opgenomen in bijlage B) |
|
|
Breedsnuitkaaiman |
|
Melanosuchus niger (I) (Met uitzondering van de populatie in Brazilië, die is opgenomen in bijlage B, en de populatie in Ecuador, die is opgenomen in bijlage B en waarvoor het jaarlijks exportquotum vastgesteld blijft op nul totdat door het Cites-secretariaat en de Crocodile Specialist Group van IUCN/SSC een jaarlijks exportquotum is goedgekeurd) |
|
|
Zwarte kaaiman |
Crocodylidae |
|
|
|
Krokodillen |
|
Crocodylus acutus (I) (Met uitzondering van de populatie in het geïntegreerde beheersgebied van mangroves van de baai van Cispata, Tinajones, La Balsa en de omliggende gebieden, in het departement Córdoba in Colombia, en de populatie in Cuba, die zijn opgenomen in bijlage B, en de populatie in Mexico, die zijn opgenomen in bijlage B en waarvoor een exportquotum van nul vastgesteld voor voor commerciële doeleinden aan de natuur onttrokken specimens) |
|
|
Spitssnuitkrokodil |
|
Crocodylus cataphractus (I) |
|
|
Pantserkrokodil |
|
Crocodylus intermedius (I) |
|
|
Orinoco-krokodil |
|
Crocodylus mindorensis (I) |
|
|
Filipijnse krokodil |
|
Crocodylus moreletii (I) (Met uitzondering van de populatie in Belize die in bijlage B is opgenomen, met een nulquotum voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden worden verhandeld, en de populatie in Mexico die in bijlage B is opgenomen) |
|
|
Bultkrokodil |
|
Crocodylus niloticus (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Egypte [met een nulquotum voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden worden verhandeld], Ethiopia, Kenya, Madagascar, Malawi, Mozambique, Namibia, South Africa, Uganda, the United Republic of Tanzania [ [waarvoor een jaarlijks exportquotum is vastgesteld van ten hoogste 1600 aan de natuur onttrokken specimens, inclusief jachttrofeeën, naast de van ranching afkomstige specimens], Zambia en Zimbabwe; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Nijlkrokodil |
|
Crocodylus palustris (I) |
|
|
Moeraskrokodil |
|
Crocodylus porosus (I) (Met uitzondering van de populaties in Australië, Indonesië, Maleisië [voor de populatie in Maleisië is de onttrekking aan de natuur beperkt tot de staat Sarawak en geldt voor de overige staten van Maleisië (Sabah en West-Maleisië) een nulquotum voor aan de natuur onttrokken specimens; dit nulquotum kan enkel met de goedkeuring van de Cites-partijen worden gewijzigd] en Papoea-Nieuw-Guinea, die zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Zeekrokodil |
|
Crocodylus rhombifer (I) |
|
|
Cubaanse of ruitkrokodil |
|
Crocodylus siamensis (I) |
|
|
Siamese krokodil |
|
Osteolaemus tetraspis (I) |
|
|
Breedvoorhoofdkrokodil |
|
Tomistoma schlegelii (I) |
|
|
Onechte gaviaal |
Gavialidae |
|
|
|
Gavialen |
|
Gavialis gangeticus (I) |
|
|
Ganges-gaviaal |
RHYNCHOCEPHALIA |
|
|
|
Brughagedisachtigen |
Sphenodontidae |
|
|
|
Brughagedissen |
|
Sphenodon spp. (I) |
|
|
Brughagedissen |
SAURIA |
|
|
|
Hagedissen |
Agamidae |
|
|
|
Agamen |
|
|
|
Calotes ceylonensis (III Sri Lanka) |
|
|
|
|
Calotes desilvai (III Sri Lanka) |
|
|
|
|
Calotes liocephalus (III Sri Lanka) |
|
|
|
|
Calotes liolepis (III Sri Lanka) |
Ceylonese prachtagaam |
|
|
|
Calotes manamendrai (III Sri Lanka) |
|
|
|
|
Calotes nigrilabris (III Sri Lanka) |
|
|
|
|
Calotes pethiyagodai (III Sri Lanka) |
|
|
|
Ceratophora aspera (II) (Exportquotum van nul voor voor commerciële doeleinden aan de natuur onttrokken specimens |
|
Korthoornpadhagedis |
|
Ceratophora erdeleni (I) |
|
|
Erdelen’s padhagedis |
|
Ceratophora karu (I) |
|
|
Karu’s (pad)hagedis |
|
|
Ceratophora stoddartii (II) (Exportquotum van nul voor voor commerciële doeleinden aan de natuur onttrokken specimens) |
|
Neushoornhagedis |
|
Ceratophora tennentii (I) |
|
|
Tennent’s leaf - nosed hagedis |
|
Cophotis ceylanica (I) |
|
|
Korthoornpadhagedis |
|
Cophotis dumbara (I) |
|
|
Knuckles korthoornpadhagedis |
|
|
Lyriocephalus scutatus (II) (Exportquotum van nul voor voor commerciële doeleinden aan de natuur onttrokken specimens) |
|
Lierkopagame |
|
|
Saara spp. (II) |
|
|
|
|
Uromastyx spp. (II) |
|
Doornstaartagamen |
Anguidae |
|
|
|
Hazelwormen |
|
|
Abronia spp. (II) (met uitzondering van de in bijlage A opgenomen soorten. Er is een exportquotum van nul vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens van Abronia aurita, A. gaiophantasma, A. montecristoi, A. salvadorensis en A. vasconcelosii)) |
|
Hazelwormen |
|
Abronia anzuetoi (I) |
|
|
|
|
Abronia campbelli (I) |
|
|
|
|
Abronia fimbriata (I) |
|
|
|
|
Abronia frosti (I) |
|
|
|
|
Abronia meledona (I) |
|
|
|
Chamaeleonidae |
|
|
|
Echte kameleons |
|
|
Archaius spp. (II) |
|
|
|
|
Bradypodion spp. (II) |
|
Kortstaartdwergkameleons |
|
|
Brookesia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kortstaartdwergkameleons |
|
Brookesia perarmata (I) |
|
|
Pantserdwergkameleon |
|
|
Calumma spp. (II) |
|
Madagaskar-kameleons |
|
|
Chamaeleo spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Echte kameleons |
|
Chamaeleo chamaeleon (II) |
|
|
Gewone kameleon |
|
|
Furcifer spp. (II) |
|
Madagaskar-kameleons |
|
|
Kinyongia spp. (II) |
|
Dwergkameleons |
|
|
Nadzikambia spp. (II) |
|
Dwergkameleons |
|
|
Palleon spp. (II) |
|
|
|
|
Rhampholeon spp. (II) |
|
Pygmy chamaeleons |
|
|
Rieppeleon spp. (II) |
|
Pygmy chamaeleons |
|
|
Trioceros spp. (II) |
|
|
Cordylidae |
|
|
|
Doornstaartagamen |
|
|
Cordylus spp. (II) |
|
Echte gordelstaarthagedissen |
|
|
Hemicordylus spp. (II) |
|
|
|
|
Karusaurus spp. (II) |
|
|
|
|
Namazonurus spp. (II) |
|
|
|
|
Ninurta spp. (II) |
|
|
|
|
Ouroborus spp. (II) |
|
|
|
|
Pseudocordylus spp. (II) |
|
|
|
|
Smaug spp. (II) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gekkonidae |
|
|
|
Gekko's |
|
Cnemaspis psychedelica (I) |
|
|
|
|
|
|
Dactylocnemis spp. (III Nieuw-Zeeland) |
|
|
|
Gekko gecko (II) |
|
Tokeh |
|
Gonatodes daudini (I) |
Goniurosaurus spp. (II) (met uitzondering van de inheemse Japanse soorten) |
Goniurosaurus kuroiwae #18 (III Japan) |
Grenadines gekko met klauwen Tijgergekko’s |
|
|
|
Goniurosaurus orientalis #18 (III Japan) |
|
|
|
|
Goniurosaurus sengokui #18 (III Japan) |
|
|
|
|
Goniurosaurus splendens #18 (III Japan) |
|
|
|
|
Goniurosaurus toyamai #18 (III Japan) |
|
|
|
|
Goniurosaurus yamashinae #18 (III Japan) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoplodactylus spp. (III Nieuw-Zeeland) |
Nieuw-Zeelandse gekko's |
|
Lygodactylus williamsi (I) |
|
|
Azuurblauwe daggekko |
|
|
|
Mokopirirakau spp. (III Nieuw-Zeeland) |
|
|
|
Nactus serpensinsula (II) |
|
Slangeneiland-gekko |
|
|
Naultinus spp. (II) |
|
Nieuw-Zeelandse boomgekko's |
|
|
Paroedura androyensis (II) |
|
Granddidier’s Madagascargrondgekko |
|
|
Paroedura masobe (II) |
|
Masobe gecko |
|
|
Phelsuma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Daggekko's |
|
Phelsuma guentheri (II) |
|
|
Round Island-daggekko |
|
|
Rhoptropella spp. (II) |
|
|
|
|
|
Sphaerodactylus armasi (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus celicara (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus dimorphicus (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus intermedius (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus nigropunctatus alayoi (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus nigropunctatus granti (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus nigropunctatus lissodesmus (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus nigropunctatus ocujal (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus nigropunctatus strategus (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus notatus atactus (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus oliveri (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus pimienta (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus ruibali (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus siboney (III Cuba) |
|
|
|
|
Sphaerodactylus torrei (III Cuba) |
|
|
|
|
Toropuku spp. (III Nieuw Zeeland) |
|
|
|
|
Tukutuku spp. (III Nieuw Zeeland) |
|
|
|
Uroplatus spp. (II) |
|
Platstaartgekko's |
|
|
|
Woodworthia spp. (III Nieuw Zeeland) |
|
Helodermatidae |
|
|
|
Korsthagedissen |
|
|
Heloderma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen ondersoort) |
|
Korsthagedissen |
|
Heloderma horridum charlesbogerti (I) |
|
|
Guatemalteekse korsthagedis |
Iguanidae |
|
|
|
Leguanen |
|
|
Amblyrhynchus cristatus (II) |
|
Galapagos-zeeleguaan |
|
Brachylophus spp. (I) |
|
|
Fiji-leguanen |
|
|
Conolophus spp. (II) |
|
Galapagos-landleguanen |
|
|
Ctenosaura spp. (II) |
|
Spiny-tailed iguanas |
|
Cyclura spp. (I) |
|
|
Ringstaartleguanen |
|
|
Iguana spp. (II) |
|
Leguanen |
|
|
Phrynosoma blainvillii (II) |
|
Blaineville’s padhagedis |
|
|
Phrynosoma cerroense (II) |
|
|
|
|
Phrynosoma coronatum (II) |
|
Californische padhagedis |
|
|
Phrynosoma wigginsi (II) |
|
Californische padhagedis |
|
Sauromalus varius (I) |
|
|
San Esteban-chuckwalla |
Lacertidae |
|
|
|
Echte hagedissen |
|
Gallotia simonyi (I) |
|
|
Simony's hagedis |
|
Podarcis lilfordi (II) |
|
|
Balearen-hagedis |
|
Podarcis pityusensis (II) |
|
|
Pityusen-hagedis |
Lanthanotidae |
|
|
|
Dove varanen |
|
|
Lanthanotidae spp. (II) (Er is een exportquotum van nul vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht) |
|
|
Polychrotidae |
|
|
|
Anoles |
|
|
|
Anolis agueroi (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis baracoae (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis barbatus (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis chamaeleonides (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis equestris (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis guamuhaya (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis luteogularis (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis pigmaequestris (III Cuba) |
|
|
|
|
Anolis porcus (III Cuba) |
|
Scincidae |
|
|
|
Skinks |
|
|
Corucia zebrata (II) |
|
Grijpstaartskink |
Teiidae |
|
|
|
Krokodilstaarthagedissen en teju's |
|
|
Crocodilurus amazonicus (II) |
|
Krokodilstaarthagedis |
|
|
Dracaena spp. (II) |
|
Kaaimanteju's |
|
|
Salvator spp. (II) |
|
|
|
|
Tupinambis spp.(II) |
|
Reuzenteju's |
Varanidae |
|
|
|
Varanen |
|
|
Varanus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Varanen |
|
Varanus bengalensis (I) |
|
|
Bengaalse varaan |
|
Varanus flavescens (I) |
|
|
Gele varaan |
|
Varanus griseus (I) |
|
|
Woestijnvaraan |
|
Varanus komodoensis (I) |
|
|
Komodo-varaan |
|
Varanus nebulosus (I) |
|
|
Nevelvaraan |
|
Varanus olivaceus (II) |
|
|
Grays varaan |
Xenosauridae |
|
|
|
Knobbelhagedissen |
|
Shinisaurus crocodilurus (I) |
|
|
Knobbelhagedissen |
SERPENTES |
|
|
|
Slangen |
Boidae |
|
|
|
Boa's |
|
|
Boidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Boa's |
|
Acrantophis spp. (I) |
|
|
Madagaskar-boa's |
|
Boa constrictor occidentalis (I) |
|
|
Argentijnse boa constrictor |
|
Epicrates inornatus (I) |
|
|
Gewone slanke boa |
|
Epicrates monensis (I) |
|
|
Mona-boa |
|
Epicrates subflavus (I) |
|
|
Gele slanke boa |
|
Eryx jaculus (II) |
|
|
Kleine zandboa |
|
Sanzinia madagascariensis (I) |
|
|
Madagaskar-hondskopboa |
Bolyeriidae |
|
|
|
Round Island-boa's |
|
|
Bolyeriidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Round Island-boa's |
|
Bolyeria multocarinata (I) |
|
|
Round Island-boa |
|
Casarea dussumieri (I) |
|
|
Dussumiers boa |
Colubridae |
|
|
|
Ringslangen |
|
|
|
Atretium schistosum (III India) |
Indiase kielrugslang |
|
|
|
Cerberus rynchops (III India) |
Hondskopwaterslang |
|
|
Clelia clelia (II) |
|
Mussurana |
|
|
Cyclagras gigas (II) |
|
Reuzenwaterslang |
|
|
Elachistodon westermanni (II) |
|
Indische eierslang |
|
|
Ptyas mucosus (II) |
|
Oosterse rattenslang |
|
|
|
Xenochrophis piscator (III India) |
Visslang |
|
|
|
Xenochrophis schnurrenbergeri (III India) |
|
|
|
|
Xenochrophis tytleri (III India) |
|
Elapidae |
|
|
|
Cobra's en koraalslangen |
|
|
Hoplocephalus bungaroides (II) |
|
Breedkopslang |
|
|
|
Micrurus diastema (III Honduras) |
Atlantische koraalslang |
|
|
|
Micrurus nigrocinctus (III Honduras) |
Midden-Amerikaanse koraalslang |
|
|
|
Micrurus ruatanus (III Honduras) |
|
|
|
Naja atra (II) |
|
Chinese brilslang |
|
|
Naja kaouthia (II) |
|
Indiase brilslang |
|
|
Naja mandalayensis (II) |
|
Burmese brilslang |
|
|
Naja naja (II) |
|
Brilslang of cobra |
|
|
Naja oxiana (II) |
|
Centraal-Aziatische brilslang |
|
|
Naja philippinensis (II) |
|
Filipijnse brilslang |
|
|
Naja sagittifera (II) |
|
Andamanen-brilslang |
|
|
Naja samarensis (II) |
|
Samar-brilslang |
|
|
Naja siamensis (II) |
|
Indochinese brilslang |
|
|
Naja sputatrix (II) |
|
Spuwende brilslang |
|
|
Naja sumatrana (II) |
|
Sumatraanse brilslang |
|
|
Ophiophagus hannah (II) |
|
Koningscobra |
Loxocemidae |
|
|
|
Spitskoppythons |
|
|
Loxocemidae spp. (II) |
|
Spitskoppythons |
Pythonidae |
|
|
|
Pythons |
|
|
Pythonidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen ondersoort) |
|
Pythons |
|
Python molurus molurus (I) |
|
|
Tijgerpython |
Tropidophiidae |
|
|
|
Bosslangen |
|
|
Tropidophiidae spp. (II) |
|
Bosslangen |
Viperidae |
|
|
|
Adders |
|
|
Atheris desaixi (II) |
|
|
|
|
Bitis worthingtoni (II) |
|
|
|
|
|
Crotalus durissus (III Honduras) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen subspecies) |
Zuid-Amerikaanse ratelslang |
|
|
Crotalus durissus unicolor |
|
Aruba-ratelslang |
|
|
|
Daboia russelii (III India) |
Russells adder |
|
|
Pseudocerastes urarachnoides (II) |
|
Spinstaartadder |
|
|
Trimeresurus mangshanensis (II) |
|
Mangshan groefkopadder |
|
Vipera latifii |
|
|
Latifi's adder |
|
Vipera ursinii (I) (Uitsluitend de populatie in Europa, met uitzondering van het grondgebied van de voormalige USSR; laatstgenoemde populaties zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
|
Spitssnuitadder |
|
|
Vipera wagneri (II) |
|
Wagners adder |
TESTUDINES |
|
|
|
Schildpadden |
Carettochelyidae |
|
|
|
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden |
|
|
Carettochelys insculpta (II) |
|
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpad |
Chelidae |
|
|
|
Slangenhalsschildpadden |
|
|
Chelodina mccordi (II) ((Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens.) |
|
Slangenhalsschildpad |
|
Pseudemydura umbrina (I) |
|
|
Onechte spitskopschildpad |
Cheloniidae |
|
|
|
Zeeschildpadden |
|
Cheloniidae spp. (I) |
|
|
Zeeschildpadden |
Chelydridae |
|
|
|
Bijtschildpadden |
|
|
|
Chelydra serpentina (III Verenigde Staten van Amerika) |
|
|
|
|
Macrochelys temminckii (III Verenigde Staten van Amerika) |
Alligatorschildpad of gierschildpad |
Dermatemydidae |
|
|
|
Tabasco-schildpadden |
|
|
Dermatemys mawii (II) |
|
Tabasco-schildpadden |
Dermochelyidae |
|
|
|
Lederschildpadden |
|
Dermochelys coriacea (I) |
|
|
Lederschildpadden |
Emydidae |
|
|
|
Doos- en moerasschildpadden |
|
|
Chrysemys picta (Enkel levende specimens) |
|
Westelijke sierschildpad |
|
|
Clemmys guttata (II) |
|
Druppelschildpad |
|
|
Emydoidea blandingii (II) |
|
Amerikaanse moerasschildpad |
|
|
|
Emys orbicularis (III Oekraïne) (populatie van Oekraïne) |
Europese moerasschildpad |
|
|
Glyptemys insculpta (II) |
|
Amerikaanse bosschildpad |
|
Glyptemys muhlenbergii (I) |
|
|
Muhlenbergs schildpad |
|
|
|
Graptemys spp. (III Verenigde Staten van Amerika) |
Zaagrug- of landkaartschildpadden |
|
|
Malaclemys terrapin (II) |
|
Diamantrugschildpad |
|
|
Terrapene spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Doosschildpadden |
|
Terrapene coahuila (I) |
|
|
Mexicaanse doosschildpad |
Geoemydidae |
|
|
|
Aardschildpadachtigen |
|
Batagur affinis (I) |
|
|
Zuidelijke rivierschildpad |
|
Batagur baska (I) |
|
|
Batagur of tuntong |
|
|
Batagur borneoensis (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
|
|
|
Batagur dhongoka (II) |
|
|
|
|
Batagur kachuga (II) |
|
|
|
|
Batagur trivittata (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
|
|
|
Cuora spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species, is er een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor Cuora aurocapitata, C. flavomarginata, C. galbinifrons, C. mccordi, C. mouhotii, C. pani, C. trifasciata, C. yunnanensis en C. zhoui voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Aziatische doosschildpadden |
|
Cuora bourreti (I) |
|
|
Bourrets doosschildpad |
|
Cuora picturata (I) |
|
|
Achterindische doosschildpad |
|
|
Cyclemys spp. (II) |
|
Doornschildpadden |
|
Geoclemys hamiltonii (I) |
|
|
Driekielstraalschildpad |
|
|
Geoemyda japonica (II) |
|
Japanse aardschildpad |
|
|
Geoemyda spengleri (II) |
|
Spenglers aardschildpad |
|
|
Hardella thurjii (II) |
|
Diadeemschildpad |
|
|
Heosemys annandalii (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Tempelschildpad |
|
|
Heosemys depressa (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Arakan-aardschildpad |
|
|
Heosemys grandis (II) |
|
Reuzenaardschildpad |
|
|
Heosemys spinosa (II) |
|
Gestekelde aardschildpad |
|
|
Leucocephalon yuwonoi (II) |
|
Sulawesi-aardschildpad |
|
|
Malayemys macrocephala (II) |
|
Maleisische slakkeneter |
|
|
Malayemys subtrijuga (II) |
|
Rijstveldschildpad |
|
Mauremys annamensis (I) |
|
|
Annamese schildpad |
|
|
|
Mauremys iversoni (III China) |
Iversons moerasschildpad |
|
|
|
|
|
|
|
Mauremys japonica (II) |
|
Japanse waterschildpad of Japanse beekschildpad |
|
|
|
Mauremys megalocephala (III China) |
Grootkopdriekielschildpad |
|
|
Mauremys mutica (II) |
|
Gele moerasschildpad |
|
|
Mauremys nigricans (II) |
|
Kwantung-moerasschildpad of Chinese roodkeelschildpad |
|
|
|
Mauremys pritchardi (III China) |
Pritchard’s moerasschildpad |
|
|
|
Mauremys reevesii (III China) |
Chinese driekielschildpad |
|
|
|
Mauremys sinensis (III China) |
Chinese streepnekschildpad |
|
Melanochelys tricarinata (I) |
|
|
Driekielaardschildpad |
|
|
Melanochelys trijuga (II) |
|
Zwartbuikaardschildpad |
|
Morenia ocellata (I) |
|
|
Achterindische pauwoogmoerasschildpad |
|
|
Morenia petersi (II) |
|
Voorindische pauwoogschildpad |
|
|
Notochelys platynota (II) |
|
Maleise platrugschildpad |
|
|
|
Ocadia glyphistoma (III China) |
Gleufbek-streepnekschildpad |
|
|
|
Ocadia philippeni (III China) |
Philippen’s streepnekschildpad |
|
|
Orlitia borneensis (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Borneo-rivierschildpad |
|
|
Pangshura spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Dakschildpadden |
|
Pangshura tecta (I) |
|
|
Indische dakschildpad |
|
|
Sacalia bealei (II) |
|
Beal’s pauwoogschildpad |
|
|
|
Sacalia pseudocellata (III China) |
Chinese schijnoogschildpad |
|
|
Sacalia quadriocellata (II) |
|
Vieroogschildpad |
|
|
Siebenrockiella crassicollis (II) |
|
Zwarte dikkopschildpad |
|
|
Siebenrockiella leytensis (II) |
|
Filipijnse aardschildpad |
|
|
Vijayachelys silvatica (II) |
|
Geelkopaardschildpad of roodkopaardschildpad |
Platysternidae |
|
|
|
Grootkopschildpadden |
|
Platysternidae spp. (I) |
|
|
Grootkopschildpadden |
Podocnemididae |
|
|
|
Scheenplaatschildpadden |
|
|
Erymnochelys madagascariensis (II) |
|
Madagaskar-scheenplaatschildpad |
|
|
Peltocephalus dumerilianus (II) |
|
Zuid-Amerikaanse grootkopschildpad |
|
|
Podocnemis spp. (II) |
|
Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden |
Testudinidae |
|
|
|
Landschildpadden |
|
|
Testudinidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; voor Geochelone sulcata is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Landschildpadden |
|
Astrochelys radiata (I) |
|
|
Stralenschildpad |
|
Astrochelys yniphora (I) |
|
|
Madagaskar-schildpad |
|
Chelonoidis niger (I) |
|
|
Galapagos-landschildpad |
|
Geochelone elegans (I) |
|
|
Sterschildpad |
|
Geochelone platynota (I) |
|
|
Birmese stralenschildpad |
|
Gopherus flavomarginatus (I) |
|
|
Mexicaanse reuzengofferschildpad |
|
Malacochersus tornieri (I) |
|
|
Pannenkoekschildpad |
|
Psammobates geometricus (I) |
|
|
Geometrische landschildpad |
|
Pyxis arachnoides (I) |
|
|
Madagaskar-spinschildpad |
|
Pyxis planicauda (I) |
|
|
Madagaskar-platstaartschildpad |
|
Testudo graeca (II) |
|
|
Moorse landschildpad |
|
Testudo hermanni (II) |
|
|
Griekse landschildpad |
|
Testudo kleinmanni (I) |
|
|
Kleinmanns landschildpad |
|
Testudo marginata (II) |
|
|
Klokschildpad |
Trionychidae |
|
|
|
Drieklauw- en weekschildpadden |
|
|
Amyda cartilaginea (II) |
|
Zuidoost-Aziatische weekschildpad |
|
|
|
Apalone ferox (III Verenigde Staten van Amerika) |
|
|
|
|
Apalone mutica (III Verenigde Staten van Amerika) |
|
|
|
|
Apalone spinifera (III Verenigde Staten van Amerika) (met uitzondering van de in bijlage A opgenomen ondersoort) |
|
|
Apalone spinifera atra (I) |
|
|
Zwarte drieklauwschildpad |
|
|
Chitra spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Smalkopweekschildpadden |
|
Chitra chitra (I) |
|
|
Aziatische smalkopweekschildpad |
|
Chitra vandijki (I) |
|
|
Birmese smalkopweekschildpad |
|
|
Cyclanorbis elegans (II) |
|
Rugvlekweekschildpad |
|
|
Cyclanorbis senegalensis (II) |
|
Senegalese weekschildpad |
|
|
Cycloderma aubryi (II) |
|
Roodrugweekschildpad |
|
|
Cycloderma frenatum (II) |
|
Grijsrugweekschildpad |
|
|
Dogania subplana (II) |
|
Maleise weekschildpad |
|
|
Lissemys ceylonensis (II) |
|
Lissemys ceylonensis |
|
|
Lissemys punctata (II) |
|
Indische klepweekschildpad |
|
|
Lissemys scutata (II) |
|
Birmese klepweekschildpad |
|
|
Nilssonia formosa (II) |
|
Birmese drieklauw |
|
Nilssonia gangetica (I) |
|
|
Ganges-drieklauwschildpad |
|
Nilssonia hurum (I) |
|
|
Indiase pauwoogweekschildpad |
|
|
Nilssonia leithii (II) |
|
Leith’s drieklauwschildpad |
|
Nilssonia nigricans (I) |
|
|
Zwarte drieklauwschildpad |
|
|
Palea steindachneri (II) |
|
Halskwabweekschildpad |
|
|
Pelochelys spp. (II) |
|
Reuzenweekschildpadden |
|
|
Pelodiscus axenaria (II) |
|
Hunan-weekschildpad |
|
|
Pelodiscus maackii (II) |
|
Amoer-weekschildpad |
|
|
Pelodiscus parviformis (II) |
|
Chinese weekschildpad |
|
|
Rafetus euphraticus (II) |
|
Eufraat-drieklauw |
|
|
Rafetus swinhoei (II) |
|
Yangtze-weekschildpad |
|
|
Trionyx triunguis (II) |
|
Afrikaanse drieklauw |
AMPHIBIA |
|
|
|
Amfibieën |
ANURA |
|
|
|
Kikkers en padden |
Aromobatidae |
|
|
|
Aromobatidae |
|
|
Allobates femoralis (II) |
|
Dijvlekgifkikker |
|
|
Allobates hodli (II) |
|
|
|
|
Allobates myersi (II) |
|
Myers’ gifkikker |
|
|
Allobates zaparo (II) |
|
Zaparo-gifkikker |
|
|
Anomaloglossus rufulus (II) |
|
|
Bufonidae |
|
|
|
Padden |
|
Altiphrynoides spp. (I) |
|
|
Malcolm’s Ethiopische padden |
|
Amietophrynus channingi (I) |
|
|
|
|
Amietophrynus superciliaris (I) |
|
|
Wenkbrauwpad |
|
Atelopus zeteki (I) |
|
|
Bonte klompvoetkikker |
|
Incilius periglenes (I) |
|
|
Gouden pad |
|
Nectophrynoides spp. (I) |
|
|
Levendbarende padden |
|
Nimbaphrynoides spp. (I) |
|
|
Nimba-padden |
Calyptocephalellidae |
|
|
|
|
|
|
|
Calyptocephalella gayi (III Chile) |
Helmkop |
Conrauidae |
|
|
|
Kikkers |
|
|
Conraua goliath |
|
Goliathkikker |
Dendrobatidae |
|
|
|
Gifkikkers |
|
|
Adelphobates spp. (II) |
|
|
|
|
Ameerega spp. (II) |
|
|
|
|
Andinobates spp. (II) |
|
|
|
|
Dendrobates spp. (II) |
|
Boomgifkikkers |
|
|
Epipedobates spp. (II) |
|
Boomgifkikkers |
|
|
Excidobates spp. (II) |
|
|
|
|
Hyloxalus azureiventris (II) |
|
Blauwbuikgifkikker |
|
|
Minyobates spp. (II) |
|
Minyobates steyermarki |
|
|
Oophaga spp. (II) |
|
|
|
|
Phyllobates spp. (II) |
|
Boomgifkikkers |
|
|
Ranitomeya spp. (II) |
|
|
Dicroglossidae |
|
|
|
Kikkers |
|
|
Euphlyctis hexadactylus (II) |
|
Zesteenkikker |
|
|
Hoplobatrachus tigerinus (II) |
|
Tijgerkikker |
Hylidae |
|
|
|
Boomkikkers |
|
|
Agalychnis annae (II) Agalychnis callidryas (II) Agalychnis moreletii (II) Agalychnis saltator (II) Agalychnis spurrelli (II) |
|
Roodoogmakikikker |
Mantellidae |
|
|
|
Gouden prachtkikkers |
|
|
Mantella spp. (II) |
|
Gouden prachtkikkers |
Microhylidae |
|
|
|
Tomaatkikkers |
|
|
Dyscophus antongilii (II) |
|
Tomaatkikker |
|
|
Dyscophus guineti (II) |
|
|
|
|
Dyscophus insularis (II) |
|
|
|
|
Scaphiophryne boribory (II) |
|
|
|
|
Scaphiophryne gottlebei (II) |
|
Gottlebes smalbekkikker |
|
|
Scaphiophryne marmorata (II) |
|
|
|
|
Scaphiophryne spinosa (II) |
|
|
Myobatrachidae |
|
|
|
Australische fluitkikkers |
|
|
Rheobatrachus spp. (II) (Met uitzondering van Rheobatrachus silus en Rheobatrachus vitellinus, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) |
|
Australische fluitkikker |
Telmatobiidae |
|
|
|
Water frogs |
|
Telmatobius culeus (I) |
|
|
Titicacakikker |
CAUDATA |
|
|
|
Salamanders |
Ambystomatidae |
|
|
|
Axolotls |
|
|
Ambystoma dumerilii (II) |
|
Achaque |
|
|
Ambystoma mexicanum (II) |
|
Axolotl |
Cryptobranchidae |
|
|
|
Reuzensalamanders |
|
Andrias spp. (I) |
|
|
Reuzensalamanders |
|
|
|
Cryptobranchus alleganiensis (III Verenigde Staten van Amerika) |
Modderduivel |
Hynobiidae |
|
|
|
Aziatische salamanders |
|
|
|
Hynobius amjiensis (III China) |
|
Salamandridae |
|
|
|
Echte salamanders |
|
|
|
Echinotriton andersoni #18 (III Japan) |
Andersons krokodilsalamander |
|
|
Echinotriton chinhaiensis (II) |
|
Chinhai-salamander |
|
|
Echinotriton maxiquadratus (II) |
|
Bergsalamander |
|
Neurergus kaiseri (I) |
|
|
Luristan-beeksalamander |
|
|
Paramesotriton spp. (II) |
|
Wrattensalamanders |
|
|
|
Salamandra algira (III Algerije) |
|
|
|
Tylototriton spp. (II) |
|
Krokodilsalamanders |
ELASMOBRANCHII |
|
|
|
Kraakbeenvissen |
CARCHARHINIFORMES |
|
|
|
Grondhaaien |
Carcharhinidae |
|
|
|
Requiemhaaien of menshaaien of roofhaaien |
|
|
Carcharhinus falciformis (II) |
|
Zijdehaai |
|
|
Carcharhinus longimanus (II) |
|
Oceanische witpunthaai |
Sphyrnidae |
|
|
|
Hamerhaaien |
|
|
Sphyrna lewini (II) |
|
Geschulpte hamerhaai |
|
|
Sphyrna mokarran (II) |
|
Grote hamerhaai |
|
|
Sphyrna zygaena (II) |
|
Gladde hamerhaai |
LAMNIFORMES |
|
|
|
Haringhaaiachtigen |
Alopiidae |
|
|
|
Voshaaien |
|
|
Alopias spp. (II) |
|
Voshaaien |
Cetorhinidae |
|
|
|
Reuzenhaaien |
|
|
Cetorhinus maximus (II) |
|
Reuzenhaai |
Lamnidae |
|
|
|
Makreelhaaien |
|
|
Carcharodon carcharias (II) |
|
Mensenhaai |
|
|
Isurus oxyrinchus (II) |
|
Makreelhaai |
|
|
Isurus paucus (II) |
|
Langvinmakreelhaai |
|
|
Lamna nasus (II) |
|
Haringhaai of neushaai |
MYLIOBATIFORMES |
|
|
|
|
Myliobatidae |
|
|
|
Adelaarsroggen |
|
|
Manta spp. (II) |
|
Manta roggen |
|
|
Mobula spp. (II) |
|
Duivelsroggen |
Potamotrygonidae |
|
|
|
Zoetwaterroggen |
|
|
|
Paratrygon aiereba (III Colombia) |
|
|
|
|
Potamotrygon spp. (III Brazilië) (populatie in Brazilië) |
|
|
|
|
Potamotrygon constellata (III Colombia) |
Stekelige zoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon magdalenae (III Colombia) |
Magdalenazoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon motoro (III Colombia) |
Pauwoogzoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon orbignyi (III Colombia) |
Ruwe zoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon schroederi (III Colombia) |
Rozetzoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon scobina (III Colombia) |
Raspzoetwaterrog |
|
|
|
Potamotrygon yepezi (III Colombia) |
Maracaibozoetwaterrog |
ORECTOLOBIFORMES |
|
|
|
Bakerhaaien |
Rhincodontidae |
|
|
|
Walvishaaien |
|
|
Rhincodon typus (II) |
|
Walvishaai |
RHINOPRISTIFORMES |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Pristidae |
|
|
|
Zaagvissen |
|
Pristidae spp. (I) |
|
|
Zaagvissen |
|
|
|
|
|
Glaucostegidae |
|
|
|
Reuzenvioolroggen |
|
|
Glaucostegus spp. (II) |
|
Reuzenvioolrog |
Rhinidae |
|
|
|
Kegroggen |
|
|
Rhinidae spp. (II) |
|
Kegroggen |
ACTINOPTERI |
|
|
|
Vissen |
ACIPENSERIFORMES |
|
|
|
Steurachtigen |
|
|
ACIPENSERIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Steurachtigen |
Acipenseridae |
|
|
|
Steuren |
|
Acipenser brevirostrum (I) |
|
|
Kortsnuitsteur |
|
Acipenser sturio (I) |
|
|
Gewone steur |
ANGUILLIFORMES |
|
|
|
Palingachtigen |
Anguillidae |
|
|
|
Palingen |
|
|
Anguilla anguilla (II) |
|
Europese paling of aal |
CYPRINIFORMES |
|
|
|
Karperachtigen |
Catostomidae |
|
|
|
Zuigkarpers |
|
Chasmistes cujus (I) |
|
|
Zuigkarpers |
Cyprinidae |
|
|
|
Echte karpers |
|
|
Caecobarbus geertsii (II) |
|
Afrikaanse blinde barbeel |
|
Probarbus jullieni (I) |
|
|
Julliens barbeel |
OSTEOGLOSSIFORMES |
|
|
|
Beentongvissen |
Arapaimidae |
|
|
|
Beentongvissen |
|
|
Arapaima gigas (II) |
|
Arapaima |
Osteoglossidae |
|
|
|
Echte beentongvissen |
|
Scleropages formosus (I) |
|
|
Aziatische beentongvis |
|
Scleropages inscriptus (I) |
|
|
|
PERCIFORMES |
|
|
|
Baarsachtigen |
Labridae |
|
|
|
Lipvissen |
|
|
Cheilinus undulatus (II) |
|
Napoleonvis |
Pomacanthidae |
|
|
|
Engel- of keizersvissen |
|
|
Holacanthus clarionensis (II) |
|
|
Sciaenidae |
|
|
|
Ombervissen |
|
Totoaba macdonaldi (I) |
|
|
Macdonalds trommelvis |
SILURIFORMES |
|
|
|
Meervalachtigen |
Pangasiidae |
|
|
|
Reuzenmeervallen |
|
Pangasianodon gigas (I) |
|
|
Reuzenmeerval |
Loricariidae |
|
|
|
Harnasmeervallen |
|
|
|
Hypancistrus zebra (III Brazil) |
|
SYNGNATHIFORMES |
|
|
|
Zeenaaldachtigen |
Syngnathidae |
|
|
|
Zeenaalden en zeepaardjes |
|
|
Hippocampus spp. (II) |
|
Zeepaardjes |
DIPNEUSTI |
|
|
|
Kwastvinnige vissen |
CERATODONTIFORMES |
|
|
|
Australische longvissen |
Ceratodontidae |
|
|
|
Australische longvissen |
|
|
Neoceratodus forsteri (II) |
|
Australische longvis |
COELACANTHI |
|
|
|
Coelacanten |
COELACANTHIFORMES |
|
|
|
Coelacantachtigen |
Latimeriidae |
|
|
|
Coelacanten |
|
Latimeria spp. (I) |
|
|
Coelacanten |
ECHINODERMATA (STEKELHUIDIGEN) |
||||
HOLOTHUROIDEA |
|
|
|
Zeekomkommers |
ASPIDOCHIROTIDA |
|
|
|
Zeekomkommers |
Stichopodidae |
|
|
|
Zeekomkommers |
|
|
|
Isostichopus fuscus (III Ecuador) |
Bruine zeekomkommer |
HOLOTHURIIDA |
|
|
|
|
Holothuriidae |
|
|
|
Teatfishes, zeekomkommers |
|
|
Holothuria fuscogilva (II) |
|
|
|
|
Holothuria nobilis (II) |
|
|
|
|
Holothuria whitmaei (II) |
|
|
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN) |
||||
ARACHNIDA |
|
|
|
Spinachtigen |
ARANEAE |
|
|
|
Spinnen |
Theraphosidae |
|
|
|
Vogelspinnen |
|
|
Aphonopelma albiceps (II) |
|
|
|
|
Aphonopelma pallidum (II) |
|
Mexicaanse grijze tarantula |
|
|
Brachypelma spp. (II) |
|
Vogelspinnen |
|
|
Poecilotheria spp. (II) |
|
Tijgerspinnen |
SCORPIONES |
|
|
|
Schorpioenen |
Scorpionidae |
|
|
|
Schorpioenen |
|
|
Pandinus camerounensis (II) |
|
|
|
|
Pandinus dictator (II) |
|
|
|
|
Pandinus gambiensis (II) |
|
Senegalese reuzenschorpioen |
|
|
Pandinus imperator (II) |
|
Keizerschorpioen |
|
|
Pandinus roeseli (II) |
|
|
INSECTA |
|
|
|
Insecten |
COLEOPTERA |
|
|
|
Kevers |
Lucanidae |
|
|
|
Vliegende herten |
|
|
|
Colophon spp. (III Zuid-Afrika) |
Kaapse vliegende herten |
Scarabaeidae |
|
|
|
Bladsprietkevers |
|
|
Dynastes satanas (II) |
|
Satanaskever |
LEPIDOPTERA |
|
|
|
Vlinders en motten |
Nymphalidae |
|
|
|
Schoenlappers |
|
|
|
Agrias amydon boliviensis (III Bolivia) |
|
|
|
|
Morpho godartii lachaumei (III Bolivia) |
|
|
|
|
Prepona praeneste buckleyana (III Bolivia) |
|
Papilionidae |
|
|
|
Pages en pauwogen |
|
Achillides chikae chikae (I) |
|
|
Luzon-pauwoog |
|
Achillides chikae hermeli (I) |
|
|
Mindoro-pauwoog |
|
|
Atrophaneura jophon (II) |
|
Sri Lanka-roospage |
|
|
Atrophaneura palu |
|
Palu-roospage |
|
|
Atrophaneura pandiyana (II) |
|
Malabar-roospage |
|
|
Bhutanitis spp. (II) |
|
Bhutan-koninginnenpages |
|
|
Graphium sandawanum |
|
Apo-koninginnenpage |
|
|
Graphium stresemanni |
|
Seram-koninginnenpage |
|
|
Ornithoptera spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Vogelvleugelvlinders |
|
Ornithoptera alexandrae (I) |
|
|
Alexandra's vogelvleugelvlinder |
|
|
Papilio benguetanus |
|
Filipijnse pauwoog |
|
|
Papilio esperanza |
|
Oaxaca-pauwoog |
|
Papilio homerus (I) |
|
|
Homeruspauwoog |
|
Papilio hospiton (II) |
|
|
Corsicaanse pauwoog |
|
|
Papilio morondavana |
|
Madagaskar-keizerpauwoog |
|
|
Papilio neumoegeni |
|
Sumba-pauwoog |
|
|
Parides ascanius |
|
Rio de Janeiro-pauwoog |
|
|
Parides hahneli |
|
Hahnels Amazone-pauwoog |
|
Parides burchellanus (I) |
|
|
Rivierpauwoog |
|
Parnassius apollo (II) |
|
|
Apollovlinder |
|
|
Teinopalpus spp. (II) |
|
Kaiser-I-hindvlinders |
|
|
Trogonoptera spp. (II) |
|
Vogelvleugelvlinders |
|
|
Troides spp. (II) |
|
Vogelvleugelvlinders |
ANNELIDA (GELEDE WORMEN) |
||||
HIRUDINOIDEA |
|
|
|
Bloedzuigers |
ARHYNCHOBDELLIDA |
|
|
|
|
Hirudinidae |
|
|
|
Bloedzuigers |
|
|
Hirudo medicinalis (II) |
|
Noordelijke medicinale bloedzuiger |
|
|
Hirudo verbana (II) |
|
Zuidelijke medicinale bloedzuiger |
MOLLUSCA (WEEKDIEREN) |
||||
BIVALVIA |
|
|
|
Tweekleppigen |
MYTILOIDA |
|
|
|
Zeemossels |
Mytilidae |
|
|
|
Echte mossels |
|
|
Lithophaga lithophaga (II) |
|
Steenboorder |
UNIONOIDA |
|
|
|
Zoetwatermossels |
Unionidae |
|
|
|
Echte zoetwatermossels |
|
Conradilla caelata (I) |
|
|
Vogelvleugelparelmossel |
|
|
Cyprogenia aberti (II) |
|
Westelijke waaierschelp |
|
Dromus dromas (I) |
|
|
Dromedarisparelmossel |
|
Epioblasma curtisii (I) |
|
|
Curtis' parelmossel |
|
Epioblasma florentina (I) |
|
|
Geelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma sampsonii (I) |
|
|
Sampsons parelmossel |
|
Epioblasma sulcata perobliqua (I) |
|
|
Purperen kattenpootmossel |
|
Epioblasma torulosa gubernaculum (I) |
|
|
Groenbloesemparelmossel |
|
|
Epioblasma torulosa rangiana (II) |
|
Taanbloesemparelmossel |
|
Epioblasma torulosa torulosa (I) |
|
|
Knobbelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma turgidula (I) |
|
|
Zwelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma walkeri (I) |
|
|
Bruinbloesemparelmossel |
|
Fusconaia cuneolus (I) |
|
|
Fijnstraal-varkensteenparelmossel |
|
Fusconaia edgariana (I) |
|
|
Glanzende varkensteenparelmossel |
|
Lampsilis higginsii (I) |
|
|
Higgins' oogparelmossel |
|
Lampsilis orbiculata orbiculata (I) |
|
|
Roze slijkmossel |
|
Lampsilis satur (I) |
|
|
Gewone boekparelmossel |
|
Lampsilis virescens (I) |
|
|
Alabama-lampmossel |
|
Plethobasus cicatricosus (I) |
|
|
Witte wrattenrugparelmossel |
|
Plethobasus cooperianus (I) |
|
|
Oranjevoetpuistmossel |
|
|
Pleurobema clava (II) |
|
Klompschelpparelmossel |
|
Pleurobema plenum (I) |
|
|
Ruige varkensteenparelmossel |
|
Potamilus capax (I) |
|
|
Dikboekparelmossel |
|
Quadrula intermedia (I) |
|
|
Cumberland-apensnoetparelmossel |
|
Quadrula sparsa (I) |
|
|
Appalachen-apensnoetparelmossel |
|
Toxolasma cylindrella (I) |
|
|
Bleke lilliputparelmossel |
|
Unio nickliniana (I) |
|
|
Nicklins parelmossel |
|
Unio tampicoensis tecomatensis (I) |
|
|
Tampico-parelmossel |
|
Villosa trabalis (I) |
|
|
Cumberland-boonparelmossel |
VENEROIDA |
|
|
|
|
Tridacnidae |
|
|
|
Doopvontschelpen |
|
|
Tridacnidae spp. (II) |
|
Doopvontschelpen |
CEPHALOPODA |
|
|
|
|
NAUTILIDA |
|
|
|
|
Nautilidae |
|
|
|
Nautilussen |
|
|
Nautilidae spp. (II) |
|
Nautilussen |
GASTROPODA |
|
|
|
Buikpotigen of slakken |
MESOGASTROPODA |
|
|
|
|
Strombidae |
|
|
|
Kroonslakken |
|
|
Strombus gigas (II) |
|
Karko of roze vleugelhoorn |
STYLOMMATOPHORA |
|
|
|
|
Achatinellidae |
|
|
|
Hawaï-boomslakken |
|
Achatinella spp. (I) |
|
|
Kleine agaatslakken |
Camaenidae |
|
|
|
Groenslakken |
|
|
Papustyla pulcherrima (II) |
|
Groenslak |
Cepolidae |
|
|
|
|
|
Polymita spp. (I) |
|
|
Cuban landsnails |
CNIDARIA (HOLTEDIEREN) |
||||
ANTHOZOA |
|
|
|
Koralen en zeeanemonen |
ANTIPATHARIA |
|
|
|
Doornkoralen |
|
|
ANTIPATHARIA spp. (II) |
|
Doornkoralen |
GORGONACEAE |
|
|
|
Hoornkoralen |
Coralliidae |
|
|
|
Bloedkoralen |
|
|
|
Corallium elatius (III China) |
|
|
|
|
Corallium japonicum (III China) |
|
|
|
|
Corallium konjoi (III China) |
|
|
|
|
Corallium secundum (III China) |
|
HELIOPORACEA |
|
|
|
|
Helioporidae |
|
|
|
Blauwe koralen |
|
|
Helioporidae spp. (II) (Omvat uitsluitend de soort Heliopora coerulea) (4) |
|
Blauwe koralen |
SCLERACTINIA |
|
|
|
|
|
|
SCLERACTINIA spp. (II) (4) |
|
Echte koralen |
STOLONIFERA |
|
|
|
Buiskoralen |
Tubiporidae |
|
|
|
Orgelpijpkoralen |
|
|
Tubiporidae spp. (II) (4) |
|
Orgelpijpkoralen |
HYDROZOA |
|
|
|
Poliepen |
MILLEPORINA |
|
|
|
|
Milleporidae |
|
|
|
Brandkoralen of vuurkoralen |
|
|
Milleporidae spp. (II) (4) |
|
Brandkoralen of vuurkoralen |
STYLASTERINA |
|
|
|
|
Stylasteridae |
|
|
|
Kantkoralen |
|
|
Stylasteridae spp. (II) (4) |
|
Kantkoralen |
FLORA (PLANTEN) |
||||
AGAVACEAE |
|
|
|
Agavefamilie |
|
Agave parviflora (I) |
|
|
Santa Cruz-streepagave |
|
|
Agave victoriae-reginae (II) #4 |
|
Koningin Victoria-agave |
|
|
Nolina interrata (II) |
|
San Diego-berengras |
|
|
Yucca queretaroensis (II) |
|
Queretaro yucca |
AMARYLLIDACEAE |
|
|
|
Narcisfamilie |
|
|
Galanthus spp. (II) #4 |
|
Sneeuwklokjes |
|
|
Sternbergia spp. (II) #4 |
|
Leliën des velds |
ANACARDIACEAE |
|
|
|
Pruikenboomfamilie |
|
|
Operculicarya decaryi (II) |
|
Jabihy |
|
|
Operculicarya hyphaenoides (II) |
|
Jabihy |
|
|
Operculicarya pachypus (II) |
|
Tabily |
APOCYNACEAE |
|
|
|
|
|
|
Hoodia spp. (II) #9 |
|
Hoodia's |
|
|
Pachypodium spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 |
|
Madagaskar-palmen |
|
Pachypodium ambongense (I) |
|
|
|
|
Pachypodium baronii (I) |
|
|
|
|
Pachypodium decaryi (I) |
|
|
|
|
|
Rauvolfia serpentina (II) #2 |
|
Slangenwortel-duivelspeper |
ARALIACEAE |
|
|
|
Klimopfamilie |
|
|
Panax ginseng (II) (Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen) #3 |
|
Ginseng |
|
|
Panax quinquefolius (II) #3 |
|
Amerikaanse ginseng |
ARAUCARIACEAE |
|
|
|
Araucariafamilie |
|
Araucaria araucana (I) |
|
|
Apenverdriet |
ASPARAGACEAE |
|
|
|
|
|
|
Beaucarnea spp. (II) |
|
Olifantspoot |
BERBERIDACEAE |
|
|
|
Berberisfamilie |
|
|
Podophyllum hexandrum (II) #2 |
|
Indische alruinwortel |
BROMELIACEAE |
|
|
|
Bromeliafamilie |
|
|
Tillandsia harrisii (II) #4 |
|
Harris' tillandsia |
|
|
Tillandsia kammii (II) #4 |
|
Kamms tillandsia |
|
|
Tillandsia xerographica (II) (5) #4 |
|
Xerografie-tillandsia |
CACTACEAE |
|
|
|
Cactusfamilie |
|
|
CACTACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en Quiabentia spp.) (6) #4 |
|
Cactusfamilie |
|
Ariocarpus spp. (I) |
|
|
Levendesteencactussen |
|
Astrophytum asterias (I) |
|
|
Stercactus |
|
Aztekium ritteri (I) |
|
|
Aztekencactus |
|
Coryphantha werdermannii (I) |
|
|
Zwijnspeldenkussen |
|
Discocactus spp. (I) |
|
|
Schijfcactussen |
|
Echinocereus ferrerianus ssp. lindsayorum (I) |
|
|
Lindsays egelcactus |
|
Echinocereus schmollii (I) |
|
|
Lamsstaartcactus |
|
Escobaria minima (I) |
|
|
Nellie Cory's cactus |
|
Escobaria sneedii (I) |
|
|
Sneeds speldenkussen |
|
Mammillaria pectinifera (I) (Omvat ssp. solisioides) |
|
|
Biggencactus |
|
Melocactus conoideus (I) |
|
|
Kegelvormige Turksemutscactus |
|
Melocactus deinacanthus (I) |
|
|
Prachtborstelige Turksemutscactus |
|
Melocactus glaucescens (I) |
|
|
Wollige wassteel-Turksemutscactus |
|
Melocactus paucispinus (I) |
|
|
Geringstekelige Turksemutscactus |
|
Obregonia denegrii (I) |
|
|
Artisjokcactus |
|
Pachycereus militaris (I) |
|
|
Teddybeercactus |
|
Pediocactus bradyi (I) |
|
|
Brady's speldenkussen |
|
Pediocactus knowltonii (I) |
|
|
Knowltons cactus |
|
Pediocactus paradinei (I) |
|
|
Paradines cactus |
|
Pediocactus peeblesianus (I) |
|
|
Peebles' navajocactus |
|
Pediocactus sileri (I) |
|
|
Silers speldenkussen |
|
Pelecyphora spp. (I) |
|
|
Bijltjescactussen |
|
Sclerocactus blainei (I) |
|
|
Blaine's fishhook cactus |
|
Sclerocactus brevihamatus ssp. tobuschii (I) |
|
|
Tobuschs vishaakcactus |
|
Sclerocactus brevispinus (I) |
|
|
Pariette cactus |
|
Sclerocactus cloverae (I) |
|
|
New Mexico fishhook cactus |
|
Sclerocactus erectocentrus (I) |
|
|
Acuña-cactus |
|
Sclerocactus glaucus (I) |
|
|
Colorado hookless cactus |
|
Sclerocactus mariposensis (I) |
|
|
Lloyds vlindercactus |
|
Sclerocactus mesae-verdae (I) |
|
|
Mesa Verde-cactus |
|
Sclerocactus nyensis (I) |
|
|
Tonopah-vishaakcactus |
|
Sclerocactus papyracanthus (I) |
|
|
Papierstekelvishaakcactus |
|
Sclerocactus pubispinus (I) |
|
|
Great Basin-vishaakcactus |
|
Sclerocactus sileri (I) |
|
|
Siler's fishhook cactus |
|
Sclerocactus wetlandicus (I) |
|
|
Unita Basin hookless cactus |
|
Sclerocactus wrightiae (I) |
|
|
Wrights vishaakcactus |
|
Strombocactus spp. (I) |
|
|
Tolcactussen |
|
Turbinicarpus spp. (I) |
|
|
Turbinecactussen |
|
Uebelmannia spp. (I) |
|
|
Uebelmanns cactussen |
CARYOCARACEAE |
|
|
|
Caryocarfamilie |
|
|
Caryocar costaricense (II) #4 |
|
Knoflookboom |
COMPOSITAE (ASTERACEAE) |
|
|
|
Asterfamilie (composieten) |
|
Saussurea costus (I) (ook S. lappa, Aucklandia lappa of A. costus genoemd) |
|
|
Cost, kutki of kuth |
CUCURBITACEAE |
|
|
|
Komkommerfamilie |
|
|
Zygosicyos pubescens (II) (Ook Xerosicyos pubescens genoemd) |
|
Tobory |
|
|
Zygosicyos tripartitus (II) |
|
Betoboky |
CUPRESSACEAE |
|
|
|
Cipresfamilie |
|
Fitzroya cupressoides (I) |
|
|
Alerce |
|
Pilgerodendron uviferum (I) |
|
|
Chileense cipres |
|
|
Widdringtonia whytei (II) |
|
Mulanje-cipres |
CYATHEACEAE |
|
|
|
Cyatheafamilie (boomvarens) |
|
|
Cyathea spp. (II) #4 |
|
Cyatheafamilie (boomvarens) |
CYCADACEAE |
|
|
|
Cycaspalmen |
|
|
CYCADACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 |
|
Cycaspalmen |
|
Cycas beddomei (I) |
|
|
Beddome’s cycad |
DICKSONIACEAE |
|
|
|
Cyatheafamilie (boomvarens) |
|
|
Cibotium barometz (II) #4 |
|
|
|
|
Dicksonia spp. (II) (Alleen de Amerikaanse populaties; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen. Dit omvat de synonymen Dicksonia berteriana, D. externa, D. sellowiana en D. stuebelii) #4 |
|
Cyatheafamilie (boomvarens) |
DIDIEREACEAE |
|
|
|
Didiereafamilie |
|
|
DIDIEREACEAE spp. (II) #4 |
|
Madagaskar-boomvarens, aluaudia's |
DIOSCOREACEAE |
|
|
|
Yamswortelfamilie |
|
|
Dioscorea deltoidea (II) #4 |
|
DROSERACEAE |
DROSERACEAE |
|
|
|
Zonnedauwfamilie |
|
|
Dionaea muscipula (II) #4 |
|
Venusvliegenval |
EBENACEAE |
|
|
|
Ebbenhoutfamilie |
|
|
Diospyros spp. (II) (Alleen de populaties in Madagascar; geen andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen) #5 |
|
|
EUPHORBIACEAE |
|
|
|
Wolfsmelkfamilie |
|
|
Euphorbia spp. (II) #4 (Uitsluitend succulente species, met uitzondering van: 1) Euphorbia misera; 2) kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia trigona; 3) kunstmatig gekweekte specimens van Euphorbia lactea die op een kunstmatig gekweekte onderstam van Euphorbia neriifolia zijn geënt, mits zij: — kamvormig of — waaiervormig of — kleurmutanten zijn; 4) kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia„Milii”, mits zij: — gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, en — in partijen van 100 of meer planten in de Unie worden binnengebracht of uit de Unie worden (her)uitgevoerd; op bovengenoemde categorieën is deze verordening niet van toepassing; en 5) de in bijlage A opgenomen species. |
|
Euphorbia's of wolfsmelken |
|
Euphorbia ambovombensis (I) |
|
|
|
|
Euphorbia capsaintemariensis (I) |
|
|
|
|
Euphorbia cremersii (I) (Met inbegrip van de vorm viridifolia en de variëteit rakotozafyi) |
|
|
|
|
Euphorbia cylindrifolia (I) (Met inbegrip van de ssp. tuberifera) |
|
|
|
|
Euphorbia decaryi (I) (Met inbegrip van de variëteiten ampanihyensis, robinsonii en sprirosticha) |
|
|
|
|
Euphorbia francoisii (I) |
|
|
|
|
Euphorbia handiensis (II) |
|
|
|
|
Euphorbia lambii (II) |
|
|
|
|
Euphorbia moratii (I) (Met inbegrip van de variëteiten antsingiensis, bemarahensis en multiflora) |
|
|
|
|
Euphorbia parvicyathophora (I) |
|
|
|
|
Euphorbia quartziticola (I) |
|
|
|
|
Euphorbia stygiana (II) |
|
|
|
|
Euphorbia tulearensis (I) |
|
|
|
FAGACEAE |
|
|
|
Napjesdragersfamilie (beuken, eiken) |
|
|
|
Quercus mongolica (III Russische Federatie) #5 |
Mongoolse eik |
FOUQUIERIACEAE |
|
|
|
Fouquieriafamilie |
|
|
Fouquieria columnaris (II) #4 |
|
Flesboom, boojumboom of grote waskaars |
|
Fouquieria fasciculata (I) |
|
|
Ocotillo |
|
Fouquieria purpusii (I) |
|
|
|
GNETACEAE |
|
|
|
Gnetumfamilie |
|
|
|
Gnetum montanum (III Nepal) #1 |
|
JUGLANDACEAE |
|
|
|
Okkernootfamilie |
|
|
Oreomunnea pterocarpa (II) #4 |
|
Caribische walnoot |
LAURACEAE |
|
|
|
Laurierfamilie |
|
|
Aniba rosaeodora (II) (ook A. duckei genoemd) #12 |
|
Braziliaans rozenhout |
LEGUMINOSAE (FABACEAE) |
|
|
|
Vlinderbloemigen |
|
|
Dalbergia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #15 |
|
|
|
Dalbergia nigra (I) |
|
|
Braziliaans rozenhout |
|
|
|
Dipteryx panamensis (III Costa Rica / Nicaragua) |
Amandelboom |
|
|
Guibourtia demeusei (II) #15 |
|
Red bubinga |
|
|
Guibourtia pellegriniana (II) #15 |
|
Rose bubinga, kevazingo |
|
|
Guibourtia tessmannii (II) #15 |
|
Rose bubinga, kevazingo |
|
|
Paubrasilia echinata (II) #10 |
|
Brazielhout of pernambuk |
|
|
Pericopsis elata (II) #17 |
|
Afrormosia of Afrikaans teak |
|
|
Platymiscium parviflorum (II) #4 |
|
Christobal of ñambar |
|
|
Pterocarpus erinaceus (II) |
|
Afrikaans rozenhout, Senegalees rozenhout, kosso |
|
|
Pterocarpus santalinus (II) #7 |
|
Rood sandelhout |
|
|
Pterocarpus tinctorius (II) #6 |
|
Afrikaans padoek |
|
|
Senna meridionalis (II) |
|
Taraby |
LILIACEAE |
|
|
|
Leliefamilie |
|
|
Aloe spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Aloe vera, ook genoemd Aloe barbadensis, die niet in de bijlagen is opgenomen) #4 |
|
Aloë's |
|
Aloe albida (I) |
|
|
|
|
Aloe albiflora (I) |
|
|
|
|
Aloe alfredii (I) |
|
|
|
|
Aloe bakeri (I) |
|
|
|
|
Aloe bellatula (I) |
|
|
|
|
Aloe calcairophila (I) |
|
|
|
|
Aloe compressa (I) (Met inbegrip van de variëteiten paucituberculata, rugosquamosa en schistophila) |
|
|
|
|
Aloe delphinensis (I) |
|
|
|
|
Aloe descoingsii (I) |
|
|
|
|
Aloe fragilis (I) |
|
|
|
|
Aloe haworthioides (I) (Met inbegrip van de variëteit aurantiaca) |
|
|
|
|
Aloe helenae (I) |
|
|
|
|
Aloe laeta (I) (Met inbegrip van de variëteit maniaensis) |
|
|
|
|
Aloe parallelifolia (I) |
|
|
|
|
Aloe parvula (I) |
|
|
|
|
Aloe pillansii (I) |
|
|
|
|
Aloe polyphylla (I) |
|
|
|
|
Aloe rauhii (I) |
|
|
|
|
Aloe suzannae (I) |
|
|
|
|
Aloe versicolor (I) |
|
|
|
|
Aloe vossii (I) |
|
|
|
MAGNOLIACEAE |
|
|
|
Tulpenboomfamilie |
|
|
|
Magnolia liliifera var. obovata (III Nepal) #1 |
Safan |
MALVACEAE |
|
|
|
|
|
|
Adansonia grandidieri (II) #16 |
|
Baobab van Grandidier |
MELIACEAE |
|
|
|
Mahoniefamilie |
|
|
Cedrela spp. (II) #6 (Neotropische populaties) |
|
Spaanse ceder |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Swietenia humilis (II) #4 |
|
Mexicaanse mahonieboom |
|
|
Swietenia macrophylla (II) (Neotropische populatie - omvat Midden- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied) #6 |
|
Braziliaanse mahonieboom |
|
|
Swietenia mahagoni (II) #5 |
|
Cubaanse mahonieboom |
NEPENTHACEAE |
|
|
|
Bekerplantenfamilie |
|
|
Nepenthes spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 |
|
Bekerplanten |
|
Nepenthes khasiana (I) |
|
|
Indiase bekerplant |
|
Nepenthes rajah (I) |
|
|
Reuzenbekerplant |
OLEACEAE |
|
|
|
Olijfbomen, essen |
|
|
|
Fraxinus mandshurica (III Russische Federatie) #5 |
Mantsjoerije-es |
ORCHIDACEAE |
|
|
|
Orchideeën |
|
|
ORCHIDACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) (7) #4 |
|
Orchideeën |
|
Voor alle hierna genoemde orchideeënsoorten van bijlage A is deze verordening niet van toepassing op zaailing- of weefselculturen indien deze: — in vitro zijn verkregen op een vaste of vloeibare voedingsbodem; — voldoen aan de definitie van „kunstmatig gekweekt” overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006, van de Commissie (8), en — bij het binnenbrengen in de Unie of bij de (weder)uitvoer uit de Unie in steriele recipiënten worden getransporteerd. |
|
|
|
|
Aerangis ellisii (I) |
|
|
|
|
Cattleya jongheana (I) |
|
|
|
|
Cattleya lobata (I) |
|
|
|
|
Cephalanthera cucullata (II) |
|
|
Kretenzisch nieskruid |
|
Cypripedium calceolus (II) |
|
|
Vrouwenschoentje |
|
Dendrobium cruentum (I) |
|
|
|
|
Goodyera macrophylla (II) |
|
|
Madeira-netbladorchidee |
|
Liparis loeselii (II) |
|
|
Groenknolorchis |
|
Mexipedium xerophyticum (I) |
|
|
|
|
Ophrys argolica (II) |
|
|
Geoogde bijenorchis |
|
Ophrys lunulata (II) |
|
|
Halvemaanorchidee |
|
Orchis scopulorum (II) |
|
|
Madeira-orchis |
|
Paphiopedilum spp. (I) |
|
|
Venusschoentjes |
|
Peristeria elata (I) |
|
|
Heiligegeestorchidee |
|
Phragmipedium spp. (I) |
|
|
Zuid-Amerikaanse pantoffelorchideeën |
|
Renanthera imschootiana (I) |
|
|
Rode Vanda-orchidee |
|
Spiranthes aestivalis (II) |
|
|
Zomerschroeforchis |
OROBANCHACEAE |
|
|
|
Bremraapfamilie |
|
|
Cistanche deserticola (II) #4 |
|
Woestijnbremraap |
PALMAE (ARECACEAE) |
|
|
|
Palmenfamilie |
|
|
Beccariophoenix madagascariensis (II) #4 |
|
Manaranopalm |
|
|
Dypsis decaryi (II) #4 |
|
Triangle palm |
|
Dypsis decipiens (I) |
|
|
Vlinderpalm |
|
|
Lemurophoenix halleuxii (II) |
|
Rode makipalm |
|
|
|
Lodoicea maldivica (III Seychellen) #13 |
Coco de mer |
|
|
Marojejya darianii (II) |
|
Grootbladpalm |
|
|
Ravenea louvelii (II) |
|
Madagaskar-palm |
|
|
Ravenea rivularis (II) |
|
Majesteitpalm |
|
|
Satranala decussilvae (II) |
|
Satranabepalm |
|
|
Voanioala gerardii (II) |
|
Boskokosnoot |
PAPAVERACEAE |
|
|
|
Papaverfamilie |
|
|
|
Meconopsis regia (III Nepal) #1 |
Himalaya-klaproos |
PASSIFLORACEAE |
|
|
|
Passiebloemfamilie |
|
|
Adenia firingalavensis (II) |
|
Adenia firingalavensis |
|
|
Adenia olaboensis (II) |
|
Vahisasety |
|
|
Adenia subsessilifolia (II) |
|
Adenia subsessilifolia |
PEDALIACEAE |
|
|
|
Pedaliacea |
|
|
Uncarina grandidieri (II) |
|
Uncarina |
|
|
Uncarina stellulifera (II) |
|
Uncarina |
PINACEAE |
|
|
|
Dennenfamilie |
|
Abies guatemalensis (I) |
|
|
Guatemala-spar |
|
|
|
Pinus koraiensis (III Russische Federatie) #5 |
|
PODOCARPACEAE |
|
|
|
Podocarpusfamilie |
|
|
|
Podocarpus neriifolius (III Nepal) #1 |
Geelhoutden |
|
Podocarpus parlatorei (I) |
|
|
Parlatore's podocarpus |
PORTULACACEAE |
|
|
|
Posteleinfamilie |
|
|
Anacampseros spp. (II) #4 |
|
Postelein |
|
|
Avonia spp. (II) #4 |
|
|
|
|
Lewisia serrata (II) #4 |
|
Maguires bitterwortel |
PRIMULACEAE |
|
|
|
Sleutelbloemfamilie |
|
|
Cyclamen spp. (II) (9) #4 |
|
Cyclamens |
RANUNCULACEAE |
|
|
|
Ranonkelfamilie |
|
|
Adonis vernalis (II) #2 |
|
Voorjaarsadonis |
|
|
Hydrastis canadensis (II) #8 |
|
Goudzegel of Canadese geelwortel |
ROSACEAE |
|
|
|
Rozenfamilie |
|
|
Prunus africana (II) #4 |
|
Afrikaanse kers of roodstinkhout |
RUBIACEAE |
|
|
|
Ayugue |
|
Balmea stormiae (I) |
|
|
Ayugue |
SANTALACEAE |
|
|
|
Sandelhoutfamilie |
|
|
Osyris lanceolata (II) (Alleen de populaties in Burundi, Ethiopië, Kenia, Rwanda, Uganda en de Verenigde Republiek Tanzania; geen andere populatie is in de bijlagen opgenomen) #2 |
|
Oost-Afrikaans sandelhout |
SARRACENIACEAE |
|
|
|
Trompetbekerplantenfamilie |
|
|
Sarracenia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 |
|
Trompetbekerplanten |
|
Sarracenia oreophila (I) |
|
|
Groene trompetbekerplant |
|
Sarracenia rubra ssp. alabamensis (I) |
|
|
Alabama-trompetbekerplant |
|
Sarracenia rubra ssp. jonesii (I) |
|
|
Zoete bergtrompetbekerplant |
SCROPHULARIACEAE |
|
|
|
Helmkruidfamilie |
|
|
Picrorhiza kurrooa (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflora) #2 |
|
Katki |
STANGERIACEAE |
|
|
|
Stangeriafamilie |
|
|
Bowenia spp. (II) #4 |
|
Cycaspalmen |
|
Stangeria eriopus (I) |
|
|
Hottentottenhoofd |
TAXACEAE |
|
|
|
Taxusfamilie |
|
|
Taxus chinensis en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 |
|
Chinese taxus |
|
|
Taxus cuspidata en de infraspecifieke taxa van deze soor (II) (10) #2 |
|
Japanse taxus |
|
|
Taxus fuana en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 |
|
Tibetaanse taxus |
|
|
Taxus sumatrana en de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 |
|
Sumatraanse taxus |
|
|
Taxus wallichiana (II) #2 |
|
Himalaya-taxus |
THYMELAEACEAE (AQUILARIACEAE) |
|
|
|
Peperboompjesfamilie |
|
|
Aquilaria spp. (II) #14 |
|
Agarhout |
|
|
Gonystylus spp. (II) #4 |
|
Ramin |
|
|
Gyrinops spp. (II) #14 |
|
Agarhout |
TROCHODENDRACEAE (TETRACENTRACEAE) |
|
|
|
Tetracentronfamilie |
|
|
|
Tetracentron sinense (III Nepal) #1 |
|
VALERIANACEAE |
|
|
|
Valeriaanfamilie |
|
|
Nardostachys grandiflora (II) #2 |
|
|
VITACEAE |
|
|
|
Wijnstokfamilie |
|
|
Cyphostemma elephantopus (II) |
|
Lazampasika |
|
|
Cyphostemma laza (II) |
|
Laza |
|
|
Cyphostemma montagnacii (II) |
|
Lazambohitra |
WELWITSCHIACEAE |
|
|
|
Welwitschiafamilie |
|
|
Welwitschia mirabilis (II) #4 |
|
Welwitschia |
ZAMIACEAE |
|
|
|
Cycaspalmen |
|
|
ZAMIACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4 |
|
Cycaspalmen |
|
Ceratozamia spp. (I) |
|
|
Hoornkegelpalmen |
|
Encephalartos spp. (I) |
|
|
Broodbomen |
|
Microcycas calocoma (I) |
|
|
Kurkpalm |
|
Zamia restrepoi (I) |
|
|
|
ZINGIBERACEAE |
|
|
|
Gemberfamilie |
|
|
Hedychium philippinense (II) #4 |
|
Filipijnse guirlande of gemberlelie |
|
|
Siphonochilus aethiopicus (II) (Populaties in Mozambique, Eswatini, Zuid-Afrika en Zimbabwe) |
|
Natal ginger |
ZYGOPHYLLACEAE |
|
|
|
Pokhoutfamilie |
|
|
Bulnesia sarmientoi (II) #11 |
|
Gayak |
|
|
Guaiacum spp. (II) #2 |
|
Pokhoutfamilie |
(1)
Deze annotatie heeft uitsluitend tot doel de internationale handel in vezels van vicuñas (Vicugna vicugna) en daarvan afgeleide producten enkel mogelijk te maken wanneer de vezels afkomstig zijn van het scheren van levende vicuñas. De handel in van de vezel afgeleide producten kan slechts plaatsvinden in overeenstemming met de volgende bepalingen: a) Elke persoon of entiteit die vezels van vicuña produceert voor de vervaardiging van weefsels en kleding moet van de bevoegde overheden van het land van oorsprong toelating vragen [Landen van oorsprong: De landen waar de soort voorkomt, te weten Argentinië, Bolivia, Chili, Ecuador en Peru] om het opschrift, het merk of het logo „vicuña” gevolgd door de naam van het land van oorsprong te voeren, die zijn aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña. b) Weefsels en kleding die in de handel worden gebracht moeten overeenkomstig de volgende bepalingen worden gemerkt of geïdentificeerd: i) Voor de internationale handel in weefsels uit vezels van levend geschoren vicuñas, ongeacht het feit of het weefsel werd vervaardigd in de staten waar de soort voorkomt of daarbuiten, moet het opschrift, het merk of het logo worden gebruikt zodat het land van oorsprong kan worden bepaald. Het opschrift, het merk of het logo VICUÑA [LAND VAN OORSPRONG] moet als volgt worden vormgegeven:
Het opschrift, het merk of het logo moet op de achterkant van het weefsel zijn aangebracht. Bovendien moeten de zelfkanten van het weefsel zijn voorzien van het opschrift VICUÑA [LAND VAN OORSPRONG]. ii) Voor de internationale handel in kleding uit vezels van levend geschoren vicuñas, ongeacht het feit of de kleding werd vervaardigd in de staten waar de soort voorkomt of daarbuiten, moet het in punt b) i) bedoelde opschrift, merk of logo worden gebruikt. Dit opschrift, merk of logo moet op een etiket in de kleding zelf zijn aangebracht. Indien de kleding is vervaardigd buiten het land van oorsprong moet, behalve het onder b) i) bedoelde opschrift, merk of logo, tevens de naam worden aangegeven van het land waar de kleding is vervaardigd. c) Voor de internationale handel in artefacten uit vezels van levend geschoren vicuñas die zijn vervaardigd in de staten waar de soort voorkomt, moet het hieronder beschreven opschrift, merk of logo VICUÑA [LAND VAN OORSPRONG] — ARTESANÍA worden gebruikt:
d) Indien voor de vervaardiging van weefsels en kleding vezels van levend geschoren vicuñas uit verschillende landen van oorsprong zijn gebruikt, moet voor elk land van oorsprong van de vezels het onder b) i) en ii) beschreven opschrift, merk of logo worden gebruikt. e) Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage I beschouwd en de handel daarin wordt dienovereenkomstig gereguleerd.
(2)
Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp., Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera omurai, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Orcaella heinsohni, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, Neophocaena asiaeorientalis, Neophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter macrocephalus, Platanista spp., Berardius spp., Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.
(3)
Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Resolution Conf. 11.20 (REv. CoP18) voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma's in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa's voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Resoluition Conf. 10.10 (als herzien door CoP18) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20 000 kg (Botswana), 10 000 kg (Namibië) resp. 30 000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het hiervoor onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma's ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78 (Rev. CdP15). Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(4)
Deze Verordening is niet van toepassing op: Fossielen; Koraalzand, dat wil zeggen, materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat niet identificeerbaar is op het niveau van het geslacht, en dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en kalkalgen kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen, stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm min welke richting dan ook gemeten, dat niet identificeerbaar is op het niveau van het geslacht.
(5)
Het verhandelen van specimens met oorsprongscode A is alleen toegestaan als de verhandelde specimens laagtebladeren (catafyllen) hebben.
(6)
Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van de verordening niet van toepassing: Hatiora x graeseri Schlumbergera x buckleyi Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata Schlumbergera truncata (cultivars) Cactaceae spp.: de kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia„Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus Opuntia microdasys (cultivars)
(7)
Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van Cymbidium, Dendrobium, Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing, indien zij gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens kunnen worden herkend en geen tekenen vertonen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; en a) indien zij in niet-bloeiende toestand worden verzonden, dienen de specimens te worden verhandeld in zendingen die bestaan uit individuele recipiënten (bijvoorbeeld pakken, dozen, kratten of afzonderlijke laadborden met CC-containers) met telkens 20 of meer exemplaren van dezelfde hybride vorm; de planten in elke recipiënt dienen een hoge mate van uniformiteit te vertonen en in goede gezondheid te verkeren; en de zendingen dienen vergezeld te gaan van documentatie, zoals een factuur, waarin het aantal planten van elke hybride vorm duidelijk is aangegeven; of b) indien zij in bloeiende toestand worden verzonden, met ten minste één volledig geopende bloem per specimen, is geen minimumaantal specimens per zending vereist maar dienen de specimens op professionele wijze te zijn klaargemaakt voor de detailverkoop, bijvoorbeeld door het aanbrengen van gedrukte etiketten of het gebruik van bedrukte verpakkingen waarop de naam van de hybride en die van het land van laatste verwerking zijn vermeld. Deze informatie dient duidelijk zichtbaar te zijn en een vlotte controle mogelijk te maken. Planten die niet duidelijk voor deze vrijstelling in aanmerking komen, moeten vergezeld gaan van de passende Cites-documenten.
(8)
Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 166 van 19.6.2006, blz. 1).
(9)
Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen verhandelde specimens.
(10)
Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. |
|
Bijlage D |
Gewone naam |
FAUNA |
||
CHORDATA (CHORDADIEREN) |
||
MAMMALIA |
|
Zoogdieren |
CARNIVORA |
|
|
Canidae |
|
Hondachtigen |
|
Vulpes vulpes griffithi (III India) §1 |
Griffiths vos |
|
Vulpes vulpes montana (III India) §1 |
Griffiths vos |
|
Vulpes vulpes pusilla (III India) §1 |
Griffiths vos |
Mustelidae |
|
Marterachtigen |
|
Mustela altaica (III India) §1 |
Bergwezel |
|
Mustela erminea ferghanae (III India) §1 |
Indische bergwezel |
|
Mustela kathiah (III India) §1 |
Geelbuikwezel |
|
Mustela sibirica (III India) §1 |
Siberische wezel |
AVES |
|
Vogels |
ANSERIFORMES |
|
Eendachtigen |
Anatidae |
|
Eenden, ganzen en zwanen |
|
Anas melleri |
Mellers eend |
REPTILIA |
|
Reptielen |
SAURIA |
|
Hagedissen |
Agamidae |
|
Agamen |
|
Otocryptis wiegmanni |
Srilankaanse kangoeroehagedis |
|
Physignathus cocincinus |
Chinese wateragaam |
Cordylidae |
|
Gordelstaarthagedissen |
|
Platysaurus imperator |
Keizerrotshagedis |
Gekkonidae |
|
Gekko's |
|
Rhacodactylus auriculatus |
Ruwe reuzengekko |
|
Rhacodactylus ciliatus |
Gestekelde reuzengekko |
|
Rhacodactylus leachianus |
Nieuw-Caledonische reuzengekko |
|
|
|
|
Teratoscincus scincus (met inbegrip van Teratoscincus scincus rustamowi, T. s. keyserlingii en T. s. scincus) |
Spookgekko |
Gerrhosauridae |
|
Schildhagedissen |
|
Tracheloptychus petersi |
Blauwflank schildhagedis |
|
Zonosaurus karsteni |
Karstens gordelhagedis |
|
Zonosaurus maximus |
|
|
Zonosaurus quadrilineatus |
Vierstreepgordelhagedis |
Scincidae |
|
Skinks |
|
Tribolonotus gracilis |
Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink |
|
Tribolonotus novaeguineae |
Nieuw-Guinese helmskink |
SERPENTES |
|
Slangen |
Colubridae |
|
Ringslangen |
|
Elaphe carinata §1 |
Taiwanese stinkslang |
|
Elaphe radiata §1 |
Sterrattenslang |
|
Elaphe taeniura §1 |
Taiwanese rattenslang |
|
Enhydris bocourti §1 |
Bocourts waterslang |
|
Homalopsis spp. §1 |
Mopsneusslang |
|
Langaha nasuta |
Madagaskar-bladneusslang |
|
Leioheterodon madagascariensis |
Madagaskar-haakneusslang |
|
Ptyas korros §1 |
Geelbuikrattenslang |
|
|
|
Hydrophiidae |
|
Zeeslangen |
|
Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis hardwickii) §1 |
Logge zeeslang |
Viperidae |
|
Adders |
|
|
|
|
Pseudocerastes spp., met uitzondering van de in bijlage B vermelde species |
|
AMPHIBIA |
|
Amfibieën |
ANURA |
|
Kikkers en padden |
Bufonidae |
|
|
|
Atelopus spp., met uitzondering van de in bijlage A vermelde species |
Klompvoetkikkers |
Dicroglossidae |
|
Kikkers |
|
Limnonectes macrodon |
Javaanse reuzenkikker of groottandkikker |
Hylidae |
|
Boomkikkers |
|
Phyllomedusa sauvagii |
Wasmakikikker |
Leptodactylidae |
|
Fluitkikkers |
|
Leptodactylus laticeps |
Santa Fe-fluitkikker |
Ranidae |
|
Kikkers |
|
Pelophylax shqipericus |
Albanese poelkikker |
CAUDATA |
|
Salamanders |
Hynobiidae |
|
Aziatische salamanders |
|
Ranodon sibiricus |
Semirechensk-salamander of Siberische kikkertandsalamander |
Plethodontidae |
|
Longloze salamanders |
|
Bolitoglossa dofleini |
Reuzenpalmsalamander |
Salamandridae |
|
Echte salamanders |
|
Cynops ensicauda |
Zwaardstaartsalamander |
|
Echinotriton andersoni |
Anderson’s krokodilsalamander |
|
Laotriton laoensis |
Lipsalamander |
|
|
|
ACTINOPTERYGII |
|
Vissen |
PERCIFORMES |
|
Baarsachtigen |
Apogonidae |
|
|
|
Pterapogon kauderni |
Kardinaalbaars |
|
|
|
MOLLUSCA (WEEKDIEREN) |
||
GASTROPODA |
|
Buikpotigen of slakken |
Haliotidae Zeeoren |
|
|
|
Haliotis midae |
Midasoor |
FLORA |
||
AGAVACEAE |
|
Agavefamilie |
|
|
|
|
Dasylirion longissimum |
Berengras |
ARACEAE |
|
Aronskelkfamilie |
|
Arisaema dracontium |
Groenedraakaronskelk |
|
Arisaema erubescens |
Lichtrode aronskelk |
|
Arisaema galeatum |
Gehelmde aronskelk |
|
Arisaema nepenthoides |
|
|
Arisaema sikokianum |
Japanse cobralelie |
|
Arisaema thunbergii var. urashima |
Urashima-aronskelk |
|
Arisaema tortuosum |
Zweepkoordcobralelie |
|
|
|
BIGNONIACEAE |
|
|
|
Handroanthus spp. §5 Tabebuia spp. §5 Roseodendron spp. §5 |
Trompetbomen |
BURSERACEAE |
|
Burseras |
|
Aucoumea klaineana §5 Boswellia spp. §4 |
Okoumébomen |
COMPOSITAE (ASTERACEAE) |
|
Asterfamilie (composieten) |
|
Arnica montana §2 |
Valkruid of wolverlei |
|
|
|
|
Othonna clavifolia |
Sleutelbladmadeliefje |
|
|
|
|
Othonna herrei |
Herres madeliefje |
|
|
|
|
Othonna retrorsa |
Treurmadeliefje |
CRASSULACEAE |
Rhodiola spp. §4 |
Hemelsleutels Rozewortel |
ERICACEAE |
|
Heidefamilie |
|
Arctostaphylos uva-ursi §2 |
Berendruif |
GENTIANACEAE |
|
Gentiaanfamilie |
|
Gentiana lutea §2 |
Gele gentiaan |
LEGUMINOSAE |
|
Peulvruchten |
|
Millettia stuhlmannii §5 |
Panga-panga |
|
Pterocarpus macrocarpus §4 |
Birma-padauk |
LILIACEAE |
|
Leliefamilie |
|
Trillium pusillum |
Dwergdrieblad |
|
Trillium rugelii |
Stinkend drieblad |
|
Trillium sessile |
Aronskelkboslelie of paddenschaduw |
LYCOPODIACEAE |
|
Wolfsklauwfamilie |
|
Lycopodium clavatum §2 |
Grote wolfsklauw |
MELIACEAE |
|
Mahoniefamilie |
|
Entandrophragma cylindricum §5 |
Sapeli mahonie |
|
Khaya spp. §5 |
Khaya |
MENYANTHACEAE |
|
Watergentiaanfamilie |
|
Menyanthes trifoliata §2 |
Waterdrieblad |
PARMELIACEAE |
|
Parmeliakorstmossen |
|
Cetraria islandica §2 |
IJslands mos |
PASSIFLORACEAE |
|
Passiebloemfamilie |
|
Adenia glauca |
Woestijnroos |
|
Adenia pechuelli |
Woestijnroos |
PEDALIACEAE |
|
Sesamfamilie, duivelsklauw |
|
Harpagophytum spp. §2 |
Duivelsklauw |
SANTALACEAE |
|
Sandelhout |
|
Okoubaka aubrevillei §2 |
Afrikaanse godenboom |
SAPOTACEAE |
|
Sapodillas |
|
Baillonella toxisperma §5 |
Moabi |
SELAGINELLACEAE |
|
Selaginellafamilie |
|
Selaginella lepidophylla |
(Valse) Roos van Jericho |
( 1 ) PB nr. L 358 van 18.12.1986, blz. 1.
( 2 ) PB nr. L 158 van 23.6.1990, blz. 56.
( 3 ) Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
( 4 ) PB nr. L 344 van 7.12.1983, blz. 1.
( 5 ) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
( 6 ) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).