17.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/4


Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld door Eviny AS op 27 september 2022

(Zaak E-10/22)

(2022/C 437/04)

Op 27 september 2022 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door Eviny AS, vertegenwoordigd door de advocaten Svein Terje Tveit en Paul Gunnar Hagelund, Arntzen de Besche, Ruseløkkveien 30, 0251 Oslo, Noorwegen.

Eviny AS verzoekt het EVA-Hof:

1.

Besluit nr. 161/22/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 6 juli 2022 nietig te verklaren; en

2.

de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in de kosten van de procedure te verwijzen.

Feiten en argumenten:

Eviny AS (“de verzoeker”) is een Noorse vennootschap voor hernieuwbare energie naar Noors recht die elektriciteit produceert en distribueert in West-Noorwegen.

Besluit nr. 161/22/COL (“de bestreden beslissing”) werd vastgesteld na een klacht van Nelfo, een Noorse handelsvereniging, van 11 mei 2017. De klacht betrof staatssteun verleend door de gemeente Bergen.

De bestreden maatregelen betreffen overcompensatie van exploitatie- en onderhoudskosten en kapitaalkosten voor straatverlichtingsinfrastructuur in Bergen.

De verzoeker vordert de nietigverklaring van de bestreden beslissing en baseert haar verzoek op de volgende middelen:

de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt bij de toepassing van het begrip onderneming door tot de conclusie te komen dat de eigendom en de exploitatie van straatverlichting een economische activiteit is;

de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door te concluderen dat de verzoeker een economisch voordeel heeft genoten door overcompensatie;

er is geen verstoring van de mededinging of beïnvloeding van het handelsverkeer;

de vermeende steun moet worden beschouwd als bestaande steun die niet moet worden terugbetaald; en

de bestreden beslissing is gebaseerd op een ontoereikend onderzoek van de feiten en bevat geen behoorlijke motivering. Dit is in strijd met artikel 16 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een toezichthoudende autoriteit en een Hof van Justitie.