3.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 103/14


Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld op 10 januari 2022 door G. Modiano Limited en Standard Wool (UK) Limited

(Zaak E-1/22)

(2022/C 103/11)

Op 10 januari 2022 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door G. Modiano Limited en Standard Wool (UK) Limited, vertegenwoordigd door Karl O. Wallevik, advocaat, Advokatfirmaet Wallevik, Klostergaten 36, 5005 Bergen, Noorwegen, en Charles Whiddington en Zanda Romata, solicitors, Steptoe & Johnson L.L.P., Louizalaan 489, 1050 Brussel, België.

G. Modiano Limited en Standard Wool (UK) Limited verzoeken het EVA-Hof:

1.

dit beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

2.

het besluit van de Autoriteit van 9 november 2021 in zaak nr. 84045 nietig verklaren;

3.

te verklaren dat de subsidieregeling nieuwe steun is en dat de verzamelstations ten minste sinds 2002 onrechtmatige steun hebben ontvangen, en de Autoriteit te verzoeken het bedrag van de onrechtmatige steun te kwantificeren;

4.

de Autoriteit te gelasten de kosten van G. Modiano Limited en Standard Wool (UK) Limited te dragen;

5.

elke andere maatregel te gelasten die rechtens noodzakelijk is.

Feiten en argumenten:

G. Modiano Limited is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die in Engeland en Wales is opgericht. Haar hoofdactiviteit is de invoer, de uitvoer, de verwerking en de verhandeling van schapenwol.

Standard Wool (UK) Limited is een in Engeland en Wales opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het is een internationale wolverwerker en -handelaar, die zich in het bijzonder toelegt op de verwerking en verhandeling van wol in zijn eerste stadium.

Op 6 september 2019 hebben G. Modiano Limited en Standard Wool (UK) Limited (“verzoekers”) bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een klacht ingediend over de Noorse subsidieregeling voor wol (“subsidieregeling”).

Dit verzoek is een beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 9 november 2021 tot afsluiting van de klacht (“bestreden besluit”).

De verzoekende partijen verzoeken om de nietigverklaring van het bestreden besluit op grond van het feit dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en van een onjuiste beoordeling door te concluderen dat de subsidieregeling veeleer bestaande dan nieuwe steun vormde;

geen rekening heeft gehouden met alle relevante informatie die verzoekers in hun correspondentie met de Autoriteit hebben verstrekt, en haar motiveringsplicht krachtens artikel 16 van de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie niet is nagekomen;

heeft nagelaten te onderzoeken en te beoordelen in hoeverre de verzamelstations onrechtmatige steun hebben ontvangen;

heeft nagelaten de nadelige gevolgen van de subsidieregeling voor de mededinging te onderzoeken en te beoordelen.