16.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 44/21


Beroep tegen de Republiek IJsland, ingesteld door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 15 december 2011

(Zaak E-16/11)

2012/C 44/06

Op 15 december 2011 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Republiek IJsland door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, vertegenwoordigd door Xavier Lewis en Gjermund Mathisen, optredend als gemachtigden, Belliardstraat 35, 1040 Brussel, Belgium.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vraagt het EVA-Hof vast te stellen dat:

1.

door niet de betaling te waarborgen aan degenen die in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk geld hebben gestort op Icesave-rekeningen van de minimumvergoeding als bepaald in artikel 7, lid 1, van het in punt 19 bis van Bijlage IX bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bedoelde besluit (Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels) binnen de in artikel 10 van dat besluit vastgestelde termijnen, IJsland zijn verplichtingen uit hoofde van dat besluit, met name de artikelen 3, 4, 7 en 10 daarvan, en/of uit hoofde van artikel 4 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, niet is nagekomen;

en tevens

2.

IJsland in de kosten te verwijzen.

Feiten en argumenten:

Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994, vermeld in punt 19 bis van bijlage IX bij de EER-Overeenkomst, zoals gewijzigd, voorziet in geharmoniseerde minimumvoorschriften inzake depositogarantiestelsels. Op het betrokken tijdstip was Richtlijn 94/19/EG in IJslands recht omgezet bij Wet nr. 98/1999 inzake depositogarantie- en beleggerscompensatiestelsels. Krachtens Richtlijn 94/19/EG moeten de depositogarantiestelsels het totaal van de deposito's van een zelfde deposant tot 20 000 ECU/EURO dekken wanneer de deposito's niet beschikbaar zijn.

Begin oktober 2008 ging de IJslandse bank Landsbanki Íslands hf. failliet en werd deze overgenomen door de IJslandse staat. De deposanten bij de buitenlandse filialen van Landsbanki („Icesave”) in het Verenigd Koninkrijk en Nederland hadden niet langer toegang tot hun deposito's.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betoogt dat door niet binnen de bij Richtlijn 94/19/EG vastgestelde termijnen de betaling te waarborgen aan degenen die in Nederland en het Verenigd Koninkrijk geld hebben gestort op Icesave-rekeningen van de minimumvergoeding, IJsland zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 1, artikel 7, lid 1, en artikel 10, lid 1, van Richtlijn 94/19/EG niet is nagekomen. Bovendien dan wel subsidiair betoogt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dat IJsland het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit van artikel 4 van de EER-overeenkomst heeft overtreden.