24.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/72


BESLUIT VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA

Nr. 394/11/COL

van 14 december 2011

houdende de drieëntachtigste wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun door invoeging van een nieuw hoofdstuk betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2012 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis

DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (HIERNA „DE AUTORITEIT” GENOEMD),

Overwegende hetgeen volgt:

Overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder b), van de Toezichtovereenkomst, maakt de Autoriteit mededelingen en richtsnoeren bekend over aangelegenheden waarop de EER-Overeenkomst betrekking heeft, indien die Overeenkomst of de Toezichtovereenkomst daarin uitdrukkelijk voorziet of indien de Autoriteit zulks nodig acht,

Op 1 december 2011 heeft de Europese Commissie een mededeling aangenomen betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2012 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (1),

Deze mededeling is ook voor de Europese Economische Ruimte relevant,

Een eenvormige toepassing van de EER-staatssteunregels in de hele Europese Economische Ruimte dient te worden verzekerd overeenkomstig de homogeniteitsdoelstelling die in artikel 1 van de EER-Overeenkomst is vastgelegd,

De Autoriteit dient ingevolge punt II onder de titel „ALGEMEEN” aan het einde van bijlage XV bij de EER-Overeenkomst, na overleg met de Commissie, besluiten vast te stellen die met de besluiten van de Commissie overeenstemmen,

De Autoriteit heeft in dat verband de Europese Commissie en de EVA-Staten geraadpleegd bij brieven van 2 december 2011,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren staatssteun worden gewijzigd door de invoeging van een nieuw hoofdstuk betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2012 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis.

Het nieuwe hoofdstuk is in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

Artikel 2

Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek.

Gedaan te Brussel, 14 december 2011.

Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Oda Helen SLETNES

Voorzitter

Sverrir Haukur GUNNLAUGSSON

Lid van het College


(1)  PB C 356 van 6.12.2011, blz. 7.


BIJLAGE

DE TOEPASSING VANAF 1 DECEMBER 2012 VAN DE STAATSSTEUNREGELS OP STEUNMAATREGELEN VOOR BANKEN IN HET KADER VAN DE FINANCIËLE CRISIS

1.   Inleiding

(1)

Sinds het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in het najaar 2008 heeft de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (hierna „de Autoriteit” genoemd) in vier richtsnoeren (1) nader aangegeven wat de criteria zijn om overheidsondersteuning voor financiële instellingen (2) met de voorwaarden van artikel 61, lid 3, onder b), van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-Overeenkomst” genoemd) verenigbaar te verklaren. De betrokken richtsnoeren betreffen: de toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen (3) („de bankenrichtsnoeren”); de herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingverstoringen (4) („de herkapitalisatierichtsnoeren”); de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de bankensector van de EER (5) („de richtsnoeren besmette activa”), en de richtsnoeren inzake het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector (6) („de herstructureringsrichtsnoeren”). In drie van die vier richtsnoeren (de bankenrichtsnoeren, de herkapitalisatierichtsnoeren en de richtsnoeren besmette activa) wordt uiteengezet op welke voorwaarden de belangrijkste vormen van door de EVA-Staten verleende steun (garanties voor verplichtingen, herkapitalisaties en maatregelen voor activaondersteuning) verenigbaar zijn, terwijl in de herstructureringsrichtsnoeren nader wordt beschreven welke specifieke elementen een herstructureringsplan (of een plan voor het herstel van de levensvatbaarheid) dient te bevatten in de bijzondere context van crisissteun die op grond van artikel 61, lid 3, onder b), van de EER-Overeenkomst aan financiële instellingen wordt verleend.

(2)

Op 2 maart 2011 heeft de Autoriteit een vijfde reeks richtsnoeren aangenomen betreffende de toepassing vanaf 1 januari 2011 van de staatssteunregels op maatregelen ter ondersteuning van banken in het kader van de financiële crisis (7) („de verlengingsrichtsnoeren”). Met die richtsnoeren werd de toepassing van de herstructureringsrichtsnoeren (de enige van de vier richtsnoeren met een vastgestelde einddatum), op aangepaste voorwaarden, verlengd tot en met 31 december 2011. De Autoriteit gaf in de verlengingsrichtsnoeren ook aan dat zij van oordeel was dat de voorwaarden om staatssteun goed te keuren op grond van artikel 61, lid 3, onder b), van de EER-Overeenkomst — welke bepaling bij wijze van uitzondering steun toestaat om een ernstige verstoring in de economie van een EU-lidstaat of een EVA-staat op te heffen — nog steeds vervuld waren en dat de bankenrichtsnoeren, de herkapitalisatierichtsnoeren en de richtsnoeren besmette activa als leidraad zouden kunnen blijven dienen wat betreft de criteria voor de verenigbaarheid van crisissteun aan banken op grond van artikel 61, lid 3, onder b), van de EER-Overeenkomst.

(3)

Doordat de spanning op de markten voor overheidsobligaties in 2011 is opgelopen, is de banksector in de EER onder toenemende druk komen te staan, met name wat betreft de voorwaarden voor toegang tot de markten voor termijnfinanciering. Het „bankenpakket” dat de staatshoofden en regeringsleiders op hun bijeenkomst van 26 oktober 2011 (8) zijn overeengekomen, beoogt het vertrouwen in de banksector te herstellen door middel van garanties voor middellange financiering en door het aanleggen van een tijdelijke kapitaalbuffer ten belope van 9 % van het meest kwaliteitsvolle kapitaal, rekening houdende met de waardering tegen marktwaarde van risicoposities in staatsschuld. Ondanks die maatregelen blijft de Autoriteit van mening dat de voorwaarden om op grond van artikel 61, lid 3, onder b), staatssteun toe te staan, ook na eind 2011 vervuld blijven.

(4)

Daarom zullen de bankenrichtsnoeren, de herkapitalisatierichtsnoeren en de richtsnoeren besmette activa ook na 31 december 2011 van kracht blijven. Tegelijk wordt de toepassingsduur van de herstructureringsrichtsnoeren verlengd tot na 31 december 2011 (9). De Autoriteit zal de toestand op de financiële markten blijven volgen en zal, zodra de marktomstandigheden dat toelaten, stappen ondernemen om te komen tot meer duurzame regels voor staatssteun ten behoeve van de redding en herstructurering van banken op grond van artikel 61, lid 3, onder b), van de EER-Overeenkomst.

(5)

Om de uitvoering van het bankenpakket te ondersteunen en om rekening te houden met de ontwikkeling van het risicoprofiel van banken sinds het uitbreken van de crisis, is het wenselijk de regels op bepaalde punten te verduidelijken en bij te werken. Deze richtsnoeren zetten de noodzakelijke wijzigingen in de parameters voor de verenigbaarheid van crisissteun aan banken vanaf 1 januari 2012 uiteen. Deze richtsnoeren beogen met name:

(a)

de herkapitalisatierichtsnoeren aan te vullen met nadere aanwijzingen over hoe kan worden gezorgd voor een passende vergoeding voor kapitaalinstrumenten die geen vast rendement opleveren;

(b)

uiteen te zetten hoe de Autoriteit de beoordeling van de levensvatbaarheid van banken op lange termijn in het kader van het bankenpakket met de nodige proportionaliteit zal uitvoeren; en

(c)

een herziene methode in te voeren die ervoor moet zorgen dat de premies die in ruil voor garanties voor bankverplichtingen moeten worden betaald, afdoende zijn om de daarmee gemoeide steun tot het minimum te beperken, teneinde te verzekeren dat deze methode rekening houdt met de toegenomen risicodifferentiatie in de credit default swap spreads (cds-spreads) voor banken en met de impact van de cds-spreads voor de betrokken EVA-staat.

2.   Vergoeding en voorwaarden voor herkapitalisaties door de Staat

(6)

De herkapitalisatierichtsnoeren geven algemene aanwijzingen over de bij kapitaalinjecties te hanteren vergoedingen. Die aanwijzingen zien vooral op kapitaalinstrumenten met een vaste vergoeding.

(7)

Gezien de wijzigingen op regelgevingsgebied en de veranderende marktomstandigheden verwacht de Autoriteit dat in de toekomst kapitaalinjecties door de Staat wellicht steeds vaker verlopen via aandelen met een variabele vergoeding. Duidelijkheid over de regels inzake de vergoeding voor kapitaalinjecties is gewenst, omdat het, doordat voor dit soort aandelen de vergoeding geschiedt in de vorm van (onzekere) dividenden en kapitaalwinsten, moeilijk is om voor dit soort instrumenten de vergoeding vooraf rechtstreeks te beoordelen.

(8)

De Autoriteit zal daarom de vergoedingen voor dit soort kapitaalinjecties beoordelen op basis van de uitgifteprijs van de aandelen. Op kapitaalinjecties dient te worden ingeschreven met een voldoende korting ten opzichte van de aandelenprijs (na correctie wegens het „verwateringseffect” (10)) onmiddellijk vóór de aankondiging van de kapitaalinjectie, zodat er een redelijke zekerheid is dat de Staat een passende vergoeding ontvangt (11).

(9)

Voor beursgenoteerde banken dient de referentieprijs van het aandeel de genoteerde marktprijs te zijn voor aandelen met rechten die gelijkwaardig zijn aan die van de uit te geven aandelen. Voor niet-beursgenoteerde banken bestaat een dergelijke marktprijs niet. De EVA-staten zouden in dat geval een geschikte marktgebaseerde waarderingsmethode moeten gebruiken (zoals een benadering met een koers/winst-verhouding voor een peergroup, of andere, algemeen aanvaarde waarderingsmethoden). De inschrijving op de aandelen moet gebeuren tegen een passende korting op die marktwaarde (of marktgebaseerde waarde).

(10)

Indien EVA-staten inschrijven op aandelen zonder stemrecht, is misschien een hogere korting vereist, waarvan de hoogte het prijsverschil tussen aandelen met en aandelen zonder stemrecht in de heersende marktomstandigheden tot uiting brengt.

(11)

Herkapitalisatiemaatregelen moeten de nodige prikkels bevatten voor banken om zo snel mogelijk uit overheidssteun te stappen. Indien bij aandelen met een variabele vergoeding de prikkels om uit te stappen zodanig zijn dat het opwaartse potentieel voor de EVA-staat wordt beperkt — bijvoorbeeld door de uitgifte van warrants aan de bestaande aandeelhouders die daarmee de nieuw uitgegeven aandelen van de Staat kunnen terugkopen tegen een prijs die een redelijk jaarlijks rendement voor de Staat inhoudt —, is een hogere korting vereist om de maximering van het opwaartse potentieel tot uiting te brengen.

(12)

Hoe dan ook moet de hoogte van de korting de hoogte van de kapitaalinjectie in verhouding tot het bestaande core Tier 1-kapitaal tot uiting brengen. Een groter kapitaaltekort ten opzichte van het bestaande kapitaal is een aanwijzing voor een groter risico voor de Staat en vereist daarom een hogere korting.

(13)

Hybride instrumenten moeten in beginsel een alternatief mechanisme voor couponvoldoening (alternative coupon satisfaction mechanism — ACSM) bevatten, waardoor coupons die niet in contanten kunnen worden uitbetaald, aan de Staat kunnen worden betaald in de vorm van nieuw uit te geven aandelen.

(14)

De Autoriteit zal voor een bank die van de overheid steun ontvangt in de vorm van herkapitalisatiemaatregelen of maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, blijven eisen dat de EVA-staten een herstructureringsplan (of een actualisering van het bestaande herstructureringsplan) indienen binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het besluit van de Autoriteit waarbij reddingssteun wordt goedgekeurd. Wanneer ten aanzien van een bank reeds een besluit inzake reddingssteun is vastgesteld op grond van de regels inzake de verenigbaarheid van bankensteun met artikel 61, lid 3, onder b), van de EER-Overeenkomst, al dan niet in het kader van dezelfde herstructureringsoperatie, kan de Autoriteit eisen dat het herstructureringsplan wordt ingediend binnen een termijn die korter is dan zes maanden. De Autoriteit zal de beoordeling van de levensvatbaarheid van banken op lange termijn met de nodige proportionaliteit uitvoeren en daarbij ten volle rekening houden met elementen waaruit blijkt dat banken op lange termijn levensvatbaar kunnen zijn zonder dat er behoefte is aan een aanzienlijke herstructurering — met name wanneer het kapitaaltekort in hoofdzaak verband houdt met een vertrouwenscrisis ten aanzien van overheidsschuld —, dat de kapitaalinjectie door de overheid beperkt blijft tot het bedrag dat nodig is om bij banken die voor het overige levensvatbaar zijn, de verliezen te compenseren die ontstaan door overheidsobligaties van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de EER-Overeenkomst tegen marktwaarde te waarderen, en wanneer de analyse laat zien dat de banken in kwestie geen buitensporig risico hebben genomen bij de verwerving van overheidsobligaties.

3.   Vergoeding en voorwaarden voor staatsgaranties

(15)

Banken kunnen een staatsgarantie krijgen voor de uitgifte van nieuwe, al dan niet gedekte, schuldinstrumenten, met uitzondering van instrumenten die als kapitaal kunnen worden aangemerkt. Aangezien de druk op de financiering van banken zich toespitst op de markten voor termijnfinanciering, zouden staatsgaranties over het algemeen alleen schulden met een looptijd van tussen één en vijf jaar (in het geval van gedekte obligaties, zeven jaar) mogen dekken.

(16)

Sinds het uitbreken van de crisis is de vergoeding voor staatsgaranties gekoppeld aan de vijfjaars cds-spread van de begunstigde berekend op basis van de mediaan over de periode van 1 januari 2007 tot 31 augustus 2008. Die vergoedingen zijn met ingang van 1 juli 2010 opgetrokken om het risicoprofiel van de individuele begunstigden beter tot uiting te brengen (12).

(17)

Om rekening te houden met de recentelijk toegenomen risicodifferentiatie in de cds-spreads voor banken, dient die vergoedingsformule te worden bijgewerkt zodat deze de mediaan van de cds-spreads omvat over een periode van drie jaar die eindigt één maand vóór de toekenning van de garanties. Omdat het oplopen van de cds-spreads de afgelopen jaren ten dele te wijten is aan invloeden die niet specifiek zijn voor individuele banken, met name door de toenemende spanning op de markt voor overheidsobligaties en door een algemene toename van de risicoperceptie in de banksector, dient in die formule het intrinsieke risico van individuele banken te worden geïsoleerd van veranderingen in cds-spreads van EER-staten en de markt als geheel. Die formule moet ook tot uiting brengen dat bij garanties voor gedekte obligaties de garantiegever aan substantieel kleinere risico's is blootgesteld dan bij garanties voor niet-gedekte schulden.

(18)

Aansluitend bij de in punt 17 vermelde beginselen worden in de in de bijlage weergegeven herziene vergoedingsformule de minimale garantiepremies vastgesteld die moeten worden berekend wanneer staatsgaranties op nationale basis worden verleend, zonder dat er sprake is van enige pooling van garanties tussen EVA-staten. De Autoriteit zal die formule toepassen op alle staatsgaranties voor verplichtingen van banken met een looptijd van één jaar of meer die worden uitgegeven vanaf 1 januari 2012.

(19)

Wanneer met garanties verplichtingen worden gedekt die niet in de binnenlandse valuta van de garantiegever luiden, dient een extra premie te worden berekend om het door de garantiegever gedragen valutarisico te dekken.

(20)

Wanneer garanties nodig zijn om schulden met een looptijd van minder dan één jaar te dekken, zal de Autoriteit de bestaande, in het aanhangsel weergegeven vergoedingsformule blijven toepassen. De Autoriteit geeft voor garanties ter dekking van schulden met een looptijd van minder dan drie maanden alleen toestemming in uitzonderlijke gevallen, wanneer die garanties noodzakelijk zijn voor de financiële stabiliteit. In die gevallen zal de Autoriteit beoordelen wat de passende vergoeding is, rekening houdende met de behoefte aan geschikte prikkels om zo snel mogelijk uit overheidssteun te stappen.

(21)

Indien EVA-staten beslissen regelingen op te zetten om garanties voor bankverplichtingen te poolen, zal de Autoriteit haar richtsnoeren dienovereenkomstig aanpassen, om er met name voor te zorgen dat de cds-spreads van EVA-staten alleen meewegen voor zover deze relevant blijven.

(22)

Om de Autoriteit in staat te stellen de toepassing van de herziene vergoedingsformule in de praktijk te beoordelen, dienen de EVA-staten, bij het aanmelden van nieuwe of verlengde garantieregelingen, voor elke bank die voor deze garanties in aanmerking kan komen, een indicatieve premie mee te delen die is gebaseerd op de toepassing van de formule op recente marktgegevens. De EVA-staten dienen de Autoriteit, binnen drie maanden na elke uitgifte van gegarandeerde obligaties, de daadwerkelijk voor elk van die uitgiften berekende garantiepremie mee te delen.


(1)  Richtsnoeren voor de toepassing en uitlegging van de artikelen 61 en 62 van de EER-Overeenkomst en artikel 1 van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst („de staatssteunrichtsnoeren”), door de Autoriteit aangenomen en gepubliceerd op 19 januari 1994, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (hierna PB genoemd) L 231 van 3.9.1994, blz. 1, en EER-supplement nr. 32 van 3.9.1994, blz. 1. De richtsnoeren werden laatstelijk gewijzigd op 2 maart 2011. De bijgewerkte versie van de richtsnoeren staatssteun wordt op de website van de Autoriteit bekendgemaakt: http://www.eftasurv.int/state-aid/legal-framework/state-aid-guidelines/

(2)  Eenvoudigheidshalve worden financiële instellingen in dit document kortweg „banken” genoemd.

(3)  Beschikbaar op http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=16604&1=1

(4)  Beschikbaar op http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=16015&1=1

(5)  Beschikbaar op http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=16585&1=1

(6)  Beschikbaar op http://www.eftasurv.int/media/state-aid-guidelines/Part-VIII—Return-to-viability-and-the-assessment-of-restructuring-measures-in-the-financial-sector.pdf

(7)  Beschikbaar op http://www.eftasurv.int/media/state-aid-guidelines/Part-VIII—Financial-Crisis-Guidelines-2011.pdf

(8)  Verklaring van de EU-staatshoofden of regeringsleiders van 26 oktober 2011 (http://www.consilium.europa-.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/ec/125621.pdf).

(9)  Conform de praktijk van de Autoriteit tot dusver worden bestaande of nieuwe steunregelingen voor banken (ongeacht de steuninstrumenten die deze bevatten, zoals garanties, herkapitalisatie, liquiditeit, activaondersteuning) slechts verlengd of goedgekeurd voor een periode van zes maanden, om medio 2012 zo nodig verdere aanpassingen mogelijk te maken.

(10)  Het „verwateringseffect” kan worden gekwantificeerd aan de hand van algemeen geaccepteerde markttechnieken (bijvoorbeeld de Theoretical Ex-Rights Price — TERP).

(11)  Indien EVA-staten intekenen op de uitgifte van aandelen, dient de uitgevende instelling een passende uitgiftepremie te betalen.

(12)  Zie het werkdocument van Directoraat-generaal Concurrentie van 30 april 2010 over de toepassing van de staatssteunregels op na 30 juni 2010 uit te vaardigen overheidssteunregelingen voor bankschulden (http://ec.europa.eu/competition/state_aid/studies_reports/phase_out_bank_guarantees.pdf).

Aanhangsel

Garanties ter dekking van schulden met een looptijd van één jaar of meer

De garantiepremie is ten minste de som van:

1)

een basispremie van 40 basispunten (bp); en

2)

een risicogebaseerde premie gelijk aan het product van 40 basispunten en een risicomaatstaf bestaande uit i) de helft van de verhouding van de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van de begunstigde over een periode van drie jaar die eindigt één maand vóór de uitgiftedatum van de gegarandeerde obligatie ten opzichte van de mediaan van de vijfjaars iTraxx Europe Senior Financials-index over diezelfde periode van drie jaar, plus ii) de helft van de verhouding van de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van alle EER-staten samen ten opzichte van de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van de EVA-staat die de garantie afgeeft, over diezelfde periode van drie jaar.

De formule voor de garantiepremies kan als volgt worden uitgeschreven:

Formula

waarbij A staat voor de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van de begunstigde, B staat voor de mediaan van de vijfjaars iTraxx Europe Senior Financials-index, C staat voor de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van alle EER-staten samen, en D staat voor de mediaan van de vijfjaars senior cds-spread van de EVA-staat die de garantie afgeeft.

De mediaan wordt telkens berekend over de periode van drie jaar die eindigt één maand vóór de uitgiftedatum van de gegarandeerde obligatie.

In het geval van garanties voor gedekte obligaties kan de garantiepremie rekening houden met slechts de helft van de risicogebaseerde premie, berekend in overeenstemming met punt 2 hierboven.

Banken zonder representatieve cds-gegevens

Voor banken zonder cds-gegevens of zonder representatieve cds-gegevens, maar met een kredietrating, dient een gelijkwaardige cds-spread te worden afgeleid van de mediaan van de vijfjaars cds-spreads tijdens dezelfde peilperiode voor de ratingcategorie van de betrokken bank, gebaseerd op een representatieve steekproef van grote banken in de EER-staten. De toezichthouder gaat na of de cds-gegevens van een bank representatief zijn.

Voor banken zonder cds-gegevens en zonder kredietrating dient een gelijkwaardige cds-spread te worden afgeleid van de mediaan van de vijfjaars cds-spreads tijdens dezelfde peilperiode voor de laagste ratingcategorie (1), gebaseerd op een representatieve steekproef van grote banken in de EER-staten. De cds-spread die zo voor deze categorie bank is berekend, kan worden aangepast op basis van een beoordeling door de toezichthouder.

De Autoriteit zal de representatieve steekproeven van grote banken in de EER-staten bepalen.

Garanties voor schulden met een looptijd van minder dan één jaar

Aangezien cds-spreads mogelijk geen geschikte maatstaf bieden voor het kredietrisico van schulden met een looptijd van minder dan één jaar, dient de garantiepremie voor dit soort schuld ten minste de som te zijn van:

1)

een basispremie van 50 basispunten; en

2)

een risicogebaseerde premie van 20 basispunten voor banken met een rating A+ of A, van 30 basispunten voor banken met een rating A– of van 40 basispunten voor banken met een rating lager dan A– of zonder rating.


(1)  De laagste in aan merking te nemen ratingcategorie is A, aangezien er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor de ratingcategorie BBB.