12.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 141/13


ARREST VAN HET HOF

van 10 december 2010

in zaak E-1/10

Periscopus AS tegen Oslo Børs ASA en Erik Must AS

(Richtlijn 2004/25/EG — Verwerving van controle — Verplicht bod — Aanpassing van de biedprijs — Duidelijk omschreven omstandigheden en criteria — Verwijzing naar de marktprijs)

2011/C 141/13

In zaak E-1/10 tussen Periscopus AS en Oslo Børs AS en Erik Must AS — VERZOEK aan het Hof overeenkomstig artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, ingediend door Oslo Tingrett (districtsrechtbank van Oslo), Noorwegen, betreffende de uitlegging van artikel 5, lid 4, van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod, zoals aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, heeft het Hof, samengesteld uit Carl Baudenbacher, voorzitter en rechter-rapporteur, Thorgeir Örlygsson en Henrik Bull, rechters, op 10 december 2010 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:

Artikel 5, lid 4, tweede alinea, van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod verzet zich tegen nationale wetgeving waarin wordt bepaald dat de in een verplicht bod te bieden prijs moet worden aangepast om ten minste gelijk te zijn aan de „marktprijs” wanneer duidelijk is dat de „marktprijs” hoger is dan de prijs die werd berekend volgens de hoofdregel van artikel 5, lid 4, eerste alinea, zonder nadere verduidelijking van de term „marktprijs”. Er moet met name nader worden verduidelijkt welke periode van belang is om de „marktprijs” te bepalen, of de „marktprijs” al dan niet moet worden berekend op basis van een volumegewogen gemiddelde en of reële handelsstromen vereist zijn dan wel of doorlopende aankoop- en verkooporders volstaan om een „marktprijs” te bepalen.