17.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 224/19


ARREST VAN HET HOF

van 13 mei 2009

in zaak E-6/08

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tegen het Koninkrijk Noorwegen

(Niet-nakoming van verplichtingen door een overeenkomstsluitende partij — Richtlijn 2002/91/EG betreffende de energieprestatie van gebouwen)

2009/C 224/09

In zaak E-6/08, Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tegen het Koninkrijk Noorwegen — VERZOEK om een verklaring dat het Koninkrijk Noorwegen, door niet binnen de voorgeschreven termijn de nodige maatregelen goed te keuren, of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geen kennisgeving te hebben gedaan van de goedkeuring van de nodige maatregelen tot tenuitvoerlegging van de artikelen 6 tot en met 10 van de richtlijn waarnaar is verwezen in punt 17 van bijlage IV bij de EER-Overeenkomst, namelijk Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, zoals aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1 daarop, in gebreke is gebleven te voldoen aan zijn verplichtingen krachtens artikel 15, lid 1, van die richtlijn en artikel 7 van de EER-Overeenkomst, heeft het Hof, samengesteld uit Carl Baudenbacher, voorzitter, Henrik Bull, rechter, en Thorgeir Örlygsson, rechter-rapporteur, op 13 mei 2009 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:

Het Hof:

1.

Verklaart dat het Koninkrijk Noorwegen, door het niet binnen de gestelde termijn goedkeuren van de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de artikelen 6 tot en met 10 van de Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 15, lid 1, van die richtlijn en van artikel 7 van de EER-Overeenkomst niet is nagekomen;

2.

Verwijst het Koninkrijk Noorwegen in de kosten van de procedure.