23.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 319/70


Beroep tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, ingesteld door Fesil ASA en Finnfjord Smelteverk AS op 31 augustus 2004

(Zaak E-5/04)

(2004/C 319/12)

Op 31 augustus 2004 is bij het EVA-Hof beroep ingesteld tegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door Fesil ASA en Finnfjord Smelteverk AS, vertegenwoordigd door Jan Magne Langseth, Advokat, Advokatfirmaet Schjødt AS, Dronning Mauds gt. 11, P.b. 2444 Solli, N-0201 Oslo.

Verzoekster eist dat het Hof:

1.

overgaat tot nietigverklaring van Besluit 148/04/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 30 juni 2004, en

2.

de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verwijst in de kosten van de procedure.

Feiten en argumenten:

In Besluit 148/04/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (het „Besluit”) wordt geconcludeerd dat de maatregel van Noorwegen waarbij de verwerkende en de mijnbouwindustrie worden vrijgesteld van de belasting op elektriciteitsverbruik staatssteun vormt en vanaf 1 januari 2002 nieuwe steun vormt.

In het Besluit wordt geconcludeerd dat de betrokken maatregelen onverenigbaar zijn met de EER-Overeenkomst en dat deze onverenigbare steun teruggevorderd moet worden van de steunontvangers.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst niet correct geïnterpreteerd.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt misbruik van haar bevoegdheden krachtens de EER-Overeenkomst door een onjuiste toepassing van artikel 61, lid 3, van de EER-Overeenkomst en de richtsnoeren inzake het milieu.

Er bestaat geen rechtsgrondslag voor de terugvordering van de vermeende steun van de begunstigden.