15.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 97/41 |
BESCHIKKING VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA
Nr. 305/04/COL
van 1 december 2004
houdende de achtenveertigste wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun door wijziging van hoofdstuk 16 „reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden en voorstel voor dienstige maatregelen”
DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name op de artikelen 61 tot en met 63 en Protocol nr. 26,
Gelet op de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (2), en met name op artikel 24, artikel 5, lid 2, onder b), en artikel 1 van deel I van Protocol nr. 3 en de artikelen 18 en 19 van deel II van Protocol nr. 3 (3),
Overwegende dat ingevolge artikel 24 van de Toezichtovereenkomst, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitvoering geeft aan de bepalingen van de EER-Overeenkomst inzake staatssteun,
Overwegende dat ingevolge artikel 5, lid 2, onder b), van de Toezichtovereenkomst de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kennisgevingen en richtsnoeren doet uitgaan betreffende de in de EER-Overeenkomst behandelde aangelegenheden indien die overeenkomst of de Toezichtovereenkomst zulks uitdrukkelijk voorschrijft of indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dit nodig acht,
Wijzend op de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun (4), die op 19 januari 1994 door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zijn vastgesteld,
Overwegende dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen op 1 oktober 2004 een nieuwe mededeling betreffende communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden en een voorstel voor dienstige maatregelen overeenkomstig artikel 88, lid 1, van het EG-Verdrag heeft bekendgemaakt (5),
Overwegende dat deze mededeling tevens voor de Europese Economische Ruimte relevant is,
Overwegende dat een uniforme toepassing van de EER-regels inzake staatssteun in de gehele Europese Economische Ruimte dient te worden gewaarborgd,
Overwegende dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ingevolge punt II onder de titel „ALGEMEEN” aan het einde van bijlage XV bij de EER-Overeenkomst, na overleg met de Commissie van de Europese Gemeenschappen, besluiten dient vast te stellen die overeenstemmen met de besluiten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,
Na overleg met de Commissie van de Europese Gemeenschappen,
Erop wijzende dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 3 februari 2004 tijdens een multilaterale bijeenkomst met de EVA-Staten over de kwestie heeft beraadslaagd,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
1. |
Hoofdstuk 16 van de richtsnoeren inzake staatssteun wordt gewijzigd door vervanging van het huidige hoofdstuk 16 door de tekst in bijlage I bij deze beschikking. De eveneens in bijlage I bij deze beschikking vervatte dienstige maatregelen worden voorgesteld. |
2. |
De EVA-Staten worden in kennis gesteld door middel van een brief, vergezeld van een afschrift van deze beschikking, met inbegrip van bijlage I. De EVA-Staten wordt verzocht binnen een maand na ontvangst van deze brief hun instemming te betuigen met de voorgestelde dienstige maatregelen. De EVA-Staten voegen zich uiterlijk op 1 juni 2005 naar de nieuwe richtsnoeren. |
3. |
De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt overeenkomstig Protocol nr. 27, onder d), van de EER-Overeenkomst van deze beschikking in kennis gesteld door toezending van een afschrift van deze beschikking, met inbegrip van bijlage I. |
4. |
De beschikking, met inbegrip van bijlage I, wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie. |
5. |
Ingeval de EVA-Staten instemmen met het voorstel voor dienstige maatregelen, wordt een beknopt bericht bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie. |
6. |
Deze beschikking is authentiek in de Engelse taal. |
7. |
Deze beschikking is gericht tot Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. |
Gedaan te Brussel, 1 december 2004.
Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
Hannes HAFSTEIN
De voorzitter
Einar M. BULL
Lid van het College
(1) Hierna de „EER-Overeenkomst” genoemd.
(2) Hierna de „Toezichtovereenkomst” genoemd.
(3) Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst, zoals gewijzigd door de EVA-Staten op 10 december 2001. Met deze wijzigingen is Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van [ex] artikel 93 van het EG-Verdrag in Protocol nr. 3 opgenomen; zij zijn op 28 augustus 2003 in werking getreden.
(4) Richtsnoeren voor de toepassing en uitlegging van de artikelen 61 en 62 van de EER-Overeenkomst en artikel 1 van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst, op 19 januari 1994 vastgesteld en uitgevaardigd door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, bekendgemaakt in PB L 231 van 3.9.1994, blz. 1 en in EER-supplement nr. 32, laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 195/04/COL van de Autoriteit van 14 juli 2004, dat nog niet is bekendgemaakt. Hierna de „richtsnoeren inzake staatssteun” genoemd.
(5) Mededeling van de Commissie betreffende communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2).
BIJLAGE
"16. REDDINGS- EN HERSTRUCTURERINGSSTEUN AAN ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN (1)
16.1. Inleiding
(1) |
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (hierna „de Autoriteit” genoemd) heeft in 1994 de eerste richtsnoeren (kaderregeling) voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden vastgesteld (2). In 1999 is een nieuwe versie van de richtsnoeren vastgesteld (3). |
(2) |
Met deze versie van de richtsnoeren, waarvan de tekst op die van eerdere versies voortbouwt, wil de Autoriteit bepaalde wijzigingen en verduidelijkingen aanbrengen die om verschillende redenen noodzakelijk zijn geworden (4). |
(3) |
Het verdwijnen van inefficiënte ondernemingen maakt deel uit van de normale werking van de markt. Het mag niet de regel zijn dat een onderneming die in moeilijkheden geraakt, door de staat wordt gered. In het verleden lag steun voor reddings- en herstructureringsoperaties aan de basis van sommige van de meest omstreden staatssteunzaken, en dit soort steun behoort tot de meest verstorende vormen van staatssteun. Daarom dient het algemene beginsel van het verbod op staatssteun zoals dat in de EER-Overeenkomst is vastgelegd, de regel te blijven en dienen afwijkingen van die regel beperkt te blijven. |
(4) |
Het beginsel dat steun eenmalig dient te zijn, wordt verder aangescherpt om te vermijden dat herhaalde reddings- of herstructureringssteun wordt gebruikt om ondernemingen kunstmatig in leven te houden. |
(5) |
In de richtsnoeren van 1999 werd een onderscheid gemaakt tussen reddingssteun en herstructureringssteun, waarbij reddingssteun werd omschreven als tijdelijke bijstand om een noodlijdende onderneming in staat te stellen zich te handhaven gedurende de periode die nodig is om een herstructurerings- en/of liquidatieplan uit te werken. In beginsel kunnen tijdens deze fase geen uit staatssteun gefinancierde herstructureringsmaatregelen worden doorgevoerd. Dit strikte onderscheid tussen redding en herstructurering heeft evenwel moeilijkheden opgeleverd. Ondernemingen in moeilijkheden kunnen zich immers al tijdens de reddingsfase verplicht zien bepaalde structurele noodmaatregelen te nemen om aan de verslechtering van hun financiële situatie een einde te maken of deze op zijn minst te beperken. Daarom wordt in deze richtsnoeren het begrip „reddingssteun” verruimd om het ook mogelijk te maken dat de begunstigde onderneming noodmaatregelen neemt, zelfs van structurele aard, zoals een onmiddellijke sluiting van een afdeling of een andere vorm van terugtrekking uit verliesgevende activiteiten. Gezien het urgente karakter van dergelijke steun dient de EVA-Staten de gelegenheid te worden geboden te opteren voor een vereenvoudigde procedure om deze steun te doen goedkeuren. |
(6) |
Wat herstructureringssteun betreft, werd in de richtsnoeren van 1999, voortbouwend op de kaderregeling van 1994, nog steeds geëist dat de begunstigde onderneming een wezenlijke bijdrage aan de herstructurering zou leveren. In het kader van deze herziening past het om nog duidelijker het beginsel te herhalen dat deze bijdrage reëel dient te zijn en geen steun mag omvatten. De bijdrage van de begunstigde onderneming dient een tweeledig doel. Enerzijds toont zij aan dat de markten (eigenaren, schuldeisers) er vertrouwen in hebben dat het haalbaar is om binnen een redelijke termijn de levensvatbaarheid te herstellen; anderzijds zorgt deze bijdrage ervoor dat herstructureringssteun beperkt blijft tot het minimum dat noodzakelijk is om de levensvatbaarheid te herstellen, terwijl de vervalsing van de mededinging beperkt blijft. In dit verband eist de Autoriteit ook compenserende maatregelen om de gevolgen voor concurrenten tot een minimum te beperken. |
(7) |
Het verstrekken van reddings- of herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden kan enkel onder bepaalde voorwaarden als legitiem worden beschouwd. Te denken valt bijvoorbeeld aan overwegingen van sociaal of regionaal beleid, aan de noodzaak rekening te houden met de positieve rol van kleine en middelgrote ondernemingen (hierna „KMO's” genoemd) in de economie of, in uitzonderlijke gevallen, aan de omstandigheid dat het wenselijk is een concurrerende marktstructuur te behouden omdat anders, na het verdwijnen van ondernemingen, een monopolie of een eng oligopolie kan ontstaan. Daarentegen zou dit soort steun niet gerechtvaardigd zijn indien wordt beoogd een onderneming in een sector met aanhoudende structurele overcapaciteit kunstmatig in leven te houden of wanneer die onderneming enkel kan overleven dankzij herhaalde overheidsmaatregelen. |
16.2. Definities en toepassingsgebied van de richtsnoeren en samenhang met andere teksten inzake staatssteun
16.2.1. Het begrip „onderneming in moeilijkheden”
(8) |
Er is geen EER-definitie van een „onderneming in moeilijkheden”. In het kader van de onderhavige richtsnoeren gaat de Autoriteit er evenwel van uit dat een onderneming in moeilijkheden verkeert wanneer deze niet in staat is — noch met haar eigen middelen, noch met middelen die haar eigenaren/aandeelhouders of haar schuldeisers bereid zijn in te brengen — de verliezen te stelpen die, zonder externe steun van de overheid, op korte of middellange termijn vrijwel zeker tot het faillissement van de onderneming zouden leiden. |
(9) |
Meer bepaald wordt een onderneming, in beginsel en ongeacht haar omvang, voor de toepassing van de onderhavige richtsnoeren in de volgende gevallen als een onderneming in moeilijkheden beschouwd:
|
(10) |
Zelfs wanneer aan geen van de in punt 9 genoemde voorwaarden is voldaan, kan een onderneming toch als onderneming in moeilijkheden worden beschouwd, met name wanneer de typische symptomen van een onderneming in moeilijkheden aanwezig zijn, zoals toenemende verliezen, een dalende omzet, groeiende voorraden, overcapaciteit, een geringere kasstroom, een toenemende schuldenlast, toenemende rentelasten en een vermindering of een verdwijning van de waarde van de netto-activa. In acute gevallen kan de onderneming reeds insolvent zijn geworden of op grond van het nationale recht aan een collectieve insolventieprocedure zijn onderworpen. In dat laatste geval zijn de onderhavige richtsnoeren van toepassing op alle steun die in het kader van een dergelijke procedure wordt verleend, wanneer zulks ertoe leidt dat de onderneming blijft voortbestaan. Hoe dan ook komt een onderneming in moeilijkheden slechts voor steun in aanmerking wanneer zij aantoonbaar niet in staat is met haar eigen middelen of met van haar eigenaren/aandeelhouders of op de markt verkregen kapitaal haar herstel te verwezenlijken. |
(11) |
Voor de toepassing van de onderhavige richtsnoeren komt een pas opgerichte onderneming niet voor reddings- of herstructureringssteun in aanmerking, zelfs niet wanneer haar aanvankelijke financiële positie onzeker is. Dit geldt bijvoorbeeld voor nieuwe ondernemingen die uit de liquidatie van een bestaande onderneming ontstaan of die de activa van een dergelijke onderneming overnemen. Een onderneming wordt in beginsel als een nieuw opgerichte onderneming beschouwd gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van activiteiten in de betrokken sector. Pas na die periode komt zij in aanmerking voor reddings- of herstructureringssteun, mits:
|
(12) |
Een onderneming die deel uitmaakt van of die wordt overgenomen door een concern, komt in beginsel niet voor reddings- en herstructureringssteun in aanmerking, behalve wanneer kan worden aangetoond dat de moeilijkheden van de onderneming een specifiek karakter hebben en niet het gevolg zijn van een arbitraire kostenallocatie binnen het concern, en dat deze moeilijkheden van de onderneming te groot zijn om door het concern zelf te kunnen worden opgelost. Wanneer een onderneming in moeilijkheden een dochteronderneming opricht, wordt de dochteronderneming samen met de onderneming in moeilijkheden onder wier zeggenschap zij staat, beschouwd als een concern en kan dit steun ontvangen onder de in dit punt vastgestelde voorwaarden. |
16.2.2. Definitie van reddings- en herstructureringssteun
(13) |
Reddings- en herstructureringssteun vallen onder dezelfde richtsnoeren, omdat de overheid in beide gevallen wordt geconfronteerd met een onderneming in moeilijkheden en omdat redding en herstructurering van een onderneming vaak twee aspecten van één operatie vormen, ook al spelen daarbij andere processen. |
(14) |
Reddingssteun is naar zijn aard tijdelijke en omkeerbare steun. Hoofddoel ervan is een noodlijdende onderneming in staat stellen zich te handhaven gedurende de periode die nodig is om een herstructurerings- of liquidatieplan uit te werken. Als algemeen beginsel geldt dat reddingssteun het mogelijk maakt tijdelijk een onderneming te steunen die wordt geconfronteerd met een aanzienlijke verslechtering van haar financiële situatie, tot uiting komend in een acute liquiditeitscrisis of technische insolventie. Dergelijke tijdelijke steun moet de nodige tijd bieden om de omstandigheden te analyseren die tot de moeilijkheden leidden en een passend plan uit te werken om deze moeilijkheden te verhelpen. Bovendien dient reddingssteun tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt te blijven. Met andere woorden, reddingssteun biedt een onderneming in moeilijkheden gedurende maximaal zes maanden enig respijt. De steun moet bestaan uit omkeerbare kassteun in de vorm van leninggaranties of leningen, tegen een rente die op zijn minst vergelijkbaar is met de rentepercentages die voor leningen aan gezonde ondernemingen gelden, en met name tegen de referentiepercentages die door de Autoriteit zijn vastgesteld. Structurele maatregelen waarvoor geen onmiddellijke ingrepen zijn vereist — zoals een onherroepelijke en automatische deelneming van de staat in de eigen middelen van de onderneming — kunnen niet uit reddingssteun worden gefinancierd. |
(15) |
Zodra een herstructurerings- of liquidatieplan waarvoor steun is gevraagd, is opgesteld en ten uitvoer wordt gelegd, wordt alle verdere steun als herstructureringssteun aangemerkt. Maatregelen die onmiddellijk ten uitvoer moeten worden gelegd om verliezen te stelpen, met inbegrip van structurele maatregelen (bijvoorbeeld onmiddellijke terugtrekking uit verliesgevende activiteiten), kunnen met reddingssteun worden uitgevoerd — voor individuele steun onder de voorwaarden van afdeling 16.3.1 en voor steunregelingen onder de voorwaarden van afdeling 16.4.3. Behoudens gevallen waarin van de vereenvoudigde procedure van afdeling 16.3.1.2 wordt gebruikgemaakt, dient de EVA-Staat aan te tonen dat dergelijke structurele maatregelen onmiddellijk moeten worden genomen. Reddingssteun kan in de regel niet ten behoeve van financiële herstructurering worden toegekend. |
(16) |
Een herstructurering daarentegen berust op een haalbaar, samenhangend en ingrijpend plan om de levensvatbaarheid van een onderneming op langere termijn te herstellen. Herstructurering behelst doorgaans een of meer van de volgende elementen: reorganisatie en rationalisering van de activiteiten van de onderneming op efficiëntere basis, waarbij verliesgevende activiteiten gewoonlijk worden afgestoten, herstructurering van bestaande activiteiten die opnieuw concurrerend kunnen worden gemaakt, en mogelijkerwijze diversificatie naar nieuwe en levensvatbare activiteiten. Naast een materiële herstructurering is meestal ook een financiële herstructurering (kapitaalinjecties, schuldvermindering) noodzakelijk. Daarentegen kan een herstructurering in de zin van de onderhavige richtsnoeren niet beperkt blijven tot financiële steun om verliezen uit het verleden aan te zuiveren, zonder de oorzaken van deze verliezen aan te pakken. |
16.2.3. Toepassingsgebied
(17) |
De onderhavige richtsnoeren zijn van toepassing op ondernemingen uit alle sectoren die onder de EER-Overeenkomst vallen en overeenkomstig artikel 62 van de EER-Overeenkomst aan het toezicht van de Autoriteit onderworpen zijn, zonder afbreuk te doen aan specifieke regels die gelden voor ondernemingen in moeilijkheden in de betrokken sector (9). |
16.2.4. Verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt
(18) |
In artikel 61, leden 2 en 3, van de EER-Overeenkomst is voorzien in de mogelijkheid om steun die onder artikel 61, lid 1, valt, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt aan te merken. Afgezien van steun die onder artikel 61, lid 2, valt (met name steun tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen, die niet onder onderhavige richtsnoeren valt), vormt artikel 61, lid 3, onder c), de enige grondslag waarop steun aan ondernemingen in moeilijkheden verenigbaar kan worden verklaard. Volgens die bepaling mag de Autoriteit haar goedkeuring hechten aan „steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid te (...) vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad”. Dit kan met name het geval zijn wanneer de steun noodzakelijk is om door marktfalen veroorzaakte onevenwichtigheden te corrigeren of om economische en sociale cohesie te garanderen. |
(19) |
Aangezien het bestaan zelf van een onderneming in moeilijkheden in het gedrang is, kan een dergelijke onderneming niet worden beschouwd als een passend instrument om aan de verwezenlijking van andere beleidsdoelstellingen van de overheid bij te dragen, zolang haar levensvatbaarheid niet is verzekerd. Daarom is de Autoriteit van mening dat, enkel wanneer aan de in onderhavige richtsnoeren uiteengezette voorwaarden is voldaan, steun aan ondernemingen in moeilijkheden kan bijdragen tot de ontwikkeling van de economische bedrijvigheid zonder het handelsverkeer zodanig te veranderen dat de belangen van de EER worden geschaad. Wanneer de ondernemingen die reddings- of herstructureringssteun ontvangen, in steungebieden zijn gevestigd, houdt de Autoriteit rekening met de in artikel 61, lid 3, onder a) en c), van de EER-Overeenkomst vermelde overwegingen van regionale aard, zoals uiteengezet in de punten 54 en 55. |
(20) |
De Autoriteit ziet er in het bijzonder op toe dat de onderhavige richtsnoeren niet worden gebruikt om de beginselen van de bestaande kaderregelingen en richtsnoeren te omzeilen. |
(21) |
Wijzigingen in de eigendomsstructuur van de steun ontvangende onderneming mogen de beoordeling van de reddings- en herstructureringssteun niet beïnvloeden. |
16.2.5. Ontvangers van eerdere, onrechtmatige steun
(22) |
Wanneer voordien aan een onderneming in moeilijkheden onrechtmatige steun is toegekend ten aanzien waarvan de Autoriteit een negatieve beschikking heeft gegeven met een bevel tot terugvordering, en deze terugvordering niet heeft plaatsgevonden in overeenstemming met artikel 14 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (10), wordt bij de beoordeling van aan dezelfde onderneming toe te kennen reddings- en herstructureringssteun rekening gehouden met, enerzijds, het eventuele cumulerende effect van de eerdere steun en de nieuwe steun en, anderzijds, met het feit dat de eerdere steun niet is terugbetaald (11). |
16.3. Algemene voorwaarden voor de goedkeuring van afzonderlijk bij de autoriteit aangemelde reddings- en herstructureringssteun
(23) |
Dit deel heeft uitsluitend betrekking op steunmaatregelen die afzonderlijk bij de Autoriteit zijn aangemeld. Onder bepaalde voorwaarden kan de Autoriteit ook regelingen voor reddings- en herstructureringsteun goedkeuren. De voorwaarden voor de goedkeuring van dergelijke regelingen worden in deel 16.4 uiteengezet. |
16.3.1. Reddingssteun
16.3.1.1. Voorwaarden
(24) |
Om door de Autoriteit te worden goedgekeurd, moet reddingssteun in de zin van punt 14:
|
(25) |
Wanneer de EVA-Staat een herstructureringsplan heeft ingediend binnen zes maanden na de goedkeuring van de reddingssteun of, in het geval van niet-aangemelde steun, na de tenuitvoerlegging van de maatregel, wordt de termijn voor de terugbetaling van de lening of het stopzetten van de garantie verlengd totdat de Autoriteit over het plan een besluit heeft genomen, tenzij de Autoriteit besluit dat een dergelijke verlenging niet is gerechtvaardigd. |
(26) |
Onverminderd het bepaalde in artikel 23 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst en de mogelijkheid overeenkomstig artikel 1, lid 2, tweede alinea, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst een zaak bij het EVA-Hof aanhangig te maken, leidt de Autoriteit de procedure van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst in wanneer de EVA-Staat:
|
(27) |
In ieder geval kan de Autoriteit besluiten om, onverminderd het bepaalde in artikel 23 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst en de mogelijkheid overeenkomstig artikel 1, lid 2, tweede alinea, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst een zaak bij het EVA-Hof aanhangig te maken, die procedure in te leiden wanneer zij van mening is dat de lening of de garantie zijn misbruikt of, wanneer na het verstrijken van de termijn van zes maanden, het niet-terugbetalen van de steun niet langer is gerechtvaardigd. |
(28) |
De goedkeuring van reddingssteun betekent niet noodzakelijk dat nadien steun in het kader van een herstructureringsplan wordt goedgekeurd; dergelijke steun wordt op zijn eigen waarde beoordeeld. |
16.3.1.2. Vereenvoudigde procedure
(29) |
De Autoriteit tracht zoveel mogelijk binnen één maand een besluit te nemen over reddingssteun indien die steun, naast alle voorwaarden van afdeling 16.3.1.1, ook aan elk van de volgende voorwaarden voldoet:
|
16.3.2. Herstructureringssteun
16.3.2.1. Grondbeginselen
(30) |
Herstructureringssteun werpt specifieke mededingingsbezwaren op, omdat hij ertoe kan leiden dat een onredelijk deel van de lasten van de structurele aanpassing en de daarmee gepaard gaande sociale en economische problemen worden afgewenteld op andere producenten die geen steun ontvangen, en op andere partijen bij de EER-Overeenkomst. De algemene regel dient derhalve te zijn dat herstructureringssteun enkel wordt toegestaan in omstandigheden waarin kan worden aangetoond dat de goedkeuring van deze steun niet in strijd is met de belangen van de EER. Dit is slechts mogelijk indien de steun aan strenge criteria voldoet en indien vaststaat dat eventuele vervalsing van de mededinging wordt gecompenseerd door de voordelen die uit het voortbestaan van de onderneming voortvloeien (wanneer bijvoorbeeld duidelijk is dat het netto-effect van de ontslagen als gevolg van het faillissement van de onderneming, gecombineerd met de gevolgen voor de leveranciers, de problemen op het gebied van de werkgelegenheid zouden verergeren, of, in uitzonderlijke gevallen, wanneer de sluiting van de onderneming een monopolie of een eng oligopolie zou doen ontstaan) en, in beginsel, door voldoende compenserende maatregelen ten gunste van de concurrenten. |
16.3.2.2. Voorwaarden voor de goedkeuring van steun
(31) |
Behoudens de bijzondere bepalingen voor steungebieden en voor KMO's (zie de punten 54, 55, 56 en 58) keurt de Autoriteit steun enkel goed indien deze aan de volgende voorwaarden voldoet: |
Kwalificatie van de onderneming
(32) |
De onderneming moet een onderneming in moeilijkheden in de zin van de onderhavige richtsnoeren zijn (zie de punten 8 tot en met 12). |
Herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn
(33) |
Voorwaarde voor de toekenning van steun is de tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan dat voor alle individuele steunmaatregelen door de Autoriteit dient te worden goedgekeurd — behalve in het geval van KMO's, zoals hierna in afdeling 16.3.2.5 wordt uiteengezet. |
(34) |
Het herstructureringsplan, waarvan de looptijd zo kort mogelijk moet zijn, dient binnen een redelijk tijdsbestek de levensvatbaarheid op lange termijn van de onderneming te herstellen, en te zijn gebaseerd op realistische veronderstellingen betreffende de toekomstige bedrijfsomstandigheden. Herstructureringssteun moet derhalve gekoppeld zijn aan een uitvoerbaar herstructureringsplan waartoe de betrokken EVA-Staat zich verbindt. Dit plan moet met alle noodzakelijke gegevens aan de Autoriteit worden voorgelegd en met name een marktstudie omvatten. De verbetering van de levensvatbaarheid dient voornamelijk tot stand te komen door middel van interne maatregelen waarin het herstructureringsplan voorziet, en mag alleen berusten op externe factoren – zoals prijs- en vraagfluctuaties – waarop de onderneming slechts weinig invloed kan uitoefenen, op voorwaarde dat de veronderstellingen inzake de marktontwikkeling algemeen zijn aanvaard. Een herstructurering omvat de terugtrekking uit de activiteiten die — zelfs na de herstructurering — structureel verliesgevend zouden blijven. |
(35) |
Het herstructureringsplan moet de omstandigheden beschrijven die tot de moeilijkheden van de onderneming hebben geleid, zodat kan worden nagegaan of de voorgestelde maatregelen passend zijn. Het houdt onder meer rekening met de actuele situatie en de verwachte ontwikkeling van vraag en aanbod op de relevante productmarkt, aan de hand van best-case-, worst-case- en neutrale scenario's, alsmede de specifieke sterke en zwakke punten van de onderneming. Het stelt de onderneming in staat de overgang te maken naar een nieuwe structuur die haar uitzicht biedt op levensvatbaarheid op lange termijn en haar in staat stelt op eigen benen te staan. |
(36) |
Het herstructureringsplan moet zorgen voor een omslag waardoor de onderneming, nadat de herstructurering is voltooid, in staat is al haar kosten te dekken, met inbegrip van afschrijvingen en financiële lasten. Het verwachte rendement op eigen vermogen dient voldoende te zijn om de geherstructureerde onderneming in staat te stellen op eigen kracht op de markt te concurreren. Wanneer de moeilijkheden van de onderneming aan een gebrekkige corporate governance zijn te wijten, dienen de nodige aanpassingen te worden doorgevoerd. |
Voorkoming van ongerechtvaardigde vervalsing van de mededinging
(37) |
Om te garanderen dat de ongunstige effecten op de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, zo beperkt mogelijk blijven — zodat de positieve effecten opwegen tegen de negatieve effecten — dienen compenserende maatregelen te worden genomen. Anders wordt de steun als „schadelijk voor het gemeenschappelijk belang” aangemerkt — en dus als onverenigbaar met de EER-Overeenkomst. Bij de vaststelling of de compenserende maatregelen toereikend zijn, houdt de Autoriteit de doelstelling van het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn voor ogen. |
(38) |
Bij deze maatregelen kan het onder meer gaan om de afstoting van activa, inkrimping van capaciteit of van de aanwezigheid op de markt, en verlaging van de toegangsdrempels op de betrokken markten. Wanneer de Autoriteit nagaat of de compenserende maatregelen passend zijn, houdt zij rekening met de marktstructuur en de mededingingsvoorwaarden om ervoor te zorgen dat een dergelijke maatregel niet resulteert in een aantasting van de marktstructuur, doordat zulks bijvoorbeeld indirect een monopolie of een eng oligopolie doet ontstaan. Kan een EVA-Staat aantonen dat een dergelijke situatie zich zal voordoen, dan zouden zodanige compenserende maatregelen moeten worden uitgewerkt dat een dergelijke situatie wordt vermeden. |
(39) |
De maatregelen moeten in verhouding staan tot de mededingingsverstorende effecten van de steun en met name tot de grootte (13) en het relatieve belang van de onderneming op haar markt of markten. Zij zouden moeten plaatsvinden op de markt of markten waar de onderneming na de herstructurering een significante marktpositie zal bekleden. De omvang van de inkrimping wordt van geval tot geval bepaald. De Autoriteit stelt de omvang van de te nemen maatregelen vast op grond van de marktstudie die aan het herstructureringsplan is gehecht en, in voorkomend geval, op grond van alle overige informatie waarover zij beschikt, met inbegrip van door belanghebbenden verstrekte informatie. Deze inkrimping moet integrerend deel uitmaken van de herstructurering zoals die in het herstructureringsplan is vastgelegd. Dit beginsel geldt ongeacht of deze afstotingen vóór of na de toekenning van de staatssteun plaatsvinden, zolang zij maar een onderdeel van dezelfde herstructurering vormen. Afschrijvingen en sluiting van verliesgevende activiteiten die in ieder geval nodig zijn om de levensvatbaarheid te herstellen, worden bij de beoordeling van de compenserende maatregelen niet als inkrimping van capaciteit of van de aanwezigheid op de markt beschouwd. Bij deze beoordeling wordt eerder toegekende reddingssteun mede in aanmerking genomen. |
(40) |
Deze voorwaarde geldt normaalgesproken echter niet voor kleine ondernemingen omdat kan worden aangenomen dat ad-hocsteun voor kleine ondernemingen de mededingingsvoorwaarden in de regel niet zodanig verandert dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad, behalve wanneer in de staatssteunregels voor bepaalde sectoren anders is bepaald of wanneer de begunstigde onderneming actief is op een markt die met aanhoudende overcapaciteit heeft te kampen. |
(41) |
Is de begunstigde onderneming actief op een markt die heeft te kampen met aanhoudende structurele overcapaciteit, zoals gedefinieerd in het kader van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten (14), dan kan de vereiste inkrimping van de capaciteit of de aanwezigheid van de onderneming op de markt wel tot 100 % oplopen (15). |
Beperking van de steun tot het minimum: reële bijdrage, vrij van steun
(42) |
Het steunbedrag en de steunintensiteit moeten tot het voor de uitvoering van de herstructurering strikt noodzakelijke minimum aan herstructureringskosten worden beperkt, in samenhang met de voorhanden zijnde financiële middelen van de onderneming, van haar aandeelhouders of van het concern waarvan zij deel uitmaakt. Bij deze beoordeling wordt eerder toegekende reddingssteun mede in aanmerking genomen. Van de steun ontvangende ondernemingen wordt verwacht dat zij uit eigen middelen, zo nodig door de verkoop van activa die voor het voortbestaan van de onderneming niet onontbeerlijk zijn, of door externe financiering tegen marktvoorwaarden, een belangrijke bijdrage aan het herstructureringsplan leveren. Deze bijdrage is een teken dat de markten er vertrouwen in hebben dat een herstel van de levensvatbaarheid haalbaar is. Zij moet reëel — dus effectief — zijn, onder uitsluiting van alle voor de toekomst verwachte winst en kasstromen, en zij moet zo hoog mogelijk zijn. |
(43) |
In de regel beschouwt de Autoriteit de volgende bijdragen (16) aan de herstructurering als passend: minstens 25 % in het geval van kleine ondernemingen, minstens 40 % in het geval van middelgrote en minstens 50 % in het geval van grote ondernemingen. In uitzonderlijke omstandigheden en in geval van een door de EVA-Staat aan te tonen bijzondere noodsituatie kan de Autoriteit een lagere bijdrage accepteren. |
(44) |
Om de mededingingsverstorende effecten te beperken, moet de omvang van de steun of de vorm waarin hij wordt verleend zodanig zijn dat de onderneming niet de beschikking krijgt over extra kasmiddelen die kunnen worden gebruikt voor agressieve, marktverstorende activiteiten welke met het herstructureringsproces geen verband houden. Daartoe onderzoekt de Autoriteit de omvang van de passiva van de onderneming na de herstructurering, alsook de situatie na uitstel van betaling of vermindering van haar schulden, met name in het kader van de voortzetting van haar activiteiten na een collectieve insolventieprocedure volgens het nationale recht (17). De steun mag noch geheel noch gedeeltelijk worden gebruikt voor de financiering van nieuwe investeringen die voor het herstel van de levensvatbaarheid van de onderneming niet onmisbaar zijn. |
Bijzondere voorwaarden voor de goedkeuring van steun
(45) |
Naast de in de punten 37 tot en met 41 beschreven compenserende maatregelen kan de Autoriteit, ingeval de betrokken EVA-Staat geen toezegging heeft gedaan dat hij dergelijke bepalingen zal vaststellen, de voorwaarden en verplichtingen opleggen die zij nodig acht om te voorkomen dat de mededinging door de steun zodanig wordt verstoord dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Bijvoorbeeld kan de betrokken EVA-Staat ertoe worden verplicht:
|
Volledige uitvoering van het herstructureringsplan en naleving van de voorwaarden
(46) |
De onderneming moet het herstructureringsplan volledig uitvoeren en alle overige verplichtingen nakomen die zijn vastgesteld in de beschikking waarbij de Autoriteit de steun goedkeurt. De Autoriteit beschouwt het niet-uitvoeren van het plan of het niet-nakomen van de overige verplichtingen als misbruik van steun, onverminderd het bepaalde in artikel 23 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst en de mogelijkheid overeenkomstig artikel 1, lid 2, tweede alinea, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst een zaak bij het EVA-Hof aanhangig te maken. |
(47) |
Ingeval herstructureringen zich over meerdere jaren uitstrekken en daarmee aanzienlijke steunbedragen zijn gemoeid, kan de Autoriteit eisen dat de herstructureringssteun in verschillende termijnen wordt betaald. Zij kan de betaling van elke termijn aan de volgende voorwaarden onderwerpen:
|
Controle en jaarlijks verslag
(48) |
De Autoriteit moet in staat worden gesteld zich, aan de hand van regelmatige en gedetailleerde verslagen die de betrokken EVA-Staat meedeelt, ervan te vergewissen dat het herstructureringsplan naar behoren wordt uitgevoerd. |
(49) |
Wat de steun aan grote ondernemingen betreft, wordt het eerste van deze verslagen normaalgesproken binnen zes maanden na de datum van goedkeuring van de steun bij de Autoriteit ingediend. Vervolgens worden de verslagen ten minste eenmaal per jaar, op een vaste datum, aan de Autoriteit toegezonden totdat de doelstellingen van de herstructureringssteun kunnen worden geacht te zijn verwezenlijkt. Zij moeten alle informatie bevatten die de Autoriteit nodig heeft om toezicht te houden op de uitvoering van het goedgekeurde herstructureringsplan, het tijdschema van de betalingen aan de onderneming en haar financiële positie, en om zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden of verplichtingen van de goedkeuringsbeschikking in acht zijn genomen. Deze verslagen moeten met name alle relevante informatie bevatten over de steun die de onderneming tijdens de herstructureringsperiode heeft ontvangen, ongeacht voor welke doeleinden de steun is verleend en ongeacht of deze op individuele basis of in het kader van een algemene regeling is toegekend (zie de punten 67 tot en met 70). Is spoedige bevestiging van bepaalde cruciale inlichtingen nodig — bijvoorbeeld in verband met sluitingen of capaciteitsinkrimpingen — dan kan de Autoriteit verlangen dat vaker verslagen worden ingediend. |
(50) |
Wat de steun aan KMO’s betreft, is de jaarlijkse indiening van de balans en de winst- en-verliesrekening van de begunstigde onderneming in de regel voldoende, behalve ingeval de goedkeuringsbeschikking strengere voorwaarden bevat. |
16.3.2.3. Wijziging van het herstructureringsplan
(51) |
Is herstructureringssteun goedgekeurd, dan kan de betrokken EVA-Staat tijdens de herstructurering de Autoriteit verzoeken in te stemmen met wijzigingen in het herstructureringsplan en het steunbedrag. De Autoriteit kan dergelijke wijzigingen toestaan zolang de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
|
(52) |
Indien de door de Autoriteit opgelegde voorwaarden of de door de EVA-Staat gedane toezeggingen worden versoepeld, wordt het steunbedrag dienovereenkomstig verlaagd of kunnen andere voorwaarden worden opgelegd. |
(53) |
Wanneer de EVA-Staat een goedgekeurd herstructureringsplan wijzigt zonder de Autoriteit behoorlijk te informeren, leidt de Autoriteit de procedure van artikel 16 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst in (misbruik van steun), onverminderd het bepaalde in artikel 23 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst en de mogelijkheid overeenkomstig artikel 1, lid 2, tweede alinea, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst een zaak bij het EVA-Hof aanhangig te maken. |
16.3.2.4. Herstructureringssteun in steungebieden
(54) |
De Autoriteit moet bij de beoordeling van herstructureringssteun in steungebieden rekening houden met de behoeften inzake regionale ontwikkeling. De vaststelling dat een noodlijdende onderneming in een steungebied is gevestigd, rechtvaardigt echter niet dat tegenover herstructureringssteun een tolerante houding wordt aangenomen: op middellange tot lange termijn is een regio er niet bij gebaat dat ondernemingen op kunstmatige wijze in leven worden gehouden. Voorts is het, met het oog de bevordering van de regionale ontwikkeling, in het eigen belang van de regio haar middelen te gebruiken om zo snel mogelijk activiteiten te ontwikkelen die op lange termijn levensvatbaar en duurzaam zijn. Ten slotte dient mededingingsvervalsing tot een minimum te worden beperkt, ook in het geval van steun aan ondernemingen in steungebieden. In dit verband dient ook rekening te worden gehouden met mogelijke nadelige spill-overeffecten die zich in de betrokken regio en in andere steungebieden kunnen voordoen. |
(55) |
De in de punten 31 tot en met 53 genoemde criteria zijn derhalve eveneens van toepassing op steungebieden, zelfs indien rekening wordt gehouden met de behoeften inzake regionale ontwikkeling. In steungebieden kunnen, tenzij in staatssteunregels voor een specifieke sector anders is bepaald, voor de goedkeuring van steun echter minder strenge voorwaarden worden gesteld ten aanzien van de tenuitvoerlegging van compenserende maatregelen en de omvang van de bijdrage van de begunstigde onderneming. Wanneer behoeften inzake regionale ontwikkeling zulks rechtvaardigen, is in gevallen waarin inkrimping van de capaciteit of van de aanwezigheid op de markt de geschiktste maatregel lijkt te zijn om buitensporige vervalsing van de mededinging te voorkomen, de vereiste inkrimping in steungebieden beperkter dan in andere gebieden. In die gevallen, welke door de betrokken EVA-Staat dienen te worden gestaafd, wordt een onderscheid gemaakt tussen regio's die op grond van artikel 61, lid 3, onder a), van de EER-Overeenkomst voor steun in aanmerking komen, en die regio's welke op grond van artikel 61, lid 3, onder c), in aanmerking komen. Zodoende kan rekening worden gehouden met het feit dat de problemen in de eerste categorie regio's ernstiger zijn. |
16.3.2.5. Steun ten behoeve van de herstructurering van KMO’s
(56) |
Steun aan kleine ondernemingen (18) leidt doorgaans minder tot een ongunstige beïnvloeding van de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, dan bij steun aan middelgrote en grote ondernemingen het geval is. Dit geldt ook voor steun om de herstructurering te ondersteunen, zodat de voorwaarden van de punten 31 tot en met 53 minder strikt worden toegepast:
|
(57) |
Daartegenover staat dat het beginsel dat dit soort steun eenmalig moet zijn (zie afdeling 16.3.3), onverkort op KMO's van toepassing is. |
(58) |
Voor KMO's hoeft het herstructureringsplan niet door de Autoriteit te worden goedgekeurd. Het plan dient evenwel aan de vereisten van de punten 34, 35 en 36 te voldoen, door de betrokken EVA-Staat te worden goedgekeurd en aan de Autoriteit te worden meegedeeld. De toekenning van de steun moet afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat het herstructureringsplan volledig ten uitvoer wordt gelegd. Op de EVA-Staat rust de verplichting na te gaan of deze voorwaarden zijn nageleefd. |
16.3.2.6. Steun ter dekking van de sociale kosten van herstructurering
(59) |
Herstructureringsplannen brengen normaalgesproken inkrimping van of terugtrekking uit de getroffen activiteiten met zich. Dergelijke besnoeiingen zijn vaak noodzakelijk met het oog op rationalisering en efficiëntie en staan los van capaciteitsinkrimpingen die als voorwaarde voor de toekenning van steun kunnen worden verlangd. Welke reden ook aan deze maatregelen ten grondslag ligt, zij leiden doorgaans tot een daling van het aantal arbeidsplaatsen binnen de onderneming. |
(60) |
Het arbeidsrecht van de EVA-Staten bevat soms algemene socialezekerheidsregelingen waarbij is voorzien in ontslagvergoedingen en uitkeringen bij vervroegde uittreding die rechtstreeks aan de ontslagen werknemers worden betaald. Dergelijke regelingen gelden niet als staatssteun die onder artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst valt. |
(61) |
Naast deze rechtstreeks aan de werknemers betaalde ontslagvergoedingen en uitkeringen bij vervroegde uittreding bestaan dikwijls algemene sociale steunregelingen, waarmee de overheid de kosten van de uitkeringen dekt die de onderneming aan ontslagen werknemers verstrekt en die verder gaan dan haar wettelijke of contractuele verplichtingen. Wanneer dergelijke regelingen, zonder enige sectorale beperking, algemeen beschikbaar zijn voor iedere werknemer die voldoet aan vooraf vastgestelde voorwaarden om automatisch in aanmerking te komen, worden zij voor een onderneming in herstructurering niet als steun in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst beschouwd. Wanneer deze regelingen daarentegen worden gebruikt om de herstructurering in specifieke bedrijfstakken te ondersteunen, kan er wel van steun sprake zijn wegens de selectieve wijze waarop zij worden toegepast (19). |
(62) |
Ingevolge het arbeidsrecht of collectieve overeenkomsten met vakbonden op de onderneming zelf rustende verplichtingen om ontslagvergoedingen en/of uitkeringen bij vervroegde uittreding te betalen, maken deel uit van de gewone kosten die een onderneming uit eigen middelen dient te bekostigen. Derhalve dient elke bijdrage van de staat aan deze kosten als steun te worden aangemerkt. Dit geldt ongeacht of de bedragen rechtstreeks aan de onderneming worden betaald of via een overheidsinstelling aan de werknemers worden uitgekeerd. |
(63) |
De Autoriteit heeft niet a priori bezwaren tegen dit soort steun wanneer deze aan ondernemingen in moeilijkheden wordt toegekend; de steun brengt immers economische voordelen met zich die verder gaan dan de belangen van de betrokken onderneming, daar hij structurele veranderingen mogelijk maakt en problemen helpt te verzachten. |
(64) |
Steun wordt niet alleen toegekend ter dekking van de kosten van ontslag- of vervroegde-uittredingsregelingen, maar vaak ook ten behoeve van opleiding, advisering en praktische hulp bij het vinden van ander werk, als tegemoetkoming bij overplaatsing, en voor beroepsopleiding en bijstand aan werknemers die een nieuwe onderneming willen beginnen. De Autoriteit neemt steeds een positief standpunt in ten aanzien van dergelijke steun wanneer die aan ondernemingen in moeilijkheden wordt toegekend. |
(65) |
Het in de punten 61 tot en met 64 beschreven soort steun moet in het herstructureringsplan duidelijk worden aangegeven, omdat steun voor sociale maatregelen die uitsluitend aan de ontslagen werknemers ten goede komen, bij de vaststelling van de omvang van de in de punten 37 tot en met 41 bedoelde compenserende maatregelen niet in aanmerking wordt genomen. |
(66) |
In het gemeenschappelijk belang zorgt de Autoriteit er in het kader van het herstructureringsplan voor dat de sociale gevolgen van de herstructurering in andere EVA-Staten dan die welke de steun toekent, tot een minimum beperkt blijven. |
16.3.2.7. Noodzaak de Autoriteit over alle tijdens de herstructureringsperiode aan de begunstigde onderneming toegekende steun in te lichten
(67) |
Wanneer een grote of middelgrote onderneming herstructureringssteun ontvangt die aan de onderhavige richtsnoeren wordt getoetst, kan de toekenning van andere steun tijdens de herstructureringsperiode, ook al is deze met een reeds goedgekeurde regeling in overeenstemming, invloed hebben op de beoordeling van de Autoriteit van de omvang van de nodige compenserende maatregelen |
(68) |
Bij de aanmelding van herstructureringssteun voor een grote of middelgrote onderneming moet alle overige steun worden vermeld die de EVA-Staat voornemens is tijdens de herstructurering aan de begunstigde onderneming te verlenen, tenzij deze steun onder de de-minimisregeling of vrijstellingsverordeningen valt. |
(69) |
De Autoriteit zal deze steun in aanmerking nemen bij het beoordelen van de herstructureringssteun. Alle steun die tijdens de herstructureringsperiode daadwerkelijk aan grote of middelgrote ondernemingen wordt toegekend — met inbegrip van in overeenstemming met een goedgekeurde regeling toegekende steun — moet afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld voorzover deze daarvan op het tijdstip van haar besluit over de herstructureringssteun niet in kennis was gesteld. |
(70) |
De Autoriteit ziet erop toe dat met de toekenning van steun op grond van goedgekeurde regelingen de eisen van de onderhavige richtsnoeren niet kunnen worden omzeild. |
16.3.3. Eenmaligheid
(71) |
Reddingssteun is een eenmalige operatie die in hoofdzaak is bedoeld om de exploitatie van een onderneming voort te zetten gedurende een beperkte periode waarin de toekomst van de onderneming kan worden geëvalueerd. Het dient echter niet mogelijk te zijn de herhaalde toekenning van reddingssteunmaatregelen toe te staan waarmee enkel de status-quo wordt bestendigd, het onvermijdelijke wordt uitgesteld en tegelijkertijd de economische en sociale problemen op andere, meer efficiënte producenten of op andere partijen bij de EER-Overeenkomst worden afgewenteld. Daarom mag reddingssteun slechts eenmaal worden toegekend. In overeenstemming met ditzelfde beginsel mag ook herstructureringssteun slechts eenmaal worden toegekend, om te voorkomen dat ondernemingen die enkel dankzij herhaalde staatssteun kunnen overleven, ten onrechte steun ontvangen. Ten slotte mag, wanneer reddingssteun wordt toegekend aan een onderneming die al herstructureringssteun heeft ontvangen, worden aangenomen dat de moeilijkheden van de begunstigde onderneming een terugkerend probleem zijn en dat herhaalde overheidsmaatregelen aanleiding geven tot vervalsing van de mededinging waardoor het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Dergelijke herhaalde overheidsmaatregelen dienen niet te worden toegestaan. |
(72) |
Wanneer een voornemen tot het verlenen van reddings- of herstructureringssteun bij de Autoriteit wordt aangemeld, moet de EVA-Staat aangeven of de betrokken onderneming in het verleden reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen, met inbegrip van vóór de datum van toepassing van de onderhavige richtsnoeren verleende steun en van niet-aangemelde steun (20). Indien dit het geval is en wanneer minder dan tien jaar is verstreken sinds de toekenning van de reddingssteun, het aflopen van de herstructureringsperiode of de beëindiging van de tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan (naargelang welke van deze gebeurtenissen het meest recent is), staat de Autoriteit geen verdere reddings- of herstructureringssteun toe, behalve in de volgende gevallen:
In de onder b) en c) bedoelde gevallen kan de vereenvoudigde procedure van afdeling 16.3.1.2 niet worden gebruikt. |
(73) |
Wijzigingen van de eigendomsstructuur van de begunstigde onderneming na de toekenning van steun en eventuele gerechtelijke of administratieve procedures die tot gevolg hebben dat de vermogenspositie van de onderneming wordt gesaneerd, haar passiva worden verminderd of vroegere schulden worden aangezuiverd, hebben geen enkele invloed op de toepassing van deze regel, zolang het dezelfde onderneming is die de exploitatie voortzet. |
(74) |
Wanneer een concern reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen, staat de Autoriteit normaalgesproken geen verdere reddings- of herstructureringssteun aan het concern zelf of aan een van de concernonderdelen toe, tenzij tien jaar is verstreken sinds de toekenning van de reddingssteun, het aflopen van de herstructureringsperiode of de beëindiging van de tenuitvoerlegging van het herstructureringsplan (naargelang welke van deze gebeurtenissen het meest recent is). Wanneer een concernonderdeel reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen, kan zowel het concern als geheel, als de overige concernonderdelen — doch niet de begunstigde onderneming die eerder steun heeft ontvangen — op reddings- of herstructureringssteun aanspraak blijven maken (mits de overige bepalingen van de onderhavige richtsnoeren worden nageleefd). De EVA-Staten moeten erop toezien dat geen steun van het concern of de overige concernonderdelen wordt doorgesluisd naar de onderneming die eerder steun heeft ontvangen. |
(75) |
Wanneer een onderneming die de activa van een andere onderneming overneemt en met name wanneer de over te nemen onderneming aan een van de in punt 73 genoemde procedures of volgens het nationale recht aan een collectieve insolventieprocedure is onderworpen en zelf reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen, geldt voor de overnemer niet het vereiste dat de steun eenmalig dient te zijn, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
|
(76) |
In dit verband zij evenwel benadrukt dat, aangezien steun voor de verwerving van activa steun voor een initiële investering vormt, dergelijke steun niet op grond van de onderhavige richtsnoeren kan worden goedgekeurd. |
16.4. Steunregelingen voor KMO’s
16.4.1. Algemene beginselen
(77) |
De Autoriteit keurt regelingen voor reddings- en/of herstructureringssteun aan KMO's in moeilijkheden enkel goed indien de betrokken ondernemingen aan de definitie van KMO’s voldoen. Onder voorbehoud van de onderstaande bijzondere bepalingen wordt de verenigbaarheid van dergelijke regelingen in het licht van de voorwaarden van de delen 16.2 en 16.3 onderzocht, met uitzondering van afdeling 16.3.1.2, die niet op steunregelingen van toepassing is. Alle steun die uit hoofde van een regeling wordt verleend en niet aan een van die voorwaarden voldoet, moet vooraf afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld en door haar worden goedgekeurd. |
16.4.2. In aanmerking komende ondernemingen
(78) |
Tenzij in staatssteunregels voor een bepaalde sector anders is bepaald, is steun die aan kleine en middelgrote ondernemingen wordt toegekend in het kader van regelingen welke op de datum van toepassing van deze richtsnoeren zijn goedgekeurd, enkel van afzonderlijke aanmelding vrijgesteld wanneer de betrokken onderneming aan ten minste één van de drie criteria van punt 9 voldoet. Steun voor ondernemingen welke aan geen van deze drie criteria voldoet, moet afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld, zodat zij kan nagaan of deze ondernemingen als ondernemingen in moeilijkheden kunnen worden aangemerkt. Steun voor ondernemingen die actief zijn op een markt die met aanhoudende structurele overcapaciteit heeft te kampen, moet, ongeacht de grootte van de begunstigde onderneming, eveneens afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld, zodat zij kan nagaan of punt 41 van toepassing is. |
16.4.3. Voorwaarden voor de goedkeuring van regelingen inzake reddingssteun
(79) |
Om door de Autoriteit te kunnen worden goedgekeurd, moeten regelingen inzake reddingssteun aan de voorwaarden van de punten a), b), d) en e) van punt 24 voldoen. Voorts mag reddingssteun slechts voor maximaal zes maanden worden toegekend; in die periode moet de positie van de onderneming worden onderzocht. Vóór het einde van die periode moet de EVA-Staat ofwel een herstructurerings- of een liquidatieplan goedkeuren, ofwel de begunstigde onderneming verzoeken om terugbetaling van de lening en de steun ten belope van een bedrag dat met de risicopremie overeenkomt. |
(80) |
Reddingssteun die voor meer dan zes maanden wordt toegekend of die niet na zes maanden wordt terugbetaald, moet afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld. |
16.4.4. Voorwaarden voor de goedkeuring van regelingen inzake herstructureringssteun
(81) |
De Autoriteit keurt regelingen voor herstructureringssteun enkel goed indien de toekenning van de steun afhankelijk is gesteld van de voorwaarde dat de begunstigde onderneming het door de EVA-Staat goedgekeurde herstructureringsplan volledig ten uitvoer legt en de steun aan de volgende criteria voldoet:
|
16.4.5. Gemeenschappelijke voorwaarden voor goedkeuring van regelingen inzake reddings- en/of herstructureringssteun
(82) |
De regelingen moeten het maximale steunbedrag vermelden dat aan een onderneming kan worden toegekend als onderdeel van een operatie om reddings- en/of herstructureringssteun toe te kennen, ook ingeval het plan wordt gewijzigd. Alle steun die dit bedrag overschrijdt, moet afzonderlijk bij de Autoriteit worden aangemeld. Het maximumbedrag aan reddings- en herstructureringssteun tezamen dat aan één onderneming wordt toegekend, mag niet hoger liggen dan 10 miljoen EUR, met inbegrip van eventuele steun uit andere bronnen of op grond van andere regelingen. |
(83) |
Bovendien dient het beginsel dat dit soort steun eenmalig dient te zijn, in acht te worden genomen. De regel van afdeling 16.3.3 is van toepassing. |
(84) |
De EVA-Staten moeten maatregelen ook individueel bij de Autoriteit aanmelden wanneer een onderneming activa overneemt van een andere onderneming die zelf reeds reddings- of herstructureringssteun heeft ontvangen. |
16.4.6. Controle en jaarlijkse verslagen
(85) |
De punten 48, 49 en 50 gelden niet voor steunregelingen. Voorwaarde voor goedkeuring van de regeling is echter wel dat, doorgaans jaarlijks, een verslag wordt ingediend over de werking van de desbetreffende regeling; dit verslag moet de informatie bevatten die is aangegeven in de instructies van de Autoriteit inzake gestandaardiseerde verslagen (22). De verslagen moeten eveneens een lijst van alle begunstigde ondernemingen bevatten en voor elk ervan het volgende vermelden:
|
16.5. Dienstige maatregelen in de zin van artikel 1, lid 1, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst
(86) |
De Autoriteit stelt in een afzonderlijk schrijven de EVA-Staten overeenkomstig artikel 1, lid 1, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst voor om, zoals in de punten 87 en 88 wordt beschreven, dienstige maatregelen te nemen met betrekking tot hun bestaande steunregelingen. De Autoriteit stelt de goedkeuring van alle toekomstige regelingen afhankelijk van de inachtneming van onderstaande bepalingen. |
(87) |
De EVA-Staten die het voorstel van de Autoriteit hebben aanvaard, moeten hun bestaande steunregelingen die van toepassing blijven, binnen zes maanden aanpassen om deze met de onderhavige richtsnoeren in overeenstemming te brengen. |
(88) |
De EVA-Staten moeten binnen één maand na ontvangst van het schrijven waarin dienstige maatregelen worden voorgesteld, aangeven of zij met deze dienstige maatregelen instemmen. |
16.6. Datum van toepassing en duur
(89) |
De onderhavige richtsnoeren treden in werking op de datum waarop zij worden aangenomen. Zij blijven van toepassing gedurende 5 jaar, tenzij in een nieuw besluit anders wordt bepaald. |
(90) |
Aanmeldingen die door de Autoriteit vóór de datum van aanneming zijn geregistreerd, zullen worden getoetst aan de criteria die gelden op het tijdstip van de aanmelding. |
(91) |
De Autoriteit zal de verenigbaarheid met de EER-Overeenkomst van reddings- en herstructureringssteun die zonder haar toestemming – en dus in strijd met artikel 1, lid 3, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst – is toegekend, aan de onderhavige richtsnoeren toetsen wanneer die steun geheel of gedeeltelijk na de bekendmaking van deze richtsnoeren in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het EER-supplement daarbij is toegekend. In alle overige gevallen zal zij het onderzoek verrichten op basis van de op het tijdstip van de toekenning van de steun geldende richtsnoeren. |
(1) Dit hoofdstuk stemt overeen met de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2).
(2) Aangenomen op 19 januari 1994 en bekendgemaakt in PB L 231 van 3.9.1994 en in EER-supplement nr. 32 van dezelfde datum.
(3) Aangenomen op 16 december 1999 en bekendgemaakt in PB L 274 van 26.10.2000 en in EER-supplement nr. 48 van dezelfde datum.
(4) In de desbetreffende mededeling heeft de Commissie opgemerkt dat in het licht van de conclusies van de Europese Raad van Stockholm van 23 en 24 maart 2001 en van de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002 — waarbij de lidstaten werden opgeroepen het volume staatssteun, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product, te blijven verminderen en de steun te heroriënteren op horizontale doelstellingen van gemeenschappelijk belang, met inbegrip van economische en sociale samenhang — een grondiger onderzoek wenselijk lijkt van de vervalsing van de mededinging die wordt veroorzaakt wanneer steun voor reddings- en herstructureringsoperaties wordt toegestaan. Dit strookt ook met de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, die op een versterking van het concurrentievermogen van de Europese economie waren gericht.
(5) Het betreft hier met name de vennootschapsvormen vermeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16), opgenomen in punt 4 van bijlage XXII bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 176/2003 (PB L 88 van 25.3.2004, blz. 53 en EER-supplement nr. 15 van 25.3.2004, blz. 14).
(6) Naar analogie van de bepalingen van Tweede Richtlijn 77/91/EEG van de Raad (PB L 26 van 31.1.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003. Opgenomen in punt 2 van bijlage XXII bij de EER-Overeenkomst bij de EER-uitbreidingsovereenkomst.
(7) Het betreft hier met name de vennootschapsvormen vermeld in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 78/660/EEG (PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16), opgenomen in punt 4 van bijlage XXII bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 176/2003 (PB L 88 van 25.3.2004, blz. 53 en EER-supplement nr. 15 van 25.3.2004, blz. 14).
(8) Om te bepalen of een onderneming zelfstandig is, dan wel van een concern deel uitmaakt, wordt rekening gehouden met de criteria van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 363/2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 20), opgenomen in punt 1, onder d), van bijlage XV bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 131/2004 (PB L 64 van 10.3.2005, blz. 67).
(9) Dergelijke bijzondere bepalingen bestaan voor de luchtvaartsector. Zie hoofdstuk 30 van deze richtsnoeren.
(10) Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „Toezichtovereenkomst” genoemd) (PB L 344 van 31.12.1994, blz. 1).
(11) Arrest van het Hof van Justitie van 15 mei 1997 in zaak C-355/95 P, Textilwerke Deggendorf GmbH (TWD)/Commissie e.a., Jurispr. 1997, blz. I-2549.
(12) Een uitzondering kan worden gemaakt in het geval van reddingssteun in het bankbedrijf, om de desbetreffende kredietinstelling in staat te stellen tijdelijk haar bankactiviteiten voort te zetten overeenkomstig de geldende prudentiële wetgeving (Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1, opgenomen in punt 14 van bijlage IX bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 15/2001 van 1 oktober 2001 (PB L 117 van 26.4.2001, blz. 13 en EER-supplement nr. 22 van 26.4.2001, blz. 8)). In ieder geval dient steun in een andere vorm dan leninggaranties en leningen overeenkomstig de voorwaarden van dit punt a) aan de algemene beginselen voor reddingssteun te voldoen en kan hij niet bestaan uit structurele financiële maatregelen in verband met het eigen vermogen van de bank. Alle steun in een andere vorm dan leninggaranties en leningen welke aan de voorwaarden van punt a) voldoet, zal in aanmerking worden genomen bij het onderzoek van eventuele compenserende maatregelen in het kader van een herstructureringsplan overeenkomstig de punten 37 tot en met 41.
(13) In dit verband kan de Autoriteit ook rekening houden met het feit dat de betrokken onderneming een middelgrote of een grote onderneming is.
(14) Hoofdstuk 26a „Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten”, goedgekeurd op 18 december 2002 (nog niet bekendgemaakt), laatstelijk gewijzigd op 17 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt).
(15) In dergelijke gevallen staat de Autoriteit enkel steun toe om de sociale kosten van de herstructurering te verzachten, in overeenstemming met afdeling 16.3.2.6, en milieusteun voor het schoonmaken van vervuilde locaties die anders misschien zouden worden verlaten.
(16) Zie punt 6. Deze minimumbijdrage mag geen steun omvatten. Dit is bijvoorbeeld niet het geval bij een lening met rentesubsidie of met overheidsgaranties die steunelementen inhouden.
(17) Zie punt 9, onder c).
(18) In de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36), opgenomen in de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 131/2004 (nog niet bekendgemaakt). Tot en met 31 december 2004 is de relevante definitie te vinden in Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie (PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4). De definitie is ook te vinden in bijlage 1 bij Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33), opgenomen in punt 1, onder f), van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 88/2002 van 25 juni 2002 tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-Overeenkomst (PB L 266 van 3.10.2002, blz. 56 en EER-supplement nr. 49 van 3.10.2002, blz. 42).
(19) In zijn arrest in zaak C-241/94, Frankrijk/Commissie (Kimberly Clark Sopalin) (Jurispr. 1996, blz. I 4551), bevestigde het Europees Hof van Justitie dat de financiering op discretionaire grondslag door de Franse autoriteiten, via het „Fonds national de l'emploi”, bepaalde ondernemingen in een gunstiger positie bracht dan andere, en derhalve voldeed aan de voorwaarden die gelden voor steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. (In het arrest van het Hof werd de conclusie van de Commissie dat deze steun met de gemeenschappelijke markt verenigbaar was, niet ter discussie gesteld.)
(20) Wat niet-aangemelde steun betreft, houdt de Autoriteit bij haar onderzoek rekening met de mogelijkheid dat de steun niet als reddings- of herstructureringssteun, doch als andere steun verenigbaar met de EER-Overeenkomst had kunnen worden verklaard.
(21) Van onvoorzienbare omstandigheden is sprake wanneer het management van de onderneming deze niet had kunnen voorzien op het tijdstip dat het herstructureringsplan werd opgesteld en voorzover zulks niet te wijten is aan nalatigheid of fouten van het management van de onderneming of besluiten van het concern waarvan de onderneming deel uitmaakt.
(22) Zie bijlage III. A en B (Standaardformulier voor rapportage over bestaande staatssteun), bij Besluit 195/04/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 14.7.2004 betreffende de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 27 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst (nog niet bekendgemaakt).
(23) NACE is de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gepubliceerd door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen.
BIJLAGE
Formule (1) voor de berekening van het maximumbedrag aan reddingssteun om voor toepassing van de vereenvoudigde procedure in aanmerking te komen:
Deze formule is gebaseerd op de bedrijfsresultaten van de onderneming (EBIT, resultaat vóór rente en belastingen) vastgelegd in het jaar vóór de toekenning/aanmelding van de steun (aangeduid als t). Dit bedrag wordt vermeerderd met de afschrijving. Vervolgens worden variaties in het werkkapitaal bij het totaal gevoegd. De variatie in het werkkapitaal wordt berekend als het verschil tussen de vlottende activa en de vlottende passiva (2) voor de laatste afgesloten boekhoudkundige periode. Evenzo dient, wanneer er uitzonderlijk voorzieningen zouden zijn op het niveau van het bedrijfsresultaat, zulks duidelijk te worden aangegeven en mag het resultaat dergelijke voorzieningen niet omvatten.
Deze formule is bedoeld om een raming te maken van de negatieve operationele kasstroom van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de steunaanvraag (of aan de toekenning van de steun in het geval van niet-aangemelde steun). Met de helft van dit bedrag moet de exploitatie van de onderneming zes maanden kunnen worden voortgezet. Daarom wordt de uitkomst van de formule door twee gedeeld.
Deze formule kan enkel worden toegepast wanneer de uitkomst een negatief bedrag is.
Ingeval de formule een positieve uitkomst oplevert, wordt een gedetailleerde verklaring ingediend waaruit blijkt dat de onderneming in moeilijkheden verkeert zoals omschreven in de punten 9 en 10.
Voorbeeld:
Resultaat vóór rente en belastingen (x mln EUR) |
(12) |
Afschrijving (x mln EUR) |
2 |
Balans (x mln EUR) |
31 december t-1 |
31 december t |
Vlottende activa |
||
Geldmiddelen en kasequivalenten |
10 |
5 |
Vorderingen |
30 |
20 |
Voorraden |
50 |
45 |
Vooruitbetaalde kosten |
20 |
10 |
Overige vlottende activa |
20 |
20 |
Som der vlottende activa |
130 |
100 |
Vlottende passiva |
||
Crediteuren |
20 |
25 |
Overlopende passiva |
15 |
10 |
Uitgestelde baten |
5 |
5 |
Som der vlottende passiva |
40 |
40 |
Werkkapitaal |
90 |
60 |
Variatie in het werkkapitaal |
(30) |
|
Maximumbedrag aan reddingssteun = [– 12 + 2 + (– 30)]/2 = – 20 miljoen EUR.
Aangezien de uitkomst van de formule hoger is dan 10 miljoen EUR, kan de vereenvoudigde procedure van punt 29 niet worden gebruikt. Wordt dit plafond overschreden, dan dient de EVA-Staat uiteen te zetten hoe de toekomstige kasstroombehoeften van de onderneming en het bedrag aan reddingssteun zijn bepaald."
(1) De EBIT (resultaat vóór rente en belastingen zoals beschreven in de jaarrekening van het jaar vóór de aanvraag, aangegeven als t) wordt vermeerderd met de afschrijving in diezelfde periode plus de variatie in het werkkapitaal over een periode van twee jaar (jaar vóór de aanvraag en het jaar voordien) en gedeeld door twee, om het bedrag te verkrijgen over een periode van zes maanden, dat wil zeggen de normale periode waarvoor reddingssteun wordt toegestaan.
(2) Vlottende activa: liquide middelen, vorderingen (klanten- en debiteurenrekeningen), overige vlottende activa en vooruitbetaalde kosten, voorraden. Vlottende passiva: financiële schulden, handelsschulden (leveranciers- en crediteurenrekeningen) en overige vlottende passiva, uitgestelde baten, overige overlopende passiva, belastingverplichtingen.