|
2.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 406/6 |
Eedaflegging door nieuwe leden van het Gerecht
(2019/C 406/09)
Na haar benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 1 februari 2019 (1), voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2022, heeft mevrouw Stancu voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na zijn benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 1 februari 20191, voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2025, heeft de heer Truchot voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na haar benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 6 maart 2019 (2), voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2022, heeft mevrouw Pynnä voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na hun benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 29 mei 2019 (3), voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2025, hebben de heer Laitenberger, de heer Martín y Pérez de Nanclares, de heer Norkus, mevrouw Perišin, de heer Sampol Pucurull, mevrouw Škvařilová-Pelzl en mevrouw Steinfatt voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na zijn benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 29 mei 2019, voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2022, heeft de heer Nõmm voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na hun benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 10 juli 2019 (4), voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2025, hebben de heer Mastroianni en mevrouw Porchia voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
Na zijn benoeming tot rechter in het Gerecht van de Europese Unie bij besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie van 4 september 2019 (5), voor de periode van 6 september 2019 tot en met 31 augustus 2022, heeft de heer Hesse voor het Hof de eed afgelegd op 26 september 2019.
(1) PB L 32 van 4.2.2019, blz. 5.
(2) PB L 69 van 11.3.2019, blz. 51.
(3) PB L 146 van 5.6.2019, blz. 104.