26.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CA 187/1


AANKONDIGING VAN VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN

EPSO/AD/323/16 — Onderzoekers (AD 7) voor de volgende profielen: 1 — Onderzoekers: EU-uitgaven, corruptiebestrijding — 2 — Onderzoekers: douane en handel, tabak en namaakgoederen — EPSO/AD/324/16 — Onderzoekers (AD 9): teamleiders

(2016/C 187 A/01)

Uiterste datum voor inschrijving: 28 juni 2016 om 12 uur ('s middags), Brusselse tijd

Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert vergelijkende onderzoeken op basis van kwalificaties en toetsen om reservelijsten op te stellen waaruit de Europese Commissie (met name het Europees Bureau voor fraudebestrijding — OLAF) kan putten voor de aanwerving van nieuwe ambtenaren in functiegroep AD („ administrateurs ”).

Deze aankondiging vormt samen met de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken die zijn gepubliceerd in Publicatieblad van de Europese Unie C 70 A van 27 februari 2015 (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:C:2015:070A:TOC) het juridisch bindende kader voor de selectieprocedure. BIJLAGE II van deze algemene bepalingen geldt echter niet voor deze onderzoeken. Zij wordt vervangen door BIJLAGE II bij deze aankondiging.

Aantal geslaagde kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst:

EPSO/AD/323/16 (rang AD 7)

Profiel 1: 25

Profiel 2: 15

EPSO/AD/324/16 (rang AD 9): 10

Deze aankondiging heeft betrekking op twee vergelijkende onderzoeken, waarvan één voor twee profielen. U kunt zich slechts voor één profiel per vergelijkend onderzoek inschrijven. Bij uw elektronische inschrijving moet u een keuze maken. U kunt deze keuze niet meer wijzigen nadat u uw online sollicitatie hebt gevalideerd.

WAT HOUDT DE FUNCTIE IN?

EPSO/AD/323/16 (rang AD 7)

1.   Onderzoekers: EU-uitgaven, corruptiebestrijding

Wij zoeken administrateurs (rang AD 7) die onderzoek doen op het vlak van EU-uitgaven, corruptiebestrijding en ernstige wanpraktijken van EU-personeel. EU-uitgaven zijn onder meer uitgaven in het kader van de landbouw- en structuurfondsen, pretoetredingssteun, externe hulp, gecentraliseerde uitgaven, uitgaven voor de financiële instrumenten en uitgaven die samen met internationale organisaties worden beheerd.

2.   Onderzoekers: douane en handel, tabak en namaakgoederen

Wij zoeken administrateurs (rang AD 7) die onderzoek doen op het vlak van douane en handel, tabak en namaakgoederen.

EPSO/AD/324/16 (rang AD 9): teamleiders

Dit vergelijkend onderzoek betreft de aanwerving van administrateurs (rang AD 9) die aan het hoofd zullen staan van een team onderzoekers op het vlak van EU-uitgaven, corruptiebestrijding, ernstige wanpraktijken van EU-personeel, douane, handel, tabak en namaakgoederen.

EU-uitgaven zijn onder meer uitgaven in het kader van de landbouw- en structuurfondsen, pretoetredingssteun, externe hulp, gecentraliseerde uitgaven, uitgaven voor de financiële instrumenten en uitgaven die samen met internationale organisaties worden beheerd.

In BIJLAGE I vindt u meer informatie over de taken.

AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN?

Op het ogenblik dat u uw inschrijving valideert, moet u voldoen aan ALLE onderstaande voorwaarden:

Algemene eisen

Onderdaan zijn van een van de lidstaten van de Europese Unie

Voldaan hebben aan de nationale verplichtingen inzake militaire dienst

In zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de beoogde functie vereist zijn

Bijzondere voorwaarden: Talen

Taal 1: ten minste niveau C1 in een van de 24 officiële talen van de Europese Unie

Taal 2: ten minste niveau B2 in het Duits, het Engels of het Frans (een andere taal dan taal 1)

Voor meer informatie over taalvaardigheidsniveaus, zie het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen

(https://europass.cedefop.europa.eu/nl/resources/european-language-levels-cefr)

Goede beheersing van het Engels (schriftelijk en mondeling) is vereist voor beide vergelijkende onderzoeken. De onderzoekers op het gebied van corruptiebestrijding of financiële misdrijven in een internationale context gebruiken hoofdzakelijk Engels. Een goede kennis van het Engels is dus essentieel, bijvoorbeeld om presentaties te geven, besprekingen te houden of rapporten op te stellen en zo efficiënt te kunnen samenwerken en informatie uit te wisselen met de nationale overheden van de lidstaten en van derde landen.

U moet het sollicitatieformulier invullen in het Duits, Engels of Frans .

Taal 2 moet Duits, Engels of Frans zijn. Dit zijn de belangrijkste werktalen van de Commissie en het is in het belang van de dienst dat nieuwe personeelsleden onmiddellijk inzetbaar zijn en in hun dagelijks werk doeltreffend kunnen communiceren in ten minste één van deze talen.

In BIJLAGE II vindt u meer informatie over de taalvereisten bij deze vergelijkende onderzoeken.

Bijzondere voorwaarden: kwalificaties en werkervaring

In BIJLAGE III vindt u meer informatie over de voor elk profiel vereiste kwalificaties en werkervaring.

HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE?

1)    Meerkeuzetoetsen per computer

Als het aantal kandidaten per vergelijkend onderzoek en per profiel een bepaald quotum overschrijdt (quotum vast te stellen door EPSO, in zijn hoedanigheid van tot aanstelling bevoegd gezag), worden alle kandidaten die hun inschrijving tijdig hebben gevalideerd, uitgenodigd voor een aantal meerkeuzetoetsen per computer in een door EPSO erkend centrum.

Als het aantal kandidaten onder het quotum ligt, worden deze toetsen afgenomen tijdens het assessment (zie punt 3).

De meerkeuzetoetsen zijn als volgt samengesteld:

Testen

Taal

Aantal vragen

Duur

Vereiste minimumscore

Verbaal redeneervermogen

Taal 1

20 vragen

35 min.

10/20

Numeriek redeneervermogen

Taal 1

10 vragen

20 min.

Numeriek + abstract samen: 10/20

Abstract redeneervermogen

Taal 1

10 vragen

10 min.

Als u niet de vereiste minimumscore behaalt voor deze testen, wordt u uitgesloten van verdere deelname. De scores worden niet opgeteld bij de assessmentonderdelen.

2)    Selectie op basis van kwalificaties

Eerst wordt op basis van de gegevens in de online-inschrijving gecontroleerd of u voldoet aan de voorwaarden. Er zijn twee mogelijke scenario's:

Als de meerkeuzetoetsen vooraf plaatsvinden , worden de dossiers van de kandidaten gecontroleerd in afnemende volgorde van de behaalde score, totdat een bepaald quotum is bereikt (dit quotum wordt per vergelijkend onderzoek en per profiel vastgesteld door EPSO, in zijn hoedanigheid van tot aanstelling bevoegd gezag). De dossiers van de overige kandidaten worden niet onderzocht;

als de meerkeuzetoetsen niet vooraf plaatsvinden , worden de dossiers van alle kandidaten gecontroleerd.

Vervolgens wordt alleen voor de aldus geselecteerde kandidaten de selectie op basis van kwalificaties uitgevoerd op basis van de informatie die is verstrekt in de rubriek „Talent Screener/Evaluateur de talent/Talentfilter”. De jury kent aan elk selectiecriterium een gewicht toe (1, 2 of 3) naargelang van het belang dat de jury aan dat criterium hecht. Voor elk antwoord van de kandidaat wordt een score tussen 0 en 4 punten toegekend.

Deze score wordt vervolgens vermenigvuldigd met het gewicht van het desbetreffende criterium en deze uitkomsten worden opgeteld tot de totaalscore. Het profiel van degenen met de hoogste totaalscore sluit het best aan bij de uit te voeren taken.

In BIJLAGE IV vindt u per profiel de lijst van selectiecriteria.

3)    Assessment

Per vergelijkend onderzoek en per profiel worden maximaal driemaal zoveel kandidaten toegelaten tot het assessment als het aantal kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst. Degenen met de hoogste totaalscores voor de selectie op basis van kwalificaties worden uitgenodigd voor een assessment in taal 2 en in het Engels . Het assessment duurt één of twee dagen en vindt hoogstwaarschijnlijk plaats in Brussel .

Als de in punt 1 beschreven meerkeuzetoetsen per computer niet vooraf hebben plaatsgevonden , worden deze afgenomen tijdens het assessment.

Tijdens het assessment worden voor ieder vergelijkend onderzoek en voor ieder profiel acht algemene vaardigheden en de vakspecifieke vaardigheden getoetst tijdens vijf testen (interviews over de algemene en de vakspecifieke vaardigheden, groepsoefening en casestudy in taal 2, en een test van uw kennis van het Engels), volgens onderstaande schema's:

Vaardigheid

Testen

1.

Problemen analyseren en oplossen

Groepsoefening

Casestudy

2.

Communiceren

Casestudy

Interview over de algemene vaardigheden

3.

Kwaliteits- en resultaatgericht werken

Casestudy

Interview over de algemene vaardigheden

4.

Leren en zich blijven ontwikkelen

Groepsoefening

Interview over de algemene vaardigheden

5.

Prioriteiten stellen en organiseren

Groepsoefening

Casestudy

6.

Stressbestendigheid

Groepsoefening

Interview over de algemene vaardigheden

7.

Samenwerken

Groepsoefening

Interview over de algemene vaardigheden

8.

Leiding geven

Groepsoefening

Interview over de algemene vaardigheden

Vereiste minimumscore

3/10 per vaardigheid en 40/80 in totaal


Vaardigheden

Testen

Specifieke vaardigheden op het vakgebied

Interview over de vakspecifieke vaardigheden

Vereiste minimumscore

60/120

Engels

Taalkennis

Vereiste minimumscore

5/10

Als u niet de vereiste minimumscore behaalt voor de taaltest, wordt u uitgesloten van verdere deelname. De score wordt niet opgeteld bij de andere assessmentonderdelen.

4)    Reservelijst

De jury controleert de bewijsstukken om te bepalen of de kandidaten aan de voorwaarden voldoen. De kandidaten die na afloop van het assessment de hoogste totaalscores hebben behaald, worden op een reservelijst per vergelijkend onderzoek en per profiel geplaatst, totdat het maximumaantal dat op de reservelijst kan worden geplaatst, is bereikt. De reservelijst wordt in alfabetische volgorde opgesteld.

HOE EN WANNEER KAN IK ME INSCHRIJVEN?

U kunt zich online inschrijven op de website van EPSO (http://jobs.eu-careers.eu) vóór:

28 juni 2016 om 12 uur ('s middags), Brusselse tijd.


BIJLAGE I

FUNCTIEOMSCHRIJVING

EPSO/AD/323/16

1.   Onderzoekers: EU-uitgaven, corruptiebestrijding (AD 7)

De belangrijkste taken zijn:

onderzoek doen op basis van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:248:0001:0022:NL:PDF) op het gebied van EU-uitgaven en corruptiebestrijding, met inbegrip van missies en controles ter plaatse in lidstaten en derde landen of inspecties van gebouwen, om informatie en bewijzen te verzamelen voor de dossiers;

interviews voorbereiden en afnemen van getuigen, betrokkenen, bronnen en klokkenluiders;

informatie en documenten analyseren die relevant zijn voor de dossiers;

documenten opstellen met betrekking tot het onderzoek (zoals het werkplan, onderzoeksverslagen, missieverslagen, notulen van vergaderingen);

toezicht houden op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van OLAF;

bijdragen aan horizontale kwesties in verband met de onderzoeken;

contacten uitbouwen met andere diensten van de Commissie, instellingen, organen en instanties die zijn opgericht bij of op basis van de Verdragen (hierna „instellingen, organen en instanties van de Europese Unie” genoemd), internationale organisaties en nationale diensten van lidstaten en derde landen met betrekking tot de onderzoeken, en toezicht houden op deze contacten;

advies verstrekken inzake nationaal en internationaal strafrecht en het EU-recht.

2.   Onderzoekers: douane en handel, tabak en namaakgoederen (AD 7)

De belangrijkste taken zijn:

onderzoek doen op basis van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:248:0001:0022:NL:PDF) op het gebied van douane en handelsfraude (in het bijzonder fraude betreffende preferentiële en niet-preferentiële regels van oorsprong, met inbegrip van ontduiking van antidumpingrechten en compenserende rechten, opzettelijk verkeerde indeling, onderwaardering) en fraude met tabak en namaakgoederen;

inspecties uitvoeren met betrekking tot de traditionele eigen middelen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1439369005059&uri=CELEX:02000R1150-20141224);

ad-hocergaderingen met lidstaten organiseren en leiden;

ter plaatse in de EU controles uitvoeren en bedrijfsbezoeken afleggen en onderzoeksopdrachten uitvoeren in derde landen; informatie verzamelen en analyseren en bewijzen verzamelen op een wijze die de toelaatbaarheid ervan in gerechtelijke procedures waarborgt;

uit verschillende databanken informatie halen en analyseren;

interviews voorbereiden en afnemen van getuigen, betrokkenen, bronnen en klokkenluiders;

onderzoeksverslagen schrijven (met inbegrip van verslagen van bedrijfsbezoeken, missieverslagen en eindverslagen, nota's, mededelingen en correspondentie in het kader van wederzijdse bijstand);

toezicht houden op de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van OLAF;

coördineren van en bijstand verlenen aan onderzoeken van de onderzoeksdiensten van de lidstaten;

indien nodig bewijs in rechte leveren over OLAF-onderzoeken;

bijdragen aan horizontale kwesties in verband met de onderzoeken;

contacten uitbouwen met andere diensten van de Commissie, instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, internationale organisaties en nationale diensten van lidstaten en derde landen met betrekking tot de onderzoeken, en toezicht houden op deze contacten.

EPSO/AD/324/16 — Onderzoekers: teamleiders (AD 9)

De belangrijkste taken zijn:

onderzoek doen op basis van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:248:0001:0022:NL:PDF) met inbegrip van onderzoeksmissies en controles ter plaatse in lidstaten en derde landen of inspecties van gebouwen, om informatie en bewijzen te verzamelen voor de dossiers;

vergaderingen leiden met andere diensten van de Commissie, andere EU-instellingen, lidstaten, derde landen en internationale organisaties met betrekking tot onderzoeken;

coördineren van interviews van getuigen, betrokkenen, bronnen en klokkenluiders;

bijdragen aan horizontale kwesties in verband met de onderzoeken;

toezicht houden op de prestaties van de teamleden en zorgen dat taken en verantwoordelijkheden efficiënt verdeeld zijn over de teamleden;

efficiënt leiding geven zodat de teamleden gemotiveerd blijven en hun deskundigheid en ervaring ontwikkelen;

contacten uitbouwen met andere diensten van de Commissie, instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, internationale organisaties en nationale diensten van lidstaten en derde landen met betrekking tot de onderzoeken; toezicht houden op deze contacten en deze coördineren.

Einde van BIJLAGE I, klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


BIJLAGE II

TOELICHTING BIJ DE TAALREGELING VOOR DEZE SELECTIEPROCEDURES

Dit zijn vergelijkende onderzoeken voor specialisten voor de aanwerving van onderzoekers en leiders van een team van onderzoekers. De toelatingsvoorwaarden die worden beschreven in de rubriek „AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN?” hangen samen met de primaire behoeften van de EU-instellingen aan specialistische vaardigheden, ervaring en kennis en met de noodzaak dat nieuwe ambtenaren doeltreffend hun werk moeten kunnen uitvoeren, met name in samenwerking met andere personeelsleden.

Daarom kan voor de tweede taal slechts gekozen worden uit een beperkt aantal officiële EU-talen. Deze beperking houdt ook verband met budgettaire en operationele beperkingen en de aard van de selectiemethoden van EPSO, zoals hieronder beschreven in de punten 1, 2 en 3. De taaleisen voor deze vergelijkende onderzoeken zijn vastgesteld door de raad van bestuur van EPSO, waarbij rekening is gehouden met deze factoren en met andere specifieke vereisten in verband met de aard van de functie of de specifieke behoeften van de Europese Commissie.

Deze vergelijkende onderzoeken dienen om een reservelijst aan te leggen van administrateurs die kunnen worden aangeworven door de Europese Commissie. Het is essentieel dat zij na aanwerving onmiddellijk inzetbaar zijn en met hun collega's en leidinggevenden kunnen communiceren. Op basis van de criteria voor de selectie van talen voor EU-selectieprocedures (zie punt 2) is de Europese Commissie van mening dat Duits, Engels en Frans het meest geschikt zijn als opties voor de tweede taal voor dit vergelijkend onderzoek.

Gezien het feit dat het Duits, Engels en Frans de talen zijn die het meest worden gesproken, vertaald en gebruikt voor administratieve doeleinden door de personeelsleden van de Europese Commissie, en die het vaakst worden gebruikt voor communicatie met derde partijen die betrokken zijn bij onderzoeken naar fraude, corruptie, douane en handel, moet ten minste één van deze talen door de kandidaten worden gekozen als een van de twee verplichte talen.

Daarnaast is een goede kennis van het Engels essentieel voor samenwerking op het vlak van financiële misdaad, corruptiebestrijding en de strijd tegen namaakartikelen in een internationale context. Een goede kennis van het Engels is dus essentieel, bijvoorbeeld om presentaties te geven, besprekingen te houden of rapporten op te stellen en zo efficiënt te kunnen samenwerken en informatie uit te wisselen met de nationale overheden van de lidstaten en van derde landen. Kandidaten zullen tijdens het assessment dan ook een extra taaltoets moeten afleggen in het Engels.

Kandidaten moeten hun online-inschrijving invullen in deze tweede taal (Duits, Engels of Frans) en EPSO moet deze talen gebruiken voor collectieve mededelingen aan de kandidaten die een geldige inschrijving hebben ingediend en voor sommige van de in punt 3 beschreven toetsen.

1.   Motivering voor de keuze van talen voor een bepaalde selectieprocedure

De EU-instellingen zijn van mening dat besluiten over specifieke talen die moeten worden gebruikt voor een bepaalde selectieprocedure, en met name besluiten over een eventuele beperking van het aantal te kiezen talen, moeten worden genomen op basis van de volgende overwegingen:

i)

Vereiste dat nieuwe medewerkers onmiddellijk operationeel zijn

Nieuwe medewerkers moeten onmiddellijk operationeel zijn en de taken kunnen uitvoeren waarvoor zij zijn aangeworven. EPSO moet er dus voor zorgen dat de geslaagde kandidaten voldoende kennis hebben van een combinatie van talen om hun taken doeltreffend te kunnen uitvoeren, en in het bijzonder dat geslaagde kandidaten in hun dagelijks werk efficiënt kunnen communiceren met hun collega's en leidinggevenden.

Het kan derhalve gerechtvaardigd zijn om enkele toetsen te organiseren in een beperkt aantal voertalen om ervoor te zorgen dat alle kandidaten, ongeacht hun eerste taal, in staat zijn te werken in ten minste één van deze talen. Anders ontstaat het risico dat een aanzienlijk aandeel van de geslaagde kandidaten niet binnen een redelijke termijn in staat zou zijn de taken waarvoor zij zijn aangeworven, uit te voeren. Bovendien zou dit voorbijgaan aan de evidente overweging dat toekomstige ambtenaren van de EU gemotiveerd zijn om te werken in een internationale organisatie die gebruik moet maken van voertalen om goed te kunnen functioneren en de haar door de EU-Verdragen toevertrouwde taken uit te voeren.

ii)

Aard van de selectieprocedure

In sommige gevallen kan de beperking van de keuze van de tweede taal ook gerechtvaardigd zijn door de aard van de selectieprocedure.

Overeenkomstig artikel 27 van het Statuut beoordeelt EPSO kandidaten door middel van vergelijkende onderzoeken om hun vaardigheden te evalueren en beter te voorspellen of kandidaten in staat zijn om de taken uit te voeren.

Het assessment is een selectiemethode waarbij kandidaten op een gestandaardiseerde manier worden geëvalueerd op basis van verschillende scenario’s waarbij verscheidene leden van de jury de kandidaten observeren. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een vooraf door het tot aanstelling bevoegde gezag vastgesteld competentiekader, waarbij een gemeenschappelijke scoringsmethode wordt gebruikt en besluiten gezamenlijk worden genomen.

Door de specifieke vaardigheden op deze manier te toetsen, kunnen de EU-instellingen nagaan of kandidaten in staat zijn onmiddellijk te functioneren in een omgeving die sterk overeenkomt met de dagelijkse werksituatie in de EU-instellingen. Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat met een assessment dat uitgaat van realistische simulaties van de werksituatie, de reële prestaties het best kunnen worden voorspeld. Assessments worden derhalve overal ter wereld toegepast. Gezien de lengte van de loopbanen bij de EU-instellingen en de mate van mobiliteit, is dit type beoordeling essentieel, met name voor de selectie van ambtenaren in vaste dienst.

Om ervoor te zorgen dat kandidaten op gelijke voet kunnen worden beoordeeld en rechtstreeks met de beoordelaars en de andere kandidaten kunnen communiceren, worden de kandidaten beoordeeld in een groep met gebruik van een gemeenschappelijke taal. Tenzij er sprake is van een vergelijkend onderzoek met slechts één hoofdtaal, betekent dit automatisch dat het assessment moet worden georganiseerd in een beperkt aantal talen.

iii)

Budgettaire en operationele beperkingen

Om verschillende redenen is de raad van bestuur van EPSO van mening dat het praktisch gezien niet mogelijk is om het assessment van elk vergelijkend onderzoek in alle officiële EU-talen te organiseren.

Ten eerste zou dit zeer ernstige gevolgen hebben voor de financiële en personele middelen, waardoor de EU-instellingen binnen het huidige begrotingskader hun vacatures niet zouden kunnen invullen. De Europese belastingbetaler zou hiermee geen waar voor zijn geld krijgen.

Ten tweede zou voor het organiseren van assessments in alle officiële talen een groot aantal tolken nodig zijn voor de vergelijkende onderzoeken, die zouden moeten plaatsvinden in passende ruimten die zijn voorzien van tolkencabines.

Ten derde zou voor elk vergelijkend onderzoek een veel groter aantal juryleden nodig zijn om de verschillende talen van de kandidaten te dekken.

2.   Criteria voor de keuze van talen voor een bepaalde selectieprocedure

Als kandidaten uit een beperkt aantal officiële EU-talen moeten kiezen, moet de raad van bestuur van EPSO voor elk vergelijkend onderzoek apart bepalen welke talen zullen worden gebruikt, waarbij rekening moet worden gehouden met:

i)

interne regels inzake taalgebruik binnen de betrokken instelling(en) of organen;

ii)

specifieke vereisten in verband met de aard van de functie en de specifieke behoeften van de betrokken instelling(en);

iii)

de talen die het vaakst binnen de betrokken instelling(en) worden gebruikt, te bepalen op basis van:

de door de vaste EU-ambtenaren in actieve dienst opgegeven en bewezen talenkennis op niveau B2 of hoger van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen;

de meest gebruikte doeltalen waarin voor intern gebruik bestemde documenten binnen de EU-instellingen worden vertaald;

de meest gebruikte brontalen vanwaaruit intern opgestelde documenten van de EU-instellingen, bestemd voor extern gebruik, worden vertaald;

iv)

de talen die worden gebruikt voor administratieve doeleinden binnen de betrokken instelling(en).

3.   Voor de communicatie gebruikte talen

In deze paragraaf worden de algemene regels beschreven voor het gebruik van talen in de communicatie tussen EPSO en de kandidaten. Daarnaast kunnen specifieke regels gelden die worden beschreven in de desbetreffende aankondiging van vergelijkend onderzoek.

EPSO houdt naar behoren rekening met het recht dat kandidaten als EU-burgers hebben om in hun moedertaal te communiceren en erkent tevens dat kandidaten die hun inschrijving valideren, potentiële ambtenaren van de Europese Unie zijn, waarop de rechten en plichten van het Statuut van toepassing zijn. De EU-instellingen zijn daarom van mening dat EPSO zo veel mogelijk in alle officiële EU-talen met kandidaten moet communiceren en informatie over hun sollicitatie moet verstrekken. Vaste elementen op de website van EPSO, aankondigingen van vergelijkende onderzoeken en de algemene bepalingen betreffende vergelijkende onderzoeken worden daarom in alle officiële talen gepubliceerd.

In elke aankondiging van een vergelijkend onderzoek wordt vermeld in welke talen het onlinesollicitatieformulier moet worden ingevuld. De instructies voor het invullen van het sollicitatieformulier moeten in alle officiële talen worden verstrekt. Deze bepalingen zijn van toepassing gedurende de overgangsperiode waarin het eerste deel van een onlinesollicitatieprocedure in alle officiële talen zal worden ingevoerd.

Nadat het eerste deel van de elektronische inschrijving is gevalideerd, worden collectieve mededelingen van EPSO aan grote groepen kandidaten in een beperkt aantal officiële EU-talen gesteld, om snel en efficiënt te kunnen communiceren. Dit zal de eerste of de tweede taal van de kandidaat zijn, zoals wordt vermeld in de desbetreffende aankondiging van vergelijkend onderzoek.

Kandidaten mogen in alle officiële EU-talen contact opnemen met EPSO, maar worden met het oog op de efficiëntie aangemoedigd om daarbij te kiezen uit een beperkt aantal talen waarin EPSO onmiddellijk hun verzoek kan behandelen zonder een beroep te hoeven doen op vertaling.

Bepaalde toetsen kunnen in een beperkt aantal officiële EU-talen worden afgenomen om ervoor te zorgen dat de kandidaten over de vereiste talenkennis beschikken om deel te nemen aan de assessmentfase van het vergelijkend onderzoek. De talen waarin de verschillende toetsen worden afgenomen, worden vermeld in de aankondiging van vergelijkend onderzoek.

Volgens de EU-instellingen wordt zo een eerlijk en passend evenwicht bereikt tussen de belangen van de dienst en het beginsel van meertaligheid en niet-discriminatie op basis van taal. Het feit dat de kandidaten een tweede taal moeten kiezen die verschilt van hun eerste taal (gewoonlijk de moedertaal of een taal die op een gelijkwaardig niveau wordt beheerst), zorgt ervoor dat zij op gelijke voet kunnen worden vergeleken.

Einde van BIJLAGE II, klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


BIJLAGE III

KWALIFICATIES EN WERKERVARING

EPSO/AD/323/16

1.   Onderzoekers: EU-uitgaven, corruptiebestrijding (AD 7)

Een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar , gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring als onderzoeker of politieagent of in een andere functie binnen de rechtshandhaving waarbij onderzoek wordt verricht naar financiële misdaad, corruptie onder ambtenaren en de verdediging van de openbare financiële belangen,

OF

een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar , gevolgd door ten minste zeven jaar relevante werkervaring als onderzoeker of politieagent of in een andere functie binnen de rechtshandhaving waarbij onderzoek wordt verricht naar financiële misdaad, corruptie onder ambtenaren en de verdediging van de openbare financiële belangen.

U moet deze werkervaring hebben opgedaan bij een rechtshandhavingsinstantie, de rechterlijke macht of een overheidsadministratie van een lidstaat, een instelling of orgaan van de Europese Unie of een internationale organisatie.

Voor meer informatie over diploma's, zie bijlage I bij de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:C:2015:070A:TOC).

2.   Onderzoekers: douane en handel, tabak en namaakgoederen (AD 7)

Een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar , gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring als onderzoeker, politieagent, douanebeambte of andere rechtshandhaver die onderzoek voert naar fraude of onregelmatigheden die de nationale financiële belangen of die van de EU schaden,

OF

een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar , gevolgd door ten minste zeven jaar relevante werkervaring als onderzoeker, politieagent, douanebeambte of andere rechtshandhaver die onderzoek voert naar fraude of onregelmatigheden die de nationale financiële belangen of die van de EU schaden.

U moet deze werkervaring hebben opgedaan bij een douanedienst van een lidstaat, een andere rechtshandhavingsinstantie of een EU-instelling die bevoegd is voor het onderzoeken van fraude en onregelmatigheden die de financiële belangen van de EU of de lidstaten schaden.

Voor meer informatie over diploma's, zie bijlage I bij de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:C:2015:070A:TOC).

EPSO/AD/324/16 — Onderzoekers: teamleiders (AD 9)

Een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste vier jaar , gevolgd door ten minste tien jaar relevante werkervaring bij een rechtshandhavingsinstantie, de rechterlijke macht of een overheidsadministratie van een lidstaat, instelling, orgaan of instantie van de Europese Unie, een internationale organisatie of een douanedienst van een lidstaat, als onderzoeker, openbaar aanklager of magistraat die onderzoek doet naar fraude of onregelmatigheden die de nationale financiële belangen of die van de EU schaden.

Van deze tien jaar moet ten minste vier jaar werkervaring zijn opgedaan in een rol in het management of de coördinatie van personeel , met echte verantwoordelijkheden op het vlak van personeelsbeheer, en ten minste twee jaar als aanklager of rechter aan het hoofd van een onderzoeksteam of als hoofd van een team onderzoekers die administratieve of gerechtelijke onderzoeken uitvoeren,

OF

een diploma van een voltooide universitaire opleiding van ten minste drie jaar , gevolgd door ten minste elf jaar relevante werkervaring bij een rechtshandhavingsinstantie, de rechterlijke macht of een overheidsadministratie van een lidstaat, instelling, orgaan of instantie van de Europese Unie, een internationale organisatie of een douanedienst van een lidstaat, als onderzoeker, openbaar aanklager of magistraat die onderzoek doet naar fraude of onregelmatigheden die de nationale financiële belangen of die van de EU schaden.

Van deze elf jaar moet ten minste vier jaar werkervaring zijn opgedaan in een rol in het management of de coördinatie van personeel , met echte verantwoordelijkheden op het vlak van personeelsbeheer, en ten minste twee jaar als aanklager of rechter aan het hoofd van een onderzoeksteam of als hoofd van een team onderzoekers die administratieve of gerechtelijke onderzoeken uitvoeren.

Bij de beoordeling van de ervaring in een leidinggevende of coördinerende functie houdt de jury rekening met relevante informatie die door de kandidaten wordt verstrekt, zoals:

de titel en de precieze beschrijving van de uitgeoefende functie en de duur;

de omvang van het personeelsbestand waarop in die functie toezicht werd uitgeoefend;

het aantal hiërarchische lagen boven en onder de vervulde functie en het aantal collega's in functies op hetzelfde niveau.

De werkervaring moet zijn opgedaan na het behalen van de kwalificaties die toegang geven tot het vergelijkend onderzoek.

Voor meer informatie over diploma's, zie bijlage I bij de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken (http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:C:2015:070A:TOC).

Einde van BIJLAGE III, klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


BIJLAGE IV

SELECTIECRITERIA

De jury neemt de volgende criteria in aanmerking voor de selectie op basis van kwalificaties:

EPSO/AD/323/16:

1.   Onderzoekers: EU-uitgaven, corruptiebestrijding (AD 7):

1.

werkervaring bij het doen van onderzoek ter bescherming van de financiële belangen van de EU op het vlak van EU-uitgaven, corruptiebestrijding of ernstige wanpraktijken van EU-personeel;

2.

een universitair diploma dat verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat voor dit profiel toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek;

3.

een attest van een opleiding van ten minste 480 uur die verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat voor dit profiel toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek;

4.

werkervaring met deelname aan controle ter plaatse of inspecties van gebouwen en aan interviews op het vlak van EU-uitgaven, corruptiebestrijding en ernstige wanpraktijken van EU-personeel, uitgevoerd in het kader van administratieve of gerechtelijke onderzoeken;

5.

werkervaring met het opstellen van onderzoeksverslagen, zoals missieverslagen, eindverslagen, analytische verslagen, nota's;

6.

werkervaring met het organiseren en geven van opleidingen die verband houden met de aard van de functie van dit profiel;

7.

werkervaring met het geven van presentaties over onderwerpen die verband houden met de aard van de functie van dit profiel (conferenties, seminars, workshops);

8.

werkervaring in een internationale omgeving of met internationale organisaties die verband houden met de aard van de functie van dit profiel;

9.

werkervaring met deelname aan onderzoeken, of de coördinatie van dergelijke onderzoeken, met betrekking tot meerdere lidstaten of derde landen;

10.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen diensten van instellingen, organen en instanties van de Europese Unie;

11.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen internationale organisaties;

12.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen nationale diensten.

2.   Onderzoekers: douane en handel, tabak en namaakgoederen (AD 7):

1.

werkervaring bij het doen van onderzoek ter bescherming van de financiële belangen van de EU op het vlak van douane en handel, tabak en namaakgoederen;

2.

een universitair diploma dat verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat voor dit profiel toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek;

3.

een attest van een opleiding van ten minste 480 uur die verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat voor dit profiel toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek;

4.

werkervaring met deelname aan controles ter plaatse of onderzoeksmissies in derde landen en interviews op het vlak van douane en handel, tabak en namaakgoederen;

5.

werkervaring met het opstellen van onderzoeksverslagen, zoals missieverslagen, eindverslagen, analytische verslagen, nota's;

6.

werkervaring met het organiseren en geven van opleidingen die verband houden met de aard van de functie van dit profiel;

7.

werkervaring met het geven van presentaties over onderwerpen die verband houden met de aard van de functie van dit profiel (conferenties, seminars, workshops);

8.

werkervaring in een internationale omgeving of met internationale organisaties die verband houden met de aard van de functie van dit profiel;

9.

werkervaring met het halen van informatie uit verschillende databanken in het kader van onderzoeksactiviteiten en met het analyseren van die informatie.

EPSO/AD/324/16 — Onderzoekers: teamleiders (AD 9):

1.

werkervaring bij het doen van onderzoek ter bescherming van de financiële belangen van de EU dat verband houdt met de aard van de functie;

2.

een universitair diploma dat verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat toegang geeft tot dit vergelijkend onderzoek;

3.

een attest van een opleiding van ten minste 480 uur die verband houdt met de aard van de functie, boven op het diploma dat toegang geeft tot dit vergelijkend onderzoek;

4.

werkervaring met het leiden van controles ter plaatse of inspecties van gebouwen en van interviews die verband houden met de aard van de functie en die worden uitgevoerd in het kader van administratieve of gerechtelijke onderzoeken;

5.

werkervaring met het opstellen of redigeren van onderzoeksverslagen, zoals missieverslagen, eindverslagen, analytische verslagen, nota's;

6.

werkervaring met het organiseren en geven van opleidingen die verband houden met de aard van de functie;

7.

werkervaring met het organiseren en leiden van vergaderingen in een internationale omgeving of met internationale organisaties die verband houden met de aard van de functie;

8.

werkervaring van ten minste twee jaar, bovenop de ervaring die toegang geeft tot het vergelijkend onderzoek, als leider van een team van onderzoekers op een domein dat verband houdt de aard van de functie;

9.

werkervaring met het leiden van onderzoeken, of de coördinatie van dergelijke onderzoeken, met betrekking tot meerdere lidstaten of derde landen;

10.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen diensten van EU-instellingen;

11.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen internationale organisaties;

12.

werkervaring met de coördinatie van fraudebestrijding tussen nationale diensten.

Einde van BIJLAGE IV, klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.