20.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 177/37


Oproep tot het indienen van voorstellen IX-2013/02 — „Subsidies aan politieke stichtingen op Europees niveau”

2012/C 177/07

Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dragen de politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie. Voorts bepaalt artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat het Europees Parlement en de Raad bij verordeningen volgens de gewone wetgevende procedure het statuut van de Europese politieke partijen, bedoeld in artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vaststellen.

Bij de herziening van de desbetreffende verordening werd de rol van de politieke stichtingen op Europees niveau erkend, als organisaties die banden hebben met politieke partijen op Europees niveau en „waarvan de activiteiten het bereiken van de doelstellingen van de politieke partijen op Europees niveau […] dichterbij kunnen helpen brengen, met name door bij te dragen aan het debat over Europese politieke aangelegenheden en de Europese integratie en als katalysator voor nieuwe ideeën, analyses en beleidsopties te fungeren”. De verordening voorziet met name in een jaarlijkse financiële bijdrage van het Europees Parlement in de vorm van een subsidie aan de politieke stichtingen die hiertoe een verzoek indienen en die aan de in de verordening gestelde voorwaarden voldoen.

In die context doet het Parlement een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de toekenning van subsidies aan de politieke stichtingen op Europees niveau.

1.   RECHTSGRONDSLAG

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (hierna „Verordening (EG) nr. 2004/2003”) (1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 (hierna „Besluit van het Bureau”) (2).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „Financieel Reglement”) (3).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (hierna „Uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement”) (4).

2.   OOGMERK

Artikel 2 van het besluit van het Bureau bepaalt: „Het Europees Parlement publiceert elk jaar vóór het verstrijken van het eerste halfjaar een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de verlening van subsidie ter financiering van partijen en stichtingen. In deze oproep wordt bekendgemaakt aan welke criteria moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor subsidie, op welke wijze de financiering door de Gemeenschap geschiedt en wat het tijdschema is voor de subsidietoekenningsprocedure.”

De onderhavige oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de verzoeken om financiering voor het begrotingsjaar 2013 en dekt activiteiten tijdens de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2013. De subsidie is bestemd ter financiering van het jaarlijkse werkprogramma van de begunstigde.

3.   ONTVANKELIJKHEID

Alleen schriftelijke aanvragen die overeenkomstig het in bijlage 1 bij bovengenoemd besluit van het Bureau opgenomen aanvraagformulier zijn opgesteld en die vóór de vastgestelde termijn aan de voorzitter van het Europees Parlement zijn toegestuurd, komen voor financiering in aanmerking.

4.   CRITERIA EN BEWIJSSTUKKEN

4.1.   Subsidiabiliteitscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een politieke stichting op Europees niveau voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2004/2003, namelijk:

a)

zij is geaffilieerd aan een van de politieke partijen op Europees niveau die erkend zijn op grond van deze verordening, en de affiliatie moet door die partij worden gestaafd,

b)

zij bezit rechtspersoonlijkheid in de lidstaat waar haar zetel gevestigd is; deze rechtspersoonlijkheid moet los staan van die van de politieke partij op Europees vlak waarmee zij is geaffilieerd,

c)

met name in haar programma en optreden eerbiedigt zij de beginselen waarop de Europese Unie is gegrondvest, te weten: vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden alsmede de rechtsstaat,

d)

zij mag geen winstoogmerk hebben;

e)

haar bestuur moet een geografisch evenwichtige samenstelling hebben.

De stichting moet tevens voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2004/2003: „Het komt binnen het kader van deze richtlijn aan elke politieke partij en stichting op Europees niveau toe om in overeenstemming met het toepasselijke nationale recht de bijzondere voorschriften voor hun relatie vast te stellen, waaronder een adequate scheiding tussen de dagelijkse leiding en de bestuursstructuren van de politieke stichting op Europees niveau enerzijds, en de politieke partij waarmee zij banden heeft anderzijds.”

4.2.   Uitsluitingscriteria

Aanvragers moeten tevens verklaren dat de politieke stichting zich niet in een van de situaties bevindt die worden genoemd in artikel 93, lid 1, en artikel 94 van het Financieel Reglement.

4.3.   Selectiecriteria

Aanvragers moeten bewijzen dat de politieke stichting over de nodige wettelijke bevoegdheden en financiële middelen beschikt om het in het aanvraagformulier beschreven werkprogramma ten uitvoer te leggen en beheerstechnisch en organisatorisch in staat is dit programma tot een goed einde te brengen.

4.4.   Toekenningscriteria

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2004/2003 worden de beschikbare kredieten voor het begrotingsjaar 2013 als volgt verdeeld over de politieke stichtingen op Europees niveau waarvan het verzoek in het licht van de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria werd ingewilligd:

a)

15 % wordt gelijkelijk verdeeld,

b)

85 % wordt verdeeld over de stichtingen die geaffilieerd zijn aan politieke partijen op Europees niveau waarvan vertegenwoordigers zetelen in het Europees Parlement, in verhouding tot het aantal gekozen leden.

4.5.   Bewijsstukken

Met het oog op de toetsing van hun aanvraag aan de bovengenoemde criteria moeten aanvragers de volgende bewijsstukken verstrekken:

a)

het origineel van de aanvraagbrief met vermelding van het aangevraagde subsidiebedrag,

b)

het in bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 opgenomen aanvraagformulier, naar behoren ingevuld en ondertekend (met inbegrip van de schriftelijke verklaring op erewoord),

c)

het statuut van de aanvrager,

d)

een officieel registratiebewijs van de aanvrager,

e)

een recent bestaansbewijs van de aanvrager,

f)

de lijst van bestuurders/leden van de raad van bestuur (namen en voornamen, nationaliteit, titels of functies binnen de aanvragende stichting),

g)

het programma van de aanvragende stichting,

h)

een algemeen financieel overzicht over 2011, gecertificeerd door een externe controle-instantie (5);

i)

een voorlopige operationele begroting voor de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2013, met daarin vermeld de uitgaven die in aanmerking komen voor financiering ten laste van de communautaire begroting,

j)

documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2004/2003.

Met betrekking tot de punten c), d), f) en g) volstaat een verklaring op erewoord dat de situatie in vergelijking met de vorige aanvraag niet is gewijzigd.

5.   FINANCIERING UIT DE EU-BEGROTING

De kredieten voor artikel 403 van de EU-begroting „Steun aan de Europese politieke stichtingen” voor 2013 wordt geraamd op 12 400 000 EUR. Deze kredieten moeten door de begrotingsautoriteit worden goedgekeurd.

De door het Europees Parlement toegekende financiële steun mag niet meer bedragen dan 85 % van de begroting van een politieke stichting op Europees niveau. De bewijslast berust bij de politieke stichting.

De financiering heeft de vorm van een subsidie voor huishoudelijke uitgaven als bedoeld in het Financieel Reglement en in de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement. De betalingsvoorwaarden en de verplichtingen in verband met het gebruik van de subsidie worden vastgesteld in het besluit tot toekenning van de subsidie, waarvan een model in bijlage 2B bij het besluit van het Bureau is opgenomen.

6.   PROCEDURE EN TERMIJN VOOR DE INDIENING VAN VOORSTELLEN

6.1.   Termijn en voorwaarden voor de indiening van voorstellen

De uiterste indieningsdatum van de aanvragen is vastgesteld op 30 september 2012. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

De aanvragen moeten:

a)

opgesteld zijn op het formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het Besluit van het Bureau),

b)

ondertekend zijn door de aanvrager of diens naar behoren gevolmachtigde vertegenwoordiger,

c)

worden verzonden in een dubbele enveloppe. Beide enveloppen moeten gesloten zijn. Op de binnenste enveloppe moet, naast de vermelding van de in de oproep tot het indienen van voorstellen genoemde ontvangende dienst, de volgende tekst worden aangebracht:

Indien zelfklevende enveloppen worden gebruikt, worden deze met plakband gesloten en plaatst de afzender zijn handtekening over het plakband heen. Als handtekening van de afzender geldt niet alleen zijn handgeschreven handtekening, maar ook het stempel van zijn organisatie,

Op de buitenste enveloppe wordt het volgende adres vermeld:

European Parliament

Mail Service

KAD 00D008

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

Op de binnenste enveloppe wordt het volgende adres vermeld:

President of the European Parliament

Attn. Mr Roger VANHAEREN, Director-General of Finance

SCH 05B031

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

d)

uiterlijk worden verzonden op de in de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde uiterste datum, hetzij per aangetekende post, waarbij de datum van het poststempel als bewijs geldt, hetzij per koeriersdienst, tegen een gedagtekend ontvangstbewijs.

6.2.   Indicatieve procedure en termijnen

Ten aanzien van de toekenning van subsidies aan de politieke stichtingen op Europees niveau door het Europees Parlement zijn de volgende procedures en termijnen van toepassing:

a)

indiening van de aanvraag bij het Europees Parlement (uiterlijk op 30 september 2012),

b)

onderzoek en selectie door de diensten van het Europees Parlement. Alleen ontvankelijke aanvragen worden getoetst aan de in de oproep tot het indienen van voorstellen vastgestelde subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria,

c)

vaststelling van het besluit tot toekenning van de subsidie door het Bureau van het Europees Parlement (in principe vóór 1 januari 2013 zoals bepaald in artikel 4 van het Besluit van het Bureau) en kennisgeving van het resultaat aan de aanvragers,

d)

uitbetaling van een voorfinanciering van 80 % (binnen 15 dagen na het besluit tot toekenning van de subsidie).

6.3.   Nadere informatie

De volgende teksten zijn beschikbaar op de internetpagina van het Europees Parlement: http://www.europarl.europa.eu/tenders/invitations.htm

a)

Verordening (EG) nr. 2004/2003,

b)

besluit van het Bureau,

c)

formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het besluit van het Bureau).

Alle vragen in verband met de onderhavige oproep tot het indienen van voorstellen moeten, met een verwijzing naar de referentie van de publicatie, per elektronische post worden toegezonden aan het volgende adres: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu

6.4.   Verwerking van persoonsgegevens

In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6), worden op het aanvraagformulier en in de bijlagen daarbij vermelde persoonsgegevens verwerkt volgens de beginselen van vertrouwelijkheid, rechtmatigheid en evenredigheid met de expliciete, rechtmatige doeleinden van dit project. Persoonsgegevens kunnen ten behoeve van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie worden verwerkt door de bevoegde diensten en organen van het Europees Parlement en worden doorgegeven aan de interne auditdiensten, de Europese Rekenkamer, de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden of aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).


(1)  PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

(2)  PB C 155 van 12.6.2004, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(5)  Tenzij de aanvrager in het lopende jaar is opgericht.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.