14.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 364/15


Oproep tot het indienen van voorstellen 2011 — Programma Europa voor de burger (2007-2013)

Tenuitvoerlegging van de programma-acties: Actieve burgers voor Europa, Actieve civiele samenleving in Europa en Actief Europees gedenken

2011/C 364/08

INLEIDING

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het Programma Europa voor de burger ter bevordering van een actief Europees burgerschap (1). De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen zijn te vinden in de programmagids van het programma „Europa voor de burger” op de Europa-website (zie punt VII). De programmagids maakt integraal deel uit van deze oproep tot het indienen van voorstellen.

I.   Doelstellingen

Het programma Europa voor de burger heeft de volgende specifieke doelstellingen:

mensen uit lokale gemeenschappen in heel Europa samenbrengen om ervaringen, opvattingen en waarden uit te wisselen, van de geschiedenis te leren en aan de toekomst te bouwen;

acties, debatten en reflectie over het Europees burgerschap en de Europese democratie, gedeelde waarden, gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur stimuleren door samenwerking tussen maatschappelijke organisaties op Europees niveau;

Europa dichter bij de burgers brengen door de waarden en prestaties van Europa uit te dragen en de herinnering aan het verleden levend te houden;

de wisselwerking tussen burgers en maatschappelijke organisaties uit alle deelnemende landen stimuleren, door de interculturele dialoog te bevorderen en zowel de verscheidenheid als de eenheid van Europa te benadrukken, met bijzondere aandacht voor activiteiten die burgers uit lidstaten van de Europese Unie in haar samenstelling op 30 april 2004 en burgers uit lidstaten die na die datum zijn toegetreden, nader tot elkaar beogen te brengen.

II.   In aanmerking komende gegadigden

Het programma staat open voor alle partijen die een actief Europees burgerschap bevorderen in een van de deelnemende landen op voorwaarde dat zij:

een overheidsorgaan zijn, of

een organisatie zonder winstoogmerk met een wettelijke status (rechtspersoon) zijn.

Iedere actie van het programma richt zich echter op een specifieke groep organisaties. Daarom is in de programmagids voor iedere maatregel of submaatregel precies aangegeven welke organisaties in aanmerking komen.

Landen die aan het programma kunnen deelnemen:

EU-lidstaten (2)

Kroatië,

Albanië,

de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

III.   In aanmerking komende acties

Het Programma Europa voor de burger steunt projecten die een actief Europees burgerschap bevorderen.

Deze oproep heeft betrekking op de volgende acties van het Programma Europa voor de burger die worden gesteund door middel van twee soorten subsidies: projectsubsidies en exploitatiesubsidies.

Actie 1:   Actieve burgers voor Europa

Maatregel 1:   Stedenbanden

Bij deze maatregel gaat het om activiteiten waarbij directe uitwisselingen tussen Europese burgers plaatsvinden of worden bevorderd via activiteiten in het kader van stedenbanden.

Maatregel 1.1:   Bijeenkomsten in partnersteden (projectsubsidie)

Bij deze maatregel gaat het om activiteiten waarbij directe uitwisselingen tussen Europese burgers plaatsvinden of worden bevorderd via activiteiten in het kader van stedenbanden. Bij het project moeten gemeenten betrokken zijn uit ten minste twee deelnemende landen, waaronder minimaal één EU-lidstaat. Er moeten minimaal 25 internationale deelnemers uit de uitgenodigde gemeenten bij betrokken zijn. De ontmoeting mag niet langer duren dan 21 dagen. De maximale subsidie die wordt toegekend bedraagt 25 000 EUR per project. De minimale subsidie bedraagt 5 000 EUR.

De subsidies voor ontmoetingen van partnersteden zijn bedoeld om de organisatiekosten van de ontvangende stad en de reiskosten van de uitgenodigde deelnemers mede te financieren. De subsidie wordt berekend op basis van vaste tarieven/vaste bedragen.

Maatregel 1.2:   Netwerken van partnersteden (projectsubsidie)

Deze maatregel ondersteunt de ontwikkeling van netwerken die tot stand komen via stedenbanden. Zulke netwerken zijn van belang voor de totstandkoming van een gestructureerde, intensieve en veelzijdige samenwerking tussen gemeenten en kunnen daardoor helpen het effect van het programma zo groot mogelijk te maken. In een project moeten ten minste drie evenementen gepland zijn. Bij een project moeten gemeenten uit ten minste vier deelnemende landen betrokken zijn, waarvan er ten minste één lidstaat van de Europese Unie is. Aan het project moeten ten minste 30 internationale deelnemers uit de genodigde gemeenten deelnemen. Het project mag niet langer duren dan 24 maanden; elk evenement mag niet langer duren dan 21 dagen.

De maximale subsidie voor een project in deze maatregel bedraagt 150 000 EUR. De minimale subsidie bedraagt 10 000 EUR. De subsidies zijn gebaseerd op vaste tarieven/vaste bedragen.

Maatregel 2:   „Burgerprojecten” en „Ondersteunende maatregelen”

Maatregel 2.1:   Burgerprojecten (projectsubsidie)

Deze maatregel stelt een grote uitdaging voor de hedendaagse Europese Unie aan de orde: hoe kan de kloof tussen burgers en de Europese Unie worden gedicht? Doel is de verkenning van originele en innovatieve methoden die de participatie van burgers kunnen aanmoedigen en die de dialoog tussen Europese burgers en de instellingen van de Europese Unie kunnen stimuleren.

Bij een project moeten ten minste vijf deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één lidstaat van de Europese Unie. Bij een project moeten ten minste 200 deelnemers betrokken zijn. Het project mag niet langer duren dan 12 maanden.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend op basis van een sluitende en gedetailleerde geraamde begroting in euro. De subsidie mag niet hoger zijn dan 60 % van de subsidiabele kosten voor de desbetreffende actie. De minimale subsidie bedraagt 100 000 EUR. De maximale subsidie die voor een project in het kader van deze maatregel kan worden toegewezen bedraagt 250 000 EUR.

Maatregel 2.2:   Ondersteunende maatregelen (projectsubsidie)

In het kader van deze maatregel wordt steun verleend aan activiteiten die kunnen leiden tot de vorming van langlopende partnerschappen en netwerken met een groot bereik onder uiteenlopende belanghebbenden die een actief Europees burgerschap bevorderen en er aldus toe bijdragen dat de doelstellingen van het programma meer respons krijgen en dat het effect van het programma in het algemeen zo groot mogelijk is.

Bij het project moeten ten minste twee deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één EU-lidstaat. Het project mag niet langer dan 12 maanden duren. Er moeten ten minste twee evenementen per project worden gepland.

Het bedrag van de subsidie wordt berekend op basis van een sluitende en gedetailleerde geraamde begroting in euro. De subsidie mag niet hoger zijn dan 80 % van de subsidiabele kosten voor de desbetreffende actie. De minimale subsidie bedraagt 30 000 EUR. De maximale subsidie die voor een project in het kader van deze maatregel kan worden toegewezen bedraagt 100 000 EUR.

Actie 2:   Actieve civiele samenleving in Europa

Maatregelen 1 en 2:   Structurele steun voor Europese organisaties die onderzoek naar overheidsbeleid doen en voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau (exploitatiesubsidies (3))

Maatregel 1— Structurele steun voor Europese organisaties die onderzoek naar overheidsbeleid doen (denktanks) — beoogt het werk van Europese organisaties te ondersteunen die onderzoek naar overheidsbeleid doen (denktanks) en die nieuwe ideeën en overwegingen kunnen inbrengen over Europese vraagstukken, actief burgerschap op Europees niveau of Europese waarden.

Maatregel 2— Structurele steun voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau — beoogt maatschappelijke organisaties op Europees niveau de institutionele capaciteit en stabiliteit te bieden om hun activiteiten op Europees niveau te ontwikkelen. Het doel is bij te dragen aan een gestructureerde, samenhangende en actieve civiele samenleving op Europees niveau.

De subsidiabele periode moet samenvallen met het begrotingsjaar van de aanvrager, wat moet worden aangetoond met gecertificeerde jaarrekeningen van de organisatie. Als het begrotingsjaar van de aanvrager samenvalt met het kalenderjaar, loopt de subsidiabele periode van 1 januari tot 31 december. Voor aanvragers met een begrotingsjaar dat niet samenvalt met hun kalenderjaar, duurt de subsidiabele periode 12 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van hun begrotingsjaar.

De subsidie kan op twee manieren worden berekend:

a)

Vaste tarieven/vaste bedragen.

b)

Begroting op basis van reële kosten. Het bedrag van de subsidie zal worden berekend op basis van een sluitende, gedetailleerde kostenraming in euro. De toegekende subsidie mag niet hoger zijn dan 80 % van de subsidiabele kosten van de desbetreffende actie.

De maximumsubsidie bedraagt 100 000 EUR.

Maatregel 3:   Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven (projectsubsidie)

Met deze maatregel wordt beoogd concrete projecten te steunen van maatschappelijke organisaties uit verschillende deelnemende landen. Deze projecten moeten leiden tot meer bewustwording ten aanzien van vraagstukken van Europees belang en bijdragen tot meer wederzijds begrip onder uiteenlopende culturen en het bepalen van gemeenschappelijke waarden door samenwerking op Europees niveau.

Bij een project moeten ten minste twee deelnemende landen betrokken zijn, waaronder ten minste één EU-lidstaat. Het project mag niet langer duren dan 18 maanden.

De subsidie kan worden berekend aan de hand van twee verschillende methoden, die elk hun eigen benadering kennen en waarvoor specifieke regels gelden:

a)

Vaste tarieven/vaste bedragen.

b)

Begroting op basis van reële kosten. De aangevraagde subsidie mag in dat geval niet hoger uitvallen dan 70 % van de subsidiabele kosten van de desbetreffende actie.

De maximumsubsidie bedraagt 150 000 EUR. De minimaal toegekende subsidie is 10 000 EUR.

Organisaties die zich bezighouden met kwesties van algemeen Europees belang en die geselecteerd zijn voor een exploitatiesubsidie in 2012 onder de maatregelen 1 en 2 van actie 2, komen niet in aanmerking voor subsidies in het kader van deze maatregel in 2012.

Actie 4:   Actief Europees gedenken (projectsubsidie)

Het doel van de projecten die in het kader van deze actie worden gesteund, is de herinnering aan de slachtoffers van het nazisme en het stalinisme levend te houden en te zorgen voor meer kennis en begrip bij huidige en toekomstige generaties over wat er is gebeurd in de kampen en op andere plaatsen waar burgers op grote schaal uitgeroeid werden, en waarom.

Een project mag niet langer duren dan 18 maanden.

De subsidie kan worden berekend aan de hand van twee verschillende methoden:

a)

Vaste tarieven/vaste bedragen.

b)

Begroting op basis van reële kosten. De aangevraagde subsidie mag in dat geval niet hoger uitvallen dan 70 % van de subsidiabele kosten van de desbetreffende actie.

De maximumsubsidie bedraagt 100 000 EUR. De minimaal toegekende subsidie is 10 000 EUR.

IV.   Toekenningscriteria

Voor projectsubsidies:

Kwalitatieve criteria (80 % van de toe te kennen punten):

de relevantie van het project voor de doelstellingen en prioriteiten van het programma (25 %),

de kwaliteit van het project en de voorgestelde methoden (25 %),

de impact (15 %),

de zichtbaarheid en follow-up (15 %).

Kwantitatieve criteria (20 % van de toe te kennen punten):

geografische impact (10 %),

doelgroep (10 %).

Gezien de ondersteunende functie, het feit dat enkele landen duidelijk ondervertegenwoordigd zijn, en onverminderd het beginsel van gelijke behandeling ten aanzien van de kwaliteit, behouden de Commissie en het Uitvoerend Agentschap zich het recht voor om te zorgen voor een evenwichtige geografische verspreiding van de geselecteerde projecten voor elke actie.

Voor exploitatiesubsidies:

Kwalitatieve criteria (80 % van de toe te kennen punten):

de relevantie van het project voor de doelstellingen en prioriteiten van het programma Europa voor de burger (30 %),

de adequaatheid, samenhang en volledigheid van het werkprogramma (20 %),

de impact van het werkprogramma (10 %),

de toegevoegde waarde voor Europa (10 %).

de zichtbaarheid van de activiteiten en de verspreiding en aanwending van de resultaten voor Europese burgers en andere belanghebbende partijen (10 %),

Kwantitatieve criteria (20 % van de toe te kennen punten):

geografische impact (10 %),

doelgroep (10 %).

Gezien de ondersteunende functie, behouden de Commissie en het Uitvoerend Agentschap zich het recht voor om te zorgen voor een evenwichtige geografische verspreiding van de geselecteerde projecten voor elke actie.

V.   Begroting

Geplande begroting 2012 voor de volgende acties

Actie 1 Maatregel 1.1

Bijeenkomsten in partnersteden

6 107 000 EUR

Actie 1 Maatregel 1.2

De vorming van thematische netwerken tussen partnersteden

4 528 000 EUR

Actie 1 Maatregel 2.1

Burgerprojecten

1 308 000 EUR

Actie 1 Maatregel 2.2

Ondersteunende maatregelen

805 000 EUR

Actie 2 Maatregel 3

Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven

2 807 000 EUR

Actie 4

Actief Europees gedenken

2 414 000 EUR

De uitvoering van deze oproep tot het indienen van voorstellen hangt af van de goedkeuring van de EU-begroting voor het jaar 2012 door de begrotingsautoriteit.

VI.   Uiterste datum voor het indienen van aanvragen

Acties

Uiterste datum voor indiening

Actie 1 Maatregel 1.1

Bijeenkomsten in partnersteden

1 februari

1 juni

1 september

Actie 1 Maatregel 1.2

De vorming van thematische netwerken tussen partnersteden

1 februari

1 september

Actie 1 Maatregel 2.1

Burgerprojecten

1 juni

Actie 1 Maatregel 2.2

Ondersteunende maatregelen

1 juni

Actie 2 Maatregelen 1 en 2

Structurele steun voor Europese organisaties die onderzoek naar overheidsbeleid doen (denktanks) en voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau

15 oktober

Actie 2 Maatregel 3

Steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven

1 februari

Actie 4

Actief Europees gedenken

1 juni

Aanvragen moeten worden ingediend vóór 12.00 uur 's middags (Brusselse tijd) op de uiterste datum voor het indienen van een aanvraag. Als deze datum in een weekend valt, moet de 1e werkdag na het weekend worden beschouwd als de uiterste datum voor indiening van de aanvraag.

Aanvragen moeten naar het volgende adres worden gestuurd:

EACEA

Eenheid P7 Burgerschap

Aanvragen — „Maatregel XXX”

Bourgetlaan 1 (BOUR 01/04A)

1140 Brussel

BELGIË

Alleen voorstellen die worden ingediend op het officiële elektronische aanvraagformulier (eForm), ingevuld en ondertekend door de persoon die gemachtigd is om wettelijk te handelen namens de aanvrager, zullen in aanmerking worden genomen.

Aanvragen die worden ingediend op papier per post, fax of e-mail worden niet in behandeling genomen.

VII.   Nadere informatie

De uitvoerige voorwaarden voor het indienen van projectvoorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden in de gids van het programma „Europa voor de burger” met zijn laatste wijzigingen op de volgende websites:

http://ec.europa.eu/citizenship/index_en.html

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur:

http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.htm


(1)  PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32.

(2)  De 27 EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.

(3)  Deze oproep tot het indienen van voorstellen betreft de jaarlijkse exploitatiesubsidies voor het begrotingsjaar 2013.