23.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 288/5


Criteria voor de toewijzing van de zaken aan de kamers

(2010/C 288/08)

Op 20 september 2010 heeft het Gerecht overeenkomstig artikel 12 van het Reglement voor de procesvoering de volgende criteria vastgesteld voor de toewijzing van de zaken aan de kamers in de periode van 20 september 2010 tot en met 31 augustus 2011:

1.

De hogere voorzieningen tegen beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken worden onmiddellijk na de neerlegging van het verzoekschrift en onverminderd de latere toepassing van de artikelen 14 en 51 van het Reglement voor de procesvoering toegewezen aan de kamer voor hogere voorzieningen.

2.

De andere dan de sub 1 bedoelde zaken worden onmiddellijk na de neerlegging van het verzoekschrift en onverminderd de latere toepassing van de artikelen 14 en 51 van het Reglement voor de procesvoering toegewezen aan de kamers bestaande uit drie rechters.

De sub 2 bedoelde zaken worden, afhankelijk van de volgorde van inschrijving ter griffie, over de kamers verdeeld volgens drie afzonderlijke toerbeurten:

voor de zaken betreffende de toepassing van de voor ondernemingen geldende mededingingsregels, de regels betreffende staatssteun en de regels betreffende handelspolitieke beschermingsmaatregelen;

voor de zaken betreffende de in artikel 130, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering bedoelde intellectuele-eigendomsrechten;

voor de overige zaken.

In het kader van deze toerbeurtregeling wordt de uit vier rechters bestaande kamer die met drie rechters zetelt, tweemaal in aanmerking genomen bij elke derde toerbeurt.

De president van het Gerecht kan van deze toerbeurtregeling afwijken in geval van verknochtheid van zaken of ter verzekering van een gelijkmatige werkverdeling.