10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/42


Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 27 september 2007 — Pelle en Konrad/Raad en Commissie

(Gevoegde zaken T-8/95 en 9/95) (1)

(„Niet-contractuele aansprakelijkheid - Melk - Extra heffing - Referentiehoeveelheid - Verordening (EEG) nr. 2187/93 - Vergoeding van producenten - Schorsing van verjaring’)

(2007/C 269/76)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Wilhelm Pelle (Kluse-Ahlen, Duitsland) en Ernst-Reinhard Konrad (Löllbach, Duitsland) (vertegenwoordigers: B. Meisterernst, M. Düsing, D. Manstetten, F. Schulze en W. Haneklaus, advocaten)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Brautigam en A.-M. Colaert, vervolgens A.-M. Colaert, gemachtigden) en Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Booß en M. Niejahr, gemachtigden, vervolgens T. van Rijn en M. Niejahr, aanvankelijk bijgestaan door H.-J. Rabe, G. Berrisch en M. Núñez-Müller, advocaten)

Voorwerp

Vorderingen krachtens artikel 178 EG-Verdrag (thans artikel 235 EG) en artikel 215, tweede alinea, EG-Verdrag (thans artikel 288, tweede alinea, EG) tot vergoeding van de schade die verzoekers stellen te hebben geleden als gevolg van de toepassing van verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984 houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5 quater van verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 90, blz. 13), zoals aangevuld bij verordening (EEG) nr. 1371/84 van de Commissie van 16 mei 1984 tot vaststelling van de nadere voorschriften voor de toepassing van de bij artikel 5 quater van verordening nr. 804/68 ingestelde extra heffing (PB L 132, blz. 11)

Dictum

1)

De Raad en de Commissie zijn gehouden de schade te vergoeden die Wilhelm Pelle en Ernst-Reinhard Konrad hebben geleden ten gevolge van de toepassing van verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984 houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5 quater van verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelproducten, zoals aangevuld bij verordening (EEG) nr. 1371/84 van de Commissie van 16 mei 1984 tot vaststelling van de nadere voorschriften voor de toepassing van de bij artikel 5 quater van verordening nr. 804/68 ingestelde extra heffing, voor zover in deze verordeningen niet is voorzien in de toekenning van een referentiehoeveelheid aan producenten die in het door de betrokken lidstaat gekozen referentiejaar geen melk hadden geleverd krachtens een verbintenis als bedoeld in verordening (EEG) nr. 1078/77 van de Raad van 17 mei 1977 tot invoering van een stelsel van premies voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelproducten en voor de omschakeling van het melkveebestand.

2)

Aan Wilhelm Pelle, verzoeker in zaak T-8/95, moet vergoeding worden toegekend voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van de toepassing van verordening nr. 857/84 in de periode die op 5 december 1987 begint en op 28 maart 1989 eindigt.

3)

Aan Ernst-Reinhard Konrad, verzoeker in zaak T-9/95, moet vergoeding worden toegekend voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van de toepassing van verordening nr. 857/84 in de periode die op 27 november 1986 begint en op 28 maart 1989 eindigt.

4)

Partijen zullen binnen zes maanden na dit arrest de in gemeen overleg vastgestelde bedragen die moeten worden betaald, aan het Gerecht meedelen.

5)

Partijen zullen, indien zij niet tot overeenstemming kunnen komen, binnen dezelfde termijn hun berekeningen aan het Gerecht doen toekomen.

6)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.


(1)  PB C 132 van 28.5.2005.