10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/10


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 september 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Mohamed Jouini, Okay Gönen, Hasan Bajric, Gerald Huber, Manfred Ortner, Sükran Karacatepe, Franz Mühlberger, Nakil Bakii, Hannes Kranzler, Jürgen Mörth, Anton Schneeberger, Dietmar Susteric, Sascha Wörnhör, Aynur Savci, Elena Peter, Egon Schmöger, Mehmet Yaman, Dejan Preradovic, Andreas Mitter, Wolfgang Sorger, Franz Schachenhofer, Herbert Weiss, Harald Kaineder, Ognen Stajkovski, Jovica Vidovic/Princess Personal Service GmbH (PPS)

(Zaak C-458/05) (1)

(Sociale politiek - Richtlijn 2001/23/EG - Behoud van rechten van werknemers - Overgang van ondernemingen - Begrip „overgang’ - Uitzendbureau)

(2007/C 269/20)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberste Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Mohamed Jouini, Okay Gönen, Hasan Bajric, Gerald Huber, Manfred Ortner, Sükran Karacatepe, Franz Mühlberger, Nakil Bakii, Hannes Kranzler, Jürgen Mörth, Anton Schneeberger, Dietmar Susteric, Sascha Wörnhör, Aynur Savci, Elena Peter, Egon Schmöger, Mehmet Yaman, Dejan Preradovic, Andreas Mitter, Wolfgang Sorger, Franz Schachenhofer, Herbert Weiss, Harald Kaineder, Ognen Stajkovski, Jovica Vidovic

Verwerende partij: Princess Personal Service GmbH (PPS)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Oberste Gerichtshof — Uitlegging van artikel 1 van richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82, blz. 16) — Werkingssfeer — Begrip „onderdeel van een vestiging” — Overgang tussen twee uitzendbureaus van een administratieve medewerker, een filiaalhouder, een leidinggevende persoon van de klantenservice, en de bedrijfsleider, almede van een derde van de uitzendkrachten en de klanten waarbij deze werkzaam zijn

Dictum

Artikel 1, lid 1, van richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen, moet aldus worden uitgelegd dat deze richtlijn van toepassing is wanneer een deel van het kantoorpersoneel en een deel van de uitzendkrachten overgaan naar een ander uitzendbureau om daar dezelfde werkzaamheden te verrichten ten dienste van dezelfde klanten, en wanneer de bij de overgang betrokken bestanddelen op zich voldoende zijn om de desbetreffende economische activiteit voort te zetten zonder inschakeling van andere belangrijke bedrijfsmiddelen of andere onderdelen van de onderneming, hetgeen ter verificatie aan de verwijzende rechter is.


(1)  PB C 178 van 29.7.2006.