10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/9


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 september 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Supremo Tribunal de Justiça — Portugal) — Merck Genéricos — Produtos Farmacêuticos L.da/Merck & Co. Inc., Merck Sharp & Dohme L.da

(Zaak C-431/05) (1)

(Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie - Artikel 33 van de TRIPs-overeenkomst - Octrooien - Minimale beschermingsduur - Wetgeving van lidstaat die in kortere duur voorziet - Artikel 234 EG - Bevoegdheid van Hof - Rechtstreekse werking)

(2007/C 269/17)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Supremo Tribunal de Justiça

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Merck Genéricos — Produtos Farmacêuticos L.da

Verwerende partij: Merck & Co. Inc., Merck Sharp & Dohme L.da

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Supremo Tribunal de Justiça — Uitlegging van artikel 33 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom („TRIPs-overeenkomst”), gevoegd bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (PB L 336 van 23 december 1994, blz. 214) — Uitleggingsbevoegdheid — Rechtstreekse werking

Dictum

Bij de huidige stand van de communautaire regelgeving op het gebied van octrooien verzet het gemeenschapsrecht zich er niet tegen dat een nationale rechter artikel 33 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, opgenomen in bijlage I C bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die op 15 april 1994 te Marrakesh is ondertekend en is goedgekeurd bij besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten, rechtstreeks toepast onder de door het nationale recht bepaalde voorwaarden.


(1)  PB C 36 van 11.2.2006.